UntiboKwweekWae De Landbouwkrisis Jeugdvereeoigiog R, IIZ, Tweedaagsche reis naar de Ardennen Ia ea Uitvoer van Fruit Klavers en andere vlin derbloemige gewassen ZONDAG 25 MEI 1930 Prijs 20 centiem 12de JAARGANG Nr 595 wmrmiïimmrüg* mmmm Arbeid adelt Abonnementsprijs s 10,00 farsak 's jeai?s. Mea tchi^ft in op oas Baxeel tv ep alle postkaatoxea. Afiököndigiögfea volgens akkoord, Bureel en Redaktie.DE VIL AN DERSTRAAT, AALST VeiaatiFQor-JêlJjke Opsteller t ORTAIRE CAUDRON, Aalst. Veer ca de Landbouwers Oorzaken en Besfrijdingsmiddelea, (Vervolg). In onze vorige bijdrage hebben wij enkele beschouwingen gewijd aan den paardenkweek en de veeteelt. Er blijft ons de toestand te onderzoeken van de twee laatste takken van onze veestapel nl. de zwijnenkweek en de hoenderteelt. De Zwijnenkweek. De varkenskweek heeft onder al zijne vormen over het jaar 1929 zeer bevredi gende uitslagen opgeleverd. De gemid delde verkoopprijs voor vette zwijnen over de tien eerste maanden van 1929 bedroeg 12 fr. de kgr. tegen 8,80 fr. voor het jaar 1927-1928 hetzij eene meerder- waarde van 50 °/0. Ook de biggen wa ren zeec duur en stegen in sommige stre ken van 50 tot 60 0/° tegenover de prijzen van het jaar 1927-1928. Deze gunstige prijzen hebben aan de zwijnenkweek een geweldige uitbreiding gegeven te meer dat de prijzen van ons voedergraan en aardappelen van den oogst 1928 en hunne verdere daling tij dens het jaar 1929 de voortbrengstkosten op een laag peil hielden. Zullen deze gunstige prijzen blijven voortduren Tot heden bleef een zeer bevredigend peil behouden en alhoewel de zwijnen kweek een sterke uitbreiding heeft geno men is er, vooralsnog geen overproduc tie vast te stellen die merkelijk op de ver koopprijzen kan drukken. Dat zulks voor de toekomst niet zal geschieden durven wij niet bevestigen. Doch waarom zou België ook zijn zwSjnenkwsek niei in richten met het ©og op den «titvosr Het is immers uitstekend gelegen in de onmiddelijke nabijheid van Engeland en Duitschland welke belangrijke afnemers zijn van varkensvleesch. Denemarken voert jaarlijks duizende ton zwijnen- vleesch uit naar Engelan i en heeft er dank aan zijne flinke producten gansch aangepast aan den smaak der Engelschen de markt veroverd. Ons land kan zich op de Engelsche markt ook inwerken en dank aan zijne gunstige ligging een ern stige mededinger worden voor Dene marken, doch daartoe is een gansche omwerking noodig in onzen zwijnen kweek. De zwijnenrassen hier te lande ge- j kweekt, leveren te veel vet op en niet genoeg mager vleesch dat vooral in En- j geland wordt gelust. De Engelschen zijn liefhebbers van magere fijne hespen en willen wij ons aandeel in de leveringen aan Engeland, dan moeten wij onzen zwijnenkweek aanpassen aan de eischen der Engelsche verbruikers. Onze specia listen-dierkundigen is de taak weggelegd j door kruising van ons inlandsch varken met vreemde rassen de geschikte hoeda nigheid van varkensvleesch te producee- ren. Hunne werking dient op milde wij ze gesteund door de openbare besturen en onze zwijnenkweekers moeten in hun eigen voordeel de door bevoegde specia- listen opgedane ondervindingen op breede schaal in praktijk omzetten. Op die wijze biedt de varkenskweek ook voor de toekomst een belangwekkend uitzicht voor onze landbouwers. De Hoenderteelt Alhoewel de gemiddelde verkoopprijs der eieren in 1929 iets minder (ongeveer 4 °/o) bedroeg dan in 1927-1928, mag de geldelijke opbrengst van de hoenderteelt gunstig worden genoemd, te oordeelen naar de volgende gemiddelde prijsnotee- ringen bekend gemaakt door het Mini sterie van Landbouw. Januari: 1,17fr.: Februari 1,19; Maart 0,89; April 0,74; Mei 0,77; Juni 0,83; Ju li 0,89; Augustus 0,97; September 1,10; October 1,36; November 1,50; Decem ber 1,28 fr. Het overschot uitvoer op invoer be droeg over 1929, 695 millioen stuks met eene waarde van 644 millioen frank te gen 674 millioen stuks ter waarde van 565 millioen frank over het jaar 