Wat gebeurt er met het
Verdrag van Ouchy 2
Beschouwingen over de Mensteelt
Landbouwweekblad
Redt II Zeiven
Gewone Algemeeoe
Vergadering
Algemeene Konservee
Industrie
(1
ZITDAG
Landbouwstudièkring
Herzele
ZONDAG 12 MAART 1933
Prijs 25 centiem
15de JAARGANG Nr Ml
meden
sifons
nieuw,
mond
Arbeid
adelt
Ferdi-
:ehan-
ver-
ien en
kal-
Van®
>r de
9 be-
een
:ands-
ver-
d. 1
thuis Toen het verdrag van Ouchy
usschen de Hollandsche en Bel-
kui- jische Regeering in Juni 1.1. werd
pende jesloten, was de pers van de
ffekle lansc^e wcre'd V°1 van lofbetui-
lingen over deze grootsche poging
taken velke de eerste ernstige stap werd
ng deienoemd naar de afschaffing van
ie belemmeringen in den inter-
3lD5: ationalen handel.
En inderdaad, het verdrag
Abonnementsprijs 12,00 frank 's jaars,
Mea schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aafikondigingen volgens akkoord,
Bureel en Redaktie: DE VILANDERSTRAAT, AALST
Verantwoordelijke Opsteller
ORTAIRE CAUDROM, Aalst.
Voor en door
de Landbouwers
voor
kop.
vara
)men )uchy behelsde de geleidelijke
stam! «mindering der tolrechten toe-
t ook epast door de verdragsluitende
Prij- artijen op hunnen wederzijdschen
laats, )VOer tot helft der huidige
is irieven over een tijdperk van
orsek l'aar*
oort- Alhoewel het verdrag oor-
>leer- pronkelijk werd afgesloten tus-
z°n- :hen België en Nederland, werd
met oorzien dat andere landen ook
ïouth 3u^en toetreden,
allen Principieel was het verdrag dus
:it en en flink gebaar, doch zoolang de
elling >etreding van de andere landen
>k te een fejt waS( iiebben wij geoor-
iriaal
eders
eeld ons te moeten verzetten
daar
ppe,
ken-
erde
Vis,
loen
jem
en
:ca-
Al-
hie-
end
ilip-
em.
□en
als
oe-
be-
de
der
sch
bij
trk,
op
ade
te
bij
►id,
1.
ast
ed.
al-
ar-
en
fr.
ne
te
de
enz., i9en de overeenkomst daar zij
an aard was wegens haar een-
laart jdig karakter de belangen van
'lang azen landbouw geweldig te scha-
9C" en.
raao onze bijdragen aan dit vraag-
kens, uk gewijd hebben wij deze ziens-
atste ijze door concrete gegevens
joals itreffende onzen handel met Ne
tten, »rland bewezen.
I] Wij hebben toen duidelijk aan-
uwe :toon<-' dat zoolang geen groote
yan Ijverheidslanden zich aansloten
j uw j het verdrag, dit laatste enkel
3or gevolg kon hebben onzen
vitte ndbouw te schaden door over-
ras, >even bevoordeeliging van de
ollandsche conkurrentie, terwijl
ikel onze nijverheid er alle be
ng zou bij hebben.
De gebeurtenissen hebben aan-
;toond dat onze zienswijze niet
ïrkeerd was, ja zelfs dat de voor
pui, :e^en welke onze nijverheid van
calf- bepalingen der overeenkomst
jart. >n verwachten, noq verre buiten
ireik liggen.
Van de lof betuigingen der pers
I het ontstaan der overeenkomst
de laatste klank w eggestorven,
i geen enkele Rege tering buiten
j ontwerpers van het verdrag
eft tot heden zijne toetreding
teekend.
Wat meer is, geleid door de
test enge ikzuchtige berekenin-
n willen de verschillende staten
sl profiteeren va.n de bepalingen
r overeenkomst zonder zelf
nige verbintenis aan te gaan.
