Graanbescherming De nieuwe Wet op het gebruik der Talen in Bestuurszaken a Landbouwweekblad Geen Dure lessen Het Wetsvoorstel voor de vermie deriog der over dreven Pachtprijzen, ZONDAG 17 JULI 1932. Pdjs^25 centiem 14de JAARGANG Nr 707 Ar w ilp Arbeid adelt Abonnementsprijs 12,00 frank 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord, Bureel en Redaktie: DE VI LAN DERSTRAAT. AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON, Aalst. Voor en door de Landbouwers Werkstaking, aanslag, revolu tie, was het groote nieuws der verloopen week. De communisten en socialisten hebben van de werkstaking der koolmijnen gebruik gemaakt om hunnen politieken winkel te ver sterken. Ze hebben getracht de massa op te ruien, en vooraleer de kalmte te beloven, stellen ze hunne voorwaarden zonder de welke de anarchie hoogtij zou vieren. Onder die voorwaarden komt natuurlijk ook de intrekking van de wetsvoorstellen tot valori satie der tarwe. Dat hadden we wel verwacht Het brood van den werkman zou wel het mikpunt worden waarop alle syndikaatleiders hunne aan dachtzouden vest;gen,hier zouden ze ten minste zeker zijn van vol komen instemming der massa. Het brood van den werkman zou opslaan, door het feit dat men de boeren zou helpen om niet in armoe en verval te geraken Maar eerst de werkman en dan de boer, zeggen die mannen. Het kan hun zeker weinig schelen hoe de landbouwer beide eindjes van het jaar aaneenknoopt. Wel weten ze dat kleerstoffen, schoenen en meer andere benoo- digdheden van den werkman 10 tot 20 maal de prijs kosten van vóór den oorlog, dat alle huishou delijke artikelen buiten wat door den boer geleverd wordt - zeer duur kosten, en dit alles ten gevolge van alle mogelijke be scherming aan de nijverheid ver leend. Ze zullen niet gaan vertellen dat de coöperatieve bakkerijen het brood minstens 2 j a 30 centiemen per kilo te duur verkoopen, alleen om hunnen politieken winkel te kunnen steunen. Daar mag het brood van den werkman wel belast worden en zij zijn het zelf die millioenen en nog millioenen uit de zakken der gansche bevolking de werkman inbegrepen kloppen om hunne eigene kassen te vullen. Het brood in vele steden en gemeenten van ons land wordt veel te duur verkocht in vergelij king der bloemprijzen, alles door de schuld van de Kooperatieve politieke bakkerijen die de prijzen hoog houden. Dit zullen ze zeker niet aan de hongerige werklieden verklappen, maar wel zullen de boeren weer de zondebokken zijn. We noemen die politiek schan- dig en oneerlijk Dat men den index nazie van de verschillende benoodigheden in een huisgezin, en men zal onmid dellijk bestatigen dat de producten der boerderij bespottelijk laag zijn, terwijl die der andere waren zeer hoog blijven. Het is dus volstrekt verkeerd voor de socialisten in de valorisa tie de zwarte beest te zoeken. De boer is evengoed een werkman als deze die met een kruikje en een sigaret loopen, met dit verschil dat hij minstens 12 en soms 15 uren daags werkt. Met dit verschil dat hij het risi- Zie vervolg onderaan 2'kol.) (Tweede bijdrage). In ons vorig nummer hebben wij een toelichting gegeven over de bijzonderste bepalingen van voornoemde wet. Wij hebben onze bijdrage gesloten met het hoofdstuk "Inrichting der openbare besturen met het oog op de toepassing der wet. Een vraagstuk dat met deze inrichting nauw verband houdt, is de Aanwerving van het personeel der openbare besturen met het oog op de toepassing der nieuwe wet Voor de hoofdbesturen van den Staat hebben de kandidaten de keuze tusschen den Vlaamschen of Franschen taalgroep. Zij mogen volgens die keuze hun in gangsexamen en de bevorderingsexa mens afleggen onderscheidelijk in het Vlaamsch of het Fransch. Niemand wordt toegelaten om te gelijker tijd in de Vlaamsche en de Fransche examens mede te dingen. In de hoofdbesturen van den Staat zal een passend evenwicht in acht ge nomen worden bij het begeven der be trekkingen aan de kandidaten van eiken taalgroep. Met het oog op de eenheid in de be stuurlijke rechtspraak, wordt voor zoo ver noodig, aan ieder hooger ambtenaar die aan het hoofd van een dienst staat en geen voldoende kennis heeft der twee talen, een tweetalig ambtenaar van den zelfden of van den