Landbouwweekblad
Zal het Wetsontwerp tot Valorisatie der
Tarwe begraven worden
I
De Landbouw in
vroegere tijden
ZITDAG
Ontledingen
Pachtprijzen
414
ZONDAG 24 jULl 1932.
Prijs 25 centiem
14de jAARGAMG N? 708
uni
Arbeid
adelt
Abonnementsprijs t 12,00 frank 's ('aars.
Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord,
Bureel en Redaktie: DE VILANDERSTRAAT AALS t
Verantwoordelijke Opsteller
ORTAIRE CAUDRON, Aalst.
Voor ca door
de Landbouwers
In ons vorig nummer gaven wij
een beknopte samenvatting van
het Regeeringsontwerp tot waar
devermeerdering der tarwe. Zoo-
als toen meegedeeld bestaat de
valorisatiemethode in de heffing
van een bijzondere overdracht
taks op den verkoop van bloem
ten bedrage van 15 t. h. De op
brengst van deze taks, onder af
trek van de onkosten van beheer,
zou verdeeld worden onder de
tarwevoortbrengers naar verhou
ding van de oppervlakte door hen
bezaaid.
Thans willen wij nader onder
zoeken welke gegronde redenen
er voorhanden zijn tot wettiging
der valorisatiemaatregelen en wel
ken terugslag zij zullen hebben op
den prijs van het brood. Wij zul
len dan tevens gelegenheid heb
ben aan te toonen hoe onrecht
vaardig en ongegrond het ver
woed verzet is dat op groote
schaal wordt georganiseerd in de
arbeidersmiddens tegen de ont
worpen valorisatiemaatregelen.
Zooals de Regeering bet in de
memorie van toelichting betoogt
eischen de landbouweconomie en
het openbaar belang dat de tarwe-
cultuur in België niet verdwijne.
Dit is insgelijks waar'voor de teelt
der andere granen zooals rogge,
gerst en haver.
Immers deze teelten zijn onmis
baar als wisselkuituur en ook als
kan uitoefenen zou
schakeld worden.
Die volksleiders, welke eerder
volksmisleiders zouden moeten ge
noemd worden vergeten dat wan
neer onze landbouw bij gebreke
ten voordeele van den arbeiders- aan hulp za\ ten onder zijn, ook
stand Nochtans zijn de wettelijke dc rjijverheid zwaar zal worden
maatregelen sedert den oorlog heel aangetast. Nu de afzet in het bui
wat talrijker en heel wat doeltref- tenland door talrijke belemmerin-
wat doeltref
fender geweest ten voordeele van gen aan het vrije ruilverkeer wordt
beperkt, is een ruime verkoop in
de
de arbeiders dan ten bate van
landbouwers.
Hebben onze landarbeiders die
even noest werken als de nijver
heidswerklieden misschien geen
recht op bestaan
Kunnen diezelfde heeren ons
nijverheidstakken aanwijzen die
werkende in dezelfde ongunstige
omstandigheden als onze graan-
voortbrengers, sedert ruimen tijd
geen ruime regeeringshulp hebben
bekomen
Wij schandvlekken die opruiers-
aktie welke enkel voor doel heeft
door niet te
slagwoorden als weg met de be
lasting op het brood de arbei
dersmassa in t gelid te jagen tegen
de rechtmatige eischen onzer land
bouwbevolking. Wat blijft er im
mers over van die beschuldiging
der belasting op het brood, bij na
der onderzoek
De voorgestelde taks op de
bloem ten voordeele der graanpro
ducenten zou volgens nauwkeu
rige berekeningen der Regeering
enkel den prijs van het brood met
10 centiem per kg. verhoogen.
Welnu deze lichte verhooging
zou den prijs van het brood in ons
ruime
het binnenland een noodwendig
heid voor het bestaan onzer nij
verheid.
De landbouwbevolking is een
belangrijke afneemster onzer nij
verheidsproducten, hare verar-
rrfirsg, de vermindering barer koop
kracht beteekent voor onze nijver
heid beperking harer productie en
dus voor de arbeiders uitbreiding
der werkeloosheid.
Is zulks het doel der leiders van
de werklieden
Neen, het algemeen belang, zelf
verre^h^aardigert ^ct j->ejang onzer arbeiders vergen
dat deze geringe opoffering ge
bracht worde ten voordeele onzer
landbouwers. Deze begrijpen goed
dat de arbeidersstand al zijne
krachten inspant tot verdediging
van zijn bestaan. Zij verzetten zich
echter krachtdadig tegen de po
gingen die erop gericht zijn de be
langen der werklieden te dienen
door maatregelen die een misken
ning zijn van hun eigen levensbe
langen.
