T1 XJ sm! u 1 Landbouwweekblad De Wij zigingen aan dc Wet op Ouderdomspensioen het ZITDAG OPGELET g Rond de stijging der Boterprijzen* r en j verl onze AAI- rkoop ande- F 4 °/o Van Erpe. r I an T. :waar- ng tot gelijke nacht, ïieuwe EN geling, ing de enees- 185113 e vijf- e spe- W5. 1. :r;s ileging n 1" atie. Hote Ho- -Jue dt koop t. met lagei ot ge ek aat achts- stlgstt :uren n 842, preek 2-71 2 UHli ZONDAG 25 SEPT. 1932. PriJs^iS centiem 14de )AAltöANÖ JNr 717 Arbeid adelt Abonnementsprijs j 12,00 frank 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord, Bureel en Redaktie: DE VILANDERSTRAAT, AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON. Aalst. Voor en door de Landbouwers (2° bijdrage). Zooals uiteengezet in onze vorige bijdrage kunnen onze landbouwers, zelfs diegenen die als verplicht-verzekerden moeten storten voor het ouderdomspen sioen, den ouderdomsrentetoeslag op 65 jarigen leeftijd enkel bekomen indien hun jaarlijksch inkomen niet hooger beloopt dan 6400 fr. voor de gehuwden, 4200 fr. voor deongehuwden of weduw naars, 3200 fr. voor andere personen dan echtgenooten, bloedverwanten in rechte lijn, wier inkomsten zijn samen gevoegd. Van belang is het thans te weten op welke wijze het jaarlijksch inkomen wordt berekend inzake toekenning van den ouderdomsrentetoeslag. In princiep, komen ingevolge artikel 4 der nieuwe wet alle inkomsten van den aanzoeker en van zijne echtgenoote in aanmerking welke ook hunnen aard of herkomst weze Nochtans wordt een uitzondering ge maakt voor sommige inkomsten welke buiten rekening worden gelaten en waarvan wij hier de bijzonderste op sommen 1) Het bruto-loon verdiend door den loontrekkende handarbeider en zijne echtgenoote. Dit loon wordt gansch buiten rekening gelaten. 2) De bruto-wedoie getrokken door den loontrekkende geestesarbeider en zijne echtgenoote. Deze wedde wordt buiten aanmerking gelaten tot beloop van 6000 fr. forfaitair bepaald op 6 t. h. van het ka pitaal. 5) De rente en toeslagen verworven of uitbetaald bij toepassing der vorige wetten op het ouderdomspensioen. Deze renten zijn volkomen vrijgesteld. Het betreft hier de rente verworven door de stortingen van den verzekerde en de gewone toelage van den Staat op deze stortingen. Tot verduidelijking van deze inge wikkelde berekening der bestaansmidde len inzake toekenning van den ouder domsrentetoeslag, geven wij een paar voorbeelden Eerste voorbeeldEen landbouwer gehuwd heeft op 65jarigen leeftijd de volgende bestaansmiddelen a) bedrijfsinkomen 10.000 fr. b) inkomsten van geldbeleggingen 1.000 fr. c) kadastraal inkomen van hoeve en landerijen gelegen in een gemeente van 8000 inwoners Samen Buiten rekening gelaten Bedrijfsinkomen ten bedrage van 3.000 fr. 14.000 fr. 4,000 fr. Komt in aanmerking 10,000 fr. Deze landbouwer kan geen aanspraak maken op den ouderdomsrentetoeslag, daar zijne in aanmerking komende in komsten 6400 fr. overschrijden. Tweede voorbeeld: Een gehuwd land- 3) Het bedrijfsinkomen van de zelf- bouwer heeft op 65jarigen standige arbeiders, zooals landbouwers a) bedrijfsinkomen en middenstanders, en van hunne echt genoote. Hier wordt vrijstelling toege staan tot een bedrag van 4000 fr. Is de pensioenaanvrager in de geval len onder 12 en 3 hierboven de echt genoote van een verzekerde onder de 65 jaar oud. dan wordt de onder nr 1 voorziene vrijstelling slechts toegepast op het loon van de belanghebbende. De onder nrs 2 en 3 voorziene vrijstel lingen worden ten beloope van de helft alleen toegepast op de wedde of het bedrijfsinkomen genoten door de belang hebbende. De onder nrs 1, 2, 3 voorziene vrij stellingen kunnen niet samengenoten worden. 