L a n d b uwwe e k b I a d De nieuwe Wet op de oorechtstreeksche Belastingen Dagorde Een winstgevende Kuituur De teelt vae Bloemkool in den vollen groad Zaaigranen i ZONDAG 10 AUGUSTUS 1930 Prijs 20 centiem 12de JAARGANG Ni 606 iiiiiiw—mix»m\'\m m in «mpwim ecsseswïww* mmmmtaamavt Arbeid adelt Aboutcffleatepfli 10,Uö frsnk 'e, Isw^s. Mea scbijjft is <jp ons Bareel ca op alle postfeasatotee. Aatikoadigicgea volgens akkoord. Bareel es RedaktleiDE VILAN DERSTRAAT, AALST Verantwoordde ke Opsteller i ORTAÏRE CAUDRON, I Het Staatsblad van 6 Juli 1.1. kondigt de wet af van 2 Juli waardoor grondige wijzigingen worden gebracht aan het stelsel der onrechtstreeksche belastingen. In dit nummer bepalen wij ons bij de veranderingen gebracht aan de taksen met het zegel gelijkgesteld die belang opleveren voor den landbouw. I. Overdrachttaks Door de nieuwe wet worden volgende verminderingen voorzien a) de gewone overdrachttaks daalt van 2 tot 1 °/o b) de forfaitaire overdrachttaks in al- gemeenen regel van 3 tot 2 °/0. Zooals vroeger in ons blad meege deeld waren deze verminderingen al- reeds toegestaan door het Koninklijk j Besluit van 18 December 1929. De nieu we wet bekrachtigt aldus dit koninklijk besluit. De wet van 2 Juli behelst bovendien 5 rolgende belangwekkende bepaling van den landbouw: c) De forfaitaire overdrachttaks van 3 °/o wordt tot 1 °/o verminderd op de scheikundige meststoffen, het dierlijke mest, de raapkoeken, den afval van f maalderij, brouwerij en andere nijver heden dienende als voeder voor de die- j ren of als meststof voor den grond. Deze bepaling herstelt de gelijkheid tusschen het fiskaal regiem toepasselijk i op de grondstofFen dienstig voor den I landbouw en dit toepasselijk op de Igrondstoffen dienstig voor de nijverheid. ■Zij vertegenwoordigt een ontlasting van ■20 a 25 millioen ten voordeele van den landbouw. Deze maatregel werd door Redt U Zeiven met klem verdedigd en onder meer nog in De Koornbloem van 2 Maart 1.1. Wij zijn dan ook gelukkig het onze te hebben bijgedragen tot deze merkelijke verbetering in voordeel van onzen boerenstand. d) De taks op het slachtvee waarvan i wij de afschaffing hebben voorgestaan blijft ingevolge de nieuwe wet voortbe staan, daar het verdwijnen ervan vol- gens de regeering de opbrengst der be- lastingen te zeer zou hebben vermin- derd. Nochtans heeft de wetgever het voor- J recht afgeschaft der volledige vrijstelling van overdrachttaks ten voordeele van het vreemd bevrozen vleesch. Dit wordt voortaan onderworpen aan de taks van 1 °l o. II. Taks op de werkaannemings- contracten De vermindering van 2 tot 1 vroeger ten voorloopigen titel toege staan bij koninklijk besluit van 18 De cember 1929, wordt door de nieuwe wet bekrachtigd. De aannemers van werken zijn ge houden een factuur af te leveren bekleed met het noodige zegel op het tijdstip der levering, wanneer de prijs in hoofdsom en bijkosten 150 fr. overschreid. Dele vering is gehouden geschiedt te zijn naarmate de betaling van de werken en uiterlijk op den dag dat deze voltooid werden. III. Gewoon kwijtingzegel De kwijtschriften voor sommen niet hooger beloopende dan dertig frank zijn voortaan vrij van zegelrecht. Vroeger was het vrijgesteld minimum enkel 10 fr. Voor het overige blijft het bedrag vastgesteld zooals voorheenhetzij 0,10 fr. voor kwijtschriften van 30,01 fr. tot 100 fr. 0,20 fr voor kwijtschriften van 100,01 fr. tot 500 fr. 0,40 fr. voor kwijtschriften van 500,01 fr. tot 1000 fr.en verder tegen 0,20 fr. per 500 fr. of breuk van 500 fr. tot een maximum van 10 fr. per kwijting. IV. De taks op de betalingen van eereloonen Deze belasting is afgeschaft wat be treft de eereloonen verschuldigd aan ad- vokaten, geneesheeren, notarissen en an dere personen die een vrij beroep uit oefenen. Zij blijft evenwel behouden ten bedrage van 1 t. h., wat betreft de eere loonen verschuldigd aan