1928. Voormelde statistiek wijst het groot belang uit van de hoenderteelt voor onzen landbouw en voor 's lands han delsbalans. Geen enkele poging mag dus worden verwaarloosd om onze positie op de wereldmarkt te handhaven, ja zelfs te verbeteren. Te dien einde is een doelmatige in richting van den afzet met uitsluiting van alle oneerlijke handelspraktijken eene absolute vereischte. Waar het privaat initiatief niet bij machte is het bedrog vanwege sommige oneerlijke en kort zichtige handelaars te voorkomen en te bestrijden, is het de plicht der Regeering door doeltreffende maatregelen in te grijpen tegen handelspraktijken die onzen eierenafzet in het buitenland voor altijd kunnen knakken. Wij hebben zulks herhaaldelijk in dit blad betoogd en de Regeering op het dringend karakter van hare tusschen- komst gewezen. Eindelijk werd er ter Senaat een ontwerp tot beteugeling van het bedrog in den eierhandel neergelegd. Onze meening is echter dat het onvol doende is, daar het bedrog bij middel van frigoeieren niet onmogelijk wordt gemaakt. Wij durven verhopen dat er in de Kamers toch iemand zal gevonden wor den om door het passend amendement op het regeeringsontwerp de wet der wijze aan te vullen dat zij onze nationale hoenderteelt op afdoende wijze be schermt. Op 29 Mei (O. H. Hemelvaart) ma ken we een veloritje naar den Donck (Overmeire). We komen samen te 1 uur aan ons lokaal "De Koornbloem,, Groote Markt. Ditmaal moeten we met een schoon groepje zijn, hoor Dus allen op tijd daar. Op Zondag 8e en Maandag 9e Juni, (twee Sinxendagen) doen we een uitstap naar de Belgische Ardennen. INSCHRIJVINGEN De leden onzer Jeugdvereeniging die wenschen deel te nemen aan deze inte ressante reis kunnen hun naam geven, alsmede nummer van het veloplak in de Bureelen van R. U. Z. De inschrijvingen moeten vóór 1 Juni gedaan zijn. De kosten der reis bedragen slechts 115 fr. alles inbegrepen behalve de beide noenmalen die best zullen gedaan wor den met een kleine knapzak mee te doen waar een voedzaam stuk insteekt. Meer bijzonderheden in ons vorig nummer. die ies het Weiland voorkomen. De vlinderbloemige gewassen spelen een zeer belangrijke rol in de weidekul- tuur, door het vermogen dat ze bezitten stikstof te verzamelen bij middel van bacteriën, die zich in de wortels neste len en daar knobbelige opzwellingen te weegbrengen. Bij het afsterven der wor tels komen deze stikstofverbindingen het grasgewas ten slotte te goede. Daar echter de stikstof thans in veler lei vorm als gemakkelijk opneembare meststof aan het grasland, in den vorm van kunstmest, kan worden toegediend, heeft de aanwezigheid van vlinderbloe mige gewassen in de weiden haar betee- kenis vrijwel geheel verloren. Alleen de witte klaver kan hierbij nog een rol spelen. Als vlinderbloemige gewassen die in blijvend weiland kunnen voorkomen, stippen we aan Witte klaver, roode klaver, zweedsche bastaardklaver, steen klaver, hopperups, rolklaver, veldlathy- rus, vogelwikke. Zweedsche bastaardklaver komt ook meermalen voor op vroeger ingezaaide graslanden. Op goed onderhouden, goed bemestte weilanden wordt meer witte klaver aangetroffen, terwijl ook vaak de roode klaver niet ontbreekt. Thans zullen we eenige van die vlin derbloemige planten van dichterbij aan schouwen. W itte klaver is een inheemsche, over blijvende klaversoortze is goed winter- vast d. w. z. tegen de guurheden van de winterdagen bestand en ontwikkelt zich vroeg. De stengels kruipen over den grond en doen zich voor als bovenaard- sche uitloopers (zooals b.v. bij aardbe- zieën) die zich gemakkelijk vertakken. Onder gunstige omstandigheden wordt aldus spoedig een flinke oppervlakte met witte klaver bezet. In Mei vormen zich een aantal witte,wat roosachtige bloem pjes. De zaden zijn vaak hardschalig en passeeren meermal ;n zonder schade het darmkanaal van de koe, komen ten slot te in de vaste uitwerpselen op het land terecht en gaan er tot ontkieming over. Zoo wordt dikwijls de witte