De Landbouwkrisis
Over Eeadenkweek
al
Lsrsdliouwwaekblad
Jeugdvereniging R* IL Z,
Bijprodukten der
Oliebereiding
éi
S:
i
0
H
1
1
i
1
i
Arbeid
adelt
ZONDAG 13 APRIL 1930
Oorzaken en Bestrijdingsmiddelen,
(Vervolg).
De Rogge. Ook de verkoopprijzen
der rogge zijn enorm gedaald. Waar
dit produkt gedurende de jaren 1927-
1928 gemiddeld 179 fr. gold en 142 fr.
gedurende de tien eerste maanden van
1929, noteert het slechts thans nog 80
tot 90 fr. Deze prijs beteekent een be
langrijk verlies voor den voortbrenger,
indien men noteert dat de rogge vóór
den oorlog verkocht werd tegen 15 tot
16 goudfrank de 100 kg.
Waaraan is die waardevermindering
te wijten
Aan de overproduktie in sommige
Europeeschc landen, welke op de Bel
gische markt, dank zij onze onbeduiden
de invoerrechten en de uitvoerpremie
waarvan zij genieten, de rogge aanbie
den tegen prijzen verre beneden de bin-
nenlandsche waarde en aldus de prijzen
neerdrukken.
Prijs 20 centiem
12de JAARGANG Nr 589
Ata*iae«*nt*s»Tijs t 10,08 hmnk 't ja«rs.
Men schaaft In op ons Bureel tn op alle postkantoeees.
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redaktie:DE VILANDERSTRAAT, AALST
Verantwoordelijke Opsteller t
ORTAÏRE CAUDRON,
Aalst.
Vooral Duitschland en Polen bezon
digen zich aan dezen dumping en ken
nen ouder vorm van verhandelbare in-
of uitvoerbons aan hunne voortbrengers
een uitvoerpremie toe, welke hun toe
laat hunne waren onder den prijs af te
zetten op de Belgische markt.
De middelen om de prijsinzakking der
rogge te keer te gaan zijn
1) Radikale maatregelen door com
pensatierechten of invoervergunningen
tegen den Duitschen eD Poolschen dum
ping. Alhoewel reeds duidelijke bewij
zen werden geleverd door bevoegde
kamerleden en senatoren dat de duitsche
en poolsche regeeringen uitvoerpremiën
toekennen, acht onze minister van Land
bouw het tijdstip nog niet gekomen om
in te grijpen. In laatste instantie heeft
hij de samenstelling eener kommissie
aangekondigd om de plichtigheid voor
de twee voornoemde regeericgen uit te
wijzen. In afwachting verliezen onze
landbouwers millioeneu franken. Indien
onze landbouw geen protectionnestische
maatregelen eischt, is hij toch gerech
tigd verdediging te vragen tegen oneer
lijke mededinging uit den vreemde. Wij
vragen dus dringende en doeltreffende
maatregelen om aan den aangeklaagden
noodloitigen toestand een einde te
stellen.
2) Een tweede heilmiddel in het be
reik onzer landbouwers is de vermeer
dering der opbrengst per hectare en de
verbetering der hoedanigheid door het
gebruiken van uitgelezen zaden. Onze
Vereeniging verschaft aan zijne leden
uitgelezen en gewaarborgd zaadgoed
tegen voordeelige prijzen. Nochtans
worden er nog landbouwers gevonden
die om een paar franken beterkoop ver
kiezen hunne zaden te koopen van den
eenen of anderen handelaar, zonder
eenige waarborg betreffende hoedanig
heid of kiemkracht. Wanneer zij later
de opbrengst van den oogst nagaan,
stellen zij met eene teleurstelling vast dat
zij door hunne bekrompenheid duizeode
franken schade hebben geleden.