makelaars, zaakwaarnemers en alle commercieele lasthebbers andere dan commissionnairs- verzenders en tolverzenders. V. De verbruiktaks De taks van 5 t. h. en het vast recht van 0,25 fr dat voorheen geheven werd op de uitgaven wegens verbruik en ver blijf in spijshuizen, hotels, pasteibakke rijen en andere soortgelijke inrichtingen is afgeschaft. VI. Weeldetaks. Zooals vroeger in dit blad werd ge meld, heeft het koninklijk besluit voor meld de vroegere weeldetaksen van 10 en 6 t. h. vastgesteld op het eenvormig bedrag van 6 t. h. Deze vermindering is door de nieuwe wet bekrachtigd. Bo vendien bepaalt deze laatste dat de taks niet verschuldigd is, wanneer de globale prijs der weeldevoorwerpen begrepen in een enkelen verkoop 25 fr. niet be reikt. Voorheen was het minimum vrij gesteld van taks beperkt tot 10 fr. VII. Taks op verhuring van roe rende voorwerpen. De taks van 5 t. h. op het huren van materieel en bijhoorigheden gebezigd op feesten, banketten en bruiloften wordt van 5 t. h. op 1 t. h. verminderd. VIII. Registratierechten. a) De registratie van huur- of pacht- kontrakten, voorheen gesteld op 0,25 °/o op den gezamenlijken pachtprijs voor den ganschen duur der pacht voor huur- ceelen van 9 jaar en minder en op 0,50 °/o op den gezamenlijken pachtprijs voor huurceelen van meer dan 9 jaar, is thans verminderd op 0,10 °/0 welke ook de duur weze van het kontrakt. b) Onder de vorige wetgeving werd eene vermindering van registratierech ten toegestaan voor den aankoop van kleine landelijke eigendommen, op voor waarde dat het kadastraal inkomen de zer geen 400 fr. overschreed. Deze ver mindering van registratierechten zal voortaan worden toegestaan voor den aankoop van landelijke eigendommen waarvan het kadastraal inkomen geen 2000 fr. overschrijdt. Wat de successierechten betreft, be helst de nieuwe wet ook grondige wijzi gingen en merkelijke verminderingen op het vroeger in voege zijnde tarief. Wij zullen daarover breedvoeriger handelen in een onzer volgende nummers. De nieuwe wet kan over 't algemeen tot voldoening steunen ook in landbouw- middens. Enkele bepalingen geven even wel nog aanleiding tot ernstige bezwa ren bij onze landbouwbevolking en in- zonderlijk het voortbestaan der taks op de slachting en het behoud der uitvoer- taks op sommige landbouwprodukten. Wij zullen niets onverlet laten opdat ook die punten eene spoedige en afdoen de oplossing bekomen tot bevrediging van onzen boerenstand. naSIHUSIt&»£g£!lg8aH Volgende dagorde werd vanwege het bestuur van "Redt U Zeiven,, naar de regeering gezonden Het bestuur der landbouwersvereeni- ging "Redt U Zeiven,, vergaderd in raadszitting van 31 Juli; gezien de overgroote schade door het weder aan de oogsten teweeggebracht en honderden millioenen. op het punt staan voor het nationaal bezit verloren te gaan doet een beroep op het staatsbestuur om de landbouwers dringend ter hulp te komen denkt dat hier eene nationale ramp geldt en dat iedereen moet meewerken om in de eerste dagen van droog weer de graanoogsten te pikken en te schuren. Overwegende dat het machienwerk uitgesloten is en handenarbeid ontbreekt, overwegende dat er duizende werkeloo- zen in de steden ronddoolen en duizende boerenzoons in het leger worden weer houden denken zij dat het billijk ware indien deze handen konden in 't veld worden gebracht ten nutte van de ge- 1 meenschap. Hopen op een onmiddellijk ingrijpen 5 van de regeering om door alle middelen 4 een deel der graanoogsten te helpen red- i den. Meenen ook dat het Staatsbestuur groote toelagen zal verleenen om de ge teisterde landbouwers ter hulp te komen. Aalst. Onze landbouwers zijn op den sukkel. Als de nood het hoogst is, daagt redding op, zegt het spreekwoord. Van tarwe-, rogge- en haveroogst zullen we niet meer spreken, die zijn totaal mislukt wat het met de aardappelen zal zijn, we ten we nog niet juist te zeggen