De Valorisatie der Tarwe Reglement voor de Keuring der Plantaardappelen Arbeid adelt* Landbouwweekblad Voor en door de Landbouwers Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven Ministerie van Landbouw ZONDAG 4 JUNI 19-33 Prf)s 25 centiem l5<ie JAARGANG Nr 753 Abonnementsprijs 12fr. 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is streng verboden. Bestuurder en verantwoordelijke Opsteller O. CAUDRON. Bureel en Redactie t De Vilanderstraat, 4, Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen. Aankondigingen volgens akkoord. (2de Bijdrage.) In onze vorige bijdrage hebben we aangetoond dat officieele maatregelen tot valorisatie der inlandsche tarwe noodzakelijk en volkomen gewettigd zijn. Onmid dellijk rijst dan de vraag hoe dient deze valorisatie opgevat en doorgevoerd Het tot heden toegepaste stelsel is niet doeltreffend Op de 27 landen van Europa hebben enkel Denemarken en Bel gië geen wettelijke verplichtingen afgekondigd tot valorisatie der tarwe. Onze lezers weten dat de formule tot heden toegepast in ons land voor grondslag heeft de vrijwillige inmenging door de maalders van een zekere hoeveel heid inlandsche tarwe in hun meel. Deze maatregel werd vooral in gegeven de bezorgdheid de prijs- verhoog'ng der inlandsche tarwe niet te doen inwerken op de prijzen der andere tarwe. Dit is echter maar eene zijde van het vraagstuk, namelijk het belang van de verbruikers, doch ook het belang*van de voortbren gers dient in aanmerking genomen en hieraan is het stelsel der vrij willige inmenging te kort gekomen. Toen het werd ingevoerd heb ben we in alle bijzonderheden zijne gebreken aangetoond. Wij keeren daarop niet terug en beperken ons bij de aanwijzing van de twee bijzonderste leemten van bedoeld stelsel. Vooreerst zijn de tarwevoort- brengers overgeleverd aan den willekeur van de maalderijen die eigenmachtig de prijzen vaststel len en de vereischten waaraan de tarwe moet voldoen. Zoo hebben wij destijds aangetoond dat het vastgesteld gewicht van 74 kg. per hectoliter, opdat de prijs van 85fr. zou toegekend worden, overdre ven was. Verder bepalen de maalderijen eigenmachtig het procent inheem- sche tarwe dat zal worden aange wend bij de meelvervaardiging en dit procent werd vastgesteld in eerste plaats met het oog op de belangen der tarwevoortbrengers. Aldus werd in den beginne enkel 10 pre cent inlandsche tarwe ge bruikt. Sedert December werd deze hoeveelheid op 20 procent gebracht. Daar nu in België geen stelsel van kredietverlenging bestaat op in voorraad zijnde tarwe, had deze trage aanwending der inlandsche tarwe voor gevolg dat talrijke landbouwers verplicht waren hun oogst af te zetten tegen prijzen onder de vastgestelde basis, om dat ze niet bij machte waren het tijdstip af te wachten waarop zij hunne tarwe zouden kunnen leve ren aan de maalderijen tegen den vastgestelden prijs. Bijzonder de landbouwbedrijven verre gelegen van de maalderijen bevonden zich in dit ongunstig geval, daar de maalders natuurlijk genegen waren te koopen in de onmiddellijke na bijheid hunner uitbating om hunne vervoerkosten te verminderen. Anderzijds werd ook vastgesteld dat sommige maalderijen zich niet hielden aan de aangegane over- eenkomst van vrijwillige inmen- ging van een zeker procent in- landsche tarwe. Het huidige stelsel dient dus I vervangen door een verplichtende en meer doeltreffende regeling tot valorisatie der inlandsche tarwe. Deze zou naar onze meening dienen opgevat te worden als volgt Onmiddellijke oprichting van een bijzonder organisme "Tarwe- centrale,, genaamd, samengesteld uit een gelijk aantal