i Geeft het Voorbeeld Landbouwweekblad De economische Wanorde Kweeken van Kalveren UITSTELLEN dat ZONDAG 21 SEPTEMBER 1930 Prijs 20 centiem 12de JAARGANG Nr 612 Arbeid Abonnementsprijs t 10,00 frank 's jaars. Bureel en Redaktie: DE VILANDERSTRAAT, AALST Voor en door adelt Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Verantwoordelijke Opsteller de Lar dbouwers Aankondigingen volgens akkoord, ORTAIRE CAUDRON, Aalst. Welk lot is den Belgischen Landbouw beschoren Wanneer men met een nuchter oog den huidigen economischen toestand beschouwd, komt men tot het besluit dat de oorlog met de wapens heeft plaats gemaakt voor den oorlog met de tolta rieven. Landbouw en nijverheid verkee- ren in schier alle landen in benarden toe stand, omdat het evenwicht tusschen de voortbrengst en het verbruik is 'gebro ken. De laatste wereldoorlog had een onmetelijk gebrek aan allerhande pro ducten doen ontstaan en overal spande men zich in om deze leemte te vullen. Men vergat echter hierbij rekening te houden met de groote wet van vraag en aanbod en met deze der solidariteit wel ke in de huidige tijden de landen op eco nomisch gebied afhankelijk stelt de eene van de andere. Landen zooals de Vereenigde Staten, die tijdens den oorlog de groote leve raars waren der oorlogvoerende volke ren, in de waan dat de vette jaren voor hen ongestoord zouden blijven voortdu ren. hebben hunne voortbrengst steeds verhoogd, zonder zich in te beelden dat de vrede hunne vroegere afnemers zou toelaten de productie binnen eigen grenzen in te richten en uit te breiden. De oorlogvoerende landen, zich re kenschap gevende van de aanzienlijke behoeften veroorzaakt door den oorlog binnen eigen grenzen of naburige vol keren, hebben met razende snelheid de voortbrengst hervat. Niet alleen de vroeger bestaande nijverheden werden heringericht op moderne wijze, doch talrijke nieuwe industrieën zagen het licht, zonder dat de vereischte elementen altijd voorhanden waren om den bloei dezer nieuwe industr eën in normale om standigheden te verzekeren. De voortbrengst ging haar gang in steeds sneller tempo, doch men vergat uit te zien of het verbruik even snel volgde. Zoo komt het dat nijverheid en landbouw thans in de meeste landen in een ernstigen krisis zijn gedompeld dat zij hunne voortbrengselen niet meer kunnen afzetten aan loonende prijzen en dat uitgebreide werkeloosheid zware uitgaven opleg|t aan de schatkist in de bijzonderste nijverheidslanden. Onder den drang dier moeilijkheden werd door staatslieden en ekonomisten naar redmiddelen uitgezien die echter geen afdoende uitslagen opleverden, om dat zij in strijd zijn met de groote prin ciepen van economische solidariteit tus schen de moderne volkeren. Zoo kwamen de meeste landen hunne voortbrengers ter hulp door steeds scherpere invoerrechten op vreemde concurreerende artikelen, wijl zij ander- inoelijl zijds door uitvoerpremiën den afzet hun ner eigen productie in het buitenland bevorderen en door deze oneerlijke han delspraktijken de voortbrengers aldaar met ondergang bedreigen. Zoo komt het dat door overdreven toltarieven bedrijven in het leven wor den gehouden, die geen reden hebben van bestaan, omdat zij wegens natuur lijke niet weg te ruimen oorzaken voort- brengstkosten te dragen hebben welke de verkoopprijzen hunner producten veel hooger moeten opvoeren dan deze van gelijkaardige inrichtingen gevestigd in het buitenland. Zulke bedrijven, echte woekerplanten, worden door overdre ven invoerrechten tot stand gehouden ten nadeele van het algemeen belang. Om de overproductie af te zetten of te likwideeren hebben zich talrijke trusts en cartels gevormd voor doel hebbende er zijn de verkoopprijzen op een winstgevend spore» peil te houden, door beperking van de t »ten e» voortbrengst en regeling van de verdee ling der voortgebrachte producten. Die er otl trusts en cartels, een hinderpaal te meer ij vend voor het normaal ruilverkeer der goede ren, kunnen ook de oplossing niet bren gen en zijn veroordeeld om te verdwij- van in hun mgens, iet git' en