Ons AntWOOrd aan Nonkel Wisius Dringende Oproep Rond een Conferentie Arbeid adelt. Landbouwweekblad Voor en door de Landbouwers Een nieuwe richting in de Beigische Landbouwpolitiek Orgaaw der Laisdbouwersvereeniging Redt U Zeiven ZOND ACS 8 OCTOBER 1932. PtQ* 23 ««atiea» 15dc JAARGANG Nt 771 mwemmmam \bonnementsprijs 12fr. 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is streng verboden. Bestuurder en verantwoordelijke Opsteller O. CAUDRON. Bureel en Redactie t De Vilanderstraat, 4, Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen. Aankondigingen volgens akkoord. BESTE NONKEL, We hebben uw briefje, laat ons zeg gen uw vermaningen, wel gelezen en doorlezen, en na veel meditatie willen we U ons antwoord langs ons geliefd blad "De Koornbloem,, laten geworden. Vooreerst zijn we ten uiterste blij dat je nog leeft en den moed hebt nog iets voor ons blad te zenden, 't was lang geleên en we hopen dat we om de tijd een gepeperd of ongepeperd briefken van U zullen ontvangen. Dat de vijanden van Redt U Zeiven bij dage en bij nachte onze Vereeniging bevechten, dat is geen nieuws, dat we ten wij, dat weet iedereen, dat is een feit dat zijn jubilé van 15 jaar bestaan kan vieren. We weten dat er openlijk en in het geheim wordt gewerkt en geknoeid, gebabbeld en gelasterd, niet alleen door gewone straatkommeeren, maar door heeren met hoed en heeren met neus nijper, door dames voorzitsters van een of andere koffietafelsocieteit met veel pretentie en grcot gestoef door lieden die door ons uit de modder werden ge trokken of nijdige komiteitsbazen die we op tijd hun zaligheid gaven door hoo- veerdige boeren die hun tijd vergeten lijn en denken dat ze nu met groote cbikke menheeren moeten praten in plaats van met de doodgewone boerkes van Redt U Zeiven door vooruitzien de politiekers die kwaad zijn omdat Redt U Zeiven zich niet wil spannen aan hunnen krakenden wagendoor goudzoekers die er hun profijtjes in ge vaar zien door sommige kooplui die niet kunnen handelen naar goeddun ken door machtige menschen die de wereld voor hen alleen zouden willen en iedereen gebonden en gemuilband aan een koordeken zouden willen mee- leiden in een woord, we kennen beter dan iemand die soort menschen die sinds jaren droomen van Redt U Zei ven uit te roeien. Maar droomen is bedrog zegt een oud spreekwoord, nietwaar Non kel, en U kunt dus gerust op uw twee ooren slapen en niet droomen van al die leelijke dingen. Redt U Zeiven heeft karde stormen getrotseerd en is steeds zegevierend uit den strijd gekomen. Nu willen we U wat zeggen over uwe denkwijze als zouden onze boeren niets anders verlangen dan koopwaar van tweede of derde klas als het maar goedkoop is. Daar kunt U gelijk hebben voor wat aangaat een zeer klein getal lieden, die door de tijdsomstandigheden en de geldelijke moeielijkheden teneergedrukt, de verkeerde weg zouden opgaan van getneene waren aan tekoopen. Maar we kunnen U gerust zeggen dat is maar een zeer klein deelke. De massa laat zich eerder leiden door ge makzucht en eenige vriendelijke woor den. Wanneer er vriendschap mee be moeid is, wordt er zoo nauw niet geke ken en zoo scherp niet nagewogen, Het gebeurt wel eens dat een zak maïs of zemelen maar 45 of 48 kilos inhoudt, maar wie geeft zich de moeite bet na te wegen Zijn de zemelen of lijnmeel wat ge- meener, dan zal het de naaste maal wel beter zijn en met een paar kwikslagen is alles effen. Het is dus eerder slenter en nalatig heid. En hiervan kregen we dees week een doorslaand en niet