I
r
De Strijd voor Verlaging
der Pachtprijzen
De
Grondbelasting
onze Landbouw
en
Landbouwweekblad
MOTIE
ZITDAG
HMMMBHBBHH
Wetgeving
Vandaag nog
Een beroep op de Wetgevende Macht
ZONDAG 1 MEl 1932
PjtiJa 23 ctatkua
lidc AARGANG Nr o96
Arbeid
adelt
Abonnementsprijs t 12,00 frank 's jaars.
Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord,
Bureel en Redaktie: DE VILANDERSTRAAT, AALST
Verantwoordelijke Opsteller
ORTAIRE CAUDRON, Aalst.
Voor en door
de Landbouwers
W'hebben reeds heel wat geweste
lijke vergaderingen, waarop het vraag
stuk der pachtprijzen besproken werd,
achter den rug. Deze vergaderingen zijn
zeker niet zonder nut geweest, verre
van daar, niet voor ons, niet voor onze
boeren.
Niet voor ons.
Wij zijn altijd van meening geweest
dat een regeling der pachtprijzen nood
zakelijk is, omdat we uit de zoovele, de
zoo tallooze bestaande misbruiken iets
leerden, het was zonder een bescher
mende wetgeving zullen de kleine pach
ters steeds overgeleverd zijn aan de
willekeur van sommige greote grond
eigenaars die nooit geaarzeld hebben
van hun macht en van den toestand
onzer boeren, die kost wat kost grond
moeten hebben om te bewerken, mis
bruik te maken.
Nogmaals het is niet van gisteren
dat we dit weten, maar die omreizen
door onze verschillende afdeelingen, de
gesprekken die we hadden op onze ge
westelijke vergaderingen, de inlichtin
gen die we bekwamen over bestaande
pachtprijzen, gebruiken inzake betaling
der grondbelasting, hebben onze mee
ning nog versterkt, meer nog, een be
trekkelijk klaar zicht op de heerschende
toestanden doen ons besluiten dat er
onmiddellijk, zonder verder talmen, door
de Wetgevende Macht dient ingegre
pen om erger dingen te voorkomen.
Onmiddellijk, zonder verder talmen
wil zeggen beter vandaag dan morgen,
omdat we hopen en er op rekenen dat
de pachters welke voor den verstreken
pachttermijn overdreven pachtprijzen
betaalden noch min noch meer als
SCHADEvergoeding zullen krijgen; en
bijzonder om dit nog mogelijk te maken
dient er gehandeld
Moeten we nu nog staaltjes aanhalen
van overdreven pachtprijzen
Als we hiermee beginnen zouden we
niet kunnen eindigen, en toch bekruipt
ons den lust een paar typische voorbeel
den aan te halen, die, laten we er nog
maar eens op drukken,geen alleenstaan
de feiten zijn, dat weten onze boeren
en degenen die de toestanden kennen
maar al te best.
W'hebben o. a. het geval van een
lid om man en paard te noemen
het is Angelus Van Doorselaer van
Schellebelle, die na zich tot de Pro
vinciale Landbouwkamer van Oost-
Vlaanderen te hebben gewend waar
men ook bekende dat zijn pachtprijs ver
overdreven was (5 fr. de roede voor
3de klasse grond of 10 maal zooveel als
vóór den oorlog) VEROORDEELD
werd tot het betalen van den pachtprijs
plus de onkosten van het geding
zijnde 150 frank zonder zelfs eenmaal
gedagvaardigd te zijn geweest
Vraagt dus maar heel beleefd ver
mindering, niet waar Lamme Goedzak
ken die nog altijd niet uit uw schelp zijt
gekomen, al moet ge toch zien dat uw
beroep op de redelijkheid en mensche-
lijkheid om alle officieele regelingen
overbodig te maken weinig in huis
heeft gebracht.
Over dit geval alleen konden we
'n heele bladzijde vol schrijven, maar
er zijn er nog zooveel, we gaan dus
voort. We kennen de namen berus
ten in onze dossiers huurprijzen van
18 fr. de are voor gronden die verkocht
worden aan 200 frank, dus eventjes een
intrest opbrengen van 9 we kennen
pachtprijzen van gronden met intensie
ve cultuur, welke vastgesteld werden in
goede tijden maar nu met verlies wor
den uitgebaat zooals tabak-, groenten-,,
witloof-culturen.