last- ;e vet' kijken vallei >gel eJ iten e van ng zijt i snel! gepak i ervan armei iet dei gezicb j hoog. steed ak, len pu spille i riep um nie nen, omdat zij alleen rekening houden met de belangen van den voortbrenger en geenszins met deze van de verbrui kers. Men neme als voorbeeld de trusts of syndikaten van voortbrengers van stikstofmeststoffen die als doel hebben de prijzen der mest stoffen winstgevend te houden voor bedoelde voortbren gers. Zij kunnen wel eenigen tijd de prij zen houden op het peil door hen vastge steld, doch wanneer de landbouw steeds zijne verkoopprijzen ziet dalen, zal het hem op den duur niet meer mogelijk zijn stikstofmeststoffen aan te koopen aan de hooge prijzen bepaald door het syndi- kaat en zal dit laatste zijn reden van bestaan missen. Het protectionnisme schijnt aldus de bovenhand genomen te hebben op den vrijhandel welke nochtans als de bron van algemeene welvaart dient be schouwd. Wanneer men alleen de oogen vestigt op de redevoeringen van de offi- cieele vertegenwoordigers zelf der meest protectionnistische landen, ziet men er den lof bezingen van het vrije ruilver keer van goederen tusschen de verschil lende staten en van de stevige econo mische solidariteit tusschen de volkeren doch men staat verstomt wanneer men de handelwijze of de daden dier zelfde staatslieden vergelijkt met hunne rede voeringen. Dadelijk gevolg gevende aan het verlangen hunner onderhoorigen, aarzelen zij niet belemmerende invoer rechten, ja zelfs invoerverboden te hef fen op producten uit het buitenland wier mededinging wordt gevreesd. Zoo werden door Frankrijk en Duitsch- land merkelijke verhoogingen van in voerrechten toegepast op talrijke land bouwproducten onmiddellijk vóór of tij dens de besprekingen te Genevé gevoerd voor afsluiting van een internationaal tolbestand. Zoo worden door diezelfde landen stelsels toegepast of in vooruit zicht gesteld welke bij middel van pre- miën of staatstoelagen hunne producten weet in staat stellen aan de onze of onze eigene markten een doodende mededin ging aan te doen' Vereenigde Staten van Europa en tolovereenkomst tusschen de Euro- peesche staten schijnen vooralsnog enkel toekomstplannen van Staatslieden wier verwezenlijking op ernstige moeilijkhe den stuit en binnen afzienbaren tijd nog niet zal voltrokken zijn. Ons land zal dus bedreigd blijven door het eng economisch nationalisme zijner twee groote geburen. Wegens zijne geringe oppervlakte, zijne dichte bevolking en het feit dat het een aanzienlijk gedeelte zijner grondstoffen voor nijverheid en landbouw moet be trekken uit buitenland terwijl het bijzon der afgewerkte produkten uitvoert, heeft België behoefte aan sterk uitgebreide handelsbetrekkingen met het buitenland en is vrijhandel een vereischte van zijn bestaan. Ook Holland en Engeland ver- keeren in denzelfden toestand. Ten aan zien van de uitgebreide werkeloosheid welke thans het Britsche Rijk teistert, stelt men er zich in nijverheids en han delskringen ernstig de vraag of men de traditioneele vrijhandelspolitiek niet zal moeten prijsgeven en overigens tot het treffen van beschermingsmaatregelen ten voordeele van eigen nijverheid en land bouw. Den huidigen toestand in aanmerking nemende stellen wij ons dezelfde vraag voor ons land. Hoe overtuigd wij ook partijgangers zijn van den vrijhandel, kan onze landbouw zich toch niet laten wurgen door het tolstelsel toegepast door naburige landen dat er op gericht is onze waren buiten te houden en door dumping onze markten te overstroomen met het overschot hunner productie té gen prijzen welke onze voortbrengers ten ondergang moeten brengen. Indien de daling der verkoopprijzen vergoed werd door de daling der voort- brengstkosten ware aan den toestand van onze boeren nog te verhelpendoch wij zijn er van overtuigd dat de nijver heid aan den landbouw de meststoffen en veevoeders niet zal opstaan tegen verlaagde prijzen, wanneer zij de gele genheid ziet er hoogere van te maken in naburige landen waar de boeren, dank zij de bescherming der openbare