alledaagsch bewijs Bij een bezoek aan een zeer vooraan staand kiekenkweeker uit de streek van Aalst, vertelde ons deze dat hij groote hoeveelheden samengestelde meelvoe- ders kocht, en dit zonder nazicht n®ch ontleding. Hij vond het meel goed en was tevreden, alhoewel hij niet wist wat erin zat, noch min uit welke stoffen het werd bereid. Is dat te gelooven van een vooraan staand en bijzonder goed ontwikkeld kweeker die wel weet wat eiwit en vet is, en vitamienen en zetmeelwaarde en die zoo zonder meer een samenstelling koopt waarvan hij niets kent dan de prijs Wat moeten we dan denken van ons ongeletterde en onontwikkelde boerkes, die nog niet eens het bestaan kennen der voedende bestanddeelen in de voe ders, noch der vruchtbaarmakende stof fen in de vetten Er zijn wel zeker dnitenklievers en essefretters die hun oogen sluiten voor de hoedanigheid der waren, alswanneer het een paar frankskes beterkoop kost, maar uitzonderingen zijn geen algemee- nen regel en met zulke lieden kunnen we onzen tijd en noch veel minder on zen goeden naam verspelen. We hebben steeds gewerkt met en voor menschen die het waardig zijn. Een boer die allee» naar den prijs ziet en verder geen rekening houdt van de hoedanigheid, die van den eenen kant een paar franken denkt te winnen om in de kwaliteit twintig frank te verspe len, is de naam van boer en nog minder van Redt U Zeiver waardig. Wij zullen ons nu of nooit verlagen met handel te drijven in gemeen goed. We zullen geen lijnmeel maken met water en stof, noch zemelen met pellen. Wij verkoopen geen maïs van derde klas al kost hij soms 5 fr. minder, noch nitraat met keukenzout. We houden ons aan de hoedanigheid j en de landbouwers die eenmaal op het slechte spoor geraken zullen wel rap de oogen openen en tot hunne schade en schande de waarheid moeten herken nen. dat goede koopwaren altijd de goedkoopste zijn. We zullen dus NIET doen als Nero die zijn volk verbeestte in den cirkus, om het des te beter te kunnen uitzuigen. We zullen op de goede baan blijven en de faam van Redt U Zeiven hoog houden. We zullen steeds koopen wat het beste is inzake vetten an voeders, plantgoed en zaden. Weet U dan niet dat Redt U Zeiven einde en ver be kend is om zijn beste en prima waren Vergeet ge dan dat uit alle hoeken van het land ons plantgoed wordt gevraagd en dat de vraag alle jaren vermeerdert? Weet ge niet dat ons lijnmeel, onze rogge-, tarwe- en gerstemeien niet te vergelijken zijn en dat onze samenge stelde voeders voor kiekens en zwijnen meer en meer gewaardeerd worden Hebt U niets gehoord over onze sa mengestelde meststoffen en weet U dat we nog dezer dagen een simpel en ge meend briefken ontvingen van een lid dat ons dankt om de prachtige uitslag bekomen met onze rapenvette.jgHierna laten we den inhoud van het briefje j volgen St Kath.-Lombeek. 2 Okt. 1933. Mijnheer. Ik laat U weten alsdat ik een goede uitslag bekomen heb met uwe rapen- vetten, ik dank U voor uwe samenstel ling. Ik heb nu geen knollen aan mijn rapen en ik had tusschen drie jaar nog niets anders gehad als knolrapen. Nu heb ik het aan mijn geburen en kennis sen al aanbevolen die het komende jaar ook zullen nemen. Ook uwe zaden zijn zeer goed. Ik heb van het beste loof die hier staat. M.P. Het bestatigen dat onze leden tevre den zijn, dat we goed doen voor onze boeren, doet ons uiterst veel genoegen en dit geluk kunnen we onder geen voorwaarden vergruizen. Die voldoe ning sterkt ons in den strijd en leidt ons naar de zegepraal. Ja, Nonkel, we