Fruit
en
Groentenmarkt
PLANTGOED
m
Arbeid adelt*
Landbouwweekblad
Voor en door de Landbouwers
Voor een dagelijksche
Welke richting moet onze
landbouw volgen in de
huidige economische
omstandigheden
De economische
hervattingen in Frankrijk
Orgaan
der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven
ZONDAG 22 OCTOBER 1933.
Prijs 25 centiem
15de JAARGANG Nr 773
\bonnementsprijs 12 fr.'s jaars.
Men schrijft in op ons
Bureel en op alle postkantoren.
Het overnemen van artikelen
zonder aanduiding der bron
is streng verboden.
Bestuurder en verantwoordelijke Opsteller
O. CAUDRON.
Bureel en Redactie t De Vilanderstraat, 4, Aalst.
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hunne
bijdragen.
Aankondigingen volgens
akkoord.
Spijts de meest optimistische berich
ten en statistieken schijnt de krizis toch
niet zoo geweldig af te nemende boe
ren worden in elk geval nog niet veel
van een kentering gewaar ze klagen
bitter over de al te bespottelijk-lage
prijzen van land-en tuinbouwprodukten.
En wat verwonderlijk mag schijnen,
de stadslui mopperen ook, omdat ze nog
zooveel geld aan dezelfde voedingswa
ren moeten besteden.
Zeker valt er te veel tusschen de
plooien onkosten en taksen, emballage
en verlies, ook overdreven winstbejag
van sommige tusschenpersonen, maken
tenslotte de waren duur vooraleer ze bij
den verbruiker komen.
Er dient dus een middel gezocht om
den voortbrenger in de gelegenheid te
stellen zijn waren aan beter voorwaar
den aan den man te brengen, en de
kooper om beter te koopen, in de ver
onderstelling dat deze laatste niet teveel
aan ouden slenter houdt.
En indien we goed ingelicht zijn bestaat
er nochtans in onze keizerlijke stede zoo
iets als een landbouwcommissie, door
den gemeenteraad aangesteld om de
belangen van boeren en hoveniers te
bestudeeren en te verdedigen. We ho
pen dat deze commissie zal werken en
dat het met haar niet zal verloopen als
met de commissies en subcommissies
van den volkenbondveel lawijd en
weinig wol.
Er is werk en doeltreffend werk ge
noeg op de plank
Om maar een voorbeeld te noemen,
zou het stadsbestuur, in zake landbouw-
produkten, de krizis merkelijk kunnen
verzachten, zonder dat de belangen van
voortbrenger en verbruiker in botsing
komen en zulks is in andere gevallen
niet altijd heel gemakkelijk. De oplos
sing is nochtans zoo eenvoudig als het
ei van Columbus.
Aalst, met een bevolking van om
streeks veertig duizend inwoners, houdt
eiken dag in de week fruitmarkt deze
vangt dan aan te zes uur 's morgens.
Hoeveel van de eigenlijke verbruikers
uit de stad willen zoo vroeg opstaan om
naar de markt te trekken En beschik
ken de goedwilligen altijd over het noo-
dige geld om een ganschen zak of een
volle mand fruit te koopen, daargela
ten nog dat dikwijls het vertrouwen
ontbreekt door allerhande mistoestan
den, als gebrekkige inpakking, verwaar-
loozing van degelijk uitzicht, gemis aan
toezicht op de eerlijkheid, enz.
Overdrijven wij als wij zeggen dat de
stad Aalst met hare omgeving belangrijk
genoeg is, om er een openbare veiling in
te richten, zooals die in alle centra van
eenig belang bij onze Noorderburen te
vinden is. Wij willen echter het risico
van dergelijke instelling niet opdringen.
Het stadsbestuur, dat beloofde niet lan
ger onverschillig te blijven tegenover
den landbouw, kan de zaak eenvoudiger
regelen, zoodanig dat de belangen van
voortbrenger en verbruiker, alsook deze
van de stadskas samenloopen.
Men hoeft maar te zorgen voor een
ruime overdekte fruit- en groentenhalle,
zooals er sinds tientallen jaren te Meche-
len een in voege is. Wanneer men dan
die markt iederen werkdag een paar
uren vóór zonsondergang, voor het pu
bliek toegankelijk stelt, dan zal men
reeds een heel eind naar het doel opge
schoten zijn.
Immers de meeste stedelingen gaan
in den vooravond een luchtje scheppen
of een wandelingsken doen en zullen
dan ook een veel ruimer gebruik maken
van rechtstreeks uit de handen van den
voortbrenger hun provisie op te doen,
niet alleen voor het te verwezenlijken
profijt, maar ook omwille van de rijke
keus en de frischheid der producten.