We kennen ook nog menigvuldige
gevallen in dewelke de huurders voor
gronden wier opbrengstvermogen noch
door eenige verandering of gunstige
evolutie van de bodemgesteitenis, noch
door eenige andere economische om
standigheid verhoogd is, pachtprijzen
betalen welke 10, we kennen er, en
niet eenige. welke 14 maal hooger zijn
dan vóór den oorlog
Waarom zouden we moeten verder
gaan, waarom bewijzen op bewijzen sta
pelen, waarom enkele gevallen aanha
len als de toestand algemeen slecht is
Weten we niet dat er geen harder doo-
ven zijn als zij die niet hooren willen?
De algemeene toestand is slecht.
In ons manifest dat we voor de ver
schillende gewestelijke vergaderingen
verspreidden wezen we daar reeds op,
we zegden o. a. dat mag aangenomen
worden dat de pachtprijzen van 7 tot
10 maal hooger zijn dan vóór den oor
log, zeker blijven we nog beneden de
waarheid, we zullen ons echter bij ons
verder betoog maar steunen op deze
hypothese.
Waarom betalen we nu een pacht
prijs voor het uitbaten van een grond?
Enkel en alleen omdat op dien grond
vruchten kunnen gewonnen worden.
Het is bijgevolg enkel en alleen naar de
waarde dier vruchten dat we de waarde
der gronden hoeven te bepalen. De
vrucht van den akker is de waarde
meter van den landbouwgrond. Het
index-cijfer der akkerbouw-producten
van een doorsnee-landbouwbedrijf was
nu voor het jaar 1931 nagenoeg 450.
Wat zeggen wil dat indien we vóór den
oorlog de laatste vijf vooroorlogsche
jaren 100 frank van de akkerbouw
producten van ons bedrijf kregen, we
nu voor diezelfde voortbrengselen 450
huidige franks ontvangen, dewelke
slechts de waarde hebben van 64
vooroorlogsche franks.
Hierboven schreven we dat de pacht
prijzen van 7 tot 10 maal hooger zijn
dan vóór den oorlog, wat zeggen wil
dat voor 100 vooroorlogsche franks aan
pachtprijs besteed,we er nu 700 tot 1000
huidige moeten geven, dewelke echter
slechts gelijk zijn in het eerst.e geval aan
101 vooroorlogsche franks, in bet
tweede aan 140.
We zien dus
1° dat de prijzen der landbouwvoort-
brengseien in aanzienlijke mate gedaald
zijn tegenover vóór den oorlog
2° dat de pachtprijzen daarentegen de
andere richting zijn ingegaan en ver
hoogd zijn.
We trekken verdere besluiten de
waarde van den grond is verminderd,en
de rente, de pachtprijs is verhoogd
Dit toont klaar het onrechtvaardige
der bestaande toestanden, de onrecht- j
vaardigheid der overdreven pachtprij-
zen.
We schreven de gewestelijke verga-
deringen zijn niet zonder nut geweest
voor onze boeren. We hopen dat ten i
minste. Op vele plaatsen mochten we
vele boeren bijeenzien, op andere was i
het minder goed. Overal echter was
men ten volle accoord met het door ons
ingenomen standpunt, naeer nog, de
geestdriftige stemming die er bij het
einde der vergaderingen heerschte, liet
ons besluiten dat onze menschen nog
warm te krijgen zijn voor een actie ter
verdediging der elementairste boerenbe-
langen.
Maar... er is ook een keerzijde aan
de medalie. Waar bleven de anderen,
degenen die er KONDEN zijn en die
>ve niet gezien hebben
Dat ieder voor zich antwoorde, maar
dat allen die onzen strijd van nabij vol-
eens te meer 'n schoone gelegenheid om
te toonen dat ge dit zijt, verkeken.