vertegen woordigers van de tarwevoort brengers en van de maalderijen onder voorzitterschap van een bevoegd specialist aangeduid door het Ministerie van Landbouw die in geval van oneenigheid tusschen de vertegenwoordigers van beide belangengroepen beslissende stem zou uitbrengen onder voorbehoud van goedkeuring door den Minis ter van Landbouw. Deze laatste zou dan in laatften aanleg in geval van betwisting uitspraak doen. Bedoeld organisme zou alles regelen wat verband houdt met de valorisatie van den aanstaanden tarweoogst. Vooreerst zou het dadelijk moe ten overgaan tot een nauwkeurige opname van de tarwebezaaiïngen daar deze opname de grondslag is van de gansche werking. Deze opname kan geschieden met be hulp der gemeenteoverheden. Elke tarwevoortbrenger zou een nauw keurige en door hem onderteeken- de aangifte moeten doen van zijne tarwebezaaiïngen. Deze aangiften zouden nagezien worden door een plaatselijke toe- zichtscommissie bestaande uit landbouwers onder voorzitter schap van den burgemeester of zijn afgevaardigde. Elke bedrieglijke verklaring zou streng gestraft worden. De aldus per gemeente uitge voerde opnamen der tarwebezaai- ingen zouden verzameld worden door de tarwecentrale hooaer bedoeld. Op het tijdstip van den oogst zou deze laatste de gemiddelde opbrengst per hectare vaststellen en den officieelen prijs per 100 kg. bepalen. Deze prijs zal moeten voldoende zijn om den voortbrenger te dek ken voor de voortbrengstkosten en hem een redelijke bedrijfswinst per hectaar te verzekeren. De tarwecentrale zou op het zelfde tijdstip de vereischten moe ten bepalen waaraan de tarwe moet beantwoorden om in aan merking te komen voor den aan koop. Deze vereischten moeten rede lijk zijn met inachtneming der voor waarden waarin in ons land de tarweteelt wordt beoefend. De tarwevoortbrengers zouden op hetzelfde tijdstip uitgenoodigd worden door bemiddeling der plaatselijke toezichtscommissie, om de tarwecentrale opgave te doen van de hoeveelheden tarwe welke zij voor den verkoop beschikbaar hebben. Op basis van hunne aangifte zou het centraal organisme hun onmiddellijk leveringsbons op naam doen geworden, aanduiden de den officieelen prijs, het tijdstip ongeveer waarop de tarwe voor de levering moet beschikbaar zijn en de vereischten waaraan de tarwe moet voldoen. Op basis van de door haar uit gereikte leveringsbons zal het cen traal organisme de verdeeling doen tusschen de verschillende maalderijen van de hoeveelheid tarwe die door hen dient opgeno men en verwerkt en hen tevens de lijst meedeelen der voortbrengers waar zij den aangeduiden voor raad kunnen opdoen. Teneinde de maalderijen te ver plichten de hun opgelegde inland sche tarwe aan te koopen en te verwerken, zou de Regeering den invoer van buitenlandsche tarwe afhankelijk stellen van het voor- leggen door de maalderijen van het vereischte aantal leveringsbons welke hen door de tarwevoort brengers zouden overhandigd wor den bij den aankoop hunner tarwe. Men weet dat de invoer van buitenlandsche tarwe sedert lang onderworpen is aan eene invoer vergunning. Daar men voortgaan de op de vorige jaren den nood zakelijken invoer van vreemde tarwe kent voor het inlandsch ver bruik en na de aangiften door de voortbrengers weet welke hoe veelheid inlandsche tarwe voor den verkoop beschikbaar is, valt het niet moeilijk vast te stellen welke de verhouding moet zijn van de inlandsche tarwe met de vreem de bij de meelbereiding. Daar wij normaal 4 millioen centenaar in- landsche tarwe voortbrengen en ongeveer 11 millioen centenaar vreemde tarwe invoeren, zou men bijvoorbeeld van