De Vlucht uit de Boerderij
Arbeid ac
lelt*
Landbouwweekblad
Voor en door de Landbouwers
ZITDAG
Het Schandaal der
Zeebergbrug te Aalst
Ooze belangrijke invoer
van tarwe en granen
Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven
houdt VRIJDAG 8 SEPTEMBER vrij
Minister Sap en de
Landbouw
ZONDAG 23 JULI 1933
Ptfji 23 eenden
15de JAARGANG Nr 760
\bonnementsprijs 12 fr. 's jaars.
Men schrijft in op ons
Bureel en op alle postkantoren.
Het overnemen van artikelen
zonder aanduiding der bron
is streng verboden.
Bestuurder en verantwoordelijke Opsteller
O. CAUDRON.
Bureel en Redactie t De Vilanderstraat, 4, Aalst.
De mei
verantwoorc
b
Jewerkers zijn
lelijk voor hunne
jdragen.
Aankondigingen volgens
akkoord.
In Frankrijk is de landbouwer fier op
den naam fermier of boer en op
weinige uitzonderingen na, worden de
kinderen van zelfs zeer rijke pachters
ook in den boerenstiel opgeleid. De
boer geniet er veel meer aanzien en ach
ting dan de netgekleede bureelbediende
of ambtenaar.
In Vlaanderen kan men juist het te
genovergestelde vaststellen en de naam
hoer is hier dikwijls meer een scheld
naam dan wat anders. De oorzaak
hiervan is niet zoo heel ver te zoeken
vroeger jaren liet de opvoeding van de
landbouwerskinderen tamelijk veel te
wenschen over en bij gebrek aan be-
langste ling vanwege de regeering. was
er op de kleine bedrijven niet veel voor
deel te oogsten, zoodat de doorsnee-
boer in 't algemeen weinig beschaafd en
daarbij verre van welstellend was.
Is op verstandelijk en wetenschappe
lijk gebied de toestand onzer boeren-
jeugd merkelijk vooruitgegaan, op stof
felijk terrein daarentegen valt er, in
hoofdzaak door de krizis, maar ook in
niet geringe mate door onverschillig
heid van hoogerhand, weinig of geen
verbetering waar te nemen. Daarbij is
de werkdag op de hoeve merkelijk lan
ger en lastiger, dan in gelijk welk ander
Bedrijf.
Vandaar de vlucht naar de stad of de
jacht achter een "positie,,, om te kunnen
leven zonder werken
Ook onze boerenmeisjes zijn door den
afschuw voor den landbouwer en voor
de boerderij geweldig aangedaan. Ze
trouwen veel liever den eersten, den
besten kalen flikflooier, dan een welge
zeten en deftigen boer.
Onze achtbare lezers en lieve lezeres
sen kennen dien toestand even goed als
wijmaar wat velen niet inzien is het
eigenlijke, het echte "waarom,, van de
vlucht uit het landbouwbedrijf.
De ware reden is vooral de onwe
tendheid. Het is al geen goud wat er
blinkt en iedereen klaagt over zijn
eigen stiel zijn twee spreekwoorden,
welke niet genoeg overwogen worden.
Tienduizenden landbouwerskinderen
bezoeken thans de middelbare scholen
en athenea maar de ouders weten niet
dat er velen geroepen en weinigen uit
verkoren zijn, om later een goede plaats
te bekleeden. Veel jonge lieden moeten
de begonnen studiën laten varen bij ge
brek aan de noodige begaafdheid of om
andere redenen ze zijn dan maar al te
dikwijls hetgeen men noemtte klein
voor tafellaken en te groot voor servet,
niet bekwaam om te arbeiden en noch
minder geschikt om met geesteswerk
door de wereld te geraken.
Zulke jonge lui vindt men tegenwoor
dig overal en zij vormen een echte plaag
voor de familie en voor de samenleving.
Zelfs onder de goede krachten, die met
vrucht studeerden, zijn er duizenden die
aan geen bezigheid gerakenimmers
ook bij geestesarbeiders is er geweldige
overproduktie leeraars, advokaten, in
genieurs, kunstenaars, met al hun weten
schappelijk bagage, weten veelal niet
wat aanvangen om den tijd te dooden of
om iets te verdienen.