houden aan kwa liteit al is het van den oude» tijd, want oude liedjes zijn nogal dikwijls de schoonste. Beste groeten en zend ons maar rap een ander briefje. ««ems Naar ons bescheiden meening is de eenige houding die voor ons klein lan- deken past, de volledige onafhankelijk heid op elk gebied, en de meest moge lijke vriendschap met alle naties. Dat werd door het verleden bewezen en dat zal wellicht uit de naaste toekomst blijken. In ons blad en op onze vergaderingen werden reeds voldoende practische mid delen aan de hand gedaan, om de land bouwers te helpen, buiten alle vreemde inmenging. I Wij vragen niets beter dan goede afzetgebieden voor onze waren, maar niet ten koste van onze vrijheid, noch van hot leven onzer kinderen. Door de laatste verordeningen van het Ministerie van Land bouw is het onmogelijk plantgoed naar willekeur in te voeren. Er zal slechts kunnen ingevoerd worden voor zooveel er aan vragen der leden zijn. Vele afdeelingen zijn nog achteruit in het inzenden hunner inschrijvingen. We doen een dringenden oproep aan de leden die plantgoed begeeren, hun aanvragen regelmatig te doen door middel van het bulletijn op de derde bladzijde van dit blad. Wie niet inschrijft za! geen planters kunnen bekomen Zooals we verleden week bekend maakten zullen de planters met kleine sorteering en gekeurd met cijfer 9 circa 75 a 85 fr. kosten. Grootere sorteeringen en cijfer 8 zullen 15 a 20 fr. goedkooper ko men te staan. Schrijft dees week nog in en zendt uw bulletijn aan de zaakvoerders of aan onze bureelen. Wie zich regelmatig op de hoogte hield van de landbouwpolitiek in ons land. die weet maar al te wel dat er op dit gebied weinig gepresteerd werd in het werkelijk voordeel van den boer. De overeenkomsten van Oslo en Ouchy hebben niet de minste uitslagen opgeleverd. En juist om de reden dat er in 't Noorden tot hiertoe door onze buitenlandsche politiek niets verwezen lijkt is, willen sommige vooraanstaande zakenlieden, politiekers, alsook de meeste Waalsche landbouwvereenigin- gen, het roer omgooien en verwachten ze alle heil van een economische aan sluiting bij Frankrijk. In Vlaamsche leidende kringen vindt die gedachte weinig bijval. Maar de hoogc prijzen voor landbouwprodukten bij onze zuiderburen maken toch wel indruk, ook op het gemoed van enkele groote boeren uit Vlaanderen en even als hun Waalsche vakgenooten meenen zij, dat na het sluiten van dit verbond, het hemelsch manna hun in den mond zal vallen. De franschgezinde pers laat dan ook geen gelegenheid voorbij gaan om deze illusie aan te wakkeren vooral in de laatste weken werd een hevige cam pagne in die richting gevoerd. Laat ons echter de zaken eens nuch ter beschouwen. Onze bewindslieden van vóór den oorlog, hoewel ze niet altijd een juisten kijk hadden op de binnenlandsche so ciale toestanden, voerden toch een ver standige buitenlandsche politiek, die men meestal zeer zelfstandig kon heeten. Wij hadden geen vijanden en Frankrijk was voor vele produkten een van onze beste afnemers. Had men voor buitenlandsche aan gelegenheden, in de jaren 1914-1920, wat meer naar die oude voorstanders onzer onafhankelijkheid geluisterd, dan waren vele gevaarlijke avonturen aan ons volk gespaard gebleven. De bezetting van de Roer, de drijve rijen tegen Holland en het militair ak koord met Frankrijk zijn allemaal vruch ten van de franschdolle politiek en pas sen wonderwel bij de eeuwenoude be trachting onzer Zuiderburen hun land uitbreiden tot aan den Rhijn. De zwenking naar het