klaver door het weiden vee verspreid en van het eene land op het andere overgebracht. Voor den hooi-oogst levert de witte klaver weinig op, daar te veel bladjes afbreken en verloren gaan. In het weiland vormt de witte klaver een belangrijke factor voor het aaneen sluiten de r zode, wanneer ze niet al te sterk vertegenwoordigd is, wordt ze graag door het vee opgenomen. In den laatsten tijd is duidelijk geble ken, dat witte klaver bijzonder sterk reageert op een tekort aan potasch. De bladrand neemt een geelbruine kleur aan, terwijl de geheele oppervlakte met bruine vlekjes bezet is. Roode klaver. De roode klaver die in blijvend grasland voorkomt is een overblijvende soort, waarvan geen zaad voortkomt. Het handelszaad is afkom stig van soorten die niet overblijvend zijn, doch na een paar jaren verdwijnen. Deze klaversoort vormt kleine bosjes en levert weinig op. Op arme kleiwei- den met niet bijzonder dicht grasbestand komt ze nogal vrij veel voor. Op krach tig bemest land verdwijnt ze grooten- deels of geheel. Zweedsche bastaardklaver. Geen inlandsche soort, doch wordt nog al op blijvend weilandaangetroffen. Komt veel met de witte klaver overeen, vooral op weiland, waar zé zich wat krachtig ontwikkelt. Ze bloeit in Juni. De bloem- hoofdjes staan op lange, onbebladerde stelen, evenals bij witte klaver. De bloe men zijn wit in het begin, later worden ze roosachtig. Zweedsche klaver groeit best op koude, stijve, slecht vocht-door- latende kleigronden en is sterker dan roode klaver. Steenklaver. Op armelijke weiden komt nog al eens pleksgewijze een zich sterk uitbreidende klaversoort voor de steenklaver. Ze vormt weinig blad,doch veel bloemhoofdjes, de stengels zijn dun en glad, meestal bruinachtig getint. Vol gens Mr Kramer mag het als een weide- onkruid aanzien worden. Men vindt het veel langs de wegen,- vooral bij grint- hoopen. Hopperups. Eveneens op on vruchtbare gronden komt de hupperups voor, die veel op steenklaver gelijkt. Ze is zeer wintervast. De bloeitijd valt op 't einde van Mei. Het gemakkelijkste is de rupsklaver te kennen aan zijn behaar den, vrij dikken, sterk vertakten sten gel. Ze brengt weinig op, hoewel ze op alle grondsoorten voorkomt, is ze meer geschikt voor drogere gronden. Rolklaver. De rolklaver of gele schoentjesbloem is zeer wintervast. Ze is gemakkelijk van de andere vlinderbloe mige weideplanten te onderscheiden door de gesteelde drietallige blaadjes en vooral door de twee groote steunblaad- jes aan den voet van den bladsteel aan wezig. Rolklaver bezit een diepgaand wortelgestel, waardoor ze goed tegen droogte bestand is. Ze kruipt met haren langen stengel over den grond en vormt in de knoopen goed ontwikkelde wor tels. Veldlathyrus. Deze plant wordt ten onrechte aangeduid met den naam gele wikke. De blaadjes met aan den voet twee sterk ontwikkelde, geoorde steunblaadjes eindigen in een rank. Bloeitijd begin Juli. Het is een overblij vend onkruid, dat zich op minder goed bemest weiland goed weet te handha ven, vooral langs de slootkanten. Vogelwikke. Dit is een overblij vend weide-onkruid, dat lange trossen van blauwe bloemen bezit. De bloeitijd is einde Juni. Vooral langs de slooten wordt het nogal aangetroffen. Na het maaien kan het zich nog vrij sterk ont wikkelen. De opbrengst der bebouwbare gron den is sedert een halve eeuw belangrijk toegenomen, terwijl die der weiden en der veeweiden zich niet in dezelfde ver houdingen heeft gewijzigd. De oorzaken van die vertraging zijn talrijk. Zoo is het b.v. dat zekere noodige verbeteringen, zooals het draineeren te dikwijls ver waarloosd zijn van den anderen kant, terwijl de landbouwkundigen het erover eens waren om voor de bebouwbare gronden het gebruik van volledige be mestingen voor te schrijven, d. w. z. stikstof, fosfoor, potasch en kalk bevat tend, betwistten de meesten hunner en de invloedrijkste, niet alleen het nut der stikstofmesten voor de weiden, maar ijverden zelf tegen het gebruik