Ten aanzien van de moeilijke tijden
welke de landbouw doormaakt, komt
het er op aan de hoogst mogelijke op
brengst te bereiken met de minst moge
lijke productiekosten. Dit doel kan enkel
worden nagestreefd door wetenschap
pelijke uitbating, bestaande in het aan
wenden van degelijk zaai- en plantgoed
en doelmatige bemesting.
De Haver. De huidige verkoop
prijzen der haver zijn niet gunstiger dan
deze der tarwe en der rogge. De gemid
delde koopprijs welke in 1927-1928
165 fr. bedroeg en 147 fr. gedurende de
tien eerste maanden van 1929, is thans
gezonken tot 85 a 90 fr. In 1914 gold de
haver 18 goudfrank, wat uitwijst dat
ook deze teelt thans een gevoelig verlies
veroorzaakt aan den voortbrenger.
Oorzaken der crisis zijn hier ook de
overproductie in anderelanden, gepaard
met den Duitschen en Poolschen dum
ping
De verbeteringsmiddelen welke wij
hooger aanduiden voor de rogge kunnen
ook gelden voor de haver. Maar bijzon
der vragen wij dat het Belgisch invoer
recht van 3 fr. de 100 kg. dat werd in
gevoerd toen de haver 18 fr. gold, wor
de aangepast aan de huidige minder
waarde onzer munt en dus op 21 fr. wor
de gebracht.
Deze teelt verdient alle aanmoediging
vanwege de regeering, daar onze in-
landsche voortbrengst niet volstaat
voor het verbruik. In 1928 hebben wij
1.692.( 00 zakken ingevoerd voor eene
waarde van 179 millioen frank. De teelt
kan dus gerust uitgebreid worden met
30.000 tot 40.000 hectaren, doch het
ware nog beter door de middelen hoo
ger aangeduid voor de rogge, de op
brengst per hectaar met 4 of 5 zakken
te verhoogen.ten einde de voortbrengst-
kosten tot een minimum terug te bren
gen Mits wetenschappelijke uitbating is
die uitslag goed te bereiken.
De Gerst. Voor dit produkt is ook
een gevoelige prijsvermindering te no-
teeren. De gemiddelde verkoopprijs
over de jaren 1927 1928 bedroeg voor
win tergerst 167 fr., gedurende de tien
eerste maanden van 1929 daalde hij tot
153 fr. om dezen laatsten tijd nog enkel
105 tot 110 fr. te gelden. Ook deze laat
ste prijs is verre van winstgevend voor
onze landbouwers.
Oorzaak der huidige moeilijkheden is
hier ook de overproctie in den vreemde.
Vooral de Russische, Donau- en Lapla-
tagersten doen onze inlandsche produc
tie cloodende mededinging aan.
Om aan dezen toestand te verhelpen,
valt er niet te rekenen op verhooging
van invoerrechten, daar België hier
evenals voor de rogge door handelsver
dragen is gebonden, welke vroeger
werden afgesloten zonder eenige mee-
zeggenschap van bevoegde landbouw-
specialisten. Wij vragen echter dat door
de regeering dadelijk en met krachtda
digheid worde ingegrepen tegen de lan
den die zouden overgaan tot oneerlijke
concurrentiemiddelen.
Bevoegde personen zijn van meening
dat de kuituur van gerstsoorten geschikt
voor de brouwerij belangwekkend kan
worden voor onzen landbouw, daar er
een behoorlijke afzet gewaarborgd is ia
het binnenland. Thans immers betrek
ken de Belgische brouwerijen voor hun
ne behoeften aanzienlijke hoeveelheden
gerst uit het buitenland.
Onze landbouwers hebben er dus be
lang bij hunne voorkeur te geven aan de
teelt van de variëteiten die het best ge
schikt zijn voor de brouwerij. De regee
ring zou zich moeten inspannen om door
bemiddeling der landbouwvereenigin-
gen aan de geschikte variëteiten de noo-
dige vulgarisatie en uitbreiding te ge
ven. Voor voorlichting en het verschaf
fen van uitgelezen zaden kunnen onze
landbouwers steeds op hunne Vereeni
ging Redt U Zeiven rekenen.
