(■■■I
Het Wetsontwerp tot Ver
mindering der Pachtprijzen
DE VOLMACHT
Arbeid adelt*
Landbouwweekblad
Voor en door de Landbouwers
borg
Belangrijk Bericht
De Valorisatie
der Tarwe
Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven
ZONDAG 21 MEI] A933
Prijs 25 centiem
15de JAARGANG Nr 751
:ie van
werk-
voor-
ntrest,
Eeck-
orp. 1,
Abonnementsprijs 12 fr. 's jaars.
Men schrijft in op ons
Bureel en op alle postkantoren.
Het overnemen van artikelen
zonder aanduiding der bron
is streng verboden.
Bestuurder en verantwoordelijke Opsteller
O. CAUDRON.
Bureel en Redactie De Vilanderstraat, 4, Aalst.
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hunne
bijdragen.
Aankondigingen volgens
akkoord.
n alle
De Kamer keurde het hiernavolgende
wetsontwerp goed. De Senaat zal het
denkelijk een dezer dagen doen.
We geven hierna de tekst der wet
zooals ze door de Kamer werd goedge
keurd en zonder kommentaar
Art. 1. De pachter bij eene vóór
1 Januari 1932 gesloten pachtovereen
komst, kan een vermindering aanvragen
van den bedongen pachtprijs, indien
deze buiten verhouding is met de econo
mische omstandigheden ten tijde van de
vraag.
Worden met de in het vorig lid be
doelde pachten gelijkgesteld, de pachten
die vernieuwd of verlengd werden, zelfs
onder nieuwe voorwaarden, na 1 Januari
1932, doch vóór de bekendmaking van
deze wet.
Art. 2. De rechter doet uitspraak
naar billijkheidom de gegrondheid van
de vraag te beoordeelen en om de ver
mindering van den pachtprijs te bepalen,
houdt hij rekening "zoowel met den toe
stand van den landbouw in 't algemeen
als met den bijzonderen toestand van de
hoeve of van de perceelen waarop de
vraag betrekking heeft, en met alle an
dere gegevens die tot een billijke regeling
van het geschil kunnen bijdragen.
Art. 3. De door den rechter ver
leende vermindering van pacht is van
toepassing op het pachtjaar tijdens het
welk de vraag wordt ingediend. Zij kan
van toepassing zijn op het reeds verloo-
pen pachtjaar, indien het verzoekschrift
waarvan sprake in artikel 6, op de griffie
werd overgelegd binnen de drie maan
den die volgen op het verstrijken van
het pachtjaar. Zij is van toepassing op
de nog te loopen jaren, tot het einde
der pacht.
Veranderen de economische omstan
digheden, die tot de vermindering aan
leiding gegeven hadden, dan kan de ver
pachter vragen dat de verminderde
pachtprijs zou verhoogd worden, ofzelfs
dat de vroegere pachtprijs zou verhoogd
worden, of zelfs dat de vroegere pacht
prijs zou worden heringevoerd. Het
vonnis heeft zijn uitwerking in dezelfde
voorwaarden als het vonnis waarbij een
vermindering van den pachtprijs werd
verleend.
Art. 4. Zoodra het verzoekschrift
tot minnelijke regeling, dat de vraag tot
vermindering van den pachtprijs vooraf
gaat, ter griffie werd overgelegd, kan de
rechter elke uitzetting wegens niet-beta-
ling van den prijs doen schorsen, met
inbegrip van de uitzetting voorzien bij
artikel 11 der wet van 25 Maart 1876
op de bevoegdheid in burgerlijke zaken.
Van hetzelfde oogenblik af, moet elke
rechtbank, bij dewelke een vordering
aanhangig is tot betaling van de pacht
der jaren waarvoor vermindering ge
vraagd wordt, haar uitspraak schorsen
totdat er, betreffende de vraag tot ver
mindering, een vonnis bestaat dat kracht
van gewijsde heeft verkregen.
Art. 5. De vrederechter van het
kanton, waar het pachtgoed gelegen is,
neemt kennis van al de geschillen,waar
toe deze wet aanleiding geeft, welk ook
het jaarlijksch bedrag van den pachtprijs
weze, en zelfs in geval van betwisting
omtrent den titel.
Indien het pachtgoed in verschillende
kantons gelegen is, wordt het bevoegde
rechtsgebied bepaald door het gedeelte,
waarvan het kadastraal inkomen het
hoogste is.
