f In Memoriam
Landbouwweekblad
EMIEL CO PP ENS,
Ooze buitenlatidsclie
Handelspolitiek
De Overstroommgen
Enkele bepalingen
ZONDAG 7 DECEMBER 1930
Prijs 20 centiem
12de JAARGANG Nr 623
mM
Arbeid
adelt
Abonnementsprijs t 10,00 frank 's jaars.
Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord,
Bureel en Redaktie: DE VILANDERSTRAAT, AALST
Verantwoordelijke Opsteller
ORTAIRE CAUDRON, Aalst.
Voor en door
de Landbouwers
Deze week overleed na eene kortstondige ziekte
de heer
Lid van den Beheerraad der Samenw. Maatschappij
Redt U Zeiven
De heer Emiel Coppens werd geboren te Haeltert,
den 2 Me 1871 en overleed er den 1 December 1930.
Kloek er gezond als Hij was kon niemand zijn
plots heengaan vermoeden en was de slag zwaar voor
de talrijke vrienden, maar vooral voor zijne bedroefde
Familieleden.
Redt U Zeiven verliest in Hem een zijner Stichters
en trouwe Beheerders, steeds op de bres om het zijne
bij te dragen tot bloei onzer Vereeniging.
Redt li Zeiven rouwt om het afsterven van den
heer Coppens. Zijne nagedachtenis zal in eere blijven
en in het hart van ieder lid zal een herinnering blijven
aan onzen Vriend en Medewerker.
HIJ RUSTE IN VREDE
De lijkdienst in de parochiale Kerk van Haeltert,
gevolgd van de teraardebestelling, had plaats op Don
derdag 4 December. Eene overtalrijke menigte was bij
deze plechtigheden tegenwoordig.
Redt II Zeiven was vertegenwoordigd door vele
leden van Haeltert en omliggende en van de volgende
leden van het beheer MM. Schockaert, voorzitter,
Ruyssinck, afgev. beheerder, de bestuursleden Meert,
Possemiers, Wynant, Van den Hautte, Coppens Fr.,
Baeten, de heeren Caudron en Saeys.
Door eene groote menigte werd onzen Vriend naar
de laatste rustplaats begeleid.
Op het Kerkhof werd door onzen Bestuurder de
volgende afscheidsrede uitgesproken
GEACHTE VRIEND EMIEL,
Veertien dagen geleden waren we allen samen om de zaken
van onze Vereeniging te bespreken en heden staan we treurend
bij uw zielloos lichaam
Hoe droef dat plotse heengaan Hoe onmeedoogend het
noodlot dat U ten grave sleepte
Het zal heden onze plicht zijn U een laatste en roerend vaar
wel te zeggen in naam van de Landbouwersvereeniging Redt U
Zeiven, waarvan Gij een der eerste leden, een der stichters
waart.
Hoe verschijnen in onzen geest die gemoedelijke samenkom
sten, die veelvuldige besprekingen en vergaderingen. Toen het
kanon nog in de verte bulderde en sommige lieden van de sla
vernij van ons volk misbruik maakten, om ons have en goed te
ontnemen, zijt Ge met ons opgestaan en hebt met ons geroepen:
genoeg Handen af van de vruchten van ons zweet en onzen
noesten arbeid
Ge zijt met ons meegegaan naar de vergaderingen in tien
tallen dorpen en hebt er het uwe bijgedragen om het zaad der
vereeniging uit te strooien en te doen ontkiemen.
Ge zijt meegegaan met onzen vooruitgang, met de rasse en
zekere uitbreiding onzer maatschappij.
Gij hebt met ons gestreden en gezucht, gewerkt en gefeest,
in tegenspoed en welslagen, in storm en zonneschijn
En nu dat de boom, die Ge hielpt planten, groot en bloeiend
is, wordt Ge plots weggepleept door de niets sparende dood
We waren getroffen door uwe zware ziekte, maar hooptenll
te kunnen behouden tot op het oogenblik dat de droeve mare
ons bereikte. De bittere werkelijkheid is niet weg te cijferenGe
werd voor eeuwig van ons gescheiden
En toch verdwijnt alleen het stoffelijke, want uw Geest en uw
Hart zullen steeds bij ons blijven; uwe beeltenis zal prijken in ons
midden en steeds zal het ons herinneren aan den trouwen Vriend
die heenging, en aan de vele uren die we samen sleten in lief en
leed.
