T Hoe de Hoppekrisis te boven komen? Landbouwweekblad De Wet tot regeliog van den handel in zaden, plantgoed, meststoffen en veevoeders Onze toenemende Boterinvoer* ZONDAG 13 SEP I. i93i ^rlg* 2$ «K<sMi«3£ msmmtm masmsBm* i3<k JAARGANG Ni 663 Arbeid adelt Abonnementsprijs 12,00 frank 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord, Bureel en Redaktie: DE VILAN DERSTRAAT, AALST Verantwoordelijke Opsteller De hooge prijzen welke het plantgoed, de zaden, meststoffen en veevoeders sedert verschillende jaren hebben gekend, hebben aan leiding gegeven tot veelvuldig en aanzienlijk bedrog in den handel van deze producten. Dit bedrog, dat door gewetenlooze handelaars op behendige of onbehendige wijze wordt gepleegd, heeft aan talrijke landbouwers zware schade II. Maatregelen tot uitoefening van het wettelijk toezicht. Als dusdanig vernoemt de wet 1) De verplichte uitreiking door den verkooper bij elke levering van een rekening of een ander bewijs behelzende de aanduidin gen voor te schrijven door het ministerie van Landbouw. 2) De machtiging aan de be voegde staatsagenten om in alle berokkend- Benevens de te hooge omstandigheden stalen te nemen prijzen welke ze betaalden voor minderwaardige producten, onder gingen zij bij den oogst het nog veel zwaarder verlies van onvol doende opbrengsten. Sedert jaren en in herhaalde aangelegenheden, hebben we onze landbouwers gewezen op het groot belang dat ze hebben, de onmisbare grondstoffen voor hun bedrijf te koopen bij hunne ver- eeniging of bij handelaars die ernstige waarborgen bieden.Velen hebben onzen raad gevolgd en zijn er goed bij gevaren, anderen uit verkeerd begrepen spaarzaam heid of uit kortzichtigheid, zijn voortgegaan met zich te laten bedodden. Voor deze laatste cate gorie bijzonder was een algemeen en streng wettelijk toezicht op den handel in zaden, meststoffen en veevoeders, onmisbaar. Doch ook voor den landbouw in 't algemeen was dit toezicht noodzakelijk, ten einde misbruiken te beteugelen, waarvan hij bij den invoer vooral het slachtoffer was. Uitgaande van dit standpunt heeft onze Vereeniging in "De Koornbloem,, en elders een hard- nekkigen strijd gevoerd om van de Regeering een degelijke rege ling te bekomen van den handel in zaden, meststoffen en veevoe ders. Die wettelijke regeling is er ein delijk gekomen door de wet van 15 Juli 1931 verschenen in het staatsblad van 9 Oogst 1.1. Doch zooals alle landbouwwetten heeft deze ook een slakkengang ge maakt, immers het ontwerp werd döor den Heer Baels, onzen vori- gen minister van landbouw, reeds ingediend ter Kamer van Volks vertegenwoordigers den 22 No vember 1928. Ten gerieve onzer leden geven we hier een beknopte toelichting der bijzonderste bepalingen der nieuwe wet I. Handelsverrichtingen vallende onder toezicht der Regeering. Artikel 1 geeft aan de Regee ring de macht met het doel bedrog en vervalsching te beletten, toe zicht uit te oefenen op de fabri catie en de toebereiding, den han del, denverkoop, den afzet en den invoer van zaden en plantgoed van allen aard, van meststoffen en veevoeders, van de producten tot verbetering, bevordering of be scherming van de planten- of die- renteelt. Vallen echter niet onder het wettelijk toezicht de toevallige koopcontracten gesloten tusschen landbouwers onderling en tusschen landbouwers en handelaars, en enkel betrekking hebbende op zaden of plantgoed door den ver kooper zelf aangekweekt. van de producten in de fabrieken, werkhuizen van toebereiding, ma gazijnen, staties, wagons enz. 3) Het recht aan den kooper om niettegenstaande elke strijdige overeenkomst stalen te nemen van de producten door hem aange worven om hen te doen ontleden door de staats- of private labora toria of stations. De kooper moet echter die stalen nemen in aanwe zigheid van den verkooper of van zijn afgevaardigde en bij ontsten tenis van dezen, in tegenwoordig heid van getuigen. 