Ons Winterfeest Landbouwweekblad Tegen de krisis Aan de Witloofkweekers De Beetenkeus voor Zaadteelt SINT ELOOI St Elooifeest te Aalst Het vernietigen van produkten tegen Over- vloedkrisis. Eenige wenken over Hoevenbouw ZONDAG 16 NOVEMBER 1930 Prijs 20 centiea 12de JAARGANG Nr'620 Arbeid adelt Abonnementsprijs 10,00 frank 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord, Bureel en Redaktie: DE VILANDERSTRAAT. AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON, Aalst. Voor en door de Landbouwers Wij lezen in "De Tuinbouwkronijk,, volgend artikel welke we volgaarne over nemen Eenige dagen terug waren wij op een vriendenfeest in gesprek over de wen- schen op een tuinbouwcongres bespro ken. Men beweerde dat het noodig blijkt, als de overvloed van groenten de markt overstroomt en den verkoopprijs doet dalen onder den kostprijs, het wensche- lijk is de voortbrengers zich te zien't ak koord stellen om een groot deel der voorhanden zijnde produkten te vernie tigen ten einde grootere schaarschte te verwekken en als onmiddelijk gevolg, hoogere verkoopprijzen. Men beweerde ook dat het wensche- lijk is, meer inmaakfabrieken te zien ont staan daar de fabrikanten zich verstaan, om slechts te koopen als de prijzen zeer laag zijn, en dan nog juist voor 't sluiten van de markt, als de gewone kliënten bediend zijn, onder-hen-afgesproken spotprijzen te bieden voor de groenten die in groote hoeveelheid op de markt overblijven. Niettegenstaande ze zoo goedkoop in- koopen zullen ze later de ingemaakte produkten aan zeer hoogen prijs ver- koopen met fabelachtige winst. Wij zagen ons verplicht deze voorge stelde hulpmiddels radikaal af te keuren, wij zegden waarom en wenschen nu in onze "Tuinbouwkronijk,, onze thesis verder te bespreken. Het vernietigen van waren is eene misdaad. Om hierover te oordeelen moet men zich op het standpunt van mensch stel len, zeer breed gezien, indachtig van de verplichtingen die men heeft tegenover alle medemenschen waarmede wij te za- men de wereld bevolken. Wij moeten kunnen afstand doen van ikzucht, en uitsluitelijke belangstelling voor ons eigen persoon ten koste van het belang van het algemeen. Onze aardbol is begroeid en bevolkt door levende wezens die allen leven van de producten, planten en dieren die de aarde voortbrengt. Ieder individu heeft eerst voor zich zelf te zorgen en mag (moet) in zekere mate egoist zijn. Doch van in de oertijden hebben men- schen en dieren er belang in gezien zich te vereenigen om gezamenlijk in hunnen onderhoud te voorzien. De menschen leefden in stammen, la ter in steden en stat :n, waarin nog af zonderlijke samenwerkende maatschap pijen enz. ontstonden. Bij de wilde dieren vindt men ook ve le voorbeelden van kuddelevende wol ven, herten, ganzen enz. enz. Daar de invidu er belang bij heeft niet alleen te staan, en te genieten van de hulp zijner medemenschen, is hij aan de ze dan ook wederkeerig medewerking en hulp verschuldigd. Groot gezien, behooren de schatten die de wereld kan voortbrengen dus aan iedereen, hoe groo'cer de algemeene voortbrengst, hoe rijker ieder individu zal zijn. Wij weten wel dat dit in werkelijk heid het geval niet is, doch onder de menschen is er eene standvastige evolu tie waar men zich onmiddelijk reken schap van geeft als men denkt aan de vroegere slavernij, onder dewelke het grootste getal menschen gebukt gingen, en de hedendaagsche vrijheid van den mensch. De verdeeling van de produkten, ver kregen door algemeene krachten, is niet rechtvaardig gedaan, doch de evolutie staat niet stil en rechtvaardigheid en so lidariteit onder de menschen zullen hoe langer hoe meer kunnen benaderd wor den. Het is juist door de onrechtvaardige verdeeling der produkten dat er nog zul ke wantoestanden bestaan. Is het niet