Stellen we ons daarbij eens voor dat
veel "meneeren,, een godsganschen dag
over een lessenaar gebogen hangen,
zonder voldoende lucht en zon, voor
een zes- of zevenhonderd frank in de
maand 1 Wat moeten die ongelukkigen
beginnen, wanneer ze er aan denken
durven een huishouden te stichten En
hoe moeten hun kokette vrouwtjes het
aanleggen om met zulk inkomen ma
dame te spelen, zij, die soms jaren
poseerden en hengelden om toch een
"meneer,, weg te kapen
Hebben de franschen geen gelijk,
wanneer ze zulke toestanden spottend
betitelen met la misère en redingote
of de armoe in een rijkemenschen frak
Wij, jonge landbouwers, zonen van
den buiten, liefhebbers van vrijheid, van
lucht, licht en zon, wij verkiezen de
wijde natuur boven een verduft bureel-
kamerken en boven het ondergeschikte
werk op de travaux.
Alle menschen zijn niet geschapen
voor het zenuwachtig en gejaagd leven
der nijverheid, met haar eeuwig ge
stamp en geronk van machines, noch
voor het verblijf in de grootstad met al
haar verguldsel en haar minachting voor
j de landelijke zeden en gebruiken. En
ij zoo wordt er wellicht ook over gedacht
door den zoon van president Roosevelt,
die, niettegenstaande zijn rijke afkomst
en zijn fortuin, zich onlangs als "farmer,,
of landbouwer vestigde en het geluk
zocht in den eenvoud en de natuurlijk
heid van het landelijk leven.
In de omgeving van Sint-Niklaas
leeft een rijk heer met zijn talrijk gezin
op een boerderij, die hij zelf uitbaat,
zonder de minste vreemde hulp. Die
man kan gemakkelijk een mooi kasteel
of een heerenwoning in de stad betrek
ken maar hij oordeelt er anders over
de buitenlucht, de arbeid en het genot
van natuurlijke voedingsmiddelen zijn
hem veel meer waard dan een dwaas
luxevertoon of dan de leeglooperij zij
ner werkzame kinderen.
Men kan hierop natuurlijk aanmer
ken dat het zeer amusant is te boeren
voor zijn plezier maar dat, wanneer
men noodgedwongen moet slaven en
wroeten, een anderen kijk op de zaken
heeft. In die gedachte zit veel waarheid,
doch onbetwistbaar is het ook dat het
landelijk leven genoegens en voordeelen
biedt, die men elders tevergeefs zoeken
zou.
En gaat het nu tijdelijk slecht, zelfs
zeer slecht in het landbouwbedrijf, dat
zal toch niet eeuwig duren betere tij
den zullen op de slechte jaren volgen.
Hierbij mag men ook niet vergeten dat,
spijts krizis en overproduktie, de land
bouwers zelf grootendeels schuld heb
ben aan de miskenning en de gering
schatting, waarvan zij in ons land het
slachtoffer blijven.
Te lang heeft de wekroep van R.U.Z.
in de woestijn geklonken te lang heb
ben de boeren naar slechte herders ge-
luistétd en zelf de verdediging hunner
stoffelijke belangen met de voeten ge
treden. Gelukkiglijk is er thans een ken
tering in de gemoederen waar te nemen,
om de goede reden dat de nood aan den
man komt nu begint men in te zien dat
de lijn, steeds door R. U. Z. afgeba
kend, den rechten weg aantoont er
komt gisting onder de boerenbevolking;
nieuwe leden treden ons standpunt bij
wij worden een macht, die men niet
lang meer zal over 't hoofd zien. Kun
nen we die macht uitbouwen naar ons
vaststaand plan, en dat hangt alleen van
de boeren zelf af, dan wordt het land
bouwbedrijf wederom winstgevend, dan
wordt hier de naam boer evenals in
alle beschaafde landen een eeretitel.