Het is een beke nd feit dat de
ndelsverdragen tusschen de ver-
billende landen over 't algemeen
:rden aangega; an onder de clause
r meest begun stigde natie. Inge-
'lge deze claui se geniet elk ver-
ag sluitend lan d van. al de tol-
rminderingen of voordeelen die
t ander betrol eken Hand zou toe-
lan aan eiken derden staat.
Tot heden ziljn Fr ankrijk, En-
land en Duitsichlan d niet toege-
den tot het verdrag' van Ouchy.
ten enkel van de2;e landen heeft
vendien zijn inzi cht kenbaar
maakt af te zien vai a de bepaling
r meest begunstigd e natie inge-
1 van goedkeu rir ig door de
lgische en Hollan dsche parle
menten van 't verdrag van Ouchy.
De goedkeuring en toepassing
van dit verdrag zou dus voor ge
volg hebben on2e grenzen gelei
delijk open te stellen voor den
invoer uit deze landen terwijl deze
laatsten zouden voortgaan door
hunne hooge toltarieven onze pro
ducten van hunne markten te
weren
Aldus zou het verdrag van
Ouchy uitloopen op de ontredde
ring niet alleen van onzen land
bouw doch ook van onze nijver
heid, en België en Holland zouden
op de gansche lijn de gefopten
zijn hunner zoo toegejuichte actie
voor herstel van den internationa
len handel.
Het gaat met het verdrag van
Ouchy zooals met de talrijke eco
nomische conferenties tot oplos
sing der huidige krisis.
Tijdens de besprekingen betui
gen de staatslieden eensgezind dat
de voorspoed enkel kan terug
keeren door het toepassen der
vrijheid bij het internationaal ver
keer van goederen en kapitalen.
Doch nauwelijks in hunne landen
terug,verscherpen diezelfde staats
lieden de belemmeringen op dit
internationaal verkeer tot bescher
ming der inlandsche markt.
Dit is het verschil tusschen
woorden en daden
De gebeurtenissen hebben in-
tusschen bewerkt dat ook uit an
dere middens dan uit de land-
bouwkringen bezwaar en voorbe
houd wordt gemaakt tegen de
goedkeuring der overeenkomst
van Ouchy.
Zoo komt thans deAntwerpsche
senator Sëgers ook tot het besluit
dat indien de andere landen de
toepassing der clause van de meest
begunstigde natie blijven cischen,
het verdrag van Ouchy niet kan
goedgekeurd worden.
Ook in Nederland heeft de mi
nister van Financiën uitdrukkelijk
in het Parlement verklaard den 23
December 1.1. dat er geen sprake
kan zijn de overeenkomst van
Ouchy goed te keuren zoolang de
groote tanden als Duitschland,
Frankrijk en Engeland niet uit
drukkelijk hebben afgezien van de
toepassing der bepaling der meest
begunstigde natie.
Anderzijds heeft de Landbouw-
kamer van het Groot-Hertogdom
Luxemburg na een ernstige studie
der overeenkomst van Ouchy zich
beslist uitgesproken tegen de goed
keuring.
Bedoelde Kamer betoogt met
redenen dat een vermindering der
invoerrechten met den helft den
Belgischen en Luxemburgschen
landbouw overlevert aan de Hol
landsche mededinging.
Door gezegde vermindering zou
de nijverheid nog beschermd zijn,
doch de landbouw volstrekt niet
ij meer. De gelijkheid van rechten
voor nijverheid en landbouw werd
door het bewust verdrag niet ge
ëerbiedigd.
Reeds nu hebben de Belgische
en Luxemburgsche landbouwers
geweldig te lijden onder de Hol-
i landsche concurrentie.
Een nieuwe vermindering der
I invoerrechten zou de ondergang
(Zie vervolg onderaan 3de kol.)
Landbouwersvereeniging
I Samenwerkende Maatschappij
AALST.
De Heeren Aandeelhouders worden
j vriendelijk uitgenoodigd tot de
welke zal gehouden worden ten lokale
I De Koornbloem Groote Markt,
op Zondag 26 Maart 1933
om 2 1/2 uur namiddag.