4) Zooals onder 1° vermeld zul len de facturen en andere stukken verplichtend uitgereikt bij de leve ring van zaden, plantgoed, mest stoffen en veevoeders de hoeda nigheden moeten vermelden voor te schrijven bij koninklijk besluit. Deze hoedanigheden dienen dan als hoofdzakelijke hoedanigheden der producten beschouwd. Blijkt het uit duidelijke bewijzen dat de kooper de koopovereen komst heeft aangegaan bij vergis sing aangaande een dezer hoofd- hoedanigheden, dan kan hij de koopvernietiging vorderen, ofwel prijsvermindering eischen naar zijne keuze onverminderd de schadeloosstelling indien daartoe aanleiding bestaat. De benadeeling van meer dan een vierde op de handelswaarde der producten geeft aan den koo per recht van vordering tot prijs vermindering. Op straffe van verval moeten de rechtsvervolgingen tot koops vernietiging, ongeldigverklaring en prijsvermindering, ingesteld worden binnen de twaalf maanden na de levering. Zij blijven ontvan kelijk niettegenstaande het geh ee of gedeeltelijk verbruik der gele verde waren. Van belang is het dus voor on ze landbouwers nauwkeurig in de koopkontrakten en bestellingen de hoeveelheden en hoedanigheden te bepalen der producten welke zij aanwerven, stalen te nemen in de hooger beschreven voorwaarden en wanneer er aanleiding bestaat tot rechtsvervolgingen wegens be drog of gebrek aan overeengeko men hoedanigheid deze tijdig in te spannen. 5) Artikel 5 en volgende behel zen de strafmaatregelen tegen in breuken of overtredingen der wet. Als dusdanig kunnen vernoemd a) Een boete van 50 tot 100 fr. met mogelijke verbeurd verklaring der goederen bij levering dezer laatste zonder begeleiding van de stukken voor te schrijven door de koninklijke besluiten in uitvoering der wet. Verdubbeling der boete ORTAIRE CALIDRON, Aalst. bij herhaling door den overtreder binnen de vijf jaren na de eerste veroordeeling. b) Boete van 100 tot 2.000 fr. en gevangenisstraf van 15 dagen tot zes maanden, of enkel een de zer straffen voor bedrog inzake een als hoofdzakelijk beschouwde hoedanigheid, of in de aanwijzing of betiteling van zaad, plantgoed, meststof, of voeder met een bena ming die gebruikelijk daaraan niet gegeven wordt. Benevens die straffen kan de Rechtbank de ver beurdverklaring der goederen be velen alsmede de afkondiging van het vonnis in een of meer dagbla den, alsook de aanplakking er van buiten op de woning, de magazij nen, fabrieken van den veroor deelde op dezes kosten. c) Dezelfde straffen als onder b zijn toepasselijk op de verval sching van stalen alsook op die genen welke in aankondigingen, plakbrieven of anderszins valsche- lijk doen gelden dat hunne waren gekontroleerd zijn door een labo ratorium van den staat of van een openbaar bestuur. d) Dezelfde straffen als onder b treffen ook diegenen die zich ver zetten tegen de staalneming of toe- zichtsmaatregelen vanwege de bevoegde ambtenaars. i Bij herhaling der overtredingen vermeld onder b, c en d voormeld kunnen de straffen verdubbeld worden. Bovendien kunnen de rechtbanken de sluiting bevelen der inrichting van den veroordeel de voor een tijdperk van acht da gen tot een jaar. Uit voorgaande blijkt dat de wetgever een algemeen toezicht beoogt op de fabrikatie, den in voer en den handel in grondstof fen noodzakelijk voor het land bouwbedrijf. Onder art. 4 lezen we echter dat de benadeeling van meer dan een vierde op de handelswaarde aan den kooper het recht geeft van vordering tot prijsvermin dering, dit beteekent dat men onze waren tot 24 mag vervalschen zonder dat we een centiem scha devergoeding krijgen Hiermee gaan we absoluut niet akkoord en brandmerken dezen maatregel eens te meer al:, een grove onrecht vaardigheid tegenover onze boe ren en een slechte opvatting en kortzichtigheid vanwege den wet- gever.We ontkennen niet dat deze wet de minister van Landbouw voortreffende middelen bezorgt om talrijke misbruiken te fnuiken die tot heden tot groot nadeel on zer landbouwers werden gepleegd. Doch reeds vroeger was dit met een beetje goeden wil mogelijk, zal 't nu beter gaan We hopen het, doch stellen weer eens vast dat er weer geen afdoende, volle dige