Om te sluiten halen wij de woorden
aan van Z. H. Monseigneur Coppieters,
Bisschop van Gent, die hij, enkele da
gen geleden, bij het toedienen van het
H. Vormsel, in talrijke parochiekerken
uitsprak Gelukkige ouders, die hun
kinderen thuis kunnen werk geven
Deze wijze uitlating beamen wij vol
mondig. Wat bittere tranen werden er
al door vaders en moeders niet geschreid
om een verdwaalden zoon of een ont
aarde dochter, die het verderf inliepen,
juist omdat ze den boerenstiel te verne
derend vonden en elders het geluk meen
den te vinden
En hier moeten we een laatste en
dringende oproep doen aan de ouders
Geeft uwe kinderen eene goede ge
leerdheid en opvoeding en leidt ze in uw
vak op, houdt ze zooveel mogelijk in uw
bedrijf waar ze zich kunnen verder be
kwamen.
En te dien einde is het totaal verkeerd
uwe dochters naar een jufferspension-
naat te zenden, waar ze niet anders dan
bluf en steedsche manieren zullen leeren.
Zendt uwe dochters en ook uwe zo
nen naar eene goede landbouwschool
waar ze eene opvoeding zullen krijgen
die past aan het midden waarin ze leven.
aai
De Staatslandbouwkundige Coulier
te Dendermonde, zal zitting houden in
ons lokaal den eersten en derden Zater
dag van iedere maand, van 11 tot 12 uur.
De heer Coulier mag kosteloos ge
raadpleegd worden over allerlei land-
bouwaangelegenheden.
De bouwwerken der nieuwe Zee
bergbrug te Aalst, aangevat einde van
't jaar 1931, moesten, volgens het last-
kohier voltrokken zijn den 20 Juli 1932.
De brug werd slechts ingebruik
gesteld den 1 Juli 1933, dus na een on
derbreking van het verkeer gedurende
ongeveer 19/20 maand.
Het publiek was gerechtigd te geloc-
ven dat het Beheer van die lange tijd
spanne zou hebben gebruik gemaakt om
zich over te leveren aan een diepgaande
studie en wetenschappelijke opzoekingen
ten einde die brug te doen draaien vol
gens de regels der ultramoderne tech
niek.
Daar was echter niets van en de
ontstemming v as groot.
Het Beheer, in plaats van de zoo
gansch aangewezen vaste brug te leg
gen welke dan bovendien geen kosten
meer zou hebben gevergd voor behan
deling, heeft goed gevonden een draai
ende brug te laten maken welke met
de hand wordt bewogen, een voor
historisch systeem de brug werd bo
vendien buiten de weglijn gelegd, dus
gevaarlijk.
De behandeling van dit Bruggewerk,
't welk 180.000 kilos weegt, wordt ver
zekerd door twee werklieden.Deze heb
ben eiken keer 360 toeren te doen om
a) loste maken, b) te openen, c) toe te
draaien, en d) vast te leggen het is
boevenwerk en onwaardig van onzen
tijd.
Die verschillende werken duren on
geveer 26 minuten. Voeg daarbij den
noodigen tijd voor de doorvaart van
één of meerdere schepen. Het verkeer
wordt aldus dooreenweg gedurende 30
minuten belemmerd. Dit feit herhaalt
zich eiken dag 12 a 17 maal tusschen
zonsopstand en zonsondergang, en dit
gebeurt op de baan van Brussel naar de
Kust, de meest bereden baan van
België.
Men prijst snelle verkeerswegen,
autostraden en andere, men ontwerpt
de afschaffing van overwegen, en,
spotterij, in een hoofdslagader, waar op
zekere oogenblikken 600 auto's per uur
doorrijden, werpt het Beheer van
Bruggen en Wegen een schier onover-
schrijdbaren hinderpaal op.
De Handelskamer van Aalst en
Gewest, door dien toestand getroffen,
en gevolg gevend aan de talrijke klach
ten harer leden-nij veraars en -hande
laars die haastin de onmogelijkheid ver-
keeren nog het goederenstation te be
reiken vlak naast die ongeluksbrug,heeft
bij het Ministerie van Openbare Wer
ken geprotesteerd tegen dien toestand
zoo rampspoedig voor den Handel en
de Nijverheid van de stad en de omge
ving. Zij heeft levendig aangedrongen
op de noodige maatregelen om in aller
ijl een normale verkeersmogelijkheid
tot stand te brengen, die geen schade
meer zou berokkenen aan het drukke
vervoer.