DAGORDE
1. Verslag van den Beheerraad.
2. Verslag van den Toezichtsraad.
3. Goedkeuring van de balans en der
winst- en verliesrekening.
4. Ontlasting te geven aan Beheer
ders en Kommissarissen.
5. Toelating te geven aan den Be
heerraad tot het in waarde stel
len, verdeelen en verkoop
van circa 1 hectaar bouwgron
den gelegen te Aalst.
6. Allerlei.
Om tot de algemeene vergadering te
worden toegelaten, moet men voorzien
zijn van zijn aandeelboekje.
Namens de Maatschappij
De Voorzitter, De Bestuurder,
B. Schockaert. O. Caudron.
De Heeren Aandeelhouders worden
vriendelijk verzocht de gewone alge
meene vergadering te willen bijwonen
op Zaterdag 18 Maart, te 15 uur, in de
zaal De Koornbloem te Aalst.
Dagorde
1) Verslag van den Beheerraad en
Kollege der Kommissarissen.
2) Goedkeuring der balans en winst
en verliesrekening.
3) Ontlasting aan Beheerders en
Kommissarissen.
4) Statutaire benoeming.
5) Allerlei.
Ten einde tot de vergadering toege
laten te worden, woeden de Heeren
Aandeelhouders gehouden zich te ge
dragen naar de artikels 28-30 der stand-
regelen, en hunne aandeelen in den
Maatschappelijken zetel neder te leg
gen, ten minste vijf volle dagen voor de
vergadering.
De Beheerraad.
wiannssüKai&ias
Zondag 19 Maart 1933
Groote Gewestelijke
Vergadering.
DAGORDE
Uiteenzetting van het programma van
het Syndikaat.
Iedereen is welkom.
■MaMaiilHHHBatfHHMnHHHWIBaflHKfflilia
beteekenen van talrijke takken van
den Belgischen en Luxemburg
schen landbouw en een algemeene
sterke prijsafname van al de land
bouwproducten.
Het onheil zou nog belangrijker
zijn, indien Denemarken, Noor
wegen en Zweden tot de over
eenkomst toe treden.
Al deze ^gebeurtenissen staven
de zienswijze welke wij hier steeds
hebben verdedigd n.l.van een
goedkeuring der overeenkomst van
Ouchy kan voor onzen landbouw
enkel sprake zijn, indien ook groo
te nijverheidslanden tot het ver
drag toetreden derwijze dat zijn
eenzijdig karakter worde uitge
schakeld.
Zoolang dit niet geschiedt,
moeten onze landbouwers dit
verdrag tot het uiterste bekampen
als strijdig met hunne levensbe
langen. Deze zijn ons duurbaarder
dan mooie theoretische leuzen zoo
als vrijheid van handel en zoo
meer.
De groote en middelmatige land
bouwbedrijven, die zich hoofdzakelijk
toeleggen op de voortbrenging van
trekpaarden, slachtvee, suikerbeeten en
andere nijverheidsculturen, zijn door de
crisis zwaar getroffen en verkeeren on
betwistbaar in een nijpenden toestand.
De middelmatige en kleine land
bouwbedrijven, wier bestaan in de eer
ste plaats ligt in de productie van boter,
varkens en eieren, bevonden zich tot
voor eenigen tijd in een minder criti-
schen toestand, dank zij de betrekkelijk
hooge prijzen van de boter, de varkens
en de eieren.
Doch wat is er gebeurd Sedert de
maand Mei 1930 is de prijs der varkens
zoo plotseling en zoo laag gedaald dat
dit een ernstige storing in deze land-
bouwuitbatingen heeft verwekt.
De varkensteelt speelt in onze streken
een zeer belangrijke rol. Daarom zal het
niet zonder nut wezen er enkele alge
meene beschouwingen van technischen
en economischen aard aan te wijden.