bestu ren, hoogere verkoopprijzen bekomen en dus bij machte zijn meer te betalen voor de grondstoffen noodzakelijk voor hun bedrijf. Om onzen landbouw doelmatig ter hulp te komen moet onze Regeering eene doordrijvende landbouwpolitiek voeren bestaande in het treffen van strenge maatregelen tegen alle dum pingsmethoden door welk land zij ook worden toegepast, in het verleenen van krachtdadigen steun aan den afzet onzer landbouwprodukten in het buitenland, de uitbre ding er de ontw kkeling der beroepsbt cwaamheid onz e landbou wers en de beteugeling van alle bedrog in de grondstoffen welke voor den land bouw onmisbaar zijn. De welstand van de heele bevolking is immers verbonden met deze der land bouwersmassa. Kent deze gebrek of ar moede, dan verbruikt zij minder nijver heids en handelsproducten, zoodat ten slotte ook de nijverheid en de handel zullen lijden onder de gevolgen der land- bouwkrisis. Opdat een kalf een goede melkkoe of een goede stier worde, is het niet genoeg dat het van goede afstammelingen voort- kome, dat het, jong zijnde, goed ge vormd schijntmaar moet ten andere over allerlei goede middelen beschikken, die zijn ontwikkeling beïnvloeden, hetzij door voedsel, bewegingen enz. Deze voorwaarden in 't bijzonder voeding en beweging oefenen een groo te invloed uit, gedurende de eerste maanden van hun bestaan. VOEDING. Volgende punten mogen niet uit het oog verloren worden, als ge geen zeker verlies wilt onderstaan a) Het natuurlijk voedsel van het kalf is melk, koemelk zooals ze gemolken wordt. Denk er dus niet aan, ten minste niet gedurende de eerste dagen na de geboorte, die goede voedstof te vervan gen. Geef aan de kalveren de eerste melk, deze dank zij de speciale samen stelling helpt de ingewanden zuiveren. Om besmetting te voorkomen, geve men het kalf een halve liter van de eerste melk twee uren na de geboorte, de maag begint dan te werken en het kalf is dan ook meer gevrijwaard tegen mikrobische ziekten. De eerste dagen is het best de kalveren eene kleine hoeveelheid melk te geven, in 5 verschillende malen, in plaats van drie en hetzelfde rantsoen. b) Na een veertiental dagen mag men de volle melk ten deele vervangen door ontroomde melk, slechts tot de vierde of vijfde maand het zekerste bestaat in 3 liters per dag volle melk te behouden. Die verandering van regiem moet zacht jes aan ingesteld worden, het beste zal zijn de volle melk te vervangen door een halven liter ontroomde melk per dag. Voor rantsoen geve men één liter melk per zeven kgr. levend gewicht, maar overschrijdt de 15 naar 18 liters niet. Het melkregiem moet voortgaan ge durende 4 a 5 maand. c) Als men het kalf voedt met ont roomde melk, beneemt men het van het zoo voedzame vet. dat moet men dus trachten te vervangen door even eens voedzame en gemakkelijk verteer bare stoffen. De gemakkelijke spijsvertering is een der bijzonderste voorwaarden voor kal veren. Echt meer prijs aan kal vermeel dat gemakkelijk verteerbaar is, dan aan gehalte aan voedzame bestanddeelen. Om het vet volledig te vervangen, zou men 100 gram van het meel per liter moeten bijvoegen het verteringsstelsel van een jong kalf kan echter niet een dergelijke hoeveelheid verdragen. Bij voorkeur geve men slechts 30 naar 40 grammen, ten einde darmstoringen te vermijden. Een maal per dag bereide men het noodige rantsoen van meel, en na elk maal menge men het goed dooreen met goede verwarmde melk. Indien zooals we hooger zegden, het vervangen van volle melk op een methodische wijze geschied, en dat het gebruikte meel niets te wenschen overlaat, moogt ge zeker zijn een goede uitslag te bekomen. Op dat oogpunt bevelen we zeer ons kal- vermeel R. U. Z. aan. d) De melk is een goed voedsel, niet alleenlijk voor de kalveren, maar ook, helaas voor al de soorten mikroben die er een goede schuilplaats vinden om zich te ontwikkelen en te vermenigvuldigen. Om eerst die wezens te vernietigen, zorge men vooral dat er overal groote reinheid heersche, kuisGh en wasch re gelmatig met sodawater de eetbakken, emmers, melkkruiken