(Wordt voortgezet).
(Vervolg)
Men zal dan wel in acht nemen de
eieren gedurende het broeden te be
sproeien met water alle vier dagen om
dat de eieren te veel waterdamp verlie
zen onder eene hen, hetgeen geenszins
gebeurt bij eene broedeend die op het
nest gaat zitten terwijl hare pluimen nog
nat zijn. Eene hen broedt achttien da
gen en eene eend acht en twintig dagen,
na het uitbroeden worden de eendjes te
droogen gezet bij het vuur in een mand
je, alle twee uren mogen ze wat rond-
loopen en een luchtje scheppen en men
laat ze reeds aan wat groen gras pikken.
Na vier en twintig uren worden ze
voor de eerste maal gevoed, ze krijgen
dan een dun beslag van melk met kort-
meel of gerstemeel.
Dezen beslag wordt stillekens aan
dikker gemaakt totdat de eendjes na tien
dagen te water gaan.
Na omtrent drie weken worden ze ge
voed zooals de volwassene eenden die
tot hun schamel onderhoud behoeven
100 grammen aardappelen en 25 gram
men graan of graansoorten per dag
maar voor de eenden die vrij rond loo-
pen kan men dit rantsoen wel vermin
deren, toch is het zeer geraadzaam deze
bezuinigingen of inkrimping niet toe te
passen op nog jonge eenden of op een
den die leggen.
Deze Merchtemsche eenden leggen
tamelijk groote eieren, gemiddeld 60 grn.
wegend, de dooier is overvloediger en
het eiwit is dikker dan in een hennenei,
zij worden meestal gebruikt in pastei
bakkerijen.
Wanneer de eenden nu in den zomer
vet geworden zijn, dan worden zij ter
markt gebracht.
Vsar d@«f
de Landbouwers
Dit Merchtemsch ras is een schóón
ras, wit van pluimen en geel van bek en
met oranjeachtige pooten, en geeft
schoon wit vleesch. De poeleniers zeg
gen wit van pluimen is wit van vleesch
en zwart van pluimen is zwart van vel,
Men beweert dat deze eend voort
komt van het Engelsch ras„Ailesbury,,
genaamd, en het schijnt dat rond de ja
ren 1850 de koning in zijn park te La
ken eenige "Ailesbury's,, zou gebracht
hebbenmaar dat sommige boeren van
Merchtem in verstandhouding zouden
gekomen zijn met bewoners van het
koninklijk park en dat hierdoor de een
den naar Merchtera zouden verhuisd
zijnwant de Merchtenaars houden er
zeer aan hun wijdvermaarde markt te
bevoorraden met pluimvee.
Vandaar werden dan, zoo zegt men,
de eenden overgebracht naar, verspreid
en voortgekweekt in de omliggende
dorpen die zeer laag gelegen zijn en be
speelt worden door vele beken, en dus
zeer geschikt zijn voor het kweeken en
grootbrengen van eenden.
Maar iedereen stemt met deze gissing
of bewering niet in en nog het minst de
Merchtenaars, en wij halen hier aan
wat een schrijver voor een dertigtal
jaren schreef over de Merchtemsche
eend.
Naar onze bevinding is de Merch
temsche eend veel ouder en ook veel
witter dan de Ailesbury, en wat meer is
wij bezitten nog nevens haar, haren
voortbrenger of verwekkerde blauwe
eend van Dendermonde en ook nog ver
spreid is in de omstreken van Bergen.
Hoe deze eend rond Bergen genoemd
wordt weten wij niet.