Veel te jong zijtGe gestorven; de taak was niet vervuld waar
voor Ge waart opgewassenmaar hier bukken we voor de wil van
deze die leven gaf en nam voor de God die over leven en dood
beschikt.
We danken U voor al hetgene Ge met ons en voor ons hebt
gedaan. We danken li in naam van de landbouwersvereeniging
Redt U Zeiven, in naam van de duizende landbouwers van
Vlaanderen.
We danken U als Beheerder der Samenwerkende Maat
schappij, in naam van al de bestuursleden en leden, van al de
medewerkers, bedienden en werklieden. In naam van allen
brengen we hulde aan uwe nagedachtenis en een laatste en hoog
ste vaarwel aan uw stoffelijk overschot.
Aan de bedroefde Familieleden, en vooreerst aan Mevrouw
Coppens en Kinderen bieden we onze diepgevoelde rouwbe
tuigingen. Zij verliezen in U een Echtgenoot en Vader, een
Broer of Bloedverwant.
Harder werden ze getroffen, dieper de wonde in hunne
harten geslagen en naar hen gaat al onzen eerbied en onze gene-
genheid. We deelen in hunnen rouw en nemen een deel van hun
leed op ons. Voor Mevrouw Coppens, die zoo dikwijls werd
beproefd, is deze slag wel de hardste.
Mochte onze deelneming een weinig
verzachting brengen aan haar harteleed.
En nu, Vriend Emiel, trouwe Mede
werker, ieverig Bestuurslid, ontvang de
laatste blijken van onze genegenheid.
Hierboven zult Ge het loon van uw
goeddoen reeds hebben gekregen.
Geachte Vriend Emiel, vaarwel
Verschillende malen wezen wij er op
dat de handel van Belgische landbouw-
produkten een scherpe tolpolitiek noo-
dig heeft, dan deze die ons gouverne
ment tot hiertoe volgde. Wij vragen
geen voorrecht tegenover andere lan
den, ook niet een protectionisme dat op
onze grenzen een chineesche muur zou
oprichten. Maar andere landen maken
zulke muren en dit schaadt onzen uit
voer. Wij willen dus blootleggen dat,
door de schuld van eene tolpolitiek
eigen aan onze voortbrengst, deze zich
altijd in een ondergeschikte staat be
vonden heeft en zich nog bevindt tegen
over deze der andere landen. Als de
belangen der natie het eischen zich meer
energiek te toonen en men dan niets
doet, dan moet men wel erkennen dat
er iets niet juist is, dat onze tolpolitiek
een klare kijk mist.
Waarom gedraagt ons gouvernement,
bij het stellen van hooge invoerrechten
in Amerika zich niet naar de handels
betrekkingen tusschen beide landen op
gegeven door ofïicieele statistieken.
Hetzelfde voor Frankrijk. Zijn deze
statistieken geen argumenten om zich
bij de besprekingen meer energiek te
toonen. Als wij die statistieken raad
plegen, zien wij dat de invoer van Ame-
rikaansche produkten in België beliep
tot een waarde van
2.612.219.000 in 1926 en
3.218.226.000 in 1927.
Dat daarentegen België naar Ameri
ka exporteerde
2.275.513.000 in 1926 en
2.412.747.000 in 1927.
Dat toont ons dat België in 1926
voor 332.705.000 fr. en in 1927 voor
805.479,000 fr. meer kocht in Amerika,
dan de Amerikanen ons afnamen. Met
deze cijfers zou men moeten spreken,
het zijn juist die cijfers die de Amerika
nen zullen doen klaar zien.
Met Frankrijk ook hebben wij het
voordeel der cijfers. Zien wij even na
Frankrijk importeerde in ons land aan
produkten voor eene waarde van
4.905.626.000 fr. in 1926 en
5.922.645.000 fr. in 1927.
België exporteerde naar Frankrijk
voor eene waarde van
2.831.170.000 fr. in 1926 en
3.066.881.000 fr. in 1927.
Dit maakt dus een verschil in 't voor
deel van Frankrijk van
2.174,456.000 fr. in 1926 en
2.855.764.000 fr. in 1927.
Over deze uitslagen kunnen wij niet
fier zijn en nog minder over het verde
digen van onze belangen.
Onze lezers kennen reeds ons stand
punt over deze ongeschiktheid klaar
en bont ons gouvernement is onbe
voegd in de tolpolitiek of begrijpt er de
noodzakelijkheid niet van. De eenige
oplossing is wat we vroeger schreven
en hier herhalen, een organisme in te
stellen, waar de landbouwers genoeg
zaam vertegenwoordigd zijn.