latijnendom heeft ons de vijandschap Duitschland en in menige omstandigheid den wrevel van de Angel-Saksische landen op den hals gehaald. Frankrijk, dat vroeger onze beste handelsklant was, heeft ons in zijn klau wen door het militair akkoord en sluit zijn grenzen voor de meeste onzer nij verheids- en landbouwproduktenhet vormt, met zijn militaire en kultureele doeleinden in het Oosten en in het Noorden, tevens een stronkeisteen voor minnelijke en duurzame overeenkomst tusschen België en Nederland. Hoe kan een economisch verbond met Frankrijk dan in ons voordeel uit vallen De oude spreuk Het is gevaarlijk met groote heeren kerzen te eten lijkt hier wonderwel van toepassing. Door deze overeenkomst kunnen wij enkel het beetje onafhankelijkheid, dat ons nog rest, totaal inboeten. Meester over ons leger en over on zen handel, wat kunnen de Franschen meer verlangen Zonder moeilijkheden of opofferin gen verwerven zij hier de macht en ma ken België tot een echten bufferstaat van het latijnendom. Hoe ernstig de zaak is, blijkt uit de persberichten, volgens dewelke men aan hoogerhand aanstuurt op de opzeg ging van onze bestaande internationale handelsovereenkomsten. Een kommissie werd reeds samengesteld om den toe stand van handel en nijverheid te on derzoeken en om, zoo noodig, voorstel len in te dienen, ten einde den koers der huidige Belgische politiek te wij zigen. Wanneer men daarbij de namen leest van de leden der kommissie, allen gekende francofielen, dan bestaan er voor ons, Vlamingen, wel redenen om de ontwikkeling der komende dingen met de meeste aandacht te volgen en op onze hoede te wezen. Aan de landbouwers, die enkel stof felijk voordeel in deze mogelijke over eenkomst zien en deze daarom wen- schelijk achten, zeggen wij het vol gende Past op en verkoopt het vel van den beer niet vooraleer het dier geschoten is. Frankrijk is eerst en vooral een land- bouwland, dat de produkten onzer boe ren best missen kan. Wanneer het tot een akkoord met België komt, is het hoegenaamd niet zeker dat wij er flnanciëele baat bij vin den, aangezien wij daardoor ongetwij feld andere markten zullen verliezen. Dat het graan in Frankrijk zoo duur verkocht wordt is hoofdzakelijk te dan ken aan een premiestelsel, dat hier toch nooit zal ingevoerd worden. De meeste Vlaamsche boeren hebben ook geen belang bij overdreven graanprijzen. Aardappelen, groenten, vee, melk en eieren zijn voor ons de voornaamste bronnen van inkomst. Wij zien niet in welk voordeel Frankrijk ons daarin kan bieden, indien men er ons andere mark ten voor ontrooft. Een vrije overeen komst met Engeland zou ons daarom trent veel meer waarborg bieden. Ook niet te verwaarloozen is het feit, dat bij een altijd sterker doorgedreven mekanisatie in Frankrijk, de landbouw- voortbrengst steeds klimmen zal en dat, in geval van overproductie, wij, met een ekonomisch verbond, meer nog dan nu, het kind van de rekening zouden wor den. Het huidig protektionisme en de zelf genoegzaamheid van sommige landen kan niet volgehouden worden. Wil de menschheid niet ten onder gaan, dan moeten we tot gezonder ekonomische toestanden terugkeeren. Een eenzijdige overeenkomst als deze, zou ons dan enkel in den weg staan om de verloren markten te herwinnen of andere te ver overen. (Zie vervolg onderaan 2de kolom). Zal het Graanvraagstuk eindelijk zijn beslag krijgen Een lakoniek berichtje, onlangs in de pers verschenen, meldde dat de „Graan- conferentie,, opnieuw te Looden was bijeengekomen. De vertegenwoordigers