Onze boeren eischen gerechtig
heid en de bestaansmogelijkheid
die hun toekomt evenals aan de
nijverheidsarbeiders,
Het jammerlijke dezer campagne
land nog merkelijk lager laten dan
grondstoffen bij de veevoeding. In in aide naburige landen. Waar is
sommige streken en vooral op dan de zoogezegde belasting op y -
grootelandbouwbedrijven worden het brood
Op 1 milliard 3C0 millioen tol
rechten geheven door ons land
zijn er enkel 3 t. h. op de land
bouwproducten en 97 p. h. op de
nijverheidsproducten. Tusschen
deze nijverheidsproducten zijn er
talrijke zooals kleederen, linnen,
schoenen enz. die bijna even on
misbaar zijn als het brood voor
het dagelijksch verbruik.
Welnu nooit hebben deze hard-
zij voortgebracht als afgewerkte
producten met het oog op den
verkoop en zijn dan een belangrij
ke faktor in de bedrijfsinkomsten
der hoeve.
Het is daarom dat wij voormel
de graansoorten op denzelfden
voet hebben behandeld als de tar
we en voor allen zonder onder
scheid regeeringssteun in de hui
dige economische omstandigheden
hebben geëischt.
Principieel geeft het wetsont
werp ons voldoening op dit punt,
daar het de Regeering toelaat een
gedeelte der speciale taks te ver-
deelen ook tusschen de voortbren-
ïs
dat de Senaatscommissie beslist
heeft het valorisatieontwerp te
verdagen voor onbepaalden tijd
en dat de Regeering er aan denkt
het zonder meer te begraven.
Nochtans heeft diezelfde Re
geering in de memorie van toelich
ting zelf de rechtvaardigheid en de
noodzakelijkheid der valorisatie
aangetoond.
Is het omdat onze boeren niet
op gewelddadige wijze hunnerech-
nekkige verdedigers der arbeiders- *cn opeischen zooals de arbeiders,
dat hunne stem geen gehoor vindt
bij de Regeering
Indien het kalm en beredeneerd
optreden van onze landbouwers
voor hunne levensbelangen geen
massa verzet aangeteekend tegen
de verhooging der tolrechten op
deze onmisbare nijverheidsarti
kels, verhooging die toch ook de
Qcrs van^nderc aranen Ztarwè 'ertoe mate dan de gering" ïïk uitslag kan opleveren bij onze R.-
DeLTmorifvL trefchtoa tóont «en bate der graanvoortbtengers. geering blijft et hun ten slotte geen
PlirraL Jn d naend noo hunne groote samenwer- under uitweg dan andere midde-
aan dat staatshulp dnngend »oo bakkcIijena.,fch met kts wa, len aan te wenden. Daartoe wor-
geringere winsten tevreden willen den z9 to(dl gedwongen door de
stellen, zouden de broodprijzen, houding der Regeering
niettegenstaande bedoelde taks,
van
dig is om de graanteelt
ondergang te vrijwaren. Zoo wor
den de voortbrengstkosten van
100 kgr. tarwe in 1931 geschat op
120 tot 125 fr„ terwijl de verkoop- ze,f °P het huidi9 peil kunnen blij-
prijs geschommeld heeft tusschen
60 en 80 fr.
Tegen deze prijzen verliest de
landbouwer van 1000 tot 1500 fr.
per hectare.
Wij meenen dat dezelfde on
gunstige verhoudingen tusschen
voortbrengstkosten en verkoop
prijzen zich voordoen voor de an
dere graansoorten.
de-
ven.
Dat zulks mogelijk is werd
zen laatsten tijd door kleine pri
vate bakkerijen bewezen die hun
brood merkelijk goedkooper ver
kochten dan de groote samenwer
kende bakkerijen, ingericht in den
schoot der arbeidersorganisaties.
Meenen die heeren de arbeiders
te dienen door de inlandsche
Welnu in dergelijke toestanden graanteelt te gronde te laten gaan? j
zien wij de socialistische volks- Wanneer onze tarweteelt zal ver- tot 12 uur spreken,
menners de arbeiders insgelijks dwenen zijn zu'len onze arbeiders
zwaar getroffen door de krisis, wij voor hun brood den prijs betalen
bekennen het graag opruien vastgesteld uitsluitend door de
tegen de ontworpen maatregelen buitenlandsche graaninvoerders.
ten voordeele van den landbouw. Alle mededinging vanwege de in-
Wij stellen die heeren de vraag: landsche tarwe die bij mindere op
hebben onze landbouwers zich brengst van den wereldoogst een
ooit verzet tegen hulpmaatregelen heilzamen invloed op de prijzen
van Rechtskundige Dienst wordt ge
houden op Zondag 7 Augustus van 10
tot 3 uur.