de maalderijen kunnen eischen dat zij vier levc- ringsbons van inlandsche tarwe voorleggen om 11 centenaar vreemde tarwe te mogen invoeren. Om de vervoerkosten rechtma tig te verdeelen tusschen de ver schillende maalderijen zou er bij de tarwecentrale een compensatie- kas ingericht worden welke de vervoerkosten zou verdeelen tus- schen de maalderijen. Deze com- pensatiekas zou gevoed worden door bijdragen van de aangeslo ten maalderijen in verhouding tot de belangrijkheid hunner uitbating. Daar de maalderijen enkel bij machte zijn de inlandsche tarwe af te nemen naar gelang hunne be hoefte, zouden de tarwevoort brengers in afwachting der leve ring moeten in gelegenheid gesteld worden voorschotten te bekomen op hunnen voor den verkoop be schikbaar gestelden oogst. Te dien einde zou er bij de tarwecentrale een fonds kunnen opgericht wor den, dat tegen inpandstelling der leveringsbons aan de voortbren gers voorschotten zou verleenen tot beloop van b.v.b. 25 t. h. der waarde van den voor den verkoop beschikbaar gestelden voorraad. Dit krediet- of voorschotten fonds zou gevormd worden door een bijdrage der maalderijen bere kend volgens de belangrijkheid van hun bedrijf. De voorschotten zouden verleend worden tegen zeer matigen interest welke niet meer zou mogen bedragen dan 2 a 3 ten honderd. De tarwecentrale zou ten ge- (Zie vervolg 2de bladz. onderaan l'kol.J Art. 1. Ten einde de inlandsche productie van gezonde plantaardappe len uit te breiden, en hunne benuttiging te begunstigen, wordt er een keuring van de voortbrengst van dit plantgoed ingesteld. Art. 2. Deze keuring heeft voor doel aan den kooper de waarborgen van goede teelt, oorsprong, raszuiver heid en gezonden toestand te geven en aldus het belang van de voortbrengers, van de verbruikers en van de koopers te bevorderen. Art. 3. De keuring strekt zich uit over ieder voortbrenger of vereeniging van voortbrengers, die voldoen aan de voorwaarden vereischt door dit regle ment. Art. 4. Deze keuring wordt inge richt door de keuringscommissie der plantaardappelen ingesteld door den Minister van Landbouw en bestaande uit een voorzitter en een schrijver-schat bewaarder, door hem aan te duiden en een afgevaardigde van elke der drie staties voor navorsching in zake plan tenveredeling, toegevoegd aan de Land- bouwhoogescholen. Art. 5. De onvereenigde telers en de vereenigingen van plantgoedtelers, die hunne velden aan de controol ver langen te onderwerpen zijn er toe ge houden een schriftelijke aanvraag tot aanvaarding aan de keuringscommissie te zenden. Om aangenomen te worden, moeten de onvereenigde telers en de vereenigin gen van telers zich werkelijk met de aardappelveredeling bezighouden, en de door de Commissie noodig geachte waarborgen geven. Art. 6. De onvereenigde telers en de vereenigingen van telers zullen nauwkeurig in te vullen formulieren ontvangen. De te verstrekken inlichtingen zijn naam der variëteit, desgevallend het nummer der linie, herkomst, bebouwde oppervlakte, de juiste ligging van het perceel en alle andere nuttige inlich tingen. Desgevallend zullen de inschrijvingen bij de controle mogen ingetrokken wor den door de belanghebbenden op voor waarde er intijds den secretaris der keu ringscommissie of de betrokken telers- vereeniging van te verwittigen. Het bedrag der inschrijving blijft in t bezit der Commissie. Art. 7. De aardappelvelden wor den slechts voor de controol aanvaard op voorwaarde dat zij ten minste op tien meters afstand liggen van een na bijgelegen veld dat niet onder de keu ring staat. Art. 8. De velden van een teler aangesloten bij een