Ons standpunt tegenover het Wetsvoorste' Van Dievoet-Masson tot beperking van sommige Pachtprijzen Woorden en Daden 1 Landbouwweekblad ZITDAG M- Belangrijk Bericht R ZONDAG 23 APRIL 1933 Prijs 25 centiem 153e JAARGANG Nr 747 tsen va mozaï. en, vei Arbeid Abonnementsprijs t 12,00 frank 's jaars. Bureel en Redaktie: DE VILAN DERSTRAAT, AALST Voor en door adelt Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Verantwoordelijke Opsteller de Landbouwers Aankondigingen volgens akkoord, ORTAIRE CAUDRON, Aalst. Zooals de meeste voorstellen ten voordeele van den landbouw, heeft ook het wetsvoorstel tot be' perking der pachtprijzen een lan gen lijdensweg afgelegd alvorens aan de beurt te komen in onze wetgevende Kamers. Reeds in 1931 heeft onze Ver- eeniging door talrijke propaganda- vergaderingen en bijdragen in haar weekblad hardnekkig gestre den voor de wettelijke regeling der pachtprijzen. Zij stond echter alsdan alleen op de bres voor de verdediging van dit levensbelang onzer landbouwers. De Belgischen Boerenbond met zijn duizende leden, zijn ernorme geldmacht en zijn pretentie dat hij het monopo- lium bezit der middelen tot behar tiging der landbouwbelangen,bleef afzijdig en liet bij monde zijner vertegenwoordigers verklaren dat de wettelijke beperking der pacht prijzen niet noodig was dat deze kwestie diende geregeld bij minne lijke schikking tusschen eigenaars en pachters. Dit optimisme, dat trouwens op dit oogenblik reeds werd tegen gesproken door de feiten, moest de Boerenbond echter te elfder ure prijsgsven onder den druk der schreeuwende wantoestanden waaronder de ongelukkige pach ters in groot aantai ten onder gin gen.Hij veranderde dan het geweer van schouder en begon op zijne beurt te ijveren voor de wettelijke regeling der pachtprijzen. In af wachting dezer laattijdige bekee ring hebben echter talrijke pach ters hunnen ondergang zien be spoedigen of voltrekken. Het wetsvoorstel Van Dievoet dat wij hier bespreken werd ver moedelijk ingegeven en in elk ge val opgemaakt in verstandhouding met den Boerenbond waarvan de heer Van Die voet een der raad gevers is. Wat js dit voorstel waard voor onze pachters Reeds in ons nummer van 31 Januari 1932 hebben wij onze zienswijze uiteengezet betreffende de wijze waarop de wettelijke be perking der pachtprijzen doeltref fend kan worden ingericht. Wij meenen bij ons standpunt te moeten blijven. Zoo zijn we tegenstanders van het wetsvoorstel Van Dievoet- Masson om de volgende redenen De pachter die vermindering van den pachtprijs verlangt moet den eigenaar voor den Vrede rechter roepen om bij minnelijke regeling, of bij gebreke daarvan, door vonnis verlaging van den pachtprijs te bekomen. Tot welke toestanden zal deze bepaling leiden De eigenaar is ontegenspreke lijk de sterkste partij. Vele pach ters zullen er tegen opzien hunnen eigenaar voor den vrederechter te roepen uit vrees hem te ont stemmen en bij de eerste gelegen heid hun land kwijt te geraken De wet zal aldus in talrijke geval len geen hulp bieden aan den pachter en doode letter blijven. Om den eigenaar voor den vrederechter te roepen moet de pachter ter griffie een verzoek schrift neerleggen. Sommige kleine pachters zullen er wegens onvol doende geleerdheid en doordat zij ervoor bevreesd zijn met het ge recht in aanraking te komen, tegen opzien dezen pleegvorm te ver vullen. De vrederechter heeft als op dracht over het geschil tusschen eigenaar en pachter een oordeel te vellen. De vraag dient hier gesteld zal de vrederechter daartoe de noodi- ge bevoegdheid en zelfstandigheid bezitten Met allen eerbied voor de vre derechters dient toch gezegd dat de meesten onder hen geen land- bouweconomisten zijn en niet voldoende op de hoogte zijn van de voorwaarden van voortbrengst en verkoop der landbouwproduc ten om met kennis van zaken over het bedrag der pachtprijzen uit spraak te doen. Vele onzer vrederechters zijn immers s'adsjongens die in geen voldoende aanraking hebben ge leefd met onze landbouwbevolking om met bevoegdheid uitspraak te kunnen doen over een ingewik keld landbouwvraagstuk als de pachtkwestie. Het wetsvoorstel Van Dievoet- Masson nu geeft hen geen be paalde grondslagen waarop zij hunne uitspraak moeten vestigen, het beperkt zich bij de algemeene aanbeveling dat de vrederechter dient rekening te houden met den toestand van den landbouw in 't algemeen en met den bijzonderen toestand van de hoeve of van de perceelen waarop de vraag be trekking heeft. De vrederechter beslist dus naar eigen opvatting en beoordeeling, wat voor gevolg zal hebben gansch uiteenloopende vonnissen over toestanden die dikwerf de zelfde zijn. Wat nu de zelfstandig heid van den vrederechter betreft: zonder te beweren dat de rechter met vooropgezetten wil partijdig zal optreden, blijft het toch waar dat hij zich moeilijk zal kunnen ont trekken aan de invloeden van het midden waarin hij leeft. Het is nu een feit dat de vrede rechter doorgaans in nauwe be trekking is met de invloedrijke familiën van eigenaars van zijn kanton. Indien nu een pachter te gen deze eigenaars zijn recht op pachtvermindering inroept vreezen wij ten zeerste dat de vrederechter het te zeer zal houden met de vrij waring van de eigenaarsbelangen. Nemen wij nochtans even aan zooals de Heer Van Dievoet voorhoudt dat onze pachters zooals hunne Hollandsche bedrijfs- genoten in massa om de verminde ring der pachtprijzen den vrede rechter zouden verzoeken, dan stellen wij ons de vraag waar onze vrederechters den noodigen tijd zullen vinden om binnen afzienba- ren tijd, na behoorlijk onderzoek, uitspraak te doen over de talrijke aanvragen tot vermindering der pachtprijzen welke hun zullen wor den voorgelegd. Wij weten dat het wetsvoorstel den rechter toe laat elke uitzetting wegens niet- betaling van den pachtprijs te ver hinderen. Zoodra het verzoekschrift tot vermindering van den pachtprijs is ingediend, dit neemt echter niet weg dat het lang uitblijven der 1 vaststelling van den verminderden pachtprijs door den vrederechter i en deniet-betaling intusschen door den pachter den eigenaar groote- lijks zal ontstemmen. Deze ont stemming zal den eigenaar bij de eerste gelegenheid wreken op den pachter door hem het gebruik van het gepachte goed te ontnemen. De uitdrijving hangt dus steeds als het zwaard van Damocles bo ven het hoofd van den pachter en zal de uitwerking van het wets voorstel Van Dievoet-Masson gansch ontzenuwen, omdat het voorstel geen enkel bepaling voor- i ziet waarbij het den eigenaar ver- j boden wordt de pacht op te zeg- S gen behoudens in gewichtige ge- j vallen die uitdrukkelijk zouden dienen voorzien. Het wetsvoorstel voorziet be roep tegen de beslissing van den vrederechter zoodra de gevraagde vermindering 400 fr. per jaar te boven gaat. Het is een rechter der rechtbank van eersten aanleg die eigenmachtig over het beroep uit spraak doet. Nog meer dan ten opzichte van den vrederechter vragen wij ons af waar bedoelde rechter de noodige bevoegdheid heeft opgedaan om over ingewik kelde landbouwaangelegenheden zooals de pachten met kennis van zaken te oordeelen. Alhoewel de proceduur voor het beroep in pachtaangelegenhe- den eenvoudiger is dan de gewo ne, beweren wij dat zij toch te in gewikkeld is opdat een pachter zonder tusschenkomst van advo- kaat of pleitbezorger haar tot een goed einde kunne brengen. In dit geval nu zal de gebeurlijke pachtvermindering vooral voor onze kleine boeren grootelijks op geslorpt worden door het eereloon van den rechtskundige aangesteld door den pachter. Dit nu is toch de oplossing niet welke den pach ter voordeel brengt. Het wetsvoorstel Van Dievoet- Masson bepaalt dat het recht om vermindering van pachtprijs te bekomen niet van toepassing is op pachters van vreemde nationa- liteit, behalve indien hun land van oorsprong aan de pachters van Belgische herkomst gelijke voor- deelen verleent. Deze bepaling sluit naar ons voordeel het gevaar in dat de eigenaars bij de verpachting hun ner goederen de voorkeur geven aan vreemdelingen boven de Bel gische landbouwers om hunnen prijs naar goeddunken te kunnen vaststellen. Ons besluit is dat het individueel recht op herziening der pachtprij zen door het wetsvoorstel Van Dievoet-Masson toegekend aan de pachters geen doeltreffende oplossing is om de redenen hoo- ger uiteengezet. De proceduur voorzien door het voorstel kan eenvoudig schijnen aan advokaten waartusschen zijne ontwerpersvoor eenvoudige landbouwers is zij te ingewikkeld. (Zie vervolg onderaan 3de kolom). Onlangs werd in den Senaat de begrooting van Landbouw voor het jaar 1933 onderzocht en goed gekeurd. Moest een vreemdeling het verslag over de bespreking ervan lezen, hij zou zich vast en zeker inbeelden dat België voor den boer het Land van Belofte is. Een vijftiental vroede heeren hebben zich ingespannen om den boerenstand hemelhoog te ver heffen. De schoonste frazen wer den er uitgeflapt op een toon alsof die heeren het werkelijk zelf ge loofden "de landbouw is de eer ste nijverheid der natie de boe renstand is het beste deel onzer bevolking wij moeten den land bouw beschermen [tegen vreemde dumping,, en veel ander mooie dingen... Maar ondertusschen verkoopt men hier vreemde aardappelen tegen 11 fr. de zak, wordt er meer vreemd dan inlandsch vleesch ver kocht, heeft men den kleinen land bouwer zijn pensioen afgenomen, blijven pachten en belastingen even hoog als vroeger, wordt de autonijverheid 100 °/o beschermd, terwijl de boer zijn producten bijna gratis mag weggeven. Wie houden die heeren wet gevers voor den gek En hoe eer lijk zulke handelingen mooie liedjes zingen om den boer in slaap te wiegen, en, wanneer het op stemmen aankomt, den sukkelaar nog wat dieper in den zak steken Vuur dragen in één hand, water in de andere Wat kennen die heeren onze brave boerkens toch goed Zij weten maar al te wel dat veel landbouwers nog immer de goede lamzakken zijn, die men paaien kan met schoone beloften, en die leven kunnen van politiek en schoon weder. Daarom werd dit jaar het bu iget van landbouw, dat vroeger al zeer weinig bedroeg in vergelijking met andere begroo tingen, nog met eenige miljoentjes verminderd, waarschijnlijk omdat de landbouw "de eerste nijverheid der natie,, is 1 Dat onze wetgevers het werk volk eens behandelen zooals de boeren Ze zullen er niet aan be ginnen, omdat ze weten dat de werklieden paraat staan tot ver dediging hunner belangen, omdat ze bevreesd zijn voor de macht en voor de stem van het strijdend proletariaat. Landbouwers, al dat welwillend geleuter rond de begrooting van landbouw, is weer een bewijs dat wij het bij het rechte eind hebben, ■■■■■BSSSIk HSHHHISaiBHBB Evenmin als de bepalingen voor komende in artikel 1769 van het Burgerlijk wetboek zullen de schik kingen van het nieuwe wetsvoor stel een algemeene bevredigende oplossing brengen voor de massa onzer pachters. Deze eischen een collectief recht op vermindering der pachtprijzen steunende op redelijke en billijke grondslagen en voor verwezenlij king vatbaar met een uiterst mi nimum van pleegvormen. Daarover zullen wij enkele be schouwingen geven in een volgen de bijdrage. (Wordt voortgezet). als we een anderen weg opwillen. Evenals de werklieden hebben we ons recht, als we 't maar nemen willen en nemen durven. Komen we tot daar niet, dan blijft men ons paaien met schoone beloften en holklinkende theoriën. Zijt ge daarmee tevreden en kunt ge er de maag mede vullen, dan hoeft ge u aan niets te ge- neeren. Maar klaagt dan ook niet meer, want ge hebt enkel uw ver diend loon. Wij syndikalisten, wij laten ons niet meer met een kluitje in 't riet sturen spijts onverschilligen en spijts karakterloozen willen wij den strijd aanbinden en volhouden tot het uiterste voor een beter bestaan. Daarom hebben we onze land- bouwerssyndikaten gesticht en zullen we kwaadschiks veroveren wat men ons niet goedschiks ge ven wil. Wij willen aan alle wettenma- kers en mooie praters diets maken, dat we den buik vol hebben van schoone beloften en lange rede voeringen, dat we inplaats van woorden eindelijk eens daden willen l Wij willen dat de Regeering wete dat er in België, naast de bankiers en naast de werklieden, wien we echter niets benijden, nog een ander soort wezens zijn, de eigenlijke slaven of boeren, die, alhoewel lam gewerkt en sober gevoed, nog kruim genoeg bezit ten om niet te blijven berusten in dezen staat van minderwaardige burgers. We zijn niet meer tevreden met de kruimels die van de staatstafel vallen we eischen ons volle aan deel van den lekkeren maaltijd Wij protesteeren tegen een armzalige landbouwbegrooting van 72 miljoen terwijl er honder den miljoenen vergooid worden aan improductieve uitgaven. Wij eischen zonder uitstel de oplossing van alle kwesties, die ons aanbelangenpachtwet,ouder domspensioenen, kindertoeslag, belastingen enz. Slu-t daarom de rangen dicht wordt zonder uitstel een echte syndikalist, een echte Redt U Zeiver Strijdt met en naast ons in Redt U Zeiven Wij houden het niet met woorden wij willen daden voor onze Magazijniers De magazijniers die nog geen bezoek van onzen afgevaardigde ontvangen hebben, worden zeer dringend verzocht, voor hun ge meente een stichtingsvergadering van het boerensyndikaat op ons bureel aan te vragen, met opgave van bestgeschikten dag en uur. Liefst twee Zondagen opgeven voor het geval dat onze voor drachtgevers den eersten dag reeds zouden in beslag genomen zijn. De aanvraag minstens tien da gen op voorhand binnensturen. van Rechtskundige Dienst wordt ge houden op Zondag 7 Mei van 10 tot 3 uur. A fk 8SSSS 'prijze De medewerkers z(Jn verantwoordelijk voor hun bijdragen. Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. 'ti opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. V v. X;

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1933 | | pagina 1