enz. Ten andere bewaar de melk op zekere graad, welke min gunstig zal zijn voor het ontwik kelen der mikroben, t. t. z. zoo kovd mogelijk. De bevoegde kw eekers weten zeer goed dat zurende melk gewoonlijk diar- rhee veroorzaakt, en een dag darm storingen bij het kalf is een heele week achteruit. e) De runderachtigen hebben vier magen, maar bij het kalf is er maar een in werking, 't is daarvoor dat voedsel voor vee niet past voor kalveren. De dieren bestemd voor den kweek moeten het spijsverteringsstelsel goed ontwik keld hebben. Men zal dus het mogelijke doen, om ze zooveel mogelijk te bevoo— rdeeligen. Reeds na de tweede of de derde week geve men het een kleine hoeveelheid goed hooi te eten, na twee of drie maanden een handvol ge plette haver en lijnkoeken of melk- schilfers, om de verteringsorganen stilaan te doen werken en tezelvertijd het voederrantsoen te vermeerderen. De kweeker moet zelf ondervinden hoeveel een kalf kan verbruiken, indien hij door de melk genoeg albumine geeft, of door lijnkoeken of schilfers, het rantsoen ver volledigt, hoeft hij zich niet te veront rusten over het te vet worden van het dier. BEWEGING EN LICHT. De kalveren bestemd tot den kweek moeten geen wit vleesch vormen, maar wel vast mager vleesch. Het lijdt geen twijfel dat de beweging en het licht bij dragen tot de vorming van mager vleesch met andere woorden krachtige spieren. De kweekers kunnen dus niet te veel gelegenheid verschaffen aan de jonge dieren van bewegingen en licht te laten genieten. In den winter laat men ze in goed verlichte boxen loopen. In de lente laat men ze in de weide. De beste weide is nooit te goed voor jonge kalveren, juist omdat de jeugdige organismen een sterke voeding vragen en slechts voeders van eerste kwaliteit kunnen verteren. De beweging en het leven in een weide zijn onontbeerlijk tot de harmoni sche ontwikkeling van het jonge vee. Bij gebrek aan het weideregiem heeft men steeds slecht opgegroeid vee. (Vervolg en slot) In het-laatste artikel, verschenen in "De Koornbloem,, onder zelfden titel, bleef er me nog een woordje te zeggen overhet snoeien en het loshouden van den grond. Het snoeien wordt gedaan om 't evenwicht in de verschillende ge- steltakken van een boom te onderhou den en enkel daar waar andere natuur lijke middelen als inkervingen, buigen of opbinden zouden te kort schieten ook nog om den boom op meer bepaalde plaatsen vruchten te doen dragen, om de vruchtdraging beter te verdeelen of om al te gulzige twijgen te beletten te veel voedsel op te slorpen; daarom ook is snoeien noodzakelijk, maar 'k voeg er aanstonds bijSnoei niet te veel. Het loshouden van den grond om lucht, licht en warmte tot het wortelgestel toegang te laten vinden is een bewerking die vol strekt onontbeerlijk is, doch waarover iedereen akkoord is. Daarom ook ben ik altijd voorstaander geweest van het aan leggen van boomgaarden in struikvorm buiten het gemak dat ze ons bieden om de bestrijding der insekten doelmatig te kunnen doen, om vruchten te dunnen en te zakken, om gronden los te houden, bieden ze ons nog dit groote voordeel dat ze. veel en prachtig fruit opleveren, rijkelijk gekleurd en goed van smaak. Voor dezen die een nieuwen boom gaard moeten aanleggen zal er dus alles aan gelegen zijn dat ze fruit voortbren gen dat alle mededinging, zelfs deze van de zuiderlanden kan trotseeren. Is zulks mogelijk? Mijn antwoord kan niet twij felachtig wezen als we zien wat Hoey- laert, Overyssche en Ter Hulpen op 't gebied van druivenkweek hebben ver wezenlijkt. Frankrijk prijst zijn waar en 't is plicht, Duitschland roemt op zijn Rijnsche wijn, Luxemburg op zijn Moe zelwijn, maar de beste wijn in deze lan den vervaardigd komt voort van druiven gewonnen in de se.cren van deze drie hierboven opgesomde gemeenten. Daar/ begonnen ze met de gewone teelt, daarna met den vervroegden kweek en eir lelijk met den gel arceerden kweek, en z n er in gelukt o alle tijd stippen van Let jaar, zoowel i: den Zo mer als in den Winter druiven voort te bregen die voor