en rechtvaardige wet werd getroffen. Men mag ons voor 24 bedriegen zonder dat we het recht hebben schadevergoeding te eischen Er is maar één België LEDEN! Werpt a. u b. De Koornbloem,, niet dadelijk weg als ge ze gelezen hebt. Be waart Uw blad, het is een raadgever die U kosteloos veel dienst zal bewijzen. Voor en door de Landbouwers WAT WIJ WILLEN! Een schoone boerenstand, Een welvarende boerenstand, Een vrije Boerenstand We hebben hierover reeds vroeger verschillende malen geschreven en om te bewijzen dat we onze lezers niet een zijdig willen inlichten laten we hier een andere klok hooren. We geven hieron- der de hoofdgedachten weer van een uiteenzetting van een vooraanstaanden 'i handelaar in hop. Ziehier wat hij na eenigen uitleg over de kenteekens der crisis schrijft Het gansche vraagstuk stelt zich als volgtWat moet er gedaan worden om den landbouw een beteren prijs voor zijn hop te doen bekomen. Op het eerste zicht is het middel de bescherming, een invoerrecht geheven op de ingevoerde hop moet de prijzen van de inlandsche hop verhoogen. Ver onderstellen we dat men een invoerrecht heft van 300 frank op 50 kg. In welke verhouding zal de inlandsche hop kunst matig in prijs verhoogen als gevolg van dit invoerrecht Het is moeilijk om zeggen, in de meest gunstige omstan digheden zal de maximum-verhoo ging 300 frank zijn, terwijl in geval van wereld-overproductie het kan zijn dat er hoegenaamd geene verhooging is. Nemen we echter een gemiddelde ver hooging van 150 frank aan, dit beteekent op een oogst van 25,000 quintalen eene som van 3,750,000 frank, die door al de producenten zou opgetrokken worden of hun producten van mindere of hoo- gere kwaliteit wezen. Deze 3.750,000 fr. zullen betaald worden door de brouwe rijen en onrechtstreeks door het publiek. De brouwers zullen echter ook 300 fr. per quintaal te betalen hebben voor de 50,000 quintalen die zij moeten invoe- voeren, dit maakt 15 millioen frank. Al- zoo zouden de brouwerijen en het pu bliek een last te dragen hebben van 18.750.000 frank om aan de hoppekwee- kers... 3.750,000 fr. steun te laten ge nieten. Is dit logisch De schrijver zegt verder enkele woor den over de kwaliteit van onze inland sche producten. Hij denkt dat onze hop teelt zich nog niet aangepast heeft aan de verschillende nieuwe eischen die de brouwerijen stellen, doch dat een merke lijke verbetering te voorzien is als al de mannelijke planten, zooals voorzien in het onlangs verschenen Koninklijk Be sluit, in het Poperingsche zullen vernie tigd zijn. Als samenvatting van de uiteenzetting vinden we volgende besluiten 1. Niemand heeft belang bij een nieu we inkrimping der teelt. 2. Niemand, zelfs de teelt niet, heeft belang bij het invoeren van een brutaal beschermingsrecht. 3. Voor wat de huidige variëteiten betreft, de brouwerij mag niet eischen dat deze onmiddelijk door meer aange paste zouden vervangen worden. Als middel om de teelt te verbeteren wordt van de Regeering gevraagd een selectiestation in te richten zooals dit reeds elders werd gedaan. Indien iedere brouwer uit eigen bewe ging of door verplichting een minimum van 20 °/o belgische hop wilde gebrui ken zou er heel waarschijnlijk onmidde lijk evenwicht gebracht worden tusschen voortbrengst en verbruik. Een premie van 100 frank voor 50 kg. verleend aan iederen voortbrenger van PRIMA hop zou onmiddelijk de beperking tegenhou den en een spoedige en ernstige verbe tering meebrengen. Wat wij hierop te zeggen hebben. Naar uit het voorgaande blijkt zou er eindelijk belang gaan gesteld worden in de hopteelt en zouden de handelaars, nu dat de schoen ook hen begint te nijpen, naar ernstige middelen voor ver betering uitzien. Als 't maar niet te laat is Eenmaal was de hopteelt en hophan del bloeiend, bracht werk en brood aan duizenden, welstand aan gansch de streek. Onze hop was gezocht in En geland, vond uitweg naar andere lan den. Maar naarmate de hopteelt in die landen (ons afzetgebied) vorderde, zoch ten en vonden zij bescherming voor eigen voortbrengst