men hoort vele klachten, vele aardappelen gaan tot verrotting over. Bemerkt wel dat juist de beste boe ren, deze die durven mesten en vetten, er dit jaar het meest aan toeleggen. Laat me hier toch een kleine opmerking ma ken. Over 't algemeen geeft men nog een al te eenzijdige bemesting, de stik stof overtroeft alles, omdat onze boeren van die vetten omiddellijk een uitslag zien, terwijl potasch en fosfoormesten meer werken op kloekte der halmen en hun weerstandsvermogen, ook op de rijkheid van zetmeel en gluten. Een vingerwijzing voor de bemesting van 't naaste jaar bemest oordeelkun dig en past de minimumwet goed toe. 't Is voor onze boeren, bijzonderlijk voor de kleine een rampzalig jaar. Onlangs verklaarde me nog een van die geteisterden dat hij met moeite dit jaar zijn pachten zal kunnen betalen, als ik dat kan ben ik tevreden zegde hij. Dus arbeid, last, moeite, sleet, alles toegeven. De landbouwers wijzen raad geven is plicht voor elk Redt U Zeiver die t goed meent met de boeren. 't Is ook daarom dat ik in dit artikel eens wou spreken over den vervroegden kweek der aardbeziën, bijzonder omdat het tijdstip van planten aangebroken is. Op 't oogenblik dat deze regels verschij nen zullen we er reeds hoeven aan te beginnen, bijzonder als men den ver vroegden kweek wil doen op zulkdanige wijze dat de planten reeds van af Juli- Augustus in den vollen grond op afstand gezet worden om er dan van Januari- Februari af glasramen over te leggen en ze te beschutten door verplaatsbare bakken. Ziehier hoe men te werk gaat. Men maakt bedden van 1,50 m. breed en lang volgens de belangrijkheid van de teelt of het beschikbare materiaal. Op die bedden plant men vijf rijen aardbezie- planten op een afstand van 30 cm. in alle richtingen. Vindt ge dat uw planten op die manier wat te dicht staan, dan neemt ge slechts vier rijen op een afstand van 35 cm. Dit alles hangt wat af van de soort van aardbezie welke men wenscht te vervroegen. Let wel op dat de aardbezie een plant is die groote eischen stelt op potasch en fosfoor, hier van zult ge hoeven rekening te houden bij de bemesting. De vruchten op deze manier bekomen worden ingepakt in kistjes van 12 tot 20 vruchten volgens de grootte en op onze inlandsche mark ten aan hooge prijzen verkocht. Na den oogst worden de planten weggesmeten en de plaats waar ze stonden benuttigd voor andere teelten als meloenen, kom kommers, tomaten, enz. Er is ook nog een andere manier van doen, die even zoo winstgevend is als de hierbovengemelde. In Augustus-Sep tember plant men in bakken of waren huizen zeer kloeke planten van hetzelfde jaar. Op welke wijze men die kloeke planten bekomt, kan in korte woorden gezegd worden neemt 5 of 6 uitloopers per plant en neemt de eerste struik het dichtst bij de moederplant gelegen en snijdt al de overige weg, die zich verder vertoonen of later zouden willen ver- toonen. Het gebeurt dat op dit tijdstip de grond in bakken of warenhuizen nog beteeld is met andere groenten. In zulk geval plant men de aardbeziën in potten van 10 cm. doormeter en. men laat ze daarin staan tot in de maand October. Alsdan plant men ze uit op afstanden van 30 tot 35 cm. in alle richtingen. Van af de maand November beschut men de struiken bij middel van glasra men en men geeft de planten nog zoo veel mogelijk lucht. In Januari-Februari hakt men den grond tusschen de planten diep om en men houdt de bakken geslo ten tot op het oogenblik dat de warmte 25 graden overtreft en bijzonderlijk binst den bloeitijd. Men bewaart slechts vijf tot zes vruchten per plant, de overige nijpt men weg. Gansch den tros laat men op kleine houtgaffels of ijzerdraden rusten om de D« medewerken s0« v.i:~»*tw«sréeICk hm bfldrnje». Gageteekeade itakkea -worde* «iet apgeaomea. Niet «pqeaoac» headauchriftea wordea aiet ttrngcegcvca. Vsar «1 iMr de Landbonwera vruchten niet in aanraking te laten ko