onmiddellijk lageren graad uit den belanghebbenden dienst toegevoegd. In al de andere openbare besturen of diensten kan niemand worden benoemd of bevorderd, zoo hij niet vertrouwd is met de taal der gemeente of der streek in dewelke hij zijn ambt of betrekking moet uitoefenen. In de gemeenten der Brusselsche agglomeratie en in de gemeenten met een bevolking van minstens 30 t.h. be- hoorende tot een andere taalgroep dan deze waarin de gemeente gerangschikt is, mag niemand een ambt uitoefenen waardoor hij in betrekking met het publiek wordt gesteld, zoo hij niet beide landstalen kent. Deze kennis van de twee landstalen is ook verplichtend voor de ambtenaars die tevens in gemeenten met Vlaamsch en in gemeenten met Fransch regiem met het publiek moeten in betrekking staan. De kandidaten voor een betrekking in het middenbestuur der provincie Bra bant of in de gemeenten der Brusselsche agglomeratie moeten een toegangsexa men afleggen in de taal welke zij ver kiezen (dus het Vlaamsch of het Fransch). Dit examen bevat echter ook voor i de kandidaten die de Fransche taal ver kozen hebben ook een gedeelte gaande over de elementaire kennis van de Vlaamsche taal en voor de kandidaten die de Vlaamsche taal verkozen hebben een gedeelte gaande over de elemen taire kennis der Fransche taal. co draagt op het einde van 't jaar bij zijn kromme rug nog een groot tekort in zijn kas te vinden. Met dit verschil dat hij niet kan kloppen op de werkloozenkas de kas van alleman. De boer is een stille noeste wroeter, die eerst en vooral door de socialisten zou dienen geëerbie digd, in plaats van steeds voorge steld te worden als de uithonge raar der massa. Er blijft nog wel een middel voor de boeren over en dat is de velden laten liggen en per fiets een toertje te maken naar 't gemeente huis voor den dop Ze hoeven dan niet meer te werken, noch belastingen te beta len en ze zullen tenminste meer gevreesd en minder voor den aap worden gehouden als nu P. V. T. Niemand mag in dezelfde besturen tot een gelijkwaardig of hooger ambt dan dat van bestuurder in de hoofdbe sturen van den Staat benoemd worden, tenzij na bewezen te hebben door een examen dat hij een voldoende kennis bezit der tweede taal. De kandidaten die wegens het bezit van een officieel diploma ontslagen zijn van het toelatingsexamen, zijn niettemin verplicht een examen van taalkundige bekwaamheid te ondergaan aangepast aan de bediening welke zij betrachten. De vrijwaring der persoonlijke rech ten van de in dienst zijnde ambtenaren en bedienden op het tijdstip van het in werking treden der nieuwe wet, mag de toepassing dezer laatste geenszins belemmeren. De bepalingen hooger uiteengezet betreffende het gebruik der talen in de hoofdbesturen van den Staat zijn insge lijks van toepassing op het Rekenhof. Toezichtsmaatregelen op de uitvoering der nieuwe taalwet Een commissie samengesteld uit zes leden benoemd door de Regeering voor vier jaren en bestaande voor de helft uit kandidaten voorgedragen door de Vlaamsche en de Fransche Koninklijke Academiën voor taal en letterkunde zal opdracht krijgen te waken op de toe passing der wet. Deze commissie wordt voorgezeten door den Minister van Bin- nenlandsche Zaken en Volksgezondheid of door zijn afgevaardigde. Deze commissie heeft als taak 1 Aan de Regeering advies te ver strekken voor alle zaken van algemeenen aard die de toepassing der wet betreffen. De Regeering moet dit advies inwinnen alvorens beslissingen te treffen. 2° De klachten onderzoeken die bij haar inkomen over de toepassing der wet en daarover verslag uit te brengen aan den betrokken minister. De Regee ring zal aan de commissie het gevolg doen kennen welke zij aan hare mede- deelingen heeft gegeven. Ieder jaar moet de Minister van Binnenlandsche Zaken en Volksgezond heid bij het Parlement een omslachtig verslag indienen over de werkzaamheid der commissie. Wat over de nieuwe wet te denken De nieuwe wet is voorzeker een ge- wichttge stap vooruit naar de gelijkbe rechtiging van de Vlamingen en Walen in de openbare besturen. Volmaakt kan de wet echter niet heeten om de volgende redenen 1) Er worden geen sancties of straf maatregelen voorzien tegen de besturen of de beamten die de wettelijke voor