wraakroepend, dat groote trustmannen in Amerika graan en katoen verbranden, dat ten koste van veel in spanning door den mensch voortge bracht is en zou moeten algemeene eigendom zijn, om zich behoorlijk te voeden en te kleeden. Is het niet misda dig dat sommige menschen, om de prij zen op te jagen en het goud op te stape len, graan en katoen vernietigen, terwijl op andere plaatsen van de wereld hon gersnood heerscht en de menschen ver kwijnen bij gebrek aan voldoende klee ding?! Het is hier niet te doen om politiek, maar eenvoudig om mensch te zijn. Overigens, zelf ware het politiek, dit is toch slechts een streven naar toestanden die men ten rechte of ten onrechte beter acht, en zelfs als men zich bedriegd, doch het eerlijk meent, is politiek niet af te keuren, Onze lezers zullen het dus met ons eens zijn dat het een misdaad is, uit per soonlijk belang, produkten te vernieti gen. Wij kunnen dan ook niet beamen dat groentenkweekers een deel hunner pro dukten zonden vernietigen om de markt prijzen te doen klimmen. Wij gaan verder, dit zou zelfs een maatregel zijn die wel tijdelijk voordeel kan aanbrengen, doch indruischt tegen hunne toekomstige belangen. Inderdaad, wanneer er overproduktie is, wordt men verplicht naar meer uit- voerwegen te zoeken. De produkten juist omdat ze zoo goedkoop zijn, dringen in, op vreemde markten, waar ze later ook aftrok zullen vinden als de prijzen hoo- ger zijn. Overigens door de uitbreiding van het afzetgebied, zullen de prijzen latere jaren vaster blijven. Die goedkoope produkten. zelfs zon der winst, naar vreemde markten sturen, is een reklamemiddel dat later hooge in tresten opbrengtdenk maar aan de mil- lioenen franken die tot reklaam uitgege ven worden door groote handelsfirmas. De Amerikanen zeggen drie millioen uitgeven aan reklaam en per slot van re kening een millioen winst te doen, 't is toch de verbruiker die het betaalt. Dat tijdelijke spotprijzen oorzaak wa ren van nieuwe afzetgebieden, daarvan zouden wij vele voorbeelden kunnen aanhalenwe zullen ons bij een drietal beperken. Eenige jaren terug werd in Parijs geen witloof verbruikt, dank aan een overvloedkrisis, met zeer lage prijzen, is het witloof binnen gedrongen in de Hal len van Parijs en troont er nu als een onmisbaar produkt. Wanneer eenige jaren voor den oor log, Frankrijk 2 fr. per kilo inkomrech- ten legde op de Belgische druiven, was men te Hoeylaert het hart in. Men was verplicht nieuwe uitvoerwegen te zoe ken die men gevonden heeft: Amerika, Rusland enz., wat ten goede kwam aan een grootere uitbreiding der teelten. Wanneer dertig jaar terug men be gon de tomaten op groote schaal in open lucht te telen, was er overproductie, de schoone vruchten werden verkocht aan 0,15 fr. en zelft aan 0,10 fr. de kilo. Het was eene ramp voor de tomatenkwee- kers, maar had voor gevolg dat de to maat die vroeger een weeldeartikel was, dank aan die te lagen prijs, binnendrong in de werkliedenkeuken en er nu onmis baar geworden is, waardoor het afzet gebied tenminste vertiendubbeld is en de prijzen loonend blijven. Zoo zal de huidige te lage prijs onzer vruchten, aanstoot geven tot het oprich ten van ooft wijnfabrieken waardoor het mogelijk zal zijn later aan goede prijzen te verkoopen de produkten die nog veel overvloediger op de markt zullen komen, gezien de talrijke ooftaanplantingen de laatste jaren gedaan. Wat nu betreft, dat het ongewenscht zou zijn nog meer inmaakfabrieken te zien ontstaan Dit is volgens ons inzien, ook een kortzichtig oordeel. Door het inmaken der groenten wordt de overproduktie van het oogenblik, die te groot is voor het verbruik, opgekocht om ze te bewaren voor het verbruik in tijden van schaarschte. Dat de fabrieken ze dan te duur ver koopen is ook geen argument want hoe