men met den grond. Men oogst van af het begin der maand Mei. Landbouwers, sedert lang reeds gaf men U den raad stilaan uw groote kuituren als tarwe, rogge, aardappelen te vervangen door fruit- en groenten- kweek. Blijft niet doof voor ons aanhou dend kloppen. Hier is wederom middel om geld te winnen door den vervroeg den en gemakkelijken kweek van aard beziën. XI9HI8HI9I «JSKWWÜ1 «SSffliSSlSWaffl Wie met de teelt van bloemkool suc ces wil hebben, moet, in meerdere mate misschien dan met eenig ander tuin- bouwgewas, rekening houden met de eischen, die dit gewas stelt aan grond soort, bemesting en klimaat. Het wel slagen der teelt is van eene gunstige sa menwerking dezer faktoren zoozeer af hankelijk, dat bij de beste verzorging mislukking niet uitgesloten is, wanneer één dezer faktoren niet medewerkt. Bloemkool stelt zeer hooge eischen aan den bodem en verlangt bovendien een vochtigen dampkring. De grond moet vochthoudend zijn, maar moet ook de lucht voldoende laten toetreden, om eene snelle omzetting der meststoffen te verzekeren. Hij moet in het voorjaar spoedig verwarmen om eene vroege ontwikkeling der planten mogelijk te m iken, maar hij mag bij intredende zo merwarmte ook niet spoedig verhitten, opdat de ontwikkeling der kooien gelei delijk plaats heeft, te snelle vorming der kooien geeft een minderwaardig pro- dukt. Een niettezware, humusrijke en door latende grond zal het best aan de gestel de eischen voldoen. Grond, die van na tuur minder aan deze eischen voldoet, zal men door bewerking en bemesting in dien zin trachten te verbeteren. Diep losmaken van den grond en door behak- ken de korstvorming tegengaan, zullen op zwaren grond noodig zijn om de na- deelen van te veel vocht en ook van te groot vochtverlies te beperken. De bemesting kan voor bloemkool haast niet te krachtig zijn. Goede stal mest is op zwaren grond haast onmis baar, om den grond voldoende los te houden. Waar de natuurkundige toe stand van den bodem goed is, kan ook met kunstmest een goede opbrengst ver kregen worden. Het best voldoet nog het gebruik van stalmest met beer of gier en aangevuld met kunstmest. Als een gemiddelde bemesting zouden wij aanraden per are 250 kg. stalmest en 5 kg. potasch plus 8-10 kgr. super fosfaat of thomasslakken en 3-5 kgr. kalksalpeter. Bovendien geve men van tijd tot tijd tijdens den groei nog eene vloeibemesting met verdunde gier of beer. De grond mag vooral geen kalkge- brek hebben, omdat de teelt daardoor totaal kan mislukken. Waar kalkgebrek is, moet men vóór of in den winter per are 10-20 kg. fijn gebluschte kalk uit strooien en onderwerken. Mooie bloemkool kan men alleen trekken in land met vochtig klimaat, waar de lucht als het ware voortdurend bezwangerd is met waterdamp. Het meeste kans van welslagen biedt hier de teelt van vroege bloomkool in het voorjaar en die van late bloemkool in den herfst. Voor het eerste doel kiest men de kleinere soorten, die snel tot ont wikkeling komen zooals: vroege Erfur- ter, Zesweeksche, vroege Haagsche of Westlandsche, Leuvensche. Voor herfst- teelt gebruikt men de grootere soorten meestal als reuzen-bloemkool bekend, waaronder de beste zijnEclipse, Veitch Autumn Giant en late Reuzen oi Lom bokkers. De vroege of voorjaarsbloemkool wordt uitgezaaid omstreeks half Septem ber, liefst op afgedragen komkommer- bak. Aangezien men bij voorkeur ter overwintering kleine, gedrongen planten heeft, zaait men wel twee keer n.l. begin en einde September, om de planten te kiezen, die het best voor overwintering geschikt zijn. Zoodra de plantjes 3 a 4 blaadjes heb ben, worden ze verspeend in een kouden bak of wel in strooken in den vollen grond, die later met glas gedekt worden, op een onderlingen afstand van 3 a 10 cm. Soms verspeent men ze ook in kleine potjes van 8 a 10 cm. doorsnede, die men dan in den bak tot den rand der potjes naast elkaar ingraaft. Het is