Zij maant de lieden van de baan aan,
automobilisten en anderen, hun protest
te voegen bij het hare, en elk volgens
eigen middelen te handelen in zijn ge
zaghebbende omgeving teneinde dien
ergerlijken stand van zaken te doen
ophouden.
Aalst, den 19 Juli 1933.
De Landbouwersvereeniging Redt U
Zeiven sluit zich volmondig aan bij het
protest der Handelskamer. Eerstens om
dat ze in haren handel ten zeerste wordt
geschaad en ten tweede omdat ze niet
zwijgend kan neerzien op de bekrom
penheid onzer belgische administratie.
De Zeebergbrug van Aalst is op
technisch gebied het
GROOTSTE SCHANDAAL
van onzen tijd, en het ware wenschelijk
de namen te kennen van de personen
die niettegenstaande de opmerkin
gen van de techniekers ten allen
koste GEWILD hebben dat Aalst ge
straft werd met deze hinderpaal aan
haar verkeer.
Het vergrijp is zoo schreeuwend, dat
niemand kan twijfelen aan opgezette
kwaadwilligheid.
Landbouwers uit alle gouwen,
Redt U Zeivers, Syndikalisten,
Leden onzer Jeugdvereeniging,
Die dag wordt van het allergrootste belang in
de geschiedenis onzer landbouwersbeweging.
Factor welke niet genoeg wordt aan
gewend tot bevordering van onzen
uitvoer.
De vrijhandel bestaat in de huidige
economische omstandigheden nog
slechts als theoretische leer, in werke
lijkheid is hij overal prijs gegeven en
heeft plaats geruimd voor een scherp
economisch nationalisme, dat zich ken
merkt door steeds toenemende verhoo
ging der tolrechten, contingenteeringen
en invoerbeperkingen, beperking bij den
uitvoer van kapitalen. Deze noodlot
tige toestand is te betreuren en spruit
voort uit het feit dat elk land. getroffen
door de wereldcrisis, zich inspant om de
gevolgen ervan op eigen grondgebied
tot het minimum te beperken.
Voor een klein land als Belgié is de
wurging van het vrijhandelsverkeer bij
zonder nadeelig, daar onze nijverheid en
ook onze landbouw voor een ruim ge
deelte hunne voortbrengst moeten af
zetten in het buitenlend. Het zegevie
rend protectionisme nu heeft voor ge
volg onze afzetgebieden met den dag te
beperken, zoodat wij om onze levens
belangen te vrijwaren verplicht zijn op
onze beurt de inlandsche markt in de
mate van het mogelijke voor te behou
den aan de nationale productie.
Wij weten het, de huidige richting
der economie is noodlottig voor de al-
gemeene welvaart, zij kan geen redding
brengen in den schier wanhopigen toe
stand. Heil is enkel te verwachten van het
herstel van normale handelsbetrekkin
gen tusschen de volkeren en van de
vrije beweging van kapitalen en ar
beidskracht. Doch al de pogingen, hoe
talrijk en grootsch opgevat zij ook we
zen, voor terugkeer tot normale inter
nationale handelsverhoudingen schijnen
fataal tot mislukking gedoemd.
De Economische Wereldconferentie
van Londen is er het meest treffende
bewijs van.
Het komt er dan ook voor ons land
op aan om van al de middelen waar
over het beschikt gebruik te maken om
zijn afzetgebieden zoo ruim mogelijk te
behouden, in afwachting dat de volke
ren door den nood gedwongen worden
tot een klaarder inzicht van de eco
nomische wetten en noodwendigheden.
De groote hoeveelheden tarwe en
granen welke ons land telkenjare moet
invoeren voor inlandsch verbruik zijn
een niet te onderschatten factor welke
in voordeel van onzen uitvoer kan aan
gewend worden.
Ziehier enkele cijfers betreffende de
waarde van onzen uitvoer aan tarwe en
andere granen
1931 1932
Argentinië fr.848.231.000 731.077.000
Ver. Staten 853.776.000 707.365.000
Roemenië 272.399.000 143.496.000
Canada 4.472.000 38.893.000
Rusland 413.923.000 334.233.000
Voor schier al deze landen vertoont
onze algemeene handelsbalans een aan
zienlijk tekort zoodat wij hun meerderen
uitvoer met een groot aantal millioenen
moeten betalen.