van Frankrijk en Duitschland legden korte verklaringen af omtrent de wijze waarop hun wederzijdsche regeering de prijsverhooging van het graan in de hand hadden gewerkt. Daarmede was de voormiddagzitting ten einde. In den namiddag besloten de afgevaardigden dat, om tot een overeenkomst inzake de contingenteering aan den graanuitvoer te geraken, de besprekingen tusschen de vier groote graanproductielanden, het is te zeggen de Vereenigde Staten, Canada, Argentië en Australië eener- zijds en Rusland anderzijds, zouden worden voortgezet. De volgende bijeen komst werd op 27 November a.s. vast gesteld. Een der gewichtigste internationale vraagstukken werd aldus opnieuw op het voorplan der wereldaandacht ge schoven. Sind£ de jammerlijke misluk king van de Economische Wereldcon ferentie te Londen doken er weliswaar af en toe geruchten op omtrent een aanstaande graanovereenkomst, maar die geruchten bleken naderhand steeds voorbarig te zijn opgelaten. Rusland vormde ongetwijfeld de groote struikel steen. Het eischte voor zijn deel in den werelduitvoer minstens 75 millioen schepel, terwijl het enkel 45 millioen schepel werd toegewezen. ZulleD de besprekingen, die op dit oogenblik te Londen gevoerd worden, vermogen de kloof te overbruggen? Het is mogelijk. Indien men het probleem van naderbij beschouwd blijken geen overeenkom- bare moeilijkheden een gezonde oplos sing in den weg te staan. Er wordt van de groote graanproductielanden een op offering geeischt in den vorm van voort- brengstvermindering. Want het is een feiter wordt te veel graan gewonnen, en daarom is de prijs in lang niet meer loonend. En hoe paradoxaal het ook voor menigeen moge klinken een ver hooging der graanprijzen is van het allergrootste belang voor de oplossing der crisis. Het graan vormt in den eco- nomischen bouw een der bijzonderste peilers waarop voorspoed en welvaart rusten. Millioenen landbouwers, om trent een halve wereld, hangen geldelijk van den prijs van het graan af. Zoolang hun koopkracht niet hersteld wordt, kan de nijverheid niet herbloeien, en kan er dus niet gezegd worden dat de economi sche wereldstructuur opnieuw op gezon den grondslag is gevestigd. Gedurende en na den oorlog hebben de vier voornoemde groote graanpro ductielanden van de aanhoudende vraag vanwege de oorlogvoerende, kwistig gebruik gemaakt om hun voortbrengst te vermeerderen. Zoo steeg op eenige jaren tijd de met graan bezaaide opper vlakte in de Vereenigde Staten van 47 millioen acre tot 71 millioen acre. Canada bleef niet achterwege. De 10 millioen acre in 1914 met graan bebouwd waren na den oorlog tot ruim 27 mil lioen acre gestegen. In Australië en Argentinië ging het navenant. Maar wat te verwachten was ge beurde. Na den oorlog hernamen de Europeesche landen snel hun bloei, Rusland uitgezonderd. Het peil van den graanvoortbrengst in 1913 bereikt was spoedig overschreden. In 1913 bracht Frankrijk 90 millioen centenaar graan voort. In 1926 was dit cijfer tot 100 millioen centenaar gestegen. Ook Duitschland zag zijn vooroorlogsche voortbrengst van 40 millioen centenaar aangroeien tot 52 millioen centenaar. Dat het daarbij onder het hitleriaansch bewind niet zal blijven, spijts de belofte te Londen afgelegd, lijdt geen twijfel. Duitschland wil in zijn eigen nooden en behoeften voorzien, daarin het voor beeld van Mussolini volgende, die er in Italië toekwam de graanproductie van 50 millioen tot 75 millioen cente-

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1933 | | pagina 1