Daarna hebben wij enkel onze boeren
en hoveniers nog te leeren hun koop
waar op een fatsoenlijke wijze de klien-
teel aan te bieden.
Hierover een woordje uitleg fruit in
zakken of in gewone manden op de
markt gebracht, lijdt geweldig veel door
verhandeling en transport.
Voor fijngevleeschde vruchten als
pruimen, perzikken en druiven neemt
men liefst kleine bakjes, waarin het fruit
netjes gerangschikt tusschen papier of
natuurlijke bladeren, tegen alle bescha
diging beveiligd wordt.
Zeer fijne peer en appelsoorten ver
pakt men in kratten of billots van twee,
vijf of tien kg.
Voor grootere hoeveelheden kiest
men de gewone standaardkisten.
Hierbij dient men natuurlijk telkens
rekening te houden met een doelmatige
sorteering.
Immers, de schoonste vsuchten ver
liezen veel van hun aantrekkelijkheid,
wanneer er slechts hier en daar een
minderwaardig exemplaar tusschen ligt,
terwijl koopwaar van tweede klasse nog
gemakkelijk zijn liefhebber vindt, als zij
goed geschift is.
Aldus vindt de kleine verbruiker zoo
wel als de gewone handelaar zijn ga
ding en menig bezoeker die enkel en
alleen uit nieuwsgierigheid of om den
tijd te dooden binnenkomt, zal, bij het
zicht der netuitgestalde waar.zijn koop
lust niet kunnen bedwingen en onbe
wust een vaste klant worden.
Wfe over verpakking meerderen uit
leg verlangt, kan daarover op onze bu-
reelen uitvoerige inlichtingen bekomen.
Zou het belang der stad, met eene
inrichting zooals wij ze hier voorstellen,
niet fel gebaat wezen Enkele hande
laars zouden er wellicht niet erg mede
ingenomen zijn, maar hun veto kan niet
opwegen tegenover het algemeen nut,
bij een regeling die zich met den tijd
toch zal opdringen. Een fruit- en groen
tenhalle ware het radikaalste middel om
voortbrenger en verbruiker nuttig te
zijn en de stadsfinanciën zouden er niets
bij verliezen.
Deze uiteenzetting is een eerste wenk
voor den gemeenteraad en voor de
landbouwkommissie. Wij durven hopen
dat dit laatste organisme zijn taak ern
stig zal opvatten en zelf het initiatief zal
weten te nemen telkens het belang van
land- en tuinbouw zulks vereischen.
Naar alle ingewonnen inlichtingen zullen de planters in Neder
land niet meer in prijs veranderen. Zelfs zijn er soorten die in prijs
verhoogd zijn.
De personen die plantgoed begeeren worden een laatste maal
aangemaand hunne bestellingen in te zenden. We geven niet de
minste waarborg voor achterblijvers, daar alleen de gevraagde
planters ingevoerd mogen worden.
Neemt dus eene beslissing ?n zendt ons onmiddellijk het bulletijn
welke U vindt op de derde bladzijde van dees blad.
Men herhaalt in alle omstandigheden
en op alle tonen dat de huidige econo
mische crisis van internationalen aard
is en dat redding slechts mogelijk is door
overleg en verstandhouding tusschen de
volkeren
Talrijke en grootscheepsche pogingen
werden gedaan om deze internationale
verstandhouding te bereiken en niette
genstaande de diepe ellende welke de
massa over de wereld teistert, ligt een
overeenkomst tusschen de volkeren
verder buiten het bereik dan ooit.
Het is om te wanhopen ware het niet
dat de mensch van natuur uit geneigd
is te hopen zelfs tegen alle hoop in.
Welke mooie verwachtingen heeft de
economische wereldconferentie van j
Londen niet verwekt bij de noodlijdende
massa en welke gunstige uitslagen had
men niet verhoopt van de internationale j
ontwapeningsconferentie
Beiden zijn in de beste voorwaarden
begonnen en toch is de eerste jammer-
lijk uiteengevallen, terwijl de tweede j
haar laatste uren nabij is, wegens de
onvoorziene uittreding van Duitschland»
Indien men de oorzaken der misluk
king van de talrijke internationale con
ferenties dieper doorgrondt komt men
tot de bevinding dat zij tot deze ééne
kunnen herleid worden ieder deelne
mende partij, bekijkt den internationalen
toestand door een nationalen bril, of
anders'gezegd bij het zoeken eener in
ternationale oplossing zoekt elke partij
de oplossing die het beste past tot vrij-
waring en bevordering van haar eigen
belangen.
Ten tijde der Economische Wereld
conferentie van Londen heeft President
Roosevelt zulks zonder omwegen bekend
waar hij verklaarde dat het herstel van
den voorspoed in de landen een zaak is
van inwendige orde die ieder van hen
moet behandelen volgens eigen methode.
Het is niet met dergelijke geestesge
steldheid dat internationale besprekin
gen ooit een tastbare uitslag zullen op- j
leveren.
Wellicht brengt de steeds scherper
wordende nood de volkeren en staats
hoofden toch tot een redelijker besef
der werkelijkheid Doch hoe lang zal
dit nog duren
In afwachting stelt zich voor onzen
landbouw de levensvraag hoe hij de
huidige crisis zal doorworstelen met de
minst mogelijke schade.
Na de mislukking der Economische
Wereldconferentie heeft het begrip der
autarchie of van de strekking van te
voorzien in eigen behoeften door eigen
productie ontegensprekelijk veel veld
gewonnen.
Men moge het betreuren, het prin
ciep van den vrijhandel schijnt te heb
ben afgedaan.
Zulks bewijst dat de wereld niet be-
heerscht wordt door theoriën maar door
feiten
Welnu, het zijn feiten alleen welke
nog enkel in aanmerking kunnen komen
bij de vaststelling van de richting welke
onze landbouw verder moet volgen.
Het eerste feit is Vermits elk land
er naar streeft zijne markten voor eigen
voortbrengst te behouden en vrijhandel
enkel mogelijk is op voorwaarde dat
men met tweeën weze om hem toe te
passen, het onzinnig is uit louter respect
voor een stelsel zich verder blind te
staren op den vrijhandel.
Onze nijverheid en onze landbouw
moeten er integendeel voor zorgen zich
de bevoorrading van onze inlandsche
markten te verzekeren. Deze blijven
immers de zekerste afzetgebieden.
De openbare besturen hebben als
plicht onze nationale productie hierbij
hulp te bieden en inzonderlijk door
haar te verdedigen tegen vreemde con
currentie, bijzonder wanneer deze ont
aardt in dumping door haar den voor
keur te geven bij de aankoopen door de
openbare instellingen, door toepassing
van een gunstig fiskaal stelsel en van
voordeelige vervoertarieven op de
spoorwegen, door milden steun aan de
van de j
propaganda tot bevoordeeling
nationale voortbrengst.
De orienteering van onze nijverheid
en landbouw naar de inlandsche mark
ten zullen niet voor gevolg hebben dat
wij ons onafhankelijk kunnen maken
van den vreemden invoer. De dichte
bevolking van ons land, zijn economi
sche toerusting zullen ons immers ver
plichten aanzienlijke hoeveelheden
grondstoffen en eetwaren van dage-
lijksch gebruik te betrekken in het bui
tenland. Deze aankoopen in het buiten
land zullen ons gelegenheid bieden
overeenkomsten te sluiten met andere
landen, ten einde met hen onze voor
uitvoer bestemde producten te ruilen
tegen deze welke wij van hen afnemen.
Hier gebiedt het belang van onzen
landbouw zoowel als dit van onze nij
verheid ons de breedste zelfstandigheid
in acht te nemen om de afzetgebieden
voor onze produkten zoo ruim mogelijk
te houden volgens de mogelijkheden
van het oogenblik.
De huidige toestanden schijnen uit te
wijzen dat het afsluiten van beperkte
handelsverdragen tusschen de landen
onderling een doelmatiger middel is tot
het herstel van den internationalen han
del dan wel de breed opgevatte inter
nationale conferenties die [tot heden
enkel ontgoochelingen hebben gebracht.
Dergelijke beperkte zelfs tijdelijke
akkoorden tusschen de landen onderling
zullen met den tijd bestendigd worden en
leiden dan wellicht tot een groepeering
van landen die elkander op economisch
gebied aanvullen door verwezenlijking
van het evenwicht tusschen vraag en
aanbod
Onze landbouwproductie moet in de
huidige omstandigheden lenig zijn en
zich dadelijk kunnen aanpassen aan de
vereischten van den tijd.
Deze soepelheid is slechts te bereiken
door bestendige en tijdige voorlichting
vanwege de betrokken openbare bestu
ren, handelende in verstandhouding met
de beroepsvereenigingen der landbou
wers.
Hiertoe is volstrekt vereischt dat on
ze Regeering een beredeneerde en wak
kere landbouwpolitiek invoere. Jammer
genoeg is zij tot heden gebleven bij
broksgewijze toegepaste hulpmaatrege
len welke hun nuttige uitwerksels dan
ook grootelijks misten.
Wanneer komt eindelijk een nieuwe
koers in onze Regeeringspolitiek die
enkel bij machte is redding te brengen
üEBasiigiMHn!aa«BHnsigUBBHHHn
Wanneer we een oogslag werpen op de
Fransche statistieken van de zes eerste
maanden van dit jaar, dan zien we dat