Onze leden die wenschen onzen agro
noom Mr De Smedt Alb. te raadplegen
over landbouwzaken, pachtwet en pen
sioenen kunnen hem iederen Zaterdag in
ons lokaal "De Koornbloem,, van 10
We gelasten ons met alle soorten
melk- en grondontledingen.
Onze leden die wenschen van dezen
dienst gebruik te maken, kunnen alle
dagen de stalen melk en grond ter ont
leding in onze bureelen afgeven.
4
Ecu .historische Terugblik
Wij kunnen ons moeilijk een juist
idee vormen van het landelijk leven zoo
als het was vóór enkele eeuwen. Zelfs
indien we maar een paar honderd jaar
achteruit gaan, zou het niet gemakkelijk
wezen de maatschappelijke toestanden
tot een min of meer getrouwe voorstel
ling terug te brengen.
De gewone geschiedenisboeken leeren
ons wel dat de bevolking verdeeld was
in twee bevoorrechte klassen, geestelij
ken en edelen, waarbij zich mettertijd de
niet-adellijke begoeden hebben weten te
voegen dat de kleine burgers en de
land- en werklieden de twee lagere,
min-begunstigde standen vertegenwoor
digden dat tenslotte, onder deze ver
schillende klassen de levensvoorwaarden
zeer ongelijk waren. Doch een duidelijk
beeld van deze maatschappelijke ver
schillen, gestaafd met feiten en voor
beelden, wordt doorgaans niet, laat
staan onvolledig gegeven. Hoe dikwijls
nochtans hebben deze ongelijke sociale
toestanden de politieke gebeurtenissen
niet beïnvloed Hoe menige opstand in
de middeleeuwen vindt zijn oorzaak
niet in de minderwaardige behandeling
en de verdrukking der volksklassen
Ook de landbouwersbevolking was
niet altijd vreemd aan deze politieke
verwikkelingen en verdedigde soms met
wanhopige hardnekkigheid het karig
lotsbestaan dat hen was toebedeeld. Ge
tuige daarvan de rampzalige Boeren
krijg (1798-1799).
Als we nu even een kijk nemen op de
landelijke toestanden, laat ons zeggen
even voor de Fransche Revolutie (1789),
tijdperk waarop het lijfeigenschap met
zijn vroondiensten en cijnsrechten de
algeheele afschaffing nabij was, dan nog
kunnen ^e verbaasd staan over het laag
begrip van moraliteit dat onze arme
over-groot-ouders was toegesmeten.
Rousseau, de beruchte pedagoog,
schaamde zich niet te verklaren dat de
lagere volksklassen geen opvoeding
noodig hadden, terwijl de goddelooze
Voltaire, die zelf aan landbouw deed,
het onderwijs voor de landbouwers har
teloos veroordeelde.
Deze betreurenswaardige opvatting
van het levensrecht vindt zijn verklaring
in de achterlijkheid van hun maatschap
pelijk bestaan. Immers, het grondbezit
hoorde grootendeels toe aan de heeren,
die onmetelijke domeinen bezaten, aan
de bisschoppen en kloosterorden, die
een zorgeloos bestaan vonden in de op
brengst van uitgestrekte bosschen en
landerijen. De eigendommen dezer
laatsten besloegen in Vlaanderen niet
minder dan 40 °/o, terwijl de landbouw
bevolking slechts 1 3 van de bebouwbare
oppervlakte tot hun bezit kon aanreke
nen. Het moet gezegd, in Vlaanderen
was de toestand bij vergelijking met
andere streken, de gunstigste. De ont
doken cijnzen wendden de naarstige,
spaarzame landlui aan om van de kwis
tige heeren het eene perceel na het an
dere af te koopen en aldus hun grond
bezittingen geleidelijk te vermeerderen.
Deze sociale kentering ontwikkelde
zich zeer traag, want een zeker aantal
groot-eigenaars interesseerden zich ins
gelijks voor den akkerbouw en namen
zelf de leiding over hun personeeleen
grooter aantal nog stelden pachters en
hoevenaars met half vruchtgenot aan
om hunne akkerlanden uit te baten. Als
dan leverde de eigenaar gewoonlijk
zekere voorschotten in natura, noodig
tot de uitbating, zooals zaaigraan en
-boonen, soms ook vee en landbouwge
reedschap. De opbrengst werd volgens
de aangegane overeenkomst verdeeld.
Meestal echter moest de pachter en de
hoevenaar alleen de gevolgen dragen
van rampspoedige tijden en desniettemin
zijn verplichtingen naleven, hetgeen hem
vaak in de diepste ellende dompelde. Al
had hij te kampen gehad met de zeven
plagen van Egypte, toch eischte de heer
vooraf zijn aandeel op, precies als in de
vette jaren.