geen enkel vreemd land moeten onderdoen. Neemt de eenvou dige boerkens van die streek tot voor beeld en streeft er naar om ze op 't ge bied van fruitkweek stap voor stap in hun vooruitgang te volgen. U moet beginnen doch alvorens sla pen te gaan, moet ge eerst goed uw bed maken en zult ge u de volgende vragen stellen Is mijn grond wel tot fruitteelt geschikt? Is de ligging van mijn grond goed? Hoe staat het met den waterstand inde streek? Zijn er werkkrachten voor handen om me desnoods een handje toe te steken? Welke soorten ga ik kiezen? Zoo ge niet op al deze vragen bevre digend kunt antwoorden, ziet dan uit naar verbeteringsmiddelen en, indien de ze te hoog zouden beloopen, verzaakt dan liever aan uw plan een boomgaard aan te leggen, er zijn in Vlaanderen al boomgaarden genoeg die 't nooit verre zullen brengen en weinig winst afwer pen. Een goede, voedzame bodem welke we gewoonlijk aantreffen in welafwate- rende klei- of leemgrond, is best geschikt om er fruit op te kweeken. Zandgrond kan er toe geschikt gemaakt worden, doch dit vergt veel tijd en geld en met dit laatste moet rekening worden gehou den. Voor wat de liggging betreft is een helling van noord naar zuid wenschelijk en moet men daarbij ook nog het oog houden op de mogelijkheid van afzet. Is bijvoorbeeld een lang vervoer nood zakelijk dan zult ge eerst en vooral va riëteiten moeten kiezen die het door staan kunnen en rekening houden met de onkosten. Voor zacht fruit is het vervoer hoegenaamd niet gewenscht en zijt ge dus best in de onmiddellijke nabijheid van een bevolkt centrum gelegen. Een te hoogen waterstand is weeral af te keuren en veroorzaakt onkosten van draineeren of droogleggen. Bussels hout, steengruis en grove sintels zijn te verkie zen boven buizen om er een afwatering mede aan te leggen. De werkkrachten ook zijn niet altijd gemakkelijk om krijgen en de werklie den, gewoon aan hooge loonen op de fa brieken, leenen zich niet gaarne tot boe renwerk al bestond dit slechts in het plukken van zwarte bessen, bijzonder als de werkgever hun niet een loon betaalt overeenstemmend met dat wat ze in de werkhuizen verdienen. En, zeg me, wel ke boer of hovenier kan zulke loonen be talen Daar valt niet aan te denken. Bij het bemesten van uw aan te leggen boomgaard zal stalmest de hoofdbeme sting daarstellen en zult ge nog die mest stoffen toedienen welke ge later moeilij ker zoudt kunnen aanwenden namelijk per Haeen 3 tot 4000 kilo kali1800 tot 2000 kilo ijzerslakken en evenveel sylviniet. Welke soorten gaat ge kiezen? Ik wil hier wel eenige variëteiten van appels en peren opsommen, doch alvo rens aan te koopen gaat eens kijken in de boomgaarden van uw geburen naar deze verscheidenheden die er gekweekt zijnde, 't best gedijen en 't meest op brengen. Als peren neemt Clapp's Favorite, Bon Chretien Wil liam, Durondeau, Seigneur Esperen, Doyenne de Cornice, Le Lectier, Confe rence, Beurre d' Hardenpont, William Duchesse, Triomphe de Vienne, Com- tesse de Paris, Jules d'Oirolles, Charles Cogneê. Appelen Empereur Alexandre, Sans pa rei lie de Peasgood, Schoone van Boskoop, Lord Grosvenor Calville, Transpzirente Blanc, Lord Sieffield, Bismarc.v, Hawn- thon, Blenkein Pepin. Doet hieronder een verstandige keuze en ge zult tevreden zijn. Om te sluiten roep ik u nogmaals toe: "Redt U Zei vers,, geeft het voorbeeld om schoon fruit te winnen, om goed te sorteeren en in te pakken. &2setKS8aaEiHiiiiBKaHaaafiHia£ii;aMa "Tijd genoeg,, liet zijn koren op 't veld. zegt een oud Vlaamsch spreekwoord. Het is nogal dikwijls eene algemeene plaag bij alle menschen, ook bij ons boe ren, van altijd maar uit te stellen, voor zaadgoed, plantgoed, vetten, voeders, pulp, enz. hebben ze tijd genot j. Waarom niet op tijd alles bestellen, opdat wij zouden in de gelegenheid zijn alles op het gepaste oogenblik te leve ren? Stel niet uit voor zaadgoed, plant goed, pulp, want het oogenblik is daar I De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen. Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1930 | | pagina 1