duurder ze dan verkocht worden, hoe hooger de prijzen dan zullen blijven voor versche groenten. Het is zeker niet aangenaam voor den kweeker te zien dat de fabriekanten zich verstaan om, als de prijzen reeds zoo laag zijn, dan nog te wachten, tot het sluitingsuur van de markt om dan, als de veifkoopers reeds dachten met hunne waar naar huis terug te keeren spotprij zen te bieden voor goede waar. Men kan vinden dat de handelwijze der fabriekanten niet schoon is, doch een kooper is geen arm-meester, die doet niet aan liefdadigheid, zoo min als de verkooper die de schaarschte uitbaat, om zijne groenten te verkoopen aan prij zen veel hooger dan de teeltkosten der produkten. Zoo tracht in tijden van overproduktie de fabriekant te koopen aan zoo laag mogelijken prijs, zelfs als de teler een verlies zou boeken. De fabriekanten maken hier gemake- lijk een soort trust omdat ze niet talrijk zijn, doch moesten er meer fabrieken ontstaan, dan zou de vrees, niet genoeg groenten te kunnen opkoopen voor hun bedrijf, hunne onderlinge afspraak moei lijker maken. Trouwens tegenover die handelwijze zouden de telers eene andere daad kun nen stellen indien ze meer solidair waren. Veronderstel dat, aan het einde der markt de fabriekanten zich eindelijk ge waagden te willen een aanbod doen dat veel te laag is, bij afspraak, als een man al hunne waren oplaadden en er mede naar huis trokken zeggende, het is te laat voor heden, kom de volgende marktdag wat vroeger. Ze zouden dat niet dikwijls moeten doen om de fabrikanten te temmen. De groenten waarmede ze terugkee- ren, kunnen, het kwaadste genomen, dienen als mest, doch er is middel ze eene renteerender bestemming te geven na- menlijk door ze te voederen aan var kens, ganzen, kuikens of andere dieren, op die wijze zouden ze dienen tot vleeschproduktie en toch helpen om den wereldrijkdom te vergrooten en hun eigen verlies op het minimum te brengen. A. Collumbien. öffiKHiSE an»ti,t@u aa»»B cacBaiB Elk voelt hem de krisis, en ook de gewichtigheid ervan. Doeltreffende mid delen kan men aanwenden door zich te vereenigen. Niet blijven staan als enke ling, maar zich bij eene ernstige land- bouwersvereeniging aansluiten. Invloed uitoefenen bij vrienden en kennissen, hun overhalen hetzelfde te doen. Voor onze propagandisten is er nu een wijde werkkring en goede gelegenheid. Immers wij hebben overal onze St Elooifeesten. De vernieuwing der abonnementen staat voor de deur. Aan hen te zorgen dat het getal lezers van De Koornbloem dees jaar verdubbeld is. Op onze voordrachten en vergade ringen, in ons blad De Koornbloem wezen wij er steeds op, het witloof goed te verzorgen, bijzonder bij de inpakking te letten op de sorteering. Om meer nadruk te leggen op onze woorden en om de leden het belang van goede verzorging te doen begrijpen, geven wij hieronder een uittreksel uit een artikel van een Hollandsch blad over het Brusselsch witloof. Dit blad schrijft onder meer En nu het oppronken door de wit- loofkweekers en marchands in België. Wat daar aan te doen Wel is er al menige keer over geschreven, maar een maatregel die afdoende is, hebben wij nog nimmer vernomen. Medewer- king van de grossiers hier in Holland hebben wij totaal niet, een enkele uit- gezonderd, maar die enkele doet alleen ook niets. Een vriend van mij, ook grossier, laat mij nu en dan wel eens brieven lezen, welke hij naar zijn marchand schrijft, waarin hij er maar steeds op aandringtOnder als Boven Ook lees ik weieens ant- woorden uit België. Nu die zijn heel mooi. Veel beloven en weinig geven enz. Nu wil ik niet zeggen dat het een slechte is. Neen, wij kunnen hem nog wel scharen onder de goede, maar toch is het nog niet wat wij zouden willen. Sorteeren in twee of drie soor- ten, dat moesten ze doen Wij besluiten, witloof