aangenomen veree niging mogen alleenlijk onderworpen worden aan de keuring dezer vereeni ging- Art. 9. -Indien een aardappelveld beplant is met plantgoed van verschil lenden oorsprong, zal de teler zelfs wan neer het aardappelen derzelfde variëteit geldt, op het inschrijvingsbulletijn de uitgestrektheid en de ligging van iedere partij opgeven en een goed zichtbare omlijning zal tusschen de verschillende perceelen aangelegd worden. Art. 10. De keuring te velde zal uit minstens twee bezoeken bestaan. Art. 11. De keuringen waarvan de eerste zooveel mogelijk, ten laatste 15 dagen vóór den bloei zal geschieden, zullen gedaan worden door controleurs aangesteld door de Commissie, wanneer er sprake is van onvereenigde telers. Wat betreft de telers aangesloten bij een aangenomen vereeniging moeten de controleurs aan de Commissie voorge steld en door deze aangenomen gewor den zijn de Commissie zal, in dit geval, een super-keuring mogen doen uitvoe ren. Art. 12. De keuring der velden zal plaats hebben naar eene schaal bestaan de uit drie groote indeelingen a) Zuiverheid der rassenVoor de eerste categorie, maximum 1 afwijking een per duizend mengselvoor de twee de categorie, maximum-afwijking vijf per duizend. b) Ziekten die door het plantgoed kunnen voortgezet worden (zieartik. 13). c) Algemeene stand der velden (zie artikel 14). Art. 13. Onder de rubriek Ziek ten zal men rekening houden met de hiernavermelde ziekten en toegelaten percentages. I. Ontaardingsziekten. Mozaïekziekte Bladrolziekte Bontbladerigheid Andere ontaardings ziekten Al de ontaardings ziekten samen I' Categorie. (categorie A) 2' Categorie. (categorie B). le toezicht 5% 5% 5% 2' toezicht. 4% 2% 4% le toezicht 10% 10% 10% 2° toezicht. 8% 4% 8 5% 4 10% 8% 8 6% 16% 12 %(1) II. Cryptogamische ziekten. Zwartbeenigheid Ringvuur Phytophtora Rhizoctoniaziekte (Hypochnus) Al de cryptogamische ziekten samen 5 2 10 2 °lo 2 4 Er de aanwezigheid van vaststellen. 5% 8% 4 6% 10% 16% 4% 4% 8% 12% (2) Na het eerste bezoek zullen de con troleurs de zuiveringswerken aanduiden, te verrichten door den voortbrenger, die zal gehouden zijn ze stipt uit te voeren. Art. 14. Onder de rubriek Alge meene stand der velden wordt er re kening gehouden met de aanwezigheid van "ledige plekken,,. De afwijking zal, voor het eerste bezoek, 8 bedragen voor de aardappelen te rangschikken in eerste categorie, en 16 voor die te rangschikken in 2' categorie. Art. 15. Het is niet toegelaten sommige deelen van een veld te aan vaarden en andere uit te sluiten. Art. 16. De gecontroleerde en goedgekeurde velden zullen in twee categoriën gerangschikt worden 1De eerste categorie (categorie A) beperkt door de eerste afwijkingen 2. De tweede categorie (categorie B) beperkt door de tweede afwijkingen. Ieder veld dat voor een der drie ru brieken van artikel 12 (raszuiverheid, ziekten die door de planten kunnen voortgezet worden, algemeene stand der velden), een aanteekening van twee de afwijking zal bekomen hebben, zal van ambtswege in tweede categorie gerangschikt worden de toewijzing van een aanteekening beneden de tweede categorie, leidt tot de onmiddellijke uitsluiting van het veld. Art. 17. Ieder aangenomen con troleur zal bij de keuringscommissie een verslag uitbrengen over de uitslagen zijner verrichtingen na iedere controle. 1Voor deze rubriek, zullen de percentagen elk Jaar door de Commissie vastgesteld worden. (2) Voor de Hypochnus zal de definitieve uit sluiting slechts uitgesproken worden op zicht der, aardappelen tijdens het uitroeien.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1933 | | pagina 1