Wij hebben het recht genoegzame
vertegenwoordiging te eischen. De be
langrijkheid van onzen handel staaft het.
Door volgende cijfers, altijd genomen
volgens ofïicieele gegevens, zullen wij
aantoonen dat onze landbouw het recht
heeft in de tolpolitiek tusschen te komen.
Uitsluitend aan landbouwprodukten
voerde Amerika in België voor
1,461,102,000 fr. in 1926 en
I,781,701,000 fr. in 1927.
België voerde naar Amerika voor
II,473,000 fr. in 1926 en
20,596,000 fr. in 1927.
Van Frankrijk kochten wij voor
514,230,000 fr, in 1926 en
529,931.000 fr. in 1927.
Frankrijk kocht van ons voor
389.524.000 fr. in 1926 en
484.307.000 fr. in 1927.
Ons gouvernement hoeft niet te zeg
gen dat zij de belangen der landbouwers
geslachtofferd heeft voor deze der nij
verheid, de waarheid is al te klaar.
Het is misschien nog tijd deze twee
landen bijzonder, te doen begrijpen, dat
ze de invoerrechten op onze landbouw
produkten moeten verminderen, en doen
zij het niet, dan aan ons, hunne produk
ten, in gelijke mate der onze te belasten.
Wij ontvingen volgend schrijven
Waesland 28 Nov. 1930.
Voor de zooveelste maal is het nog
eens gebeurd! De slecht onderhouden
en verwaarloosde dammen hebben
geenen weerstand kunnen bieden aan de
ontketende, woeste natuurkrachten. Ik
weet wel beterVan Brokkeviel heeft 2
milliard gevraagd voor de versterkingen
niet in brokken te vallen, en er nog nieu
we bij te bouwen. Ware ik in de plaats
der goedgezinde Volksvertegenwoordi
gers, ik zou een wetsvoorstel indienen
om die twee miljardjes te besteden om
de dijken in staat 'van verdediging te
stellen, en de forten toch maar in brok
ken te laten vallen.
Het Vaderland zou er beter bij ge
diend zijn!!! Nog beter! Wenden we
wat meer onze blikken naar onze Noor
der- dan Zuiderburen.
Eerstgenoemde houden zich boven
water en uit den oorlog. België laat zich
verzuipen, en werpt zich hals over kop
in den dienst van Moloch ten believe
van Frankrijk. De voorzienigheid heeft
toch alles ten beste geschikt. Hadde zij
Belgenland gelegd waar nu Holland ligt,
het land der Belgen zou deel uitmaken
van de zee, althans het laagste gedeelte.
En zeggen dat een zeker boerenblad
durft schrijven dat de overstrooming
eene beproeving Gods is. Dat is gemeene
godslastering. Moesten wij zooiets voor
uit zetten, stellig de geestelijke overheid
stelde ons in verkettering. NeenHeeren
De ware schuldigen zullen niet onder
komen van 't nat. Die zitten veilig in 't
droge. Verschillende stichtingen worden
opgenoemd die voor de ongelukkige
slachtoffers moeten zorgen.
We weten op welke manier men voor
de boerkes zorgtDeed men ons geen
stinkende melasse die gratis werd toege
zonden niet dubbel en dik betalen
Het Vlaamsche Kruis wordt nog eens
doodgezwegen. Het zullen nog eens de
Brusselsche Mufjes moeten zijn die ons
menschen zullen moeten opbeuren in het
Fransch, en voor hun goede deugden het
hazenpad zullen moeten kiezen
Maar alles zal zijn tijd wel duren
der jongste wet op de telegrafie
en de telefonie met draad die
van belang kunnen zijn
voor onze lezers.
Hieronder geven wij een beknopte
samenvatting der bepalingen van de wet
in dato 13 Oktober 1930, behelzende
de samenordening der verschillende
wetsbepalingen op de telegraphie en de
telefonie met draad, voor zooverre zij
van nut kunnen zijn voor onze lezers.
De wet bepaalt dat het beheer van
telegrafen en telefonen het recht heeft
voor het aanleggen haren bovengrond-
sche en ondergrondsche lijnen gebruik
te maken van de private eigendommen
en van het openbaar domein onder de
volgende voorwaarden
1) Het aanleggen, der lijnen zonder
bevestiging of aanraking boven de pri
vate of openbare eigendommen mag ge
schieden zonder dat eenige pleegvorm
dient vervuld ten opzichte van de eige
naars.