ervan. Ze verrechtvaardigden hunne mee ning door aan te halen dat de vlinder bloemigen de vrije stikstof van de lucht vasthouden, dat deze planten een be langrijk deel van de flora der weiden omvatten, dat zij er dus toe bijdragen den grond te verrijken en dat eindelijk de mikroben, welke de vrije stikstof vasthouden, in de weiden een ideaal midden van leven vinden. Sedert dien tijd zijn de meeningen zeer veranderd- De weiden eischen evenals de andere teelten een volledige bemesting en de vlinderbloemigen zijn slechts van bijko menden aard. Appelen. Invoer. In 1928 importeerde men in België omtrent 6 miljoen kilo appelen voor eene waarde van 13 miljoen frank. In 1929, niettegenstaande den over- vloedigen oogst in ons land steeg noch tans den invoer van vreemde appelen (Amerikaansche, Kanadeesche, Austra lische en afkomstig van Nieuw Schot land) voor ongeveer 33 °/o zoowel in hoeveelheid als in waarde. In 1928 kwam ons ongeveer de helft van de geimporteerde hoeveelheid uit de Vereenigde Staten en de andere helft uit Frankrijk. Kleinere gedeelten ontvingen we uit Holland en Engeland, (deze moet men nochtans aanzien als afkomstig van eene Engelsche kolonie, aangezien den hoogen bekomen prijs en daar anders Engeland zeer arm aan fruit is.) In 1929 verdubbelde zich bijna de Amerikaanschen import, de Fransche daartentegen viel op ongeveer 50 te gen het vorige jaar en nam nog 121/2 °/0 in. Holland wist ook in hoeveelheid bij te winnen en leverde ons 19 °/0; den En gelschen daalden tot 1,2 °/0 van het to taal kwantum. Als we nu de bekomene prijzen nazien vinden we dat de ingevoerde appelen ons verkocht werden tegen de middel- prijs van 2,18 fr. den kilo in 1928 en te gen 2,10 fr. in 1929 wat dus eene onbe duidende vermindering daarstelt, niette genstaande den fameuzen "overvloed,, onder dewelke wij bezweken. De vergelijking van cijfers lijdt soms tot onverwachte bestatigingen. Men ziet alzoo b.v. dat de Ver. Staten dien middelprijs verre overtreffen (1928 hebban ze ons hunne appelen verkocht tegen fr. 3,26 en in 1929 tegen fr. 2,87) en dat alleenlijk de lage prijzen van de Europeesche waar schuld eraan zijn dat de middelprijzen van den import niet duidelijker spreken. Zoo verkocht ons Frankrijk appelen tegen fr. 1,13 in 1928 en in 1929 tegen fr. 0,54 den kilo (het zijn waarschijnlijk de "schoone,, prijzen welke we in het begin van seizoen '29 aan de Fransche uitbetaalden die hunnen import bij ons deden stop zetten). Holland betaalden we in 1928 fr. 1.03, in 1929 fr. 0,90 per kilo. De kleine partij Engelsche appelen (voorzeker zooals hierboven reeds ge zegd, exotische appelen) betaalden wij in 1928 fr. 6.40, in 1929 fr. 5.10 den kilo. Hoe staat het met onzen uitvoer. In 1928 voerden we nabij de 17 miljoen kilos uit voor eene waarde van onge veer 20 miljoen frank of m. a. w. tegen 1.16 fr. den kilo wat ons op omtrent den zelfden voet stalde als onze europeesche broeders, doch 1.02 fr. onder den geza- menlijken middelprijs en fr. 2.10 per kilo onder de Amerikaansche prijzen. Van onzen export gingen 76 °/o naar Duitschland, 11 °/o naar Holland en 7 naar Engeland (hier is er op te merken dat Engeland eens onzen grootsten af nemer was) Duitschland betaalde ons onze appelen 1.14 fr. de kilo, Holland 0,81 fr. en Engeland 1.22 fr. over het jaar 1928. In 1929 "overvloedig jaar,, exporteer den we 24 miljoen kilo appelen tegen den middelprijs van 0,93 fr. den kilo, 't zij 1.17 fr. minder als den door ons betaalden middelprijs voor den import en fr. 1.94 onder de amerikanen. Van deze 24 miljoen nam Duitschland 47,7 °/o, Nederland 10,5 °/0, Engeland 9 °/o. Als prijzen bekwamen we, in Duitsch land 0,89 fr. per kilo, in Holland 0,76 fr. en in Engeland 1,13 fr. per kilo. Gedurende de twee eerste maanden van 1929 werden er 367.400 kg. uitge voerd tegen 2.03 fr. per kilo (daarvan ging het grootste deel naar Duitschland 321.200 kg. tegen 1.87 fr.) Frankrijk nam daarvan 32.800 kg. tegen 3.20 