in de verhooging hunner toltarieven. Engeland verhoogde deze steeds en bracht het zoover de invoer onmogelijk te maken. Andere landen volgden dit voorbeeld na. En zoo hebben wij naarmate dit protectio nisme verergerde onze hopteelt zien kwijnen, achteruit gaan zoover dat in de streek van Aalst en Assche er nog weinig van overblijft. Wij vragen ons af waarom die middelen die andere lan den als doeltreffend aanzien, voor ons zouden nutteloos zijn. Het is een feit dat door de evolutie in de brouwerij er nieuwe eischen voor de hoedanigheid der hop gesteld worden. Maar eveneens is het waarheid dat in de teelt er groote verbetering gekomen is en dat die hopkweekers die er zich op toeleggen aan al de vereischten der nieuwe brouwwijze te voldoen er niet voor beloond zijn. Het schijnt bewezen dat eenmaal hop "Belgische,, is, zij niet deugt, dat men ten minste er den prijs niet wil voor geven die men aan vreem de en soms minderwaardige betalen moet. Hoe wil men dus die verbetering aanmoedigen als onze eigen regeering ons in den steek laat, de brouwers ons den rug toekeeren en de handelaars on verschillig blijven. Of is onze hopteelt te onbeduidend om geholpen te worden Schrijver van voorgaand artikel is het eens, dat met eene verhooging van 300 fr. op de tolrechten er eene prijsverhooging zou zijn middelmatig genomen van 150 fr., dat hierdoor er jaarlijks 3,750,000 fr. aan de planters zou ten goede komen, en vindt deze som te onbeduidend. Hierop antwoorden wijElke poging om verbetering is lof baar en onze hop kweekers zouden al heel dankbaar zijn. Het zal de planters niet kunnen ten laste gelegd Worden zoo de handel in Belgi sche hop eenmaal tot het verleden be hoort zoo de brouwers van den vreem de heel en al zullen afhangen. Indien de planters weten dat ze niet aan hun lot overgelaten worden, dat men ernstig wil helpen, zullen ze zich met nieuwen moed op den kweek, op de verbetering toe leggen. Aan onze regeering, de brouwers en de handelaars zeggen wij aarzelt niet, treft die middelen die andere landen reeds getroffen hebben, laat de hopboe- ren niet aan hun lot over, redt wat nog te redden is, want te laat den put ge vuld als 't kalf verdronken is We schreven verleden week onder rubriek Heel de Wereld rond dat onze invoer van vreemde boter gedu rende de 6 eerste maanden van 1931 8,5 millioen kg. bedroeg tegen 4,5 mil lioen gedurende de 6 eerste maanden van 1930 (onze zetter schreef als titel meer-UITvoer, doch we laten dezen kemel voor zijn rekening). In 1928 hadden we nog een meer-uit- voer van boter van ruim 350 duizend kg. en sindsdien is onze eigen productie gestegen. We zijn dus, zooals we het verleden week ten andere reeds deden opmerken, eens te meer de slachtoffers van de beschermingspolitiek die de an dere, en de bijzonderste invoerende lan den voeren om hun producenten te be schermen. Daartegenover zien we, om niet uit de gewoonte te gaan, van onze eigen Regeering eene laksheid en onver schilligheid die door niets te verrecht vaardigen is. Andere en groote landen, die tegen een stootje kunnen, hebben weeral ge zorgd voor hooge tariefmurenDuitsch- land 425 fr. (op 100 kg.) Oostenrijk 433,50 fr.Vereenigde Staten 1105 fr. Dit zijn er weer maar eenige op't goed- valle 't uit genomen, enkel om te doen uitschijnen welke bespottelijke houding de Belgische Regeerders aannemen met het vooroorlogsch invoerrecht van 20 fr. halstarrig te blijven handhaven. Dit invoerrecht werd vóór den oorlog als noodzakelijk geacht, doch nu wij alle waren die wij moeten koopen voor huis houdelijk verbruik en voortbrengst min stens zeven maal (we zullen nog breed zijn) duurder moeten betalen, en al de rechten die de nijverheid beschermen ruimschoots aan de minderwaarde onzer munt zijn aangepast (om van de verhoo gingen niet te spreken), wil men van geen perekwatie hooren. Wat moeten we hieruit besluiten Kortzichtigheid, domheid of onwil MKRMWiaMBMiMaeMBMHt nstamwtxm DE LOEM De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1931 | | pagina 1