moeilijk uit te maken, welke manier de beste is, aan beide zijn voor- en nadeelen verbonden, die men in de praktijk het best op hun juiste waarde leert schatten. Nadat de plantjes zijn aangegroeid, gaat het glas er af en dit blijft er af tot de koude herfstregens invallen. Deze zijn oorzaak, dat in het voorjaar veel stengels zwart worden en afsterven. Eenige graden vorst hindert de plan ten niet. Alleen wanneer strenge vorst invalt moet men ze dekken met een riet mat op de ramen. Overigens moeten ze licht en koel gehouden worden, zooveel het weer toelaat. Ontijdige groei, vooral tegen Februari, als ze zon reeds meer dere warmte geeft, moet men door flink luchten voorkomen. Zoodra de strenge winterkoude als geweken kan be schouwd worden, begint men de planten af te harden. Tegen half Februari tot half Maart kunnen ze naar den vollen grond worden overgebracht, al naar het weer het toe laat. Hoe vroeger dat kan gebeuren, des te beter; de planten hebben dan meer tijd om te wortelen en zijn beter bestand tegen droogte. Het verdient aanbeveling de kooien bij het uitplanten te voorzien van koolkragen, om de woekering van de larven of maden der koolvlieg, die in droge voorjaren veel nadeel veroorza ken, te voorkomen. Bloemkool verlangt een ruimen stand, op de rij minstens 60 cm. en tusschen^de rijen 75 cm. Bij dichteren stand komen de planten niet tot volle ontwikkeling en leveren slechts kleine kooien. Door eene rijke stikstofbemesting moet men zorgen, dat de bladontwikkeling zeer welig is, hoe forscher en donkerder blad de plant voortbrengt, des te sneller ontwikkelt zich later de kool. Eene snelle ontwikke ling waarborgt een groote en blanke kool. Zoodra de kool zich begint te vor men, moet ze tegen het zonlicht be schermd worden, doordat men van een paar bladeren de hoofdnerf knakt en dan het blad over de kool legt. De herfstbloemkool zaait men in de laatste helft van April op een halfbe- schaduwd bedje. Hierbij moet men voor al de aard vlooien zien te weren door vochtig houden en beschaduwen bij droog, schraal weer. De plantjes worden niet verspeend, omdat ze om dezen tijd te veel zouden lijden van de droogte. Ze worden tegen half Juni tot begin Juli uitgeplant op afgeoogst land of tus schen aardappelen op een onderlingen afstand van 80 cm. tot 1.00 m. Hoofd zaak bij de verzorging is het loshouden van den grond aan de oppervlakte, voor al waar zich na het toedienen van vloei- mest korstvorming voordoet. Het lukken der herfstbloemkool hangt voornamelijk af van het laat invallen van den winter. De vroege soorten zijn gewoonlijk voor November geoogst, maar de late soorten staan dikwijls tot December eer alle kooien gevormd zijn. Wanneer men de planten vóór de vorst met wortelkluit opneemt en onder glas brengt, kunnen ze daar nog aardige kooien voortbrengen, als het weer wat meewerkt. Bij de herfstbloemkoolplanten vindt men er soms vele met valsch hart, d. i. zonder eindknop. Bij het uitplanten moet men goed toezien, dat men alleen plan ten kiest met goed hart. Voor bloemkool moet men uitsluitend gebruik maken van versch zaad, oud zaad geeft altijd kans opjzwakke planten. Er wordt van alle kanten de vraag gesteld Gaan we dees jaar zaaigraan genoeg kunnen bewaren of aanschaffen Die vraag mogen we tot hiertoe met een jawoord beantwoorden, op voor waarde nochtans dat de leden zich bin nen de veertien dagen laten inschrijven. Zaairogge en zaaitarwe zullen aan behoorlijke prijzen geleverd worden en niemand hoeft vrees te hebben niet te kunnen zaaien. Alleen achterblijvers zouden dees jaar eene dure les kunnen krijgen. SCHRIJFT ONMIDDELLIJK IN voor allerlei zaaigranen. I smiwiiw':'tTTiiinnrimiriniaininnii im, i\ai i iim i i in iMem-WAsrii'VssawKiwaKw/; MpHHKBSTjTi1-' aBBKPa8SM!EgaB^MgWMtg^ ■«mm* ;?«Wi>n«>n<iWMaww i'vus7na:v*fiB«awha|g

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1930 | | pagina 1