frank en Holland 13.300 kg. tegen 2.78 fr. In 1930, werden op hetzelfde tijdstip bij de 9 miljoen kilos uitgevoerd tegen fr. 0.99 den kilo. Daarvan gingen 38 naar Duitschland tegen 0.99 fr., 23 naar Frankrijk aan 0.96 fr., 1.6 °/o naar Holland tegen 0.75 fr. en 0.14 °/0 naar Engeland voor fr. 0,77 den kilo. Maken we nu enkele vergelijkingen In 1928 bedroeg de invoer van appe len 28 °/o van de hoeveelheid welke we uitvoerden en daarvoor betaalden we 66 van onze totale exportopbrengst. In het jaar van den overvloed 1929 steeg onzen export met 28 tegen 1928, doch den import steeg in hetzelfde jaar met 32 Met al sukkelen, werken en knoeien brengt ons den uitvoer van 24 miljoen kilos de som van 22 1 /2 miljoen. De vreemde nochtans haalt ons met een derde van deze hoeveelheid eene som van 19 miljoen uit den zak Meer uitleg hoeft men daarover niet te doen de cij fers zijn Waarblijkend genoeg, en als brutaal feit zien we dat er ons met een minimum van transportkosten een schoon afzetgebied België bij de hand ligt. We zien ook dat we met onze voor historische handelsmethoden drié maal meer voor hetzelfde geld mogen werken als vreemden, die onze markten sedert weinige jaren bewerken, doch die, door den interest welke ze er in vinden, zich van jaar tot jaar sterker maken en die, indien daar niet radikaal tegenop ge werkt wordt, ons zullen het mes op de keel zetten door ons eigen schuld. Waar schijnlijk zien we dan hooge heeren in nog hoogere bijeenkomsten ernstige en definitieve oordeelen vatten over deËruif- krisis welke we op dit oogenblik zullen beleven, die heeren nochtans zijn alleen bekwaam te bestatigen Het eenige middel om tot verbetering te komen is het sorteeren van ons fruit. We moeten den slechten naam waar voor we b.v. in Engeland gekend zijn, doen verdwijnen door nieuwe en prak tische werkmethoden. Indien we in 1929 b.v. 30 °/o rommel uit ons fruit hadden geworpen of tot andere doeleinden ver bruikt, hadden we ten eerste slechts voor 16 miljoen kilos transport moeten beta len hebben door de schoonheid der waar zouden we 50 °/o van onze waar meer ontvangen hebben. De bekomene som zou dezelfde zijn geweest als van 24 miljoen "kilos en als zuivere winst hadden we 8 miljoen kilos transport ge had, dat we zouden hebben besteed aan betere verpakking zouden we verre ingewonnen hebben op de onophoude lijke behandeling van de vruchten, wat in 't algemeen nog een grooter percent van slecht of beschadigd fruit met zich brengthet is dus onnoodig te spreken over hoogere kosten door het standar- diseeren. Indien nu ook ons fruit gesorteerd en ingepakt zou worden zooals het Ameri- kaansch fruit, bestaan er geene reden omdat het ook niet tegen dezelfde prij zen zou verkocht worden. In Duitsch land zegde men ons onlangs dat men aldaar veel liever Belgisch, Hollandsch of Duitsch fruit zou koopen, daar den smaak van Noord-Amerikaansche appe len zoo goed niet bevalt, doch dat men dit fruit nochtans verkiest alleenlijk door zijn schoone klassifikatie en verpakking. Wat men verder ook nog in statistie ken kan vernemen is deesonze afnemers veranderen deze laatste jaren op onge wone wijze: Engeland dat vroeger onzen grootsten afnemer was staat nu laatst in de verkoopsstatistieken. De Engelsche verkoopers hebben onze exporteurs nochtans lang genoeg verwittigt dat on ze werkmanier tot dien uitslag zou lei den. Onze schoone plaats op die markt is sindsdien door Amerikanen en Kana- deezen ingenomen en er blijkt otis wei nig hoop deze opnieuw te veroveren; al leen de Amerikanen hebben hunnen ex port naar Engeland in 't seizoen 1928/29 verdubbeld in evenredigheid met dien van 1927/281 We hebben het geluk gehad van tij- "•^■"J"'^'-"i''T,'TTrirTTiTrirlr" "nrr Tiring mm» mi mm De roedewerkers zQa veraatweerdelgk ve»r h»a bQdragcm. OK'jeteekeade stnkkea warders aiet opQeasnea. Niet opgeaomea haadschriftea worde» alet teroggegevea.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1930 | | pagina 1