4) De inkomsten van de woning die de aanzoeker of zijne echtgenoote be trekken of betrokken hebben op voor waarde dat het kadastraal inkomen der woning niet hooger is dan 2000 fr. in de gemeenten van minder dan 5000 inwoners. 2500 fr. in de gemeenten van 5000 tot 29999 inwoners. 3500 fr. in de gemeenten met 30000 inwoners en meer. De zelfde vrijstelling wordt toegepast op de huurwaarde van de landerijen of niet gebouwde eigendommen uitgebaat door den aanzoeker en zijne echtge noote. Beide vrijstellingen mogen echter niet samengevoegd worden, behalve wan neer de inkomsten der gebouwde en niet gebouwde eigendommen boven staande totaal-cijfers niet overschrijden. De inkomsten van onroerende goe deren worden berekend als volgt a) Wanneer die goederen in huur zijn gegeven naar de vier vijfden van hunne werkelijke huurwaarde voor wat betreft de gebouwen en de volledige huurwaarde voor wat betreft de niet gebouwde eigendommen. b) Wanneer die goederen zelf betrok ken of uitgebaat worden door den aan zoeker naar het kadastraal inkomen voor de gebouwen en naar de huur waarde uitgewezen door de barema's tot vaststelling der landbouwwinsten voor de niet gebouwde eigendommen. c) In de overige gevallen, en namelijk wanneer de aanzoeker zijn onroerende goederen heeft vervreemd binnen de 10 jaar voorafgaande het tijdstip der aan vraag van den ouderdomsrentetoeslag, volgens de vermoedelijke huurwaarde berekend op 6 t.h. van de verkoops- waarde. d) het inkomen van roerende kapita len zooals geldbeleggingen, obligatiën enz. in bezit van den aanzoeker wordt ouderdom 5.000 fr. b) inkomen van spaargeld 2.000 fr. c) kadastraal inkomen zijner goederen 2.500 fr. Samen 9.500 fr. Buiten rekening gesteld Bedrijfsinkomen 4000 fr. Kadastraal inkom. 2500 fr. 6.500 fr. Blijft 3.000 fr. Deze landbouwer heeft recht op den vollen ouderdomsrentetoeslag daar zijne in aanmerking komende bestaansmidde len onder 3200 fr. blijven. uiteenzetting blijkt twee beperkingen Uit voorgaande dat de nieuwe wet heeft ingevoerd 1) de beperking der toekenning van rechtswege van den ouderdomsrentetoe slag voor al de verzekerden met uitzon dering der loontrekkende handenarbei ders. 2) de verlaging der inkomsten boven dewelke de toeslag geweigerd wordt. De wet behelst nog een derde en vierde beperking De derde beperking isdat de ouder domsrentetoeslag geweigerd wordt aan de personen die zekere kenteekenen van welstand vertoonen Daar onder komen voor a) zij die aangeslagen zijn voor de be taling der aanvullende personeele be lasting. b) zij die dienstboden of andere per sonen in hun persoonlijken dienst heb ben. c) zij die een autorijtuig voor hun eigen gebruik benuttigen. d) zij die een huis bewonen waarvan het kadastraal inkomen hooger is dan 3000 fr. in de gemeenten met minder dan 5000 inwoners 3500 fr. in de gemeenten met 5000 tot 29,999 inwoners 4200 fr. in de gemeenten met 30,000 inwoners en meer. Door woning verstaat men het on roerend goed of gedeelte ervan dienen de tot eigen gebruik van den aanzoeker, met uitsluiting der gebouwen die geheel bestemd zijn voor de uitoefening van een bedrijf of beroep. e) Zij die in den loop van de vijf jaar die de indiening van hunne aanvraag voorafgaan in hunne nijverheids- han dels- of landbouwonderneming, hetzij de medewerking van twee loontrekken- den of bezoldigde personen, hetzij een belegd kapitaal van minstens 50,000 fr. hebben benuttigd. f) Zij die gedurende hetzelfde tijdperk geen enkel bedrijf hebben uitgeoefend, alhoewel zij niet door arbeidsonbe kwaamheid zijn aangetast. Hier wordt echter uitzondering gemaakt voor we duwen en huishoudsters. g) Zij die gedurende hetzelfde tijdperk op normale wijze vrije beroepen hebben uitgeoefend, of lastgevingen of diensten hebben vervuld. Eindelijk nog een woord over de vierde beperking. Onder de wet van 1930 kon een min vermogende den ouderdomsrentetoeslag bekomen, indien zijne kinderen over ruime inkomsten beschikten en zelfs in welstand verkeerden. De nieuwe wet heeft de bestaansmid delen waarover de kinderen of afstam melingen mogen beschikken om geen onderhoudsrente verschuldigd te zijn aan hunne bejaarde ouders merkelijk verlaagd Voortaan zullen de onderhoudsren- ten verschuldigd door bemiddelde af stammelingen bij de bestaansmiddelen van den aanvrager in rekening worden gebracht Het bedrag der onderhoudsrente zal worden vastgesteld volgens de regelen j bij koninklijk besluit nader te bepalen. Bedoelde rente zal door het Beheer der Belastingen worden ingevorderd ten laste der afstammelingen. Wordt als bemiddelde afstammeling beschouwd en is verplicht aan zijne ouders een onderhoudsrente te betalen diegene wier inkomen, daarin begrepen deze zijner echtgenoote. 15000 fr. over schrijden in gemeenten met minder dan 5000 inwoners 18000fr. in gemeenten met 5000 tot 29999 inwoners 21000 fr. in gemeenten met 30000 inwoners en meer. Indien de afstammeling gehuwd is wordt dit inkomen vermeerderd met een vijfde voor zijne echtgenoote en voor ieder kind van minder dan 16 jaar te zijnen laste. Indien benevens de ouders of groot ouders van den gehuwden afstammeling insgelijks de ouders of grootouders van zijne echtgenoote of een van beiden nog in leven zijn. dan worden de inkomsten hooger vermeld gebracht op het dubbele om uit te maken of de afstammeling de onderhoudsrente verschuldigd is. De inkomsten der afstammelingen worden berekend als volgt a) Voor de gebouwde en niet ge bouwde eigendommen op de wijze hoo ger uiteengezet. b) Voor de bedrijfsinkomsten volgens hun belastbaar bedrag. c) Voor de roerende kapitalen volgens hunne werkelijke inkomsten. Daarmede is ons kort overzicht over de bijzonderste bepalingen der jongste pensioenwet geëindigd. Dit is niet vol ledig Sommige punten hebben we slechts aangeraakt en andere buiten be schouwing gelaten. Zoo het nuttig blijkt komen wij daarop later terug. In een volgend nummer zullen wij onze zienswijze meedeelen over de nieuwe wet inzonderlijk voor wat de landbouwersbelangen aangaat ('t Vervolgt.) van Rechtskundige Dienst wordt ge houden op Zondag 2 October van 10 tot 3 uur. Onze leden die wenschen onzen agro noom Mr De Smedt Alb. te raadplegen over landbouwzaken, pachtwet en pen sioenen kunnen hem iederen Zaterdag in ons lokaal De Koornbloem,, van 10 tot 12 uur spreken. wordt verkocht is de landbouwer hier voor niet verantwoordelijk want hij ontvangt amper 20 fr. voor zijn product. We meenen dan ook dat contingen- teering-vermindering waarvan in de parlementsvergadering van Woensdag 1.1. is gesproken, geenzins noodzakelijk is. en we eischen dat de bestaande be perkingen gehandhaafd blijven en dat niettegenstaande deze we gedurende de eerste 8 maanden van dit jaar 15 millioen 299.000 kilo vreemde boter hebben in gevoerd tegen 11.731.000 voor hetzelf de tijdperk van verleden jaar. De boterinvoer op weinig eerlijke wijze uit naburige en andere landen deed destijds de prijs van onze inland- sche boter zoo sterk dalen dat onze landbouwers zich verplicht zagen hunne producten met verlies te verkoopen. Beschermingsmaatregelen dienden dan ook getroffen en na lang wachten werd den invoer van vreemde boter beperkt. Deze regeling liet aan onze landbou wers toe de boter nog beneden den kostenden prijs te verkoopen. In de laatste weken hebben we de prijzen eenigzins zien stijgen en dan nog enkel op sommige plaatsen, en in hoever deze prijsverhooging toe te schrijven is aan de beschermingsmaatregelen, zoo als de bekampers van de boeren dit beweren, valt nog erg te betwisten, om dat rond dit tijdstip van 't jaar hier gelijk in t buitenland de boter in prijs eenigzins stijgt, normaal verschijnsel toe te schrijven eenerzijds aan de produk- tievermindering en anderzijds door ver meerderde voederonkosten bij het in gaan van den winter. Zoo steeg bv. de Deensche boter fel in prijs tijdens de laatste week van Augustus op de Engelsche markt waar nochtans geen contingenteering bestaat. Deze kleine prijsverhooging heeft dan ook onmiddellijk een hevige perscam pagne in de groote bladen uit Brussel ontketend alhoewel ze beter dan wie ook weten dat de landbouwer zijn melk en boter, zijn graan, zijn aardappe len, zijn groenten, zijn vee en nog meer met verlies verkoopt. Deze zoogezegde voorstanders van het goedkoope leven vinden de huidige boterprijzen gewoonweg schandalig en schelden de boeren uit voor woekeraars en nog meer. j Een klein overzicht der index-cijfers geeft hierop het gepaste antwoord. Tijdens de maand Augustus bereikte den algemeenen index der klein-han- delsprijzen het cijfer 708, dat der boeren- j boter 617 en 627 voor de melkerijboter. De contingenteering moet worden ge- i schorscht, roepen ze luidkeels om hunne lezers te vleien den strijd voor het goedkoope leven te voeren. Maar zelfde bekampers van protec tionistische maatregelen en voorstanders van den vrijhandel stappen zwijgend over de bescherming getroffen voor de kolen, om loonsverhooging toe te staan. We weten wel dat de landbouwers gewoon zijn als de paria's der maat schappij behandeld te worden en daar om mogen enkel andere klassen door dezelfde maatregelen beschermd wor den. Zoo werd sinds verleden jaar de ko- leninvoer met 55 p. h. vermindert en nu is er ernstig sprake den invoer van 1931 op 45 p. h. te brengen. En als we nu voor de kolen dezelfde vergelijkenis maken als met den boter- prijs die 80 punten beneden den alge meenen index blijft, dan vinden we dat deze der kolen er 28 punten boven staat. Waarom doen deze huichelaars dan niet dezelfde razende campagne voor de kolen als voor de boter Waarom dan ook altijd de landbou wers uitgescholden en niet de voortver- koopers, of moeten we ook het geval letje aanhalen van de bloemkool die aan 25 centiemen bij den groentenkweeker was opgekocht en voor meer dan 4 fr. verkocht, met de reflexie Wat winnen de landbouwers toch geld De landbouwer vraagt geen woeker winst zooals de voortverkoopers, maar wat hij vraagt, is dat hij betaald worde voor zijn slavenarbeid van den vroegen morgen tot den laten avond. Hij heeft geen recht tot staken of kan niet staken omdat hij geen deel uit maakt van machtige syndikaten en nog meer en thans is hij verplicht te werken met verlies en de centjes gewonnen door uiterste spaarzaamheid en ontbeering moet hij nu buitenwerpen. Dag op dag ziet hij zijn bedrijfskapi taal verminderen en dag op dag ver minderen nog zijne inkomsten, maar steeds moet hij hooge pachten betalen en op de beloofde regeling van deze wacht hij sinds meer dan een jaar. En als de boter in Brussel aan 30 fr. (Zie vervolg onderaan 3de kolom.) Dit is de vergrooting van het I officieel merk gehecht aan iedere rak planters welke uit Nederland wordt verzonden We ontvangen vanwege de N.A.K. volgende mededeeling Nederlandsche Pootaardappe len Nieuwe Algemeene Keuringsdienst in Nederland (N.A.K.) Vanaf 1903 dateert [de aanvang der keuring van pootaardappelen in Neder- land, ten einde een gezond en veel op brengend product te krijgen. In de laat ste jaren waren de verschillende keu ringsdiensten voornamelijk onderge bracht in twee groote groepen, het Centraal Comité en de KIZ. Deze twee diensten zijn met goedkeu ring en medewerking der Nederlandsche Regeering tot éénen grooten Neder- landschen keuringsdienst vereenigd van af Mei 1932. Deze Centrale Dienst is nu genoemdNederlandsche Algemeene Keuringsdienst (N.A.K.) en is verdeeld in twaalf verschillende kringen,voor elke kring is een keuringsdienst, deel uitma kende der N.A.K. Doel der N.A.K., is aardappelplant goed te keurenhandel drijven doet de N.A.K. niet. Het nieuwe keuringsinstituut is noodzakelijk geworden, omdat de Nederlandsche Regeering bij decreet van 3 Juni 1932 den uitvoer van pootaardappelen verboden heeft, zoo de zendingen niet gekeurd zijn door dezen nieuwen Keuringsdienst. De aardappelen moeten verpakt zijn in zakken, welke met een ongeschonden lood moeten gesloten zijn waarop de letters N.A.K. en in den zak een certificaat der N.A.K. Het wettig gedeponeerd merk van dezen nieuwen dienst stelt een zak voor met de letters N.A.K. en het woord Nederland, in het midden een Holland- sche Molen. Het Certificaat draagt aan de eene groene zijde het merk der N.A.K., als mede een aanduiding betreffende de gel digheid van het Certificaat. Op den anderen kant (de geele) wordt aangeduid in welken kring het gewas gegroeid is. Dit is aangegeven op een kleine kaart van Nederland. In ver schillende talen vindt men verder eenige aanduidingen betreffende de soort, de grootte, de kwaliteit (A= uitstekend, B= goed, C= voldoende). Voorts vindt men op dit certificaat diverse nummers, zijnde volgnummer en dat van den ver bouwer, de aard van den grond waar van het product afkomstig is en het oogstjaar. Aardappelen, die niet in geplombeer de zakken worden verkocht met het vooromschreven plombe en het officieel certificaat in de zakken, zijn geen Ne derlandsche pootaardappelen. Alle an dere tot dusver bestaand hebbende pa pieren zijn thans waardeloos geworden. MEN ZIJ GEWAARSCHUWD! Inlichtingen geeft de Nederlandsche Algemeene Keuringsdienst te Wagenin- gen en de Rijkslandbouwconsulent voor Nederland in België, Jhr. J. van Vre- denburch te Cappellen bij Antwerpen. Een model certificaat wordt ^op aan vrage gaarne gezonden. BBHIlMBaiflBilBBaBBaBBilgaiSaBHflflBB p p °P 6e derde bladzijde de L/L/L/U belangrijke mededeeling van de Provinciale Landbouwkamer van Antwerpen, i 4 4 4 s 4 4 4 A 4 >•••4 ir vat louden >13 en l Luik :e met Kezel- Clemen: z Frans Vrouu Dertddei :e Niel jenezei 2 maan- iren, 52 H. rongem >estellei i Band •evet e net sta ren, dii igemal erknoo gij alle edigt I U da kundig ocbtani iet ,^allt mm lOt koornbl De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen Ongeteckende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen bandschriften worden niet teruggegeven. IBBBfl iBijsuiManeaaaBaHMaHiaiaH

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1932 | | pagina 1