DE 'VARKENSSTEUNWET,, Landbouwweekblad De Landbouw in Noord-Nederland Een nieuw voorstel tot steun aan de Graanteelt ZITDAG Nederlandsch Toezicht op Uitvoer vao Plantaardappelen 9 ZONDAG 3 jULl 1932, Prijs 25 centiem 14dO AARGANG Nr 705 MtmumnÊmaÊtmrnmimKimm/mmtMÊimiiBmimmmiÈimmmmmmmiÊmmÊumm mm m Arbeid Abonnementsprijs t 12,00 frank 's jaars. Bureel en Redaktie: DE VILANDERSTRAAT, AALST Voor en door adelt Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord, Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON, Aalst, de Landbouwers Van een bevoegde medewerker uit Noord-Nederland ontvangen we vol gend artikel dat onze menschen een ge dacht geeft van wat men in Noord-Ne derland zinnens is te doen ter onder steuning van de varkenskweekers. Onder bovenstaande benaming is een wetsontwerp ingediend, dat beoogt "tot steun aan de varkenshouderij tijdelijke maatregelen te treffen ten aanzien van den afzet van varkens en van varkens- vleesch en de teelt van varkens Het wetsontwerp heeft dus de bedoe ling om de varkenshouderij te steunen en getracht wordt, dit doel te bereiken door maatregelen ten opzichte van den export van varkens en van varkens- vleesch en ook ten opzichte van de teelt van varkens. Ten aanzien van het ex- portvraagstuk heeft de Regeering het advies der commissie-Lovink (De com- missie-Lovink is de zoogenaamde land- j bouw-crisiscommissie, gevormd uit ver tegenwoordigers der drie landelijke land bouw-centrales, n. 1. het Kon. Ned. Landbouwcomité, de Christelijke Boe ren- en Tuindersbond en de R K. Boeren bond) in groote lijnen gevolgd, doch voor de oplossing van het vraagstuk der regeling van de eventueele beperking van de teelt is zij "vanwege practische overwegingen daarvan afgeweken. De rechtsgrond voor den bedoelden steun ligt voor de Regeering in de ern stige ontwrichting van de varkenshou derij, welke een der voornaamste bron nen van inkomsten is voor de kleinere bedrijven op de lichtere gronden. De Regeering heeft goede hoop, dat de Volksvertegenwoordiging dit wets ontwerp zal aanvaarden, omdat "her haaldelijk daarin stemmen zijn opgegaan om ook voor het in groote moeilijkheden geraakte kleinere landbouwbedrijf op de lichtere gronden steunmaatregelen te treffen,,. Een eerste vereischte acht de Regeering, dat een ongebreidelde uit breiding van de varkensteelt worde voorkomen, maar het op peil houden van deze teelt geeft een indirect voordeel aan de veehouderij, omdat daardoor een loonend afzetgebied kan worden gevon den voor het surplus aan ondermelk, dit temeer, nu gebleken is, welke groote bezwaren verbonden zijn aan een even tueele verwerking van dit surplus in het brood. De Regeering bestatigt. dat het Nederlandsche varkensvleesch, wat vooral betreft dat gedeelte, hetwelk als bacon wordt uitgevoerd, achterstaat bij sommige andere soorten. Daarom moet worden getracht onze positie op de buitenlandsche markt te versterken en dat moet worden gezocht in de ver betering der kwaliteit. De landbouwers moeten hiertoe worden aangezet en het beste middel hiervoor is, dat de varkens naar kwaliteit zullen worden betaald, wat slechts algemeen zal kunnen worden doorgevoerd, indien in de export con centratie wordt tot stand gebracht. Be langhebbenden zelf, landbouwers en exporteurs, hebben het nut van dergelij ke concentratie meermalen betoogd, een plan daartoe verkeert zelfs in ver gevorderden staat van voorbereiding, doch dit heeft nog geen verwezenlijking kunnen vinden. Wel heeft de Regeering er nu voordeel uit kunnen putten en zoo zal onze varkensexport worden gecon centreerd. Een Centrale samengesteld uit de belanghebbenden zelf, zal onder voortdurend toezicht der Regeering de regeling van den export van varkens en varkensproducten ter hand nemen. De ze Centrale zal den export zelf kunnen uitvoeren, maar zij kan dat ook, onder haar toezicht, door anderen laten ge schieden. Bij de bacon-export b.v. zal deCentrale overeenkomsten kunnen aan gaan met de bestaande exportbedrijven. Als men nu de varkenshouderij loonend wil maken, dan zullen de afgeleverde varkens moeten worden betaald tegen een prijs, die hooger is dan thans op de buitenlandsche markt kan worden ver kregen, de Centrale zal dus in den be ginne