kweeken, al hoewel met vele factoren af te rekenen is, kan elk. Doch witloof inpakken, kan ofwel niet ieder, en inpakken is van het grootste belang. Dit hooren wij door die Hollandsche stem, dat zeggen onze verkoopers in Parijs en andere Fransche steden, dat hebben we steeds aangepredikt. Laat ons met die slechte gewoonte, al is ze ook Belgisch, afbreken omdat wij door den schijn van te willen bedriegen zelf de bedrogenen zijn. Onze boeren stellen meer en meer belang in de teelt van voederbeet en de meesten kweeken ook zelf het zaad welk zij daartoe noodig hebben. Sommigen bezitten kennissen genoeg om een oor deelkundige keus van zetbeeten te doen, maar de meesten gaan verkeerd te werk want zij geven de voorkeur aan de groot ste en vooral aan de langste beeten welke zij vinden kunnen. Zij bekomme ren zich weinig met de goede hoedanig heid of met de zuiverheid der soort en als men hun beetakkers gaat bezichtigen ontmoet men er een mengelmoes van alle mogelijke vormen of gedaanten. Men vindt er roode, gele, witte, groene, wel is waar bijna allemaal lange wortels, maar de eene steken diep in de aarde, de an dere nietvele liggen omver en schijnen over den grond te kruipen gelijk slangen; eenige staan nog recht maar het zijn langhalzen of dikkoppen welke dikwijls hol zijn. Kortom, men bemerkt er een menigte gebreken, want een beet die omver ge vallen is en over den grond kruipt, groeit wel is waar meer in de lengte maar hij verliest veel van zijne waarde evenals de gelegerde graangewassen of de aard appelstruiken welker loof als lange ran ken zich dooreen verwart. Zulke kromme beet breekt gemakke lijk af bij het uittrekken en bewaart bij gevolg moeilijker. De langhalzige bee ten, anderzijds, hebben een neiging om het eerste jaar reeds in zaad te schieten en de dikkoppen zijn van gemeene hoe danigheid. Zij zijn vezelig, houtachtig en worden door het vee niet gezocht. De dikkoppen, als zij hol zijn, bederven ge makkelijk in de kuilen en zij hebben een kleine voedingswaarde. Het onderste deel van den beetwortel is immers het beste en bijgevolg moet het goed ontwikkeld zijn. 't Is dus een groote fout zetbeeten be hept met dergelijke gebreken voor zaad dragers te kiezen en nochtans gebeurt zulks zeer veel omdat de betreffende boeren niets bedoelen dan een groote opbrengst. Als zij maar eenen feilen hoop inoogsten, zijn zij tevreden en nochtans, men kan even gemakkelijk goede beeten voortbrengen als slechte, beet die wel bewaart, die door het vee gaarne aan vaard wordt en waarvan er een mande de beesten voor de voeding bijna zoo veel verzadigt als twee van gemeene. Laten wij dus puike zaadbeeten uit kiezen en daarbij zoodanig te werk gaan dat zij ons onberispelijke beetenvelden verschaffen. Immers, om wel te" zijn moet de akker schoon regelmatig bezet wezen met beeten van gelijke vorm, kleur en voorkomenstaande allemaal wel rechthebbende geen grof maar een gaaf, zuiver vel, bijna tot aan de stelen van het gebladertezijnde niet zwaar van kop maar nagenoeg plat van boven, dus niet langhalzig maar veeleer dikker naar beneden toe. Dat zijn inderdaad, allen kenteekens van de goede hoeda nigheid. De geheele vorm dient diklijvig te wezen en gepaard te gaan met zwaar gewicht. Aangezien het tegenwoordig de tijd is om de zaadbeeten te kiezen, zullen bo venstaande beschouwingen voor sommi ge landbouwers denkelijk wel te pas komen want er is veel aan gelegen, als men een goede beetsoort bezit, ze in haar waarde te behouden. De Staatslandbouwkundige, A. Peiffer. ■afflBHBsaaiinsnHHaaiiHsiainiBBHaws Het Hoofdbestuur van Redt U Zei ven wil zooals vroegere jaren, het vie ren van het St Elooifeest aanmoedigen, door het verleenen van eene toelage. Deze toelage zal overeenstemmen met 1 Joo op de door de afdeeling