Gij, Minister Van Dievoet, die zegt
dat ge de contracteerende partijen liefst
alle vrijheid laat, ziet ge dan niet dat die
zoogezegde vrijheid voor onze boeren
een groote fopperij is onder schijn-
schoonen dekmantel
En gij, Heeren Volksvertegenwoor
digers en Senatoren, die door het volk
naar de wetgevende lichamen gezonden
zijt, op U stellen we onze hoop, ook de
boeren hebben een stem
Laat deze zaak niet worden een par
tijpolitieke kwestie, het is een boeren-
belang, een algemeen volksbelang. Be
schouwt het alzoo, v/ant boven en bui
ten alles wat verdeelt begint de boeren
stand ook zijn strijd voor zijn beroeps-
belangen uit te vechten niet tegen
iemand, niet tegen anderen, maar ge
zamenlijk, enkel zoekende dat wat hen
dwingt mekaar de hand te reiken,schou
der aan schouder te gaan, om niet
'n brokje, maar het heele boerenrecht
te verkrijgen
gen, die ons woord hebben gehoord, het eigenaar.
aan de heerea Volksvertegen
woordigers en Senatoren.
200 leden der Landbouwers-
vereeniging Redt U Zeiven te Aalst in
algemeene vergadering voor pachters
van Aalst en omliggende,
na bijzondere aandacht te heb
ben gewijd aan het vraagstuk der pacht
prijzen en der grondbelastingen in ver
band met den landbouw,
na bestatigd te hebben dat er in
verre na geen aanpassing der pachtprij
zen aan de huidige minderwaarde der
voortbrengselen van den akker is
gebeurd,
na onderzocht te hebben de
groote beteekenis der grondbelasting
voor het landbouwbedrijf
zijn van meening
dat een wettelijk ingrijpen tegen alle
overdreven pachtprijzen absoluut nood
zakelijk en van dringenden aard-is, in
grijpen, dat zoowel de rechten der
eigenaars als die der huurders zou moeten
vrijwaren, in dezen zin, dat een waarde
daling der vruchten welke op een be
paalden grond kunnen gewonnen wor
den een evenredige daling van den
pachtprijs van dien grond zou moeten
meebrengen, wat de laatste jaren niet
gebeurd is
meenen verder
dat het onrechtvaardig is en volstrekt
in tegenstrijd met den geest der bestaan
de wetgeving de grondbelastingen te
doen betalen door den huurder
vragen U diensvolgens zonder
verder talmen de ontwerpen welke een
tijdelijke herziening der pachtprijzen
beoogen zoo spoedig mogelijk ter be
spreking voor te leggen,
zijn echter overtuigd
dat alleen een grondige herziening der
pachtwet door het instellen van maxi
mumpachtprijzen per landbouwstreek
een gezonden toestand kan scheppen en
goede betrekkingen brengen tusschen
pachters en eigenaars,
zijn ook overtuigd
dat er van geen goede betrekkingen tus
schen pachters en eigenaars kan sprake
zijn zoolang de eigenaar het recht heeft
de grondbelastingen te doen betalen
door den huurder
vragen dus zoo spoedig mogelijk
1° een gezonde, wettelijke rege
ling der pachtprijzen volgens boven
staande grondbeginselen
2° maatregelen welke de grond
belasting ten laste leggen van den
niet laten bij lijdzaam toezien, dat het
besluit dat ze troffen bij het einde eener
vergadering, bij het toejuichen eener
rede, groeie tot een daad, dat ze man
nen worden, bewust van de rechtvaar
digheid hunner zaak en dan overal mee
strijden den heerlijken boecenstrijd
En gij, die we niet hebben gezien,
maar die toch weet wat et omgaat, die
weet dat we om iets te vorkrijgen met
vereende krachten moeten werken, het
is niet te laat, sluit aan, wan t eerst moe
ten we toonen dat we eensg ezind staan
en rechts- ook krachtsbewt ist worden
vóór we in de maatschappij en in onze
moderne staatshuishouding bi-rustend op
voorrechten van een kapitaa l-machtige
minderheid, zullen van tel zijn
En gij, Regeering, die I Nationaal,
voor heel het volk MOEST zij in, gij hebt
betreffende de regeling van den
handel in zaden» meststoffen»
pootgoed en veevoeder.
In het Staatsblad van 20 April ver
scheen een K.B. van 17 Februari 1932
betreffende uitvoering der wet van 15
Juli 1931, welke in ons nummer van
September 1931 werd besproken
zegd K.B. zal in werking tre
maanden na de bekendmaking
van
13
Ge
treden zes
het
Staatsblad, dus op 20 October 1932.