stellig op den export verliezen lijden. Deze verliezen zullen moeten worden gedekt door baten, welke zij verkrijgt uit den binnenlandschen omzet van varkensvleesch. Dit brengt niet mede, dat deCentrale den handel in varkensvleesch in het binnenland geheel tot zich moet trekken. Het voor de Centrale benoodigde geld kan ook verkregen worden door ieder7 een, die in het binnenland een varken doet slachten, een zeker bedrag aan de Centrale te doen afdragen. De "Vleesch- keuringsdienst zal hiermede worden belast. Voortaan zal de stempeling van geslachte varkens niet meer mogen ge schieden dan na betaling van het be drag, dat voor de Centrale is bestemd. De Minister betoogt aan de hand van een rekensommetje, dat dit bedrag niet hoog zal behoeven te zijn, ongeveer 5 cent per pond. Wellicht tot onze schande moeten we bekennen, deze be rekening niet te begrijpen en we nemen dit bedrag dus maar op gezag aan. De beroepsslager zal deze meerdere kosten natuurlijk verhalen op zijn klanten, doch hiermede zijn de laatsten er niet af, om dat voorde binnenlandsche consumptie een prijs van overheidswege zal worden nagestreefd. Mocht door dezen laatsten maatregel het gebruik van varkens vleesch inkrimpen, dan zal daardoor volgens den Minister het verbruik van rundvleesch toenemen, wat met het oog op de zeer lage rundvleeschprijzen een voordeel is te achten. Het mes snijdt dus van twee kanten, maar men zou er ook uit kunnen concludeeren, dat verschil lende varkensvleesch-eters nu vleesch- loos zullen worden. Bekend is, dat bij HUISSLACHTINGEN de Vleesch- keuringswet geen merken eischt. Hier zal dus een speciale regeling noodig zijn, om de daarbij te storten gelden te in nen. Uit het wetsontwerp zijn we niet te weten gekomen, hoe het gewicht bij huisslachtingen zal worden bepaald, daartoe zullen nadere regelen worden vastgesteld. Misschien dat hier de lijn wordt door getrokken, die bij de slach ting van rundvee wordt gevolgd, dat de eigenaar het gewicht noemt en de dienst de bevoegdheid heeft tot naas ting, als het meent, dat het gewicht te laag is opgegeven. t Met nadruk willen we hier wijzen op het feit, dat menig landarbeider, die zelfs in de zomermaanden met werkloos heid heeft te kampen en desondanks I probeert met hangen en wurgen een varken voor eigen gebruik te mesten, bij de slachting voor een hoog bedrag aan uitgaven zal komen te staan. De Centrale heeft nu tot taak, een geregeld kwantum goede gelijksoortige varkens of goed gelijksoortig varkens vleesch op onze belangrijkste buiten landsche markten aan te voeren. In den beginne zal dit, we schreven dat reeds, verliezen opleveren, maar er kan een tijd komen volgens den Minister, dat er winsten zullen worden gemaakt. Deze winsten zullen echter niet worden uitbe taald, want dan zou groote uitbreiding aan de teelt worden gegeven. Er moet worden gestreefd naar een stabiele varkensprijs, waardoor een meer regelmatig loonend bedrijf der varkens houderij zal kunnen worden verkregen. Nadrukkelijk verklaart de Minister herhaaldelijk, dat de te verleenen steun niet verder op den prijs mag inwerken dan tot het bedrag, dat strekt om de noodzakelijke productiekosten te dekken. Deze productiekosten zijn naar schatting per pond levend gewicht 10 cent -f- viermaal de voermeelprijs ter plaatse. Om een groote uitbreiding van de var kensteelt te voorkomen, zal gebruik moe ten worden gemaakt van plaatselijke krachten en van plaatselijke gegevens. De Centrale zal hebben te bepalen het aantal varkens, dat b.v. in een jaar zal mogen worden aangeboden. Zij bepaalt daarbij tevens, hoe dit aantal over de verschillende provinciën zal worden ver deeld, waarbij de gegevens der laatste veetelling van dienst kunnen zijn. Voor een verdere verdeeling binnen de pro vinciën zullen provinciale organisaties worden gevormd, zooals we nu geweste lijke tarwe-organisaties hebben. Iedere varkenshouder, die varkens zal willen fokken of verkoopen, zal zich moeten aansluiten bij één dier provinciale orga- I nisaties. De provinciale organisaties doen zich in haar taak bijstaan door PLAATSELIJKE comités. Nu gebeurt het, dat de fokker niet tevens is de mester. Om dus afdoende te limiteeren moet men daarmede beginnen bij de geboorte. De