schriften overtreden. De vorige taalwet van 1921 verloor alle nuttige uitwerking door de talrijke en schaamtelooze overtredingen waar van zij het voorwerp was. De ministers hadden goed talrijke omzendbrieven en onderrichtingen uit te vaardigen om de ambtenaren te herinneren aan de ver plichtingen der wet. De ambtenaren, vooral de hoogere, lapten de taalwet brutaal aan hun zooien en tegen geen enkele werd er op afdoende wijze opge treden wegens niet naleving der wette lijke voorschriften. Zal dit ook niet geschieden met de nieuwe wet Deze is weliswaar strenger opgevat en laten we zelfs aannemen dat de Koninklijke Besluiten op dege lijke wijze de uitvoering der wet re gelen. Dit zal echter naar onze meening niet volstaan om onwillige ambtenaren te verplichten tot nakoming der wette lijke voorschiften. De overtredingen kunnen ingevolge de nieuwe wet wor den aangeklaagd bij de daartoe aan gestelde toezichtscommissie en deze zal verslag uitbrengen aan den Minister. Doch zal deze tegen den wil in der hoogere ambtenaren zijner omgeving- kunnen of durven optreden tegen de onwillige ambtenaren die de wet sabo- teeren Vergeten wij'niet dat de hoogere posten in de staatsbesturen voor de drie vierden bezet zijn door Vlaamsch- onkundige ja Vlaamschvijandige amb tenaren. Practisch zijn zij het die de wetten moeten doen naleven en zijn zij het ook die de toepassingsmaatregelen zullen treffen tot uitvoering der wet. Aldus zou de uitvoering der wet op gedragen worden aan hen die de vroe gere taalwetten steeds gesaboteerd hebben. Zullen de hoogere ambtenaren thans beseffen dat van hunne korrekte houding bij de naleving der nieuwe taalwet de vrede en de eendracht ja zelfs het verder bestaan van ons land afhangen Wij hopen het, doch durven het niet beves tigen. Trots alle wetten en voorschriften zien wij niet in welke maatregelen de Regeering zal kunnen treffen tegen de onwillige plaatselijke en gewestelijke openbare besturen die weigeren de wet na te leven. Hier bijzonder zal het ge brek aan sancties zich sterk als leemte doen gevoelen. Een tweede gebrek der wet is dat zij de hoofdbesturen van den Staat niet volkomen gesplitst heeft in Vlaamsche en Waalsche afdeelingen. Thans zal de eentalige bestuurder van een dienst zijn post kunnen behouden en men zal hem een ondergeschikte ambtenaar toevoe gen die in feite zal dienst doen als zijn vertaler. Deze bepaling zal vooral de Walen bevoordeeligen die van hunne bestaande overmacht in de Staatsbestu ren zullen gebruik maken om de Vlaam sche kandidaten zoolang mogelijk ver wijderd te houden van de hoogste amb ten. Dit gebrek aan splitsing in twee af deelingen zal ook voor gevolg hebben dat ambtenaren welke enkele woorden Vlaamsch kennen met de welwillendheid der hoogere ambtenaars zullen door gaan als Vlaamschkennende en aldus zonder eenig ongemak tot de hoogste posten zullen geraken. Immers zooals in het verleden zullen deze ambtenaren wel een ondergeschikten Vlaamschen bediende vinden die voor hem het werk zal doen wanneer het gebruik der Vlaamsche taal vereischt is. Een groote leemte is ook dat de wet niet bepaalt dat enkel de agenten ge sproten uit een Vlaamschen wedstrijd zullen mogen dienst doen in Vlaande ren. Daardoor zal het mogelijk zijn zoo als voorheen aan ambtenaren met on voldoende kennis van het Vlaamsch de hooge posten in het Vlaamsche land te blijven bekleeden, terwijl het werk zal worden gedaan door ondergeschikte Vlaamsche bedienden, die in betrekking met het publiek zullen zijn. De wet als dusdanig beteekent voor zeker een groote vooruitgang voor het Vlaamsch rechtsherstel, doch wetteksten zijn niet voldoende, de uitvoering ervan is het bijzonderste. Zal er bij de openbare besturen dit maal genoegzaam goede wil beoefend worden om aan de wet een uitvoering te verzekeren volgens het inzicht van den wetgever Indien ook deze wet zooals deze van 1921 moest aanleiding geven tot talrijke grieven, zou het vertrouwen van de Vlaamsche bevolking in de Bel gische wetten misschien voorgoed ver loren zijn. Zij die dus de uitvoering der nieuwe wet te verzekeren hebben dragen een zeer zware verantwoordelijkheid tegenover hun land. De uitvoerders van aardappelen uit ons land hebben de laatste da