In een onzer volgende nummers zul
len we omstandiger over dit K.B. uit
wijden. We wachten nog wat, te meer,
daar Ministerieele besluiten nog moeten
verschijnen.
(2de bijdrage).
In onze vorige bijdrage hebben we de
redenen uiteengezet die pleiten voor het
wettelijk verbod aan den eigenaar de
grondbelasting verder te doen betalen
door zijn huurder of pachter.
Nog enkele andere punten in onze
wetgeving betreffende de grondbelasting
vergen grondige herziening en verbete
ring ten voordeele van onzen geteister-
den landbouw.
Ook daarop werd reeds door ons
groot landbouwcongres van 24 Juni 1928
de aandacht gevestigd der bevoegde
openbare besturen
I. Bepaling van het kadastraal inkomen
vanlandbouweigendommen
Volgens de wettelijke bepalingen
wordt de grondbelasting gevestigd op
het kadastraal inkomen van de gebouw
de en ongebouwde eigendommen.
Volgens de wet vertegenwoordigt dit
kadastraal inkomen het gemiddeld nor
maal netto-inkomen van één jaar en
wordt per kadastraal perceel vastge
steld.
Het kadastraal inkomen wordt door i
het bestuur van 't kadaster vastgesteld 1
per perceel, bij vergelijking met het
inkomen van vaste goederen van gelij
ken aard en van gelijke opbrengst, ge
legen in dezelfde gemeente of in omlig
gende gemeenten en die als modellen
zijn genomen.
Als basis van het onderzoek worden
genomen hetzij de werkelijke huurprijs,
hetzij de handelswaarde, hetzij het ge
middelde bedrag van de huuropbrengst.
Als vergelijkingspunten of modellen
worden genomen hetzij vaste goederen
waarvan het huidige huurinkomen is
gekend door huurovereenkomsten of
kwijtingen van normaal erkende huur
prijzen, hetzij goederen die onlangs
werden verkocht tegen een prijs die
insgelijks als normaal is erkend.
Het netto-kadastraal inkomen dat
tot basis dient der grondbelasting wordt
bekomen door op het bruto-kadastraal
inkomen vastgesteld op de hooger aan
geduide wijze, volgende verminderingen
toe te staan wegens onderhoudskosten
a) 1 5 inzake gebouwen,
b) 1/10 inzake gronden.
Uit voorgaande wettelijke schikkin
gen die enkel breede richtingslijnen be
helzen tot vaststelling van bet kadastraal
inkomen blijkt genoegzaam welk groot
belang er voor onzen landbouw verbon
den is aan het vaststellen van het ka
dastraal inkomen door personen of
organismen goed op de hoogte van de
landbouwtoestanden.
Ons Congres van 24 Juni 1928 vroeg
dan ook dat het kadastraal inkomen van
de landbouweigendommen zou worden
herzien en vastgesteld door commissiën
bestaande uit den vertegenwoordiger
van het Belastingswezen, uit den afge
vaardigde van het gemeentebestuur, uit
den vertegenwoordiger der landbouw
kamer en uit deze der bestaande land- j
bouwvereenigingen.
Bij de jongste herziening van het
kadastraal inkomen heeft de fiscus wel
beroep gedaan op sommige landbouwers
om zitting te nemen in de raadgevende
gemeentelijke commissiën gelast voor
lichting te geven aan de beambten van
het belastingsbureel die de herziening
van 't kadaster moeten uitvoeren.
Doch dit beroep op alleenstaande
landbouwers is niet de georganiseerde
vertegenwoordiging zooals door de
bevoegde landbouwmiddens gevraagd
werd.
Zoo komt het dat deze herziening tot
wanverhoudingen heeft geleid waarvan
er enkele der meest typische in deKamer
werden aangeklaagd. Zoo b.v. hebben
de afgevaardigden van het Kadaster
het jaarlijksch inkomen der gebouwen
van hofsteden afzonderlijk vastgesteld
bij vergelijking met het inkomen van
gewoon burgershuizen in de kom der
gemeente gelegen, daarbij uit het oog
verliezende
1) Dat de gebouwen eener hofstede
met de aanpalende landerijen een be-
drijfsgeheel vormen,
2) Dat de huurwaarde der hoevege
bouwen op zich zelve beschouwd verre
blijft onder deze eener gewone burgers
woning.