aange kochte waren gedurende het jaar. Om deze toelage te bekomen, is het voldoende eene schriftelijke aanvraag te doen, waarin vermeld wordt, dat men het St Elooifeest viert en op welken da tum. Zij moet door den voorzitter en den zaakvoerder onderteekend en ge richt zijn aan onze bureelen. De zaakvoerders zijn verzocht een getrouw verslag der feesten te geven. Onze jeugdafdeeling gaf Zondag haar eerste Winterfeest... En met bijval.Wel ke jonge Redtuzelver houdt niet aan zoo 'n feest. Zoo 'n gezellig samenzijn, waar lach en leute en vroolijkheid sa mengaan en in allen ernst. Waar vele jongelieden komen met de zoete hoop en vaste plannen voor de toekomst. Wij kregen te bewonderen Eene prachtige symphonie, die ons beste brok jes liet genieten. De kunstzanger Heer Van Opstael vergastte ons met meesterstukken van onze gekende Vlaamsche dichters. Ver melden wij onder meer Aan U alleen en In Vlaanderen van Rodenbach.. Doch de held van het feest was onze werkman-dichter Fons Van de Maele. Wie kent hem niet, wie kent zijn ge dichten zijn. En als hij zelf die gedichtjes voor draagt, die hij tusschen werken en zwoe gen in wist te scheppen, dan stijgt onze bewondering, dan voelen wij iets innig voor hem, de zoolang miskende, die zijn lief, zijn leed, de liefde tot zijn taal en volk, door zijn schriften met zijn naam vereeuwigde. Voor hem was aller be langstelling en een hartelijkst tot weer ziens was de wensch van iedereen. Zulke feestjes doen waarlijk deugd. Wij verwachten er nog meer dezen winter. Eere en dank aan de inrichters. De afdeelingen van Aalst zullen als naar gewoonte samen feesten. Op de vergadering van eenige be- stuurledens gehouden op Donderdag laatst, werd de regeling alsvol^t getrof fen 1. De feestdag wordt gevierd op Maandag 1 December. 2. Bijeenkomst in 't lokaal om 8 3/4 u. 3. H. Mis bijwonen in St. Martinus- kerk om 9 ure. 4. Na de Mis bijeenkomst in 't lokaal om samen uit te stappen naar Zout- straatpoort, St. Job en Gentschesteen- weg. 5. Om 12 1/2 ure stipt feestmaal in 't lokaal. 6. Na het feestmaal aanspraak door onzen Bestuurder en Tombola. Alle Redtuzelvers van goeien wil worden op ons feest verwacht. Het zal aan geen plezier ontbreken en de spijzen zooals altijd extra fijn. Inleg 10 fr. per persoon. Men kan zich laten inschrijven in onze magazijnen en lokaal of bij een der bestuursleden onzer plaatselijke bonden, evenals bij de schrij vers: Jan Schockaert, Moorselbaan. Petrus HofFelinck, Lindestraat. Louis Schouppe, St Job. Alois Ledegen en Louis De Leeuw, Binnenstraat. Jan Van Nuffel, Brusselbaan. »amn«igan Er dient bij de indeeling van het plan gezorgd te worden, dat het werk op de hoeve bij wintertijd zooveel mogelijk zonder buiten te komen kan geschieden. Deuren. Moeten steeds naar bui ten draaien. Zij stremmen anders het werk en zouden in geval van brand, noodlottig kunnen zijn. Bij alle voor- deelen die schuifdeuren bieden, zijn ze niet aan te raden, daar ze niet tochtvrij zijn. Ramen. Moeten zoo hoog moge lijk geplaatst om het licht zoo diep als 't kan in den stal te laten dringen. Ge goten ramen zijn beter dan houten, zij moeten voorzien zijn van tochtberden. Zij moeten minstens 1/12 van de stal- oppervlakte meten. Luchtklippen en luchtschouwen. Deze zijn vooral van beteekenis, wan neer in den Winter deur en vensters gesloten zijn. Wanden. Zijn in hardgebakken steen te maken, op 1.25 met. boven den vloer te cementeeren om de reiniging te vergemakkelijken. Vloeren en goten. In hardgebak ken baksteen op kant, bij voorkeur in klinkaert met cimentmortel te metsen. De vloeren en goten 11/2 cm. p. m. mtmm&toUiiBtoiaMtoy'K masres-M-m. £TOR« De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen. Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1930 | | pagina 1