En verder schrijft deze kenner nog
de Merchtemsche eend gelijkt wel op
de Ailesbury, en sommige tentoonstel-
lingliefhebbers beelden zich in dat de
Merchtemsche eend eene Ailesbury is,
ons overgebracht van uit Engeland en
die hier een beetje zou ontaard of ver
basterd zijn voorwat de gestalte aan
gaat; maar eens voor altijd weze het
gezegd dat wij den oorsprong van ons
eendenras in Engeland niet moeten gaan
zoeken
De Merchtemsche eend zou dan wel
oorspronkelijk uit de streek van Merch
tem zijn. en oude oorkonden zelfs van
uit de XIIIe eeuw bewijzen dat er sinds
dien tijd te Merchtem een markt bestond
van pluimvee.
Al de boeren in Westbrabant en bij
zonderlijk die van rond Merchtem en
Londerzeel, die de Mechelsche Koekoek
of Lombaardsch kieken kweeken, zetten
ook een of tweemaal per jaar een klok
hen, in andere woorden, laten een of
tweemaal 'n nest eendeieren uitbroeden
onder eene klokhen.
Deze kweekers die nog al ervaren zijn
in dit vak, beweren dat het gezamenlijke
kweeken van eenden en hennen, deze
laatste zou vrijwaren tegen 't geel of
vellekensziekte in den bek d. i. tegen
diphteritis bij de hennen.
Dit laatste rangschikken wij voorloo-
pig onder de rubriek folklore, of volks-
veeartsenijkunde.
Vroeger waren het meestal de bewo
ners van een watermolen die eenden
kweekten rond Merhtem om de eieren
alleen, en die deze voortverkochten voor
het broeden.
Het valt ook geenszins te betwijfelen
dat het kweeken en vetten van eenden
te samen met het kweeken en vetten van
't Merchtemsch kieken veel welvaart
heeft gebracht in de streek rond Merch
tem.
De gemeente Lebbeke bij Dender
monde was voor den oorlog zeer bekend
voor het vetmesten van eenden.
Het kweeken van deze zwemvogels is
zeer voordeelig, want van al de neerhof-
dieren is de eend de vroegrijpste, want
zooals wij reeds zagen is zij op twee
maanden tijds reeds geschikt voor de
tafel.
Daarbij is de eend zeer bestand tegen
allerlei ziektenwanneer zij vrij kunnen
rondloopen in eene weide voedt zij zich
voor de drie vierden van hetgeen zij al
zoekende vindt, vooral insecten en wor
men dienen haar tot voedselmaar dit
gevogelte zal, zoo echter niet vet gera
ken, evenwel zal het zijn^groottevjver-
krijgen en veertien dagen voor het be
paalde afmaken zal men het aan eene
doelmatige voeding onderwerpen, na
melijk "beslag,, van melk en boekweit-
meel of gerstemeel en men bekomt al-
zoo eenden die zeer goed gevleeschd zijn
zonder echter te vet te zijn.
Schrijven wij slechts nog een woordje
over de "coureur indien,, Aoas cur-
soria een uitheemsch ras dat niet veel
gekweekt wordt maar toch zeer voor
deelig is en het best geschikt is om te
vetten.
Deze eend heeft dit voordeel op de
andere rassen dat zij zeer vlug is bij het
zoeken naar voedseldat ze zeer vroeg
rijp is en dat ze zeer gemakkelijk kan le
ven zonder water om er in te plodderen
of te zwemmen.
Verder moet men deze eenden niet
vetten maar zij kunnen geëten worden
zooals ze normaal zijn, en het is een
bijzonder groot voordeel dat deze eend
winter en zomer eieren leggen. Liefheb
bers beweren dat men van ééne eend tot
200 eieren kan rapen.
Heden kweekt men veel de soort Ka-
khicampbell, 'n bruin ras en zeer voor
deelig om kweeken.
Wij geven hier nog eenige wenken
voor het voeden van eenden.
Als men weet dat de eenden zeer wei
nig geschikt zijn om te pikken, dan zal
men zorgen dat men het graan niet op
den grond werpt, maar men giet het
graan in diepe kommetjes.