Minister meent, dat door de plaatselijke organisaties van iederen landbouwer het aantal varkens aangewezen kan worden. Voor dergelijke beslissing zal beroep zijn op een nader aan te wijzen onpartijdig orgaan. Iedere landbouwer, die een toom biggen heeft gefokt, moet deze, voordat de dieren een bepaald gewicht hebben bereikt, door het comité van een merk doen voorzien, b.v. een in het oor geknipt nummer. Zoo worden de biggen voortdurend geregi streerd en men kent aldus de vermoe delijke varkensvoorziening voor ruim een halfjaar. De Centrale kan nu al naar behoefte uitbreiding of inkrimping voorschrijven van het in de toekomst te merken kwantum. Dit zal wel niet lukken tot op 10000 na, maar op de hoeveelheid van eenige millioenen varkens maakt dit niet uit. Het gaat hier inderdaad om reuzehoe- veelheden. Uit het verslag over den landbouw over 1930 blijkt, dat in dit jaar ongeveer 77 miljoen kgr. varkens vleesch werd uitgevoerd ter waarde van f. 70.500.000. Door deze wet komt dus de heele varkenshouderij, zoowel de teelt als de mesterij, de in- en uitvoer van varkens en varkensvleesch, men kan dus wel zeggen ook de heele handel, in handen van de Varkenscentrale Door ver plicht lidmaatschap zal elke varkenshou der van deze organisatie deel uitmaken, maar er waarschijnlijk weinig in te zeg gen hebben, daar de statuten der gewes telijke organisaties wel voor hem zullen worden klaar gemaakt en hij zich heeft te onderwerpen aan de rechtsgeldige besluiten, die op deze statuten zijn ge grond. Hetzelfde systeem dus als bij de tarwewet, alleen is er nu voor gezorgd, dat er geen abnormale uitbreiding aan de teelt zal kunnen worden gegeven. We hebben reeds een tarwecentrale, een zuivelcentrale, nu een varkenscen trale, een suikercentrale zal niet kunnen uitblijven we gaan al aardig op stap naar een bedrijfsordening,, van boven af, waarbij de vraag steeds klemmender wordt, of bij dat alles het gebruiksrecht van den grond den vrijen teugel kan worden gelaten. W. IftMBiaUSS Ter zitting der Kamer van Volksvertegenwoordigers van 3 Juni 1.1. werd door de heeren de Liedekerke, David, de Kerchove d'Exaerde en Housiaux een voor stel ingediend tot steun aan de graanteelt. Dit voorstel voorziet de heffing van een veranderlijk tolrecht op de graansoorten en bij toepassing van het mutualiteitsprinciep doet het de werkloozen genieten van de opbrengst der tolrechten inge voerd tot steun aan den landbouw. Het behelst een tolrecht schom melend tusschen 0 en 21 fr.-. de 100 kgr. op de tarwe, rogge, mas- teluin en spelttusschen 0 en 32fr. op het meel dezer graansoorten tusschen 0 en 20 fr. op stijfsel zet meel en andere onderproducten van voornoemde graansoorten. Het tolrecht zou verschillen vol gens den stand der graanprijzen. In geen geval mag het de hooger bepaalde maxima overschrijden. Het recht wordt bij den invoer door den invoerder gedeponeerd en hem geheel of gedeeltelijk terug gegeven op het einde der maand volgende op den invoer, in de mate waarin, op de binnenland sche markt, de gemiddelde prijs van bedoelde graansoorten tijdens de maand der heffing van het tol- recht hooger is geweest dan 84 fr. de 100 kg. Deze teruggave geschiedt bij een-en-twintigsten volgens de prij zen der inlandsche granen. Met het inzicht de bezwaren te voor komen welke door de verbruikers en bijzonder door de arbeiders massa worden geopperd tegen el ke prijsstijging der eetwaren —het voorgestelde tolrecht zou immers den broodprijs doen stijgen be- j helst het voorstel de volgende in teressante bepaling De netto ontvangsten voortkomende van de veranderlijke tolrechten worden door den Staat aan het Gemeente krediet gestort in ruil van obliga ties interest gevende tegen 3 p. h, Het Gemeentekrediet moet deze gelden uitleenen aan de gemeenten die werken van openbaar nut laten uitvoeren tot werkverschaffing aan de werkloozen. Na delging of afbetaling van deze obligaties moet hunne netto opbrengst gansch gestort worden in het Fonds tot delging der open bare schuld. Wat van dit voorstel te denken Met het oog op den economi- schen toestand van ons land ziet dit voorstel er nogal aantrekkelijk uit. Het is handig opgevat doordat het de gansche natie betrekt in de steunverleening