Bij gebreke aan bevoegde vertegen
woordiging der landbouwbelangen komt
het ook dat de fiscus niet genoegzaam
rekening houdt met de gansch verschil
lende uitbatingsvaarde van landerijen
soms dicht bij elkander gelegen, wegens
de hoedanigheid van den grond zelve,
de verkeerswegen die er toe leiden, de
afwatering enz.
De wet bepaalt dat tot vaststelling van
het kadastraal inkomen als basis kan
worden genomen het huidige huurinko
men dat gekend is door huurovereen
komsten of kwijtingen van normaal er
kende huurprijzen.
Deze bepaling is reeds op zich zelve
een bron van overbelasting.
Iedereen toch weet dat in talrijke ge
vallen de huidige pachtprijzen schrome
lijk overdreven zijn in verhouding tot de
huidige opbrengsten van het landbouw
bedrijf.
De vaststelling van het kadastraal
inkomen op basis der huidige pachtprij
zen beteekent aldus voor den huurder,
die meestal de grondbelasting betaalt,
een erge verzwaring van den last op hem
drukkende wegens den overdreven
pachtprijs.
De hardnekkige strijd die Redt U
Zeiven voert voor de wettelijke beper
king der pachtprijzen wordt daardoor
ook verrechvaardigd.
Daar voor de goederen uitgebaat door
den landbouwer, eigenaar zelf, het ka
dastraal inkomen bepaald wordt volgens
den huurprijs van goederen van gelijken
aard die in huur worden gegeven, is de
huidige overdreven pachtprijs die op
groote schaal aan de huurders wordt
opgelegd voor hem op belastingsgebied
eveneens nadeelig.
Een ander punt dat onze aandacht
verdient is de aftrekking van 1 /5 welke
wordt toegestaan op het bruto-kadastraal
inkomen der gebouwen tot vaststelling
van het netto-bedrag dat als grondslag
dient der grondbelasting.
Voor wie op de hoogte is van het
landbouwbedrijf, is het duidelijk dat dit
vijfde onvoldoende is voor dekking der
onderhoudskosten. Voor een behoorlijk
onderhoud der hoevegebouwen en bij
zonder der bedrijfsgebouwen zou de af
trek van minstens een vierde, ja, een
derde zelfs moeten toegestaan worden.
Tot bevordering der ontginning van
woeste gronden, heeft ons congres van
1928 uitstel van herziening van het
kadastraal inkomen gedurende een ter
mijn van 25 jaar gevraagd voor woeste
j gronden in akkergrond herschapen.
Art. 8 der belastingswetten op het
inkomen heeft aan dien wensch eeniger
mate voldaan door bedoelde gronden
van herziening vrij te stellen voor 10
jaar en voor nieuw beboschte gronden
dezen termijn te brengen op 20 jaar.
Welnu, die bepaling is onvoldoende
en schijnt ons niet logisch.
Onvoldoende, omdat de vrijstelling
van verhoogde grondbelasting geduren
de een termijn van 10 jaar niet volstaat
om den landbouwer te vergelden voor
de zware bedrijfsuitgaven en moeite die
de omzetting van woesten grond in
landbouwgrond meebrengt.
Onlogisch, omdat we niet begrijpen
waarom het aanleggen van bosschen
een voordeeliger regiem geniet dan het
scheppen van akker of labeurgronden.
Het is toch een feit dat de bedrijfsuit
gaven voor het omwerken van woesten
grond tot akkergrond hooger loopen dan
voor bebosching, omdat ze langduriger
en veelvuldiger onderhoudsarbeid en
bemesting vergen.
van Rechtskundige Dienst wordt ge
houden op Zondag 1 Mei van 10
tot 3 uur.
moet gij, boerenzonen en -meisjes,
II laten inschrijven voor de reis naar
Kester. Stel niet uit tot morgen wat
gij heden doen kunt.
«t* xiapirewwem».
nr^jyr^MWMMBwff^Ra^inag^^Aatt^ s*Frmt*<wacc- --*s- r-y^Mwacfcu».;' s» «.Ta^tama^
De medewerkers zijn vcrant-voordelitk voor hun bijdragen.
Ongetcekciidc stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen bandschriften worden niet teruggegeven
mam» sssm
in