Beslag is hun voedsel bij voorkeur,
maar daar deze dieren alles eten, zal hun
voedsel bestaan uit planten droog of
groen, terzelvertijd toegediend met ze
melen, meelkoeken, vleesch en visch.
Men mag hun ook draf en pulp geven
evenals aardappelen, beeten, rapen enz.
In sommige streken zoekt men mei
kevers om ze aan de eenden te geven
die er zeer gretig naar zijn, en in de om
streken van Doornik dienen aardwormen
(pieren, pieten) als een bijzonder voedsel
voor de legeenden.
In een woord daar zij in volle vrijheid
loopen bestaat hun voedsel uit allerlei
groen en wormen, en woekerdieren.
Z> v.J. W.
Fietstocht naar Gaesbeek
op 2de Paaschdag,
De leden die de reis medemaken die
nen de volgende schikkingen in acht te
nemen
1. We vertrekken op Maandag 21
April, te 9 uur (zeer stipt) (Zomeruur)
aan ons lokaal De Koornbloem
Groote Markt, Aalst. Te 8 1/2 uur
bijeenkomst.
2. De leden uit de omstreken van Ni
no ve kunnen ons vervoegen te 10 uur
(zeer stipt) in het lokaal De Groen-
poort Markt, Ninove.
3. Op de verschillende plaatsen waar
we halt maken, zal telkens medegedeeld
worden om welk uur we juist vertrek
ken. Iedereen neme dit punt in acht om
de goede orde te behouden.
4. Het is geraadzaam den knapzak
mede te nemen.
5. Bij het terugkeeren brengen we een
bezoek aan de merkwaardige kerk van
Strijthem.
Maakt het ritje naar Gaesbeek mee
en ge zult een prettige dag beleven.
Reiskalender.
Onze reiskalender voorziet reeds ver
scheidene uitstapjes waaronder van ver
schillenden aard.
Hier volgen reeds een deel der schik
kingen
1. Tweede PaaschdagFietstocht
naar Gaesbeek.
2. 13 MeiNaar de Vlaamsche
Kermis te Erpe.
3. 18 MeiDe Floralieën van Gent
en het Gravenkasteel.
4. 29 MeiVeloritje naar De
Donck Overmeire.
5. Sinxen 8 en 9 Juni: Tweedaagsche
reis naar Luik en omstreken.
6. 29 JuniVelorit naar Geeraards-
bergen (Oudenberg).
7. 20 Juli Tentoonstelling Antwer
pen.
8. 24 Augustus Bedevaart naar den
Yzer.
Ieder lid houde dus een dag vrij om
een dezer ritjes te kunnen meemaken.
IJvert allen voor uwe organisatie.
Schaft leden aan. Ieder van U kan, door
propaganda bij vrienden en kennissen,
iets bijdragen tot den groei en den bloei
van onze Jeugdvereeniging.
Lijnkoek, lijnmeel en lijnzaadschilfers.
De res'.en die bij de oliebereiding
door het persen worden verkregen, zijn
van groote beteekenis als krachtvoeder-
middelen.
Als grondstoften voor de olieberei
ding dienen in hoofdzaak olierijke zaden
en vruchten, die voorafgaandelijke be
werkingen moeten ondergaan te weten
Zuivering, malen en verwarmen. De
onzuiverheden in het zaad bevat zijn
grof vuil zooals koordekens, stukjes
hout, enz. Verders treft men vooral in
het lijnzaad aan Kaf en zand en als na
tuurlijke onzuiverheden vreemde zaden
namelijk wilde spurrie, kamille, kolle-
bloetn, wilde mostaard. De voedings
waarde dezer onkruidzaden is gering en
van sommige eerder schadelijk. Zoo
geeft het mostaardzaad aan den lijnkoek
een zwarte kleur, een bitteren onaange-
namen smaak. Sommige soorten, zooals
het Koningsberger-zaad bevat zooveel
verontreinigingen, dat de lijnkoek bij de
oliefabrikatie zonder kuisching van zeer
slechte hoedanigheid zou zijn.