Zoowat overal in de wereld behoort
de varkensteelt tot de middelmatige en
kleine landbouwbedrijven. Bij ons nog
meer dan elders omwille van de groote
dichtheid der bevolking. Dit is gemak
kelijk te verklaren de varkensteelt is
een onderneming op korten termijn, die,
dank zij de vroege rijpheid van het
dier, meermaals in het jaar herhaald
worden. Gesteld dat men een zwijntje
op 6 maand tot 100kg. e.m. kan brengen,
wordt eenzelfde kapitaal tweemaal per
jaar aangewend. Doch in de meeste ge
vallen leggen bepaalde landbouwers zich
toe op de teelt van biggen, terwijl an
dere deze biggen opkoopen en als mest-
varkens voortkweeken. Hierdoor krijgt
het aangewende kapitaal een praktische
waarde van 250 tot 300 p.h. Men zal
aanvoeren dat de landbouwer zich met
dergelijke becijferingen het hoofd niet
breekt, maar niettemin blijft hij gebon
den aan zijn geldmiddelen waarmede hij
in zijn ondernemingen willens nillens
rekening moet houden.
Van dien gezichtshoek beschouwd is
de varkensteelt een ware huisnijverheid.
De grondstof voor deze productie vindt
de landbouwer in de voortbrengselen
van eigen gewin aardappelen, rogge,
afgeroomde melk, enz. De varkensteelt
is voor den landbouwer om zoo te zeg
gen een gedwongen onderneming, wil
hij tal van producten en onderproducten
valoriseeren, d.i. door nuttig gebruik in
meerwaarde omzetten. Doch, wanneer
de culturen van de grondstoffen zeer
gelukt zijn, heeft dit onvermijdelijk over
productie van varkens voor gevolg, het
geen op zijn beurt de economische zijde
van deze teelt in gevaar brengt. Immers,
niet de markt regelt er de productie van
en nog minder de prijzen, maar wel het
al of niet lukken der veldvruchten, die
tot grondstof (voeder) moeten dienen, bij
gebrek aan andere afzetmogelijkheden.
Hierdoor ontstaat in ons land in nor
male omstandigheden een heel bijzonde
re toestand, die de varkensmarkt bloot
stelt aan groote prijsschommelingen naar
gelang de oogst overvloedig of schaarsch
is, inzonderlijk de aardappeloogst. De
vraag naar varkens blijft in gewone tij
den, behoudens de gekende seizoen
afwijkingen, binnen beperkte grenzen,
maar niet zoodra heeft men een rijke
oogst in 't verschiet of de varkensteelt
breidt zich, in wanverhouding tot de
behoeften, zoo algemeen uit dat er be
grijpelijker wijze een sterke prijsdaling
uit voortspruit, terwijl een oogstmisluk-
king het tegenovergestelde gevolg heeft.
Deze prijsveranderingen gaan, aldoor
schommelend, gewoonlijk gedurende 18
maanden in stijgende en daarna gedu
rende 18 maanden in dalende lijn. Dit is
de noodige tijd opdat de massa varkens-
kweekers de beweging van productie of
beperking volge.
Is er dan geen middel om in ons land
aan deze dierenteelt een rationeelen
grondslag te geven, m.a.w. de varkens-
productie regelmatig aan te passen aan
de wezenlijke behoeften Dit zou stellig
een groote stap gevorderd zijn de prij
zen zouden vaster en ook meer loonend
worden en daarenboven zouden de sto
ringen zich zeldzamer en minder gevoe
lig voordoen. Daarom echter dient men
allereerst voor een groot deel van den
overvloed grondstoffen, d.i. ten onzent
de aardappel, een andere gebruiksaan-
wending te vinden ofwel deze cultuur
gedeeltelijk te vervangen door een ande
re meer regelmatige en meer bruikbare.
Maar wat dan in tijden van schaarschte?
De teelt zou er stellig onder lijden en
het vraagstuk dient in dit opzicht gron
dig bestudeerd.