aan de beproefden en er toe bijdraagt de openbare schuld te delgen. Daardoor ver zwakt het grootelijks het argument der levensduurte waarmede elke verhooging der tolrechten op de landbouwproducten, bijzonder door de arbeidsmiddens zoo hevig wordt bestreden. Immers, de net to-opbrengst der tolrechten wordt aangewend tot bestrijding der werkloosheid Het voorstel vertoont echter een zwakke zijde doordat het min der is aangepast aan de inrichting van ons landbouwbedrijf. Immers, in de overgroote meer derheid onzer landbouwbedrijven zulks bijzonder in de kleine en middelmatige wordt het graan geteeld als grondstof voor vee voeding en niet als afgewerkt pro duct voor den verkoop. Het voorgesteld tolrecht zou dan ook voor gevolg hebben den prijs der granen dienende voor de veevoeding te verhoogen, en dus den kostprijs in den veekweek te verzwaren. Zooals we het echter hooger reeds zegden, wordt het graan in Vlaanderen weinig of niet geteeld voor den verkoop. Vele landbou wers moeten zelfs telkenjare een vrij aanzienlijke hoeveelheid graan bijkoopen om voor voeding van hun pluim- en ander vee aan te wenden. Om d-e reden achten wij de vooropgestelde maatregelen van weinig of van geen waarde voor onze Vlaamsche boeren. Daarbij komt ook nog dat een verhooging der graanprijzen in menige gevallen verhooging van den pachtprijs zou meebrengen, n.l. wanneer deze in natura, meestal graan, is bepaald. Dit alles ter meditatie aan onze Vlaamsche Volksvertegenwoor digers. «JtK&illi SjèSSSR* BHHM van Rechtskundige Dienst wordt ge- houden op Zondag 3 Juli van 10 tot 3 uur. Het Nederlandsch Staatsblad kondigt op date 4 Juni de nieuwe regeling voor den uitvoer van pootgoed af. De keuring zal moeten geschie den door eene door de Regeering aangestelde commissie over heel het rijk. Er zullen eveneens gelijkvormige keuringskaarten en -looden afgeleverd worden. Alle uitvoer van planters welke niet aan de wettelijke vereischten voldoen zal voortaan verboden worden. De Nederlandsche regeering beoogt door die wet het volgende: 1. De goede faam van de Ne derlandsche pooters hoog te hou den door den uitvoer van slecht goed te verbieden. 2. De kweekers in Nederland aan te zetten nog meer zorgen te wijden aan hunne aardappelen. 3. De Nederlandsche en buiten landsche zwendel tegen te werken. 4. De buitenlandsche koopers nog meer middelen te geven om goed en slecht plantgoed te onder scheiden. Wat zal de uitslag zijn De personen die er sinds jaren een stiel van maakten zwijnen voe der voor planters op de markt te brengen, zullen naar andere mid delen moeten uitzien. Zij zullen ze vinden, door aardappelen te koo- pen die niet gesorteerd zijn en door dezelve in België te sortee- ren of door alleenlijk planters te koopen in andere provinciën van ons land en ze voor Hollandsche te verkoopen. En de koopers De massa is onwetend en tracht alleen te koopen van dien persoon die het best kan praten en het meest pinten laat drinken. Alle ja ren komen andere agenten en alle jaren worden honderde, duizende wagons gemeen goed aan den man gebracht. Wat invloed zal de Hollandsche wet dan hebben voor ons land Weinig of geen, zoolang in ons eigen land alle bedrog, hoe schan- dig ook, wordt toegelaten en zoo lang onze boeren niet ernstiger zijn in hunne aankoopen. Wisten alle landbouwers niet dat er ge keurde planters bestonden en dat lood en kaart een waarborg was En toch lieten zij zich bij den neus leiden, en ieder jaar De landbou wer zelf draagt de schuld van al les. Zoo hij uit zijn oogen ziet en alleen goede waar koopt is de zaak opgelost en zijn bedrog en zwendel onmogelijk. We danken niettemin van harte de Nederlandsche regeering voor het genomen initiatief, ze maakt het de boerenfoppers steeds moei lijker en stilaan zullen de oogen van onze lamme goedzakken eens open gaan. Wat de Belgische regeering aangaat, hopen we dat het Hol- landsch voorbeeld haar zal een les zijn en een vingerwijzing om even eens streng op te treden tegen on eerlijken handel vooral in zake plant- en zaadgoed. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen. Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. 9

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1932 | | pagina 1