Onze uitvoer van landbouwproducten
van het planten- en dierenrijk naar
voornoemde landen is onbeduidend ver
geleken met onzen invoer zooals uitge
wezen wordt door onderstaande statis
tiek.
uitvoer naar 1931 1932
Argentinië fr. 7.367.0C0 5.546.000
Ver. Staten 71.895.000 29.822.000
Roemenië 3.437.000 2.913.000
Canada 14.207.000 13.736,000
Rusland 65.000 998.000
Verschillende landen, teneinde hun
afzetgebieden te waarborgen, hebben
reeds onderling hunnen handel inge
richt op grondslag van een compensatie
of vergelding tusschen de waarde van
hun onderscheidelijken in- en uitvoer.
Deze nieuwe opvatting van den han
del tusschen de volkeren wint meer en
meer partijgangers. Bedoeld stelsel
wordt reeds toegepast in Tsjeco-Slo-
wakije, Duitschland, Hongarije, Oosten
rijk, Bulgarije, Zweden, Finland, Zwit
serland en andere landen.
Waarom zou onze Regeering geen
gebruik maken van onzen belangrijken
graaninvoer om van de uitvoerende
landen maatregelen of afzetmogelijkhe
den te bekomen voor de bijzonderste
voortbrengselen van onzen land- en
tuinbouw en van onze veeteelt en des
gevallend, doch slechts in bijkomende
orde, van onze nijverheid.
De modaliteiten te volgen bij de in-
ring van dit stelsel dienen natuurlijk
aangepast aan de bijzonderheden van
de handelsbetrekkingen met elk land,
doch we zijn er stellig van overtuigd dat
het afsluiten van handelsovereenkom
sten gebaseerd op het hierboven aan
geduid beginsel nuttige uitwerksels zou
opleveren voor onzen landbouw en ook
voor onze nijverheid.
In afwachting dat het gezonde prin
ciep van het vrije handelsverkeer tus
schen de volkeren opnieuw in eere her
steld worde, biedt bedoeld stelsel on
getwijfeld een doeltreffende oplossing
van zelfbehoud welke in elk geval te
verkiezen is boven het onvruchtbaar
geklaag over het prijsgeven van het
vrijhandelsregie m
HISS9EB SHEBH8 «BSatBS MSaa
De verschillende ministers bedienen
zich sedert enkelen tijd van den radio
om het werk der volmachtsregeering
te verdedigen tegen de aanvallen der
oppositiepartijen. Ook de heer Sap
minister van landbouw kwam onlangs
aan de beurt en sprak inzonderlijk over
de landbouwpolitiek der regeering. Hij
betoogde aan de hand van de geleide
lijke dalingen van het indexcijfer dat de
maatregelen getroffen door de Regeering
ter verdediging van de levensbelangen
van onzen landbouw geen schade had
den berokkend aan de andere standen
der bevolking en niet in het minst de
levensduurte hadden verhoogd.
Verder haalde hij enkele gegevens
aan betreffende den toestand van onzen
landbouw. Vóór den oorlog, zegt de
minister, was het belegd kapitaal in den
landbouw beraamd op 8 milliard goud-
frank 't zij 56 milliard huidige Belgische
franks.
De globale waarde der voortbrengst
werd geschat op ongeveer 2 milliard
goud-frank, 't zij 14 milliard huidige frs.
Voor het jaar 1932 werd die opbrengst
slechts geraamd op ongeveer 10 milliard
en zoo wij nu nog 10 milliard bereiken,
dan moet ik er nadruk op leggen dat
zulks te wijten is aan de getroffen be-
schermings- en contingenteeringsmaat-
regelen zonder dewelke wij nog niet tot
een bedrag van 7,5 milliard zouden
komen.
De toestand waarin onze landbouwers
verkeeren is het gevolg van de onge
hoorde krisis die de wereld heeft ge
troffen met het dubbele uiterst nadeelige
gevolg van bijna totale onmogelijkheid
van uitvoer onzer eigene producten we
gens beschermingsmaatregelen getrof
fen door den vreemde en abnormale
mededinging die soms op een echte
dumping gelijkt op eigen grondgebied.
Over den massa-invoer van vreemde
landbouwproducten aan dumpingsprij-
zen haalt de minister volgende treffende
en leerzame cijfers aan