De wet Iaat toe dat lijnkoek en meel
tot 12 natuurlijke onzuiverheden be
vatten mag, zonder daarom als ver-
valscht te worden aanzien. Van deze
schikking wordt zeer veel misbruik ge
maakt, zoodat koeken en meel maar al
te dikwijls hun maximum gehalte van
vuil nabij komen ten nadeele van de nut
tige en kostelijke bestanddeelen.
Bevat lijnkoek of meel niet meer dan
6% onreinheden, dan mogen zeals
zuiver verkocht worden,
Het lijnzaad waaruit lijnkoek, -meel
en -schilfers worden bereid, wordt zoo
wel in Europa als in de andere wereld-
deelen verbouwd en is afkomstig van de
vlasplant (Linum usitatissimum). De
Europeesche landen waar vlas wordt
verbouwd en die slaglijazaad leveren,
zijn in hoofdzaak Rusland, Duitschland,
Denemarken, Holland, België, Noord-
Frankrijk en Ierland.
Veel lijnzaad en ook veel koek wordt
ingevoerd uit Noord-Amerika, Zuid-
Amerika, Indië, Egypte, Kanada, enz.
Men noemt het lijnzaad naar het land
van herkomst of naar de uitvoerhaven
(zooals Petersburger lijnzaad, Azof lijn
zaad, Koningsberger, La Plata, Bombay
zaad enz.)
Het zaad van verschillende herkomst
kan ook zeer uiteenloopend van schei
kundige en plantkundige samenstelling
zijn (oliegehalte, vet- en eiwitgehalte
enz.), doch het is niet altijd kenschetsend,
zoodat men veelal uit de scheikundige
samenstelling niet de herkomst kan af
leiden. Over het algemeen bevat Ko
ningsbergerzaad stof, raapzaad en gras
zaad Amerikaansch lijnzaad, stroo, kaf-
jes van grassen en stengeltjesBombay-
zaad bevat Indisch raapzaad Noord-
Russisch bevat dederzaad en raapzaad
Zuid-Russisch zaad herik. Deze regel
vertoont vele afwijkingen, vooral wan
neer zuiver lijnzaad wordt gezaaid en de
verbouw met de noodige zorg geschiedt.
Het verschil in scheikundige samen
stelling van het slaglijnzaad komt ook te
voorschijn in den koek en wel bijzonder
in het eiwitgehalte. Vetgehalte en
vochtgehalte hebben geen verband met
het gehalte daaraan in het zaad. De
olie wordt grootendeels tot een wille
keurige grens aan het zaad onttrokken,
terwijl de algemeene regel is dat vocht-
vermeerdering bij de bereiding plaats
heeft.
Het gebruik van een te groote hoe
veelheid water levert te harde koeken
en werkt nadeelig op de bewaring.
De toegelaten hoeveelheid water zal
verschillen met het °/0 vocht van het
zaad. Voor een goede bewaring der
koeken mag het watergehalte de 15 °/o
niet bereiken.
Bij de vroegere vervaardiging van
olie geschiedde het persen in twee
phaseneen eerste persing waarna men
"voorslagkoeken,, bekwam, die op hunne
beurt een tweede bewerking onder
gingen.
Deze koeken zijn in den regel zeer
hard zoodat ze alleen met de koekbre-
ker zijn stuk te krijgen. Doordat ze on
der zeer hoogen druk en onder verwar
ming zijn geperst, is het vetgehalte laag
(5-8 °/o) en het eiwitgehalte hoog
(30-33
Vroeger kocht men niet graag deze
a
mi ii wMj'j'jj'u. ji.J."... -H'liri-i*l 1
Dz medewerken z^a vergatwaardelijk vaar has bjjdragu.
Oageteckende ztakkea wardea aiet epgeaoosea.
Niet epgemomea haadzehriitea wardea alet temggegevea.