gen dure lessen gekregen. Op de markt van Engeland werden de belgische aardappelen 15 a 16 fr, de 100 kilos goedkoo- per verkocht als de hollandsche, en dit voor dezelfde soort. De oorzaak Het slecht ver zorgen en sorteeren der belgische aardappelen. Het kan ons volk niet over het hart iets goeds te doen. Kooplui evenals landbouwers gaan den ouden slenter weg en krijgen dure lessen GEVOLGde aardappelen aan 15 fr. de 100 kilos Spijtig! spijtigl Eindelijk is het wetsvoorstel voor vermindering der zwaarwegende pacht prijzen uit haar winterslaap ontwaakt. Maanden lang heeft onzen Minister van Landbouw gewacht zijn voorstel uit de schuif te halen omdat hij misschien dacht dat de regeling der pachtprijzen toch niet zoo dringend was. Misschien beter Iaat dan nooit. Dit wetsvoorstel dat reeds zoo lang klaar lag in de kartons van 't ministerie en wie weet door welke geheime kracht er in gehouden, kracht welke misschien uit ging van een zekere landbouwvereeni- ging welke nooit een openlijken strijd voor de verlaging der pachtprijzen heeft aangedurven. Dat onze boeren die de grootste slachtoffers der crisis zijn en dag in dag uit steeds dieper zinken, daarbij nog verplicht zijn hooge pachten te betalen en het meerendeel der gewassen met verlies te teelendaarover bekommert men zich weinig, alleen de nijverheid dient gesteund te worden en dan noch dadelijk omdat het hier de belangen geldt van gezagvoerende persoonlijk heden. Dat dit wetsvoorstel tot regeling der pachtprijzen geen doelmatige hulp aan den landbouwer zal brengen weten wij bij voorbaat omdat we sinds lang overtuigd zijn dat de regeeringsmenschen tot nog toe van de belangen van den landbouw niet bewust geweest zijn. Gelukkiglijk zijn hier en daar al klaar ziende eigenaars opgedoken die het lot van den pachter begrijpen en uit eigen beweging de overdreven pachtprijzen verlaagd hebben. Ja we hebben reeds vernomen dat sommigen zoover zijn ge gaan hunne pachten tot 50 °/0 te ver minderen, daar waar de teelten een groot verlies gelaten hadden. Ziedaar voorbeelden welke door alle mensch- lievende eigenaars zouden moeten na gevolgd worden en we twijfelen er niet aan of de meerderheid der eigenaars zullen denzelfden goeden weg willen inslaan om tenminste toch voorloopig den pachter een weinig te ontlasten. De nieuwe wet bevat in hoofdzaak volgende schikkingen Iedereen die een pacht heeft aange gaan vóór 1 Januari 1932 en overdreven pachtprijzen betaald in de huidige eco nomische omstandigheden heeft recht vermindering van pacht aan te vragen aan den Vrederechter van 't kanton waarin de goederen gelegen zijn. Deze aanvraag wordt enkel in acht genomen nadat de betrokken partijen zich in der minne niet willen regelen. Deze aanvragen kunnen enkel tot 1 Januari 1935 ingediend worden. Iedere aanvraag tot vermindering van pachtprijs geldt voor het loopend jaar en is toepasselijk voor de volgende jaren. Drie maand na den vervaldag kunnen geen aanvragen tot schadeloosstelling meer ingediend worden. Het bedrag kan nooit de 2500 fr. per jaar overtreffen. Komen nu de economische toestan den voor den pachter te verbeteren dan heeft de eigenaar het recht schadeloos stelling langs denzelfden weg terug te eischen. Het ontwerp bevat vele goede en ook verscheidene minder goede zijden, maar nu het eindelijk is ingediend durven we hopen dat de stemming zoolang op haar niet zal laten wachten. De Hoogere Landbouwraad heeft op haar beurt het voorstel Van Dievoet reeds goedgekeurd. Nu zijn we nog benieuwd te weten op welke wijze de Vrederechters, meestal zelf groot-eigenaars en wiens beslissin gen daarbij onherroepelijk zijn, de be langen van onze pachters zullen verde digen. De toekomst zal nu uitwijzen of het redelijk is dat een vrederechter alleen hierover moet beslissen en we vragen ons af of het niet beter ware geweest de toepassingen der nieuwe pachtwet in de bevoegdheid te stellen van den vrederechter bijgestaan door een Land bouwraad die met kennis van zaken hierover zou beslissen. 7KWJM*«esn»ssi De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen. Onge'ceekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. 8)192 9

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1932 | | pagina 1