Met den kleinen eigenaar wat het in
vele gevallen niet beter gesteld. Wan
neer het hem gelukken mocht onder niet
bindende voorwaarden zijn grond te
koopen, was hij meester op zijn erf.
Maar in de veruit talrijkste gevallen
werden de akkergronden verkocht mits
blijvende verplichtingen. In onzen tijd
ware zulk een stelsel ondenkbaar. Doch,
vóór 150 jaar, was het een nog alge
meen gebruik dat de verkooper, wanneer
hij tot de privilegieerde klasse behoorde,
een voortdurend cijnsrecht of andere
verplichtingen op den nieuwen bezitter
deed gelden. Een groot deel der niet-
adelijke landerijen waren aldus aan
groote lasten onderhevig, die den land
man niet zelden zeer zwaar vielen, zwaar
bij het volbrengen, en dubbel zwaar
omdat zij nog de sporen droegen der
afhankelijkheid, der lijfeigenschap. De
landbouwer erft een eigendom erfenis
rechten hij verkoopt een anderen
overgangsrechten. De heer bezit een
oven, een wind- of watermolen men is
gedwongen er heen te gaan en te beta
len De oogst is rijp en droog de land
man moet wachten totdat de heer vooraf
zijn "korentiende,, (tiende schoof) ge
nomen heeft, ofwel mag de boer zijn
vruchten slechts verkoopen nadat de
heer de zijne heeft verkocht.
('t Vervolgt).
Verleden week hebben we het wets
voorstel tot regeling der pachtprijzen
besproken.
Thans vernemen we dat dit wetsvoor
stel reeds is goedgekeurd door de sena-
toriale commissies van Justitie en Land
bouw.
We geven hier den tekst weer van
dit voorstel zooals hij door den Minister
van Landbouw op het bureel van den
Senaat is neergelegd.
Art. 1. De aannemer van een toust,
gesloten voor den lslen Januari 1932, kan
een vermindering van pacht vragen in
dien deze niet in evenredigheid is met de
economische voorwaarden, overeen
komstig met den tijd der aanvraag.
Art. 2. De rechter zetelt in gerech
tigheid voor de gegrondheid der aan
vraag te onderzoeken en om de vermin
dering der pachten vast te stellen houdt
hij rekening van den toestand van den
landbouw in het algemeen, of van de
gronden waarvoor de aanvraag gedaan
is en alle andere bijzonderheden noodig
voor het behoorlijk regelen van het ge
schil.
Art. 3. De vermindering der pacht,
toegestaan door den rechter, kan in voe
ge treden, 't jaar zelf dat de aanvraag in
gediend is. Zij kan zich toepassen op
het verloopen huurjaar, indien de op
zoeking, waarvan er spraak is in artik. 6,
onderworpen is aan den griffier in de
drie maanden die het einde van het huur
jaar opvolgen. Zij wordt toegepast op
al de volgende jaren, tot het vervallen
van den toust.
Indien de economische voorwaarden
die de vermindering van pacht veroor
zaakt hebben, zouden veranderen kan
den verhuurder eene vermeerdering van
pacht vragen op zulke wijze dat hij op
het einde van den toust, gedeeltelijk of
gansch zou hersteld worden in de rech
ten voortspruitende uit het kontract.
Art. 4. Van als het onderzoek tot
overeenkomst voorafgaande de aan
vraag tot vermindering van pacht, on
derworpen is aan den griffier, kan den
rechter iedere opzegging en uitsluiting
voor niet-betaling, uitstellen.
Art. 5. De vrederechter van het
kanton waarin het verhuurd goed gele
gen is, kent alle oneenigheden waartoe
de huidige wet zal aanleiding geven.
Het jugement is definitief of niet, vol
gens de gevraagde vermindering of ver
meerdering, 2.500 franken overschreidt
of niet.
Art. 6. Geen aanvraag tot vermin
dering of vermeerdering van pacht ge
steund door de huidige wet zal aange
nomen worden, zonder dat den aanvra
ger eenen brief gezonden heeft aan den
vrederechter om den verdediger te roe
pen in overeenkomst.
De aanvraag moet gedaan worden op
gezegeld papier en wordt aan den grif
lier overhandigd, die een ontvangstbe
wijs afleverd.
Art. 8. Geen aanvraag gestuurd
door de huidige wet kan nog ingediend
worden naden lstenJanuari 1935,
a héhwii i m
■?3$ i
w
De medewerkers zi)n verantwoordelijk voor hun bijdragen.
Ongcteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
j
GKSlflIEftKi HHHIHMH RDÜIBS1 ÏSSEaSB