Het vonnis is in eersten of in laatsten
aanleg, naar gelang de gevraagde ver
mindering of vermeerdering, de som van
400 frank per jaar al dan niet te boven
gaat.
Art. 6. Geene op deze wet ge
steunde vraag tot vermindering of ver-
meerdering van den pachtprijs is ontvan-
kelijk zonder dat vooraf de eischer bij 1
den vrederechter een verzoekschrift
heeft ingediend, om den verweerder tot
een minnelijke regeling te doen oproe
pen. Het verzoekschrift, dat op ongeze
geld papier mag geschreven zijn, wordt
ter griffie overlegd, en de griffier verleent
daarvan een ontvangstbewijs.
Het verzoek kan ook mondeling wor
den gedaanin dit geval maakt de grif-
fier daarvan proces-verbaal op
Binnen acht dagen na het indienen
van het verzoekschrift, roept de vrede
rechter de partijen op door een verwit
tiging op ongezegeld papier, overge
maakt onder een ter post aangeteeken-
den omslag.
Er wordt proces-verbaal opgemaakt
van den uitslag der poging tot minnelijke
regeling. Komt een accoord tot stand,
dat vermeldt het proces-verbaal de ter
men daarvan. De uitgifte van het proces
verbaal wordt voorzien van de formule
van tenuitvoerlegging.
Komt er geen akkoord tot stand, dan
stelt de rechter een datum vast voor de
pleidooien en voor de uitspraak. Hij zal
partijen bij aangeteekenden brief oproe
pen, daarbij een termijn van minstens
vijftien dagen latende.
De vermindering mag aangevraagd
worden hetzij in hoofdzaak, hetzij door
middel van exceptie, op een eisch tot be
taling vanwege den verpachter, en dit
zelfs na het verstrijken van den bij artikel
3, eerste allinea, bepaalden termijn.
Art. 7. Het beroep wordt aange
bracht vóór een rechter, lid van de
rechtbank van eersten aanleg, door den
Koning aangewezen, en uitspraak doen
de zonder tusschenkomst van het Open
baar Ministerie.
Het ambt van de pleitbezorgers in
beroep is facultatief. Hunne honoraria
worden niet in de begrooting van de
kosten begrepen.
De dagvaardingen voor de rechtbank
van eersten aanleg, uitspraak doende in
beroep, in zake pachtprijzen, moeten
geen andere vermeldingen inhouden dan
die voorgeschreven door artikel 61 van
het Wetboek van Burgerlijke Rechts
vordering.
De gedaagde in beroep wordt gedag
vaard overeenkomstig het eenig artikel,
paragraaf 3. allinea 3, der wet van 25
October 1919, verlengd door de wetten
van 20 Juli 1921, 9 Augustus 1922,
7 Augustus 1924 en 21 Augustus 1925.
Indien de gedaagde in beroep, die
geen pleitbezorger heeft aangesteld, niet
verschijnt op de terechtzitting welke
door de dagvaarding werd bepaald, of
op een latere terechtzitting naar dewelke
zijn zaak mocht verzonden zijn, zal de
rechter in beroep niet bij verstek kunnen
uitspraak doen, tenzij de gedaagde in
beroep door den griffier der rechtbank
opgeroepen werd.
Deze oproeping geschiedt bij een ter
post aangeteekenden brief, portvrij ver
zonden, ten minste vijf dagen vóór den
datum der terechtzitting en inhoudende
de aanduiding van plaats, dag en uur der
verschijning.
Art. 8. I. Bij de geschillen
waartoe de toepassing van de tegen
woordige wet mocht aanleiding geven,
zullen al de akten van rechtspleging, de
vonnissen en de exploten betreffende de
ten itvoerlegging dezer vonnissen, zoo
wel in eersten aanleg als in aanleg van
beroep, op straffe van nietigheid, gesteld
worden
1° In de Nederlandsche taal, wanneer
de verwerende of de in beroep gedaagde
partij woonachtig is in eene gemeente
als Vlaamsche gemeente aangeduid bij
de Koninklijke besluiten genomen ter
uitvoering van het eerste artikel der wet
van 3 Mei 1889 betreffende het gebruik
van de Nederlandsche taal in strafzaken,
gewijzigd bij de wetten van 4 September
1891 en 22 Februari 1908, en samenge-
ordend bij Koninklijk besluit van 16
September 1908:
2° In de Duitsche taal, wanneer de
verwerende of de in beroep gedaagde
partij een der gemeenten bewoont, ver
meld bij artikel 2 van het Koninklijk be
sluit van 4 October 1925.