2) Voor het aanleggen van de lijnen
en het plaatsen der draagtoestellen op
de daken van gebouwen of op hunne
voor- of zijgevels moet het Beheer een
regeling treffen met de betrokken eige
naars. Bij gebreke aan dergelijke minne
lijke regeling, moet de Minister van
Telegrafen en Telefonen eene beslissing
treffen en deze tenminste vijftien 'dagen
vóór den aanvang der werken bij aange-
teekend schrijven beteekenen aan den
Burgemeester der gemeente die de be
trokken eigenaars en huurders moet ver
wittigen.
Dezelfde pleegvorm dient in acht ge
nomen voor het aanleggen van boven-
grondsche en ondergrondsche lijnen op
gronden niet voor den landbouw die
nende en welke niet met muren of gelijk
waardige afsluitingen omringd zijn.
3) Binnen de private eigendommen
mag geenerlei werk uitgevoerd worden
zonder machtiging van den eigenaar en
den huurder.
Dit verbod kan evenwel door den
eigenaar of zijne rechthebbenden niet in
geroepen worden om zijne huurders te
beletten zich aan te sluiten bij het open
baar net.
4) Wanneer in gebouwen, op daken,
op plate-formen moet gegaan worden,
of wanneer toestellen tegen de muren
dienen aangebracht voor het uitvoeren
van werken of herstellingen, moeten de
werklieden van het Beheer een bevel
hunner overheid voorleggen dat den
aard en den vermoedelijken duur van
het werk vermeldt.
5) De benuttiging van den eigendom
voor het telefoon of telegraafnet moet
de bestemming van den eigendom eer
biedigen. Zij brengt geenerlei buitenbe
zitstelling mede. De eigenaar behoudt
het recht te bouwen, te beplanten en den
toestand der plaatsen te wijzigen, onder
voorbehoud nochtans dat geen daden
worden gesteld die enkel voor doel zou
den hebben het Beheer te verplichten
zijne inrichtingen te wijzigen of te ver
plaatsen.
De eigenaar die zijn recht om te bou
wen, te beplanten enz. wil uitoefenen,
moet bij aangeteekenden brief de Regie
van Telefonen en Telegrafen kennis ge
ven van zijn ontwerpen tenminste twee
maand vóór hij ze ten uitvoer legt. Wor
den de werken niet uitgevoerd binnen
den termijn van êén jaar vanaf voormel
de verwittiging, dan kan het Beheer den
oorspronkelijken toestand herstellen en
de terugbetaling vergen van de haar
veroorzaakte kosten.
6) Wanneer op een privaat eigendom
geplante boomen boven den openbaren
weg in aanraking komen of kunnen ko
men met de draden van de Regie, kan
deze den eigenaar van de boomen ver
plichten de noodige snoeiïngen te doen.
Weigert de eigenaar zulks, of wordt niet
gesnoeid binnen de vijftien dagen, dan
kan de Regie er ambtshalve toe over
gaan.
7) De Regie van telegrafen en telefo
nen is gehouden tot het herstel van de
schade veroorzaakt door het aanleggen,
in stand houden verplaatsen en afschaf
fen van haar lijnen. Bij het graven van
putten of gleuven in den openbaren weg,
moet zij de bij de werken opgebroken
gedeelten van de wegenis voor goed in
hun oorspronkelijken staat herstellen.
8) Alwie, behoudens in geval van
overmacht, zonder de Regie ten minste
acht dagen vooraf verwittigd te hebben,
overgaat tot het snoeien of vellen van
boomen, het graven van putten, het op
trekken of afbreken van gebouwen, het
plaatsen van stellingen of eenig ander
werk waardoor een telegraaf of telefoon
lijn kan beschadigd, of de werking er
van gehinderd worden, wordt gestraft
met een gevangenisstraf van één tot
zeven dagen en met een geldboete van
één tot vijfentwintig frank of met een
van die straffen.
Zware straffen dreigen bovendien de
personen die hetzij uit nalatigheid hetzij
uit slechten wil de werken vernielen toe-
behoorende aan de Regie of stoornissen
verwekken in het telegraaf en telefoon
verkeer, of die weerstand bieden met gt
weid of bedreiging tegen de bedienden
van het Telegraaf en Telefoonbeheer
handelende in de uitoefening hunner be
diening.
LANDBOUWERS* werft nieuwe
leden aan voor uwe Vereeniging
MmKÊMMBUm B
■«MMMneMBBRBBma
BWgaMgBMtsa^üBHBaaia
wawrarasasi
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen.
Ongeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
SWSÖs't