Hoe de landbouwer zijn bedrijf ook
opvat, dit neemt niet weg dat er aan de
varkensteelt nuttige gegevens ten grond
slag liggen, wil men er een winstgeven
de zaak van maken. In den huidigen
staat van zaken heeft deze teelt voor
doel varkensvleesch voort te brengen,
't zij versch, 't zij gezouten, 't zij ge
rookt, onder vorm van worst en zoo
meer. De grond- of voedingsstoffen heb
ben te dezer zake slechts waarde voor
zooveel zij door hunne omvorming tot
vleesch een product tot stand brengen
dat op de markt gegeerd wordt tegen
een loonenden prijs. Dit geldt voor alle
voortbrengselen.
Nu, de beste voeding is deze die, per
gewichtseenheid, een maximum gewicht
vleesch van prima kwaliteit zal voort
brengen. Voorbeeld voor een kweek-
zeug is de beste voeding of grondstof
deze waarmede het grootste aantal kilo
grammen biggen van eerste hoedanig
heid ter wereld gebracht wordt op een
gegeven tijd voor een mestvarken be
oogt men, op grond van dezelfde gege
vens, natuurlijk 't gewicht vleesch. Wat
de samenstelling betreft van een volle
dig en goedkoop voedsel voor elk dezer
categoriën, dit behoort tot het domein
der techniek.
In de varkensteelt speelt het dier zelf
ook een overwegende rol. Immers, het
varken, zooals elk ander huisdier, is niets
anders dan een omvormer van grond
stoffen tot nieuwe produkten, hier
vleeschproducten, en zal dan ook slechts
van nut wezen in zooverre het deze om
vorming op profijtige wijze kan verwe
zenlijken. De reëele waarde van het
varken ligt dus, eerst en vooral, in zijn
omvormingsvermogen, dit wil zeggen,
in het uitwerksel dat het verorberde
voedsel heeft op da vermeerdering van
zijn zuiver gewicht. Het ras wiens
omvormingsvermogen het grootst is,
zal dus het beste wezen.
Uit de praktijk blijkt nu dat het
Yorkshire ras deze eigenschap in een
zeer hooge mate bezit.
Een concrete cijfervergelijking zal on
getwijfeld dit vraagstuk verduidelijken.
Het is geen loutere theorie, maar een
kwestie van het hoogste belang waarop
de aandacht niet genoeg kan gevestigd
worden. Er wordt jaarlijks, in rond ge
tal, 150,000,000 kg. varkensvleesch in
België oekweekt, voor eene waarde van
1,5 milliard. Gemiddeld heeft men 5 kg.
geconcentreerde voedingsstoffen noo-
dig om 1 kg. levend gewicht voort te
brengen. Welnu, zekere inlandsche var
kenssoorten, die in wetenschappelijke
observatie werden genomen, hebben
een zulkdanig omvormingsvermogen dat
zij 1 kg. aan levend gewicht bijwinnen
met een voedselgebruik van 1,5 kg. be
neden het gemiddelde. Dit heeft een be
zuiniging voor gevolg van 150 mil-
ioen X 225,000,000 kg. grond-
of voedingsstoffen. Aan den huidigen
prijs van de markt mag het mengsel de
zer voedende bestanddeelen geschikt
voor de varkens tegen 1 fr. per kilogram
gerekend worden.
Indien men er toe kon komen door
een methodische organisatie bedoelde
varkenssoorten algemeen te verspreiden
dan zou men in onzen lendbouw een
jaarlijksch profijt vinden van 225 mil
joen frank. Staat en boeren zouden er
bij gebaat zijn. In een tijd van crisis,
dien wij thans doorworstelen, moet met
scherper oog naar de middelen worden
gezocht om de productiekosten te ver
minderen.
van Rechtskundige Dienst wordt ge
houden op Zondag 2 April van
10 tot 3 uur.
KIHWH—illHllIHMI il
MmMBmHUHMH fSE3S»«*S
ei met
i.
WXflfW«!»tSWBF.ai
De medewerkers zQn verantwoordelijk voor hun bQdregen.
Ongeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
)U-
nnp.
(1) Bewerkt naar een studie van Prof. J. L.
Prateur, cf. Bulletin d'Information et de Docu
mentation der Nationale Bank van België Vol.
II, N- II.