De exceptie van nietigheid moet, op
straffe van vervallenverklaring, worden
ingeroepen vóór elke andere exceptie,
zelfs van bevoegdheid, en vóór de be
handeling van den grond der zaak.
2. Partijen mogen, bij overeen
komst of voorafgaand akkoord, afzien
van het voorrecht der bepaling van pa
ragraaf I.
(Zie vervolg onderaan 3de kolom).
Wanneer men goed op de hoogte is
van het gekonkelfoes dat de volmacht
voorafging, dan beseft men al te wel
hoe laag de demokratie, de parlementaire
zeden en de eerbied voor de grondwet
in ons landeke gevallen zijn.
De dragers van het gezag, die de
zuivere beginselen hoog dienden te
houden, sleuren dat gezag en die be
ginselen door het slijk.
De droeve financieele politiek sedert
jaren in ons land gevolgd, geeft ons
daarenboven een juist denkbeeld van de
bekwaamheid en het beleid van onze
"groote mannen,,.
Na den wapenstilstand werden hier
naar het schijnt een paar miljard mar
ken uit Duitschland binnen gesmok
keld en door den Staat, met de in om
loop zijnde biljetten aan 1,25 fr. uitbe
taald.
De toekenning der gelden voor oor
logsschade was een echt schandaal.
Met de sekwestergoederen werd de
schatkist voor ettelijke miljoenen be
drogen.
Zeepbarons en andere groote smok
kelaars werden zooveel mogelijk gerust
gelaten.
Bij de herstelwerken werden honder
den miljoenen weggegooidDuitschland
ging ze toch moeten betalen
De buitenlandsche leeningen werden
dikwijls aan onverantwoordelijke voor
waarden aangegaan.
De boeten van de benzolbarons ble
ven onbetaald.
In 1926 werden, door het geknoei
der geldmannen en onverantwoordelijke
autoriteiten, de zes zevenden van het
bezit der kleine spaarders verbeurd
onder den welluidenden naam van sta
bilisatie.
Miljarden werden en worden nog
weggesmeten langs deuren en vensters.
Én bewonder nu, vaderlandslievende
landbouwers, het machtig tooverstokje
onzer ministers. Opeens had men geld
te veelmen wist niet meer wat er mede
aan te vangen immers, men deelde
driehonderd miljoen uit aan 2400 rijk
aards, door de afschaffing van de super
taks.
Daarbij werd het jubeljaar 1930 een
echt kermisjaar. Er werd op staatskos
ten gefuifd,gebanketteerd en champagne
gezopen, dat het een plezier was om...
er bij te zijn Jarenlang werd met mil
joenen gegoocheld alsof het peulschillen
waren. Reizen van prinsen, ambassa
deurs en diplomaten werden gefinanci-
eerd of het niet meer op kon
En dan opeens... krak 't Baksken is
leeg en men schreeuwt moord en brand
Lezers, ik vraag het u, ware het niet
billijk dat zekere ministers en ambte
naars ter verantwoording opgeroepen
werden
In schijn om het boeltje min of meer
wat op te knappen, maar in werkelijk
heid om met de demokratie en het toe-
iimiimsRiiRgiimiiiiiiii
Deze bepaling moet niet worden toe
gepast, indien de pachtovereenkomst in
de Fransche taal was gesteld.
3. De in het Nederlandsch of in
het Duitsch aangevangen rechtspleging
wordt in de Fransche taal voortgezet,
indien de verweerder zulks aanvraagt
op de terechtzitting waar de zaak wordt
ingeleid.
Vóór de rechtbank in beroep, zal ge
bruik gemaakt worden van de taal, aan
genomen voor de rechtspleging vóór
den vrederechter.
Art. 9. Deze wet is niet van toe-
passing op de pachters van vreemde na
tionaliteit, behalve indien, in hun land
van oorsprong, een wet bestaat, die aan
de aldaar als pachters verblijvende Bel
gen gelijke voordeelen verleent als die,
welke uit deze wet voortvloeien.
Art. 10. Geene op deze wet ge
steunde vraag mag ingediend worden
na 1 Januari 1935, uitgezonderd de aan
vragen gesteund op alinea 2 van art. 3.
Art. 11. Overgangsbepaling.
De rechter kan de bepalingen van deze
wet toepassen voor de pacht van het
jaar 1932, mits het bij de artikelen 3 en
6 bedoelde verzoekschrift ter griffie
wordt neergelegd binnen de twee maan
den volgende op de bekendmaking van
de wet in den Moniteur beige.
zicht van het parlement op te ruimen,
neemt men nu zijn toevlucht tot
Hitler-praktijken. De pogingen daartoe
liepen van geen leien dakje. Sommige
volksvertegenwoordigers stribbelden in
den beginne nogal wat tegen.
Er was een ziekte van den Eersten
Minister noodig om tijd te winnen, als
ook een dineetje om het geweten van
sommige parlementsleden in slaap te
sussen.
ver-
En nu zien we het ongelooflijk
schijnsel dat 92 volksvertegenwoordigers
een wet stemmen, waarbij zijzelf plechtig
verklaren dat ze onbekwaam en er niet
meer noodig zijn ge geven hun zelf een
verlof van drie maand,maar zullen zeker
niet weigeren hun maandwedde op te
strijken. Zoo krijgen we een nieuwe
serie staatsrenteniers.
Maar daarmede hebben we toch een
volmacht De tijd zal leeren wat heil
of onheil ons dezelve zal hebben ge
bracht.
We zijn benieuwd te weten of de vol
macht met haar bezuinigingen gaat
tegen de ambtenaars van allen aard met
hun inkomsten van meer dan honderd
duizend frank,tegen deze die drie en tien
posten met ne keer bekleeden, tegen de
miljarden van de forten en andere mili
taire uitgaven, tegen de fabelachtige
verkwistingen van allen aard, ofwel
tegen de bestaansmiddelen van werk
man, boer en neringdoener
Wij gaan akkoord dat de misbruiken
inzake werkloozen en anderen steun
streng worden beteugeld, doch verheu
gen wij ons niet in het feit dat de dag
huren, de gezinsvergoedingen, de pen
sioenen en de werkeloozensteun te zeer
zouden omlaag gedrukt worden. En
ziehier om welke redenen
De prijzen van onze landbouwproduc
ten algemeen genomen staan tegenwoor-
diger 25 °/0 lager dan het peil van 1912,
terwijl de produktiekosten merkelijk
hooger zijn. Wat gaat dat worden in
dien men de koopkracht van den werk
man en den bediende nog aanzienlijk
vermindert Geen verkoop meer en een
zedelijke aanmoediging tot roof en
diefstal
Voeg daarbij dat'de belastingen steeds
zullen klimmen, dat van vele maatschap
pelijke wetten voorloopig geen spraak
meer is, dat de kredietvoorwaarden hoe
langer hoe moeilijker worden, dat het
toezicht op de daden der Regeering
uitgesloten is, dat men, in de memorie
van toelichting op de wet van volmacht,
zelfs dreigt de pers te muilbanden, dan
wordt de volmacht ook voor de boeren
een vergulde pil, vol bitterheid en
vergift.
Maar drie maand is toch niet lang
en daarna gaat alles weer zijn gewonen
gang, zeggen de optimisten Zoo lee
ren de ketters, maar zij dolen.
In Duitschland ook vroeg rijkskanse
lier Brüning een volmacht met beperkte
strekking en voor bepaalden tijd men
schonk ze hem het gelukte hem echter
niet orde in de Duitsche zaken te
brengen hij effende slechts de baan
voor Hitier en voor de diktatuur.
Waarom zou het hier anders gaan,
wanneer de groote banken en zelfs ze
kere staatsmannen van een volstrekte
diktatuur droomen
En de schoone kiesbeloften, wat is er
van geworden Welke staatsman was
het weer, die verklaarde dat kiesbelof
ten niet moeten gehouden worden
Landbouwers, we worden gefopt 1
Meer dan ooit wordt het tijd om eens
gezind op te rukken en den strijd aan
te vatten tegen de talrijke vijanden van
ons volk.
De belanghebbenden welke wenschen
Mr Coulier, Staatslandbouwkundige, te
raadplegen over landbouwzaken, kun
nen hem gratis spreken in het lokaal
"Paviljoen,,, Groote Markt, te Aalst, op
den eersten en derden Zaterdag van
elke maand, van 10 tot 12 uur.
Desnoods mogen zij gemelden heer
ook per brief raadplegen, met te schrij
ven aan zijn adres Koornaard, 7, te
Dendermonde.
Wij staan dicht bij den nieuwen oogst
en nog steeds is er door de Regeering
geen bepaalde regeling getroffen, om
aan de voortbrengers van inlandsche
tarwe een prijs te waarborgen die ten
minste de voortbrengstkosten dekt. Te
gen de maatregelen tot valorisatie der
tarwe wordt in menige middens hard
nekkig verzet gedaan om verschillende
redenen, waarvan wij hier enkel de bij
zonderste in oogenschouw willen nemen:
1' opwerping. Het is onzinnig de
tarwekultuur door zware geldelijke of
fers in leven te houden, wanneer het
buitenland ons ruimschoots kan bevoor
raden tegen prijzen die een derde of
meer lager zijn dan de voortbrengstprijs
der inlandsche tarwe.
Zij die aldus redeneeren begrijpen
niets van onze landbouwstructuur. De
tarweteelt is als wisselcultuur de grond
slag van ons landbouwbedrijf, bijzonder
in de groote en middelmatige uitbatin
gen in de meeste streken van ons land.
Het gaat zoo maar niet ineens deze
teelt uit te schakelen en aan onze land-
bouwvoortbrengst een gansch andere
richting te geven. Zulks is in de huidige
omstandigheden zelfs totaal uitgesloten,
daar de internationale handel door aller
lei belemmeringen is gekneveld. Waar
toe zou het immers baten de gespeciali
seerde teelten uit te breiden bestemd
voor den uitvoer wanneer deze door
onvoorziene maatregelen, getroffen in
den vreemde, wegvalt of aanzienlijk
wordt ingekrimpt
De huidige omstandigheden bewijzen
integendeel dat de weerstand aan de
crisis het best wordt uitgeoefend door
de verscheidenheid in de voortbrengst
en de inrichting van deze laatste zooveel
mogelijk volgens de behoeften der bin-
nenlandsche markt.
Zij die voormelde bezwaren inbren
gen tegen de valorisatie der tarwe zou
den dezelfde houding moeten aannemen
ten opzichte van de regeeringsmaatre-
gelen tot valorisatie der prijzen van de
Belgische steenkolen. Het is een feit dat
het buitenland ons voldoende steenkolen
kan leveren tegen prijzen welke merke
lijk lager zijn dan de voortbrengstkosten
onzer mijnen.
Dit is te wijten aan natuurlijke oor
zaken zooals grootere rijkheid van den
bodem in sommige landen, gemakkelij
ker en min kostelijke uitbating van som
mige koolputten, voordeeliger vervoer
en andere. Nochtans denkt geen rede
lijk persoon eraan onze steenkoolnijver
heid prijs te geven aan de buitenland
sche mededinging omdat zij het midden
punt en de basis vormt van gansch ons
nijverheidswezen.
Welnu wat de koolmijnen zijn voor
onze nijverheid is de tarwecultuur voor
onzen landbouw.
Vergeten wij bovendien niet dat de
tarwecultuur op zich zelve een niet te
onderschatten economisch belang biedt,
daar zij een oppervlakte beslaat van
100.000 Ha. verdeeld over verschillen
de streken en over groote, middelmatige
en zelfs kleine landbouwbedrijven.
De inlandsche voortbrengst dekt
bovendien ongeveer het vierde van het
nationaal verbruik wat volstaat om een
zekeren invloed uit te oefenen tot regu-
larisatie der prijzen.
2' opwerping. De valorisatie der
tarwe heeft voor noodzakelijk gevolg
den prijs van het brood op te drijven.
Deze opwerping moet vooral dienen
om de massa tegen de valorisatie in 't
harnas te jagen.
Wij ontkennen niet dat het brood als
eerste artikel der volksvoeding zoo
goedkoop mogelijk moet zijn, doch wil
len doen opmerken dat talrijke nijver-
i heidsproducten zooals schoenen, kleeren,
linnen, kolen enz. even onmisbaar zijn
voor het levensonderhoud als brood.
Nochtans worden op deze producten
zware tolrechten geheven waardoor het
aan de vreemde mededinging onmogelijk
wordt gemaakt aan de bevolking deze
waren te bezorgen tegen voordeeliger
prijzen dan de inlandsche nijverheid.
J Indien men uitsluitend de belangen
der verbruikers op 't oog heeft moet
men 's lands grenzen openzetten voor
alle artikelen. Daar de vreemde landen
hetzelfde stelsel niet zouden toepassen,
juppe,