m Heel de Wereld rond '1 BANQUE CENTRALE DE LA QENDRE T MOEDERKE De landbouw in Belgisch Congo Over het opfokken van Rweekkalveren SÏÏOK5ÏÏ0IF en Voor ai uwe geldplaatsingen is eene goede Dekmeststof» Zooctay 7 Juni 1931 De droom van den avond zeeg neer over 't veld, en zoende de wereld vol rust... Uit 't soezende loof kwam geen zuchtje geweld, t werd zachtjes in slape gesust. En stil vóór haar venster in t huizeke klein, zat moederke stijle te schreën. Ze schreid' en de stralen der dalende zon die streelden haar hoofd, dat zacht boog, En legden een glinstring op 't grijzende haar, en zagen de smart in haar oog, Wijl stil voor het venster in 't huizeke klein, zij eenzaam en droef zat te schreën. Ze weend' om den zoon, eens de droom van haar hart, die lang reeds het huisje verliet, En laadd' op zijn moederke kommer en smart, En prikte haar ziel vol verdriet, En feestte, wijl eenzaam in 't huizeke klein, zijn moederke stil zat te schreën. Ze slofte naar buiten en sloot traag het blind en grendelde 't deurken dan toe... Want niemand mocht weten, dat zij om haar kind te treuren zat, kwijnend en moe, Dat stil eiken avond in 't huizeke klein zij steeds om dat kind zat te schreën. Mei '31. B. Putteman. (4de bijdrage) In ons vorig nummer gaven wij een beknopte samenvatting der beschouwin gen van den Heer Leplae, Algemeen Bestuurder van den Landbouw bij het Ministerie van Koloniën over den toe stand der Europeesche kuituur in Congo en over de maatregelen van economi- schen aard die kunnen bijdragen tot hare ontwikkeling. Benevens deze economische maatre gelen geeft de Heer Leplae eene opsom ming der technische maatregelen welke thans reeds worden toegepast en nog kunnen worden uitgebreid tot bevorde ring van den Europeeschen landbouw. Zij hebben voor doel de Europeesche landbouwers bedrijfskennissen te ver schaffen en hunne bedrijven te bescher men tegen ongevallen, de natuurlijke vijanden en de krisissen. Als dusdanig dienen vermeld 1) de teelt van plantenvariëteiten met het oog op hunne verspreiding in Congo. Deze teelt wordt beoefend in den Kruid tuin of Botanischen Hof te Brussel, in den proeftuin van Eala met eventueele benuttiging der serres van den Kolonia len Hof te Laken. Een groote hoeveel heid planten van économisch of orne- menteel nut voortkomende van zaden of planten ingevoerd uit andere tropi sche gewesten heeft door kostelooze verdeeling of verkoop op die wijze in gang en uitbreiding gevonden in onze kolonie. Deze uitbreiding is echter maar op groote schaal geschied sedert den oorlog, daar de Kolonialen vroeger maar weinig aandacht schonken aan den land bouw, met uitzondering npchtans van den staat en een drietal missiën en land- bouwmaatschappijen. 2) de proefvelden of planterijen van den Staat. Deze proefplanterijen ten ge- talle van vier bewerken in de buurt van Stanleyville 2000 ha. Hevea rubber, kof fie, cacao, palmboomen. Alleenstaande kolonialen en maatschappijbestuurders kunnen in deze planterijen een stage of proeftijd doorbrengen teneinde er prac- tiche kennissen op te doen aangaande de tropische teelten. Gedurende het tijd perk van algemeenen voorspoed toon den de kolonialen en maatschappijen maar weinig belangstelling voor deze nuttige staatsinstelling. Daarin komt thans, nu de krisis zich doet voelen, mer kelijke kentering. 3) de Raadgevingen der Staatsagro- nomen. Al de staatsagronomen en vee artsen behoorende tot den Dienst van Landbouw, hebben als taak op aanvraag kostelooze raadgevingen te verschaffen over landbouwaangelegenheden aan de alleenstaande kolonialen en aan de maat schappijen. 4) de technische tijdschriiten uitgaan de van het Ministerie van Koloniën of door dit departement ondersteund, als mede de talrijke brochuren over tropi sche teelten en kweekmethoden. Deze publicaties vormen voor de Europeesche landbouwers in Congo een kostelijke bron van voorlichting en documentatie. De bijzonderste onder hen zijnLe Bul letin Agricole du Congo Beige, Revue d' Agriculture et d'Elevage. 5) de diensten gelast met de weerkun dige opzoekingen en met de studie der plantenziekten en der schadelijke insek- ten. Twee laboratoria voor grondonder zoek hebben gedurende verschillende jaren de samenstelling der gronden onzer kolonie bestudeerd. 6) de raadgevingen der veeartsen en de opzoekingen van het laboratorium voor dierlijke Bacteriologie te Kisenji. De veeartsen verschaffen aan de Euro peesche landbouwers nuttige raadgevin gen inzake veekweek. Ten einde de vee artsen op de hoogte te houden der jong ste methoden tot bestrijding der ziekten eigen aan het vee der tropische streken, werden de meeste veeartsén in stage ge zonden hetzij naar het veeartsenijkundig laboratorium van Pretoria, hetzij naar de laboratoria der Engelsche en Fran- sche koloniën uit Afrika. Ingevolge het oprichten in de streek van Lomami van belangrijke veekwee- kerijen door verschillende Belgische maatschappijen, heeft het Ministerie van Koloniën een overeenkomst gesloten met deze maatschappijen en het Bijzon der Komiteit van Katanga inzake de op richting van laboratoria voor veeartse- nijkundige opzoekingen in den omtrek van Elisabethville en in de streek van Lomami. Bovendien werden bijzondere voorzorgsmaatregelen getroffen om deze nieuwe veekweekerijen te beschermen tegen veepest door afkondiging van vei ligheidszones breed 300 tot 400 km.waar het verboden is vee te houden of in te voeren. De inrichtingen der landbouwdien- sten bij het Ministerie van Koloniën. In het laatste gedeelte zijner brochuur geeft de Heer Leplae een uiteenzetting van de inrichting en werking der land- bouwdiensten bij het Ministerie van Koloniën. Daar deze van minder belang is voor onze lezers, beperken wij ons bij enkele beknopte gegevens uit dit ge deelte. De landbouwdiensten dienen ge splitst in Europeesche en Afrikaansche diensten. De Europeesche diensten bevatten 1) Het Algemeen Bestuur van Land bouw, deel uitmakende van het Minis terie van Koloniën. 2) De Regie der planterijen van de kolonie. Deze Regie heeft als werkprogramma: A) het beheer der proefstations of planterijen van den staat 2000 ha. in den omtrek van Stanleyville waarover wij hierboven reeds schreven B) het beheer der proefstations waar onder deje voor de zaadveredeling van de katoen gevestigd in Welé en van veekweek gevestigd in andere plaatsen van de kolonie. De Afrikaansche diensten hangen af van het Algemeen Bestuur der kolonie te Leopoldville en staan onder de leiding van een Algemeen Opziener van Land bouw en Bosschen en van een hoofd- veeartsopziener. De provinciale diensten bezigden op 1 Februari 1931 173 Europeanen en 565 inlandsche helpers. Zij zijn verdeeld in 5 distrikten. De Regie der planterijen van Belgisch Congo beheert de volgende proefsta tions A) Eala, omvattende proefcentra voor verschillende teelten, laboratorium tot bestrijding der plantenziekten, een cen trum voor vee en varkenskweek. B) Proefstations voor zaadveredeling en verspreiding van katoen gevestigd te Bambesa 120 ha., Bafuka 166 ha., Ro- mokandi 117 ha., La Kulu 118 ha. enz. C) Stations voor zaad en planten veredeling van verschillende teelten ge vestigd te Jangambi 65 ha. voor Hevea rubber, Elaeïs, Cacao enz. Muskishi 225 ha. D) Stations voor veekweek gevestigd te Katentania 2489 hoornbeesten; wei den en voorbehouden oppervlakte voor weilanden90.000 ha. E) Station voor akklimateering van mei geiten is in wording. F) Gemengde stations voor planten teelt en veekweek gevestigd te Nioka en te Munama. G) Station voor het temmen van oli fanten te Api en Gangola na Bodio. Als slot van deze samenvatting wen- schen wij den Heer Algemeenen Be stuurder Leplae geluk voor den klaren kijk welke hij ons gegeven heeft over de landbouwtoestanden en nooden in onZe kolonie. Naar ons weten is deze zeer belangwekkende brochuur tot heden enkel verschenen in 't fransch. Wij be treuren dat het Vlaamsch de moedertaal van de meerderheid der Belgische be volking door het Ministerie van Kolo niën eens te meer wordt achteruit gesteld, te meer dat de brochuur handelt over een onderwerp dat vooral belang in boezemt aan het Vlaamsche land waar de landbouw de voornaan&te factor is der algemeene bedrijvigheid. De Regeering heeft eens te meer een gelegenheid gemist om getuigenis te ge ven van haar goeden wil tegenover Vlaanderens rechts eisch. De voeding van deze kalveren is gansch verschillend met de mestkalvers. Bij de laatste beoogt men het onmiddel lijk profijt, terwijl het kweekkalf in ge vorderden leeftijd zal rendeerend zijn. Sommige landbouwers denken dat de afstamming voldoende is en dat de voe ding in den opfok niet van groote betee- kenis is, net alsof de jonge kalveren hun ne ontwikkeling maar uit den hemelschen dauw te grijpen hebben. Anderen willen steeds uitsparen op de voeding hunner kweekkalveren in de verkeerde meening dat ze niets opbrengen. Wat in de jeugd door gebrekkige voe ding verloren gaat is later niet meer te herstellen. Dit staat vastvan een dier dat in zijn jeugd geruimen tijd werd on dervoed komt gewoonlijk niet veel te recht. Een laattijdige doelmatigrijke voe ding kan niet meer goed maken wat door een te kort aan voedende elementen in de jeugd werd verloren. Mochten we eens voor goed in het hoofd onzer vee kweekers geprent krijgen, dat een kapi taal besteed aan den opkweek van jonge kalveren een zeer grooten intrest afwerpt. De ondervoeding der kalveren is een grooten factor die nog steeds noodlottig blijft drukken op het verbeteren van onzen veestapel. Het eerste voedsel voor het kweekkalf juist gelijk voor het mest kalf is de biestmelk. Daar de maag van het jonge kalf teer en klein is, wordt de biest daarom in geringe hoeveelheid vier of vijf maal per dag toegediend. Gedurende de 10 eerste dagen voe dert men uitsluitend volle melk; men rekent op 1 kg. volle melk per 6 tot 7 kg. levend gewicht. Daarna vervangt men trapsgewijze de volle melk door afge roomde, mits bijvoeging van 30 tot 50 gr. kalfsmeel per kilo afgeroomde melk. Omzichtigheid is hier gebod, wil men geen bittere teleurstellingen oploopen. In 't algemeen gaan onze landbouwers te snel te werk en geschiedt de toevoe ging van en de aanlenging met afge roomde melk in een te haast tempo. Wordt het kalf plots op afgeroomde melk gezet, dan treedt onvermijdelijk diarrhee of doorloop op. In de praktijk bekomt men de beste uitslagen, wanneer deze overgang ongeveer een maand duurt, alsdan is het kalf ongeveer 11/2 maand oud. Bij voorkeur behoudt men een of twee kilogram volle melk in het rantsoen tot aan den speentijd. Het kalfs meel dat men in dit geval bij de afge roomde melkfmoet voegen, behoeft rijk te zijn aan eiwitstoffen, bijvoorbeeld leeschmeel, lijnmeel, Jaardnootmeel, vieesi erwtenmeel, enz. Immers, deze voedsels werken bijzonder op de ontwikkeling der spieren en zijn dus in dat geval aan te bevelen. Vooraleer het kalfsmeel met de afge roomde melk te mengen, moet het eerst met warm water aangeroerd worden. Het goede uitwerksel van de melk- voeding verdwijnt gedeeltelijk, wanneer men te veel voedert. Op sommige boer derijen geeft men tot 20 en 25 kg. afge roomde melk per dag en per kop. De kalveren krijgen dan diarrhee en kunnen de hooge voedingswaarde van de melk niet benuttigen. Als regel mag men aan nemen dat men 15 kg. niet hoeft boven te gaan. Afgeroomde melk wordt met voordeel gevoederd tot op den ouder dom van vijf tot zes maand. Beschikt men niet over de noodige hoeveelheid om tot op dien ouderdom volop melk te geven, dan vermindert men het melk- rantsoen in evenredigheid met de be hoefte der kalveren en.voedert men wat krachtvoeder bij. Wie de kalveren tot op zes maand enkel met melk zou voeden en ze dan plots op ruw voeder zou zetten, kan niet den verwachten uitslag bekomen. Jong gras en heel goed hooi zijn zeer geschik te ruwvoeders. Wanneer het kalf een paar weken oud is kan men een klein busseltje eerste klas hooi in den stal aan een koord hangen. De jonge kalveren leeren dan hooi eten naarmate het kalf ouder wordt, vermeerdert men geleidelijk de hoeveel heid. Houd in 't oog of de herkauwing van het jonge kalf niet achterwege blijft, en geschiedt ze niet regelmatig zoo moet ge het hooi een paar dagen van kant laten tot dat de maag beter fungeert.De maag der jonge kalveren moet geleide lijk aan de verwerking van ruw voeder gewend worden dit orgaan is nog zeer klein en zwak en moet zich ontwikkelen door de oefening. Te veel ruw voeder geeft echter aanleiding tot hooibuik insnoeren achter de schouders, terwijl de harmonische lichaamsbouw ver dwijnt. Goede en sterkbemeste weiden leve ren gras dat rijk is aan eiwit en minerale bestanddeelen en geven ook gelegenheid tot beweging. Tezelvertijd kunnen de jonge dieren er genieten van de zonne stralen. Beweging en zonnelicht bevor deren den groei van de spieren en de beendervorming, terwijl weidegang ge zonde en goed uitgroeiende dieren ver zekert. De kalveren mogen niet bij om het even welke weersomstandigheden ter weide gaan. Nat of bedauwd gras ver oorzaakt diarrhetische verschijnselen, terwijl te lage temperatuur aanleiding geeft tot voedselverspilling en ziekte. Bij slecht weder blijven de kalveren dan ook best op stakeen weidestal beschermt de jonge dieren tegen de groote hitte en onweersbuien. Een gevaarlijke overgangsperiode is het tijdstip van het spenen vooral tijdens de winterperiode. Plotselinge af schaffing van het melkrantsoen heeft een noodlottig gevolg op de verterings organen en dus ook op den groei. In den Zomer ter weide geschiedt die ver andering van voederregiem als van zelf. Jong gras verteert gemakkelijk'en past daardoor beter voor de teedere maag jes dan hooi of andere droge stoffen. In den regel is gras niet voldoende voor gespeende kalveren, men"moet nog een tijdje lang krachtvoeder toevoegen. 3 <y Het is GEKORRELD, dus gemakkelijk uit te strooien. Zeer OPLOSBAAR, is zijn werking snel en zeker. Voor alle inlichtingen be treffend het gebruik van het Kalksalpeter IG., zich wenden tot het Comptoir Beige des Engrais Azotés 8, Zwitserlandstraat, 8, Brussel. Volgens de hoedanigheid der weide voedert men 1 tot 2 kg. bij van een mengsel bestaande uit gelijke deelen raelkschilfers en haver of gerst en wat hooi. Met het spenen begint men niet voor dat het kalf ten volle 5 maand oud is. De speentijd moet geleidelijk geschie den en neemt ongeveer één maand in beslag, zoodat de melkvoeding op het einde van het eerste halfjaar geëindigd is. Wie deze leiddraad volgt heeft veel kans goede kalveren te kweeken. Het zal nochtans noodig zijn toezicht uit te oefenen op het rantsoen. De uitwerpsels en de vleeschtoestand zullen hier nuttige inlichtingen geven. BELGIË. Opgave der gevallen van mond en klauwzeer. Week van 17 Mei tot 24 Mei. Getal besmette hoeven Provincie Antwerpen 1 prov. Brabant 1 prov. Oost-Vlaanderen 3 provincie Henegouwen 4. Totaal 9. Op de Eerelijst. Op het sekreta- riaat der Ijzerbedevaart kwam deze laat ste dagen een postcheck toe van 2900 fr. van Mr Alwin Vendelmans, oorlogs vrijwilliger, Kongolo Jenplanta, Malela, onder melding "Mijn eerste Frontstreep rente,, voor het IJzermonumentDat is inderdaad een practische en milden steun die wel tot voorbeeld mag gesteld wor den aan alle oudstrijders, V.O.S.sen waarvan er reeds enkele weldra hun frontstreeprénte zullen genieten. Mochten allen dit schoone gebaar in dachtig zijn en hun eerste frontrente ge heel of gedeeltelijk storten voor het Monument hunner gesneuvelde strijd- broeders aan den Ijzer. Een Rodenbachsfilm. Men weet dat Flandria-film een Gezelle-film (4 dee len) in de wereld zond, die verleden jaar, met groeiend sukses, meer dan honderd afrollingen mocht beleven Thans werd door deze firma een Rodenbachsfilm opgenomen in drie dee len een dokument dat voor Vlaanderen een onschatbare waarde heeft. Men volgt den kleinen Rodenbach in zijn studenten ontwikkeling, tusschen de strenge muren van het klein Seminarie zijner geboorte stad Roeselare, waar de Blauwvoet ont popte op zijn geliefde wandelingen in de omgeving van - 't Seminarie, naar het monumentale Leuven, het dichterlijke Heverlé-bosch en de historische reis naar Damme en Brugge, later Gent, enz. men leeft zijn gedichten mee, zijn op wekking tot Vlaanderens strijd, zijn ziek te en sterven, en daarna Vlaanderens hulde aan zijn jong gevallen levenswek ker. Dit jaar herdenken wij de 75e verjaring zijner geboorte. Davidsfondsen, V.T.B.- ers, Studentenbonden, Vossen, en allen die meewerken aan de veredeling van ons volk, dat is de film die het eerst op uw programma's moet komen Vraag inlichtingen aan Flandria-film, Wilford- kaai, 16, Temsche. Telefoon 134. Vleeschvervoer in de treinen. Gewone reizigers mogen kosteloos enke le kilogrammen vleesch, voor hun gezin bestemd, in de treinkoepees meenemen. Voor de handelaars geldt die bepaling niet, tenzij voor gedroogd of gerookt vleesch. Witloof kweekers. Onze witloof kweekers kunnen aan hunne ambtsbroe ders de Hollundsche groentenkweekers eene les nemen. Deze deden reeds bij hunne regeering eene aanvraag voor regeling van den handel in witloof. Als onze kweekers niet de handen samen slaan en zelf het initiatief nemen voor een dienst van toezicht in te richten, als zij zich dus alleen op de regeering ver trouwen, bestaat er eenigszins gevaar zich op de markten van Frankrijk en Noord-Amerika te zien verdringen. Onze eierenuitvoer. "Het Vlaamsch Pluimveeblad deelt de volgende cijfers mede in verband met onzen uitvoer van eieren De eerste vier maanden van dit jaar voerden wij uit 173.881.000 eieren voor een waarde van 138.608.588 fr. tegen over 180.601.000 eieren voor een waarde van 144.178.000 fr. in 1930. De belang rijkste afzetgebieden zijn Duitschland, Frankrijk, Nederland, Engeland en Zwitserland. Voor het Yzergedenkteeken. De inschrijvingen voor het Yzergedenk teeken bedragen tot dusver l,278,259fr. 53. Tongerloo schreef in voor 50 fr., Bouchout-bij-Lier 100 fr. Esschen 500 fr.Aarseele 100 fr. Alle giften testuren aan het sekreta- riaat Cl. De Landtsheer, Wilfordkaai, 16, Temsche, postchekrekening 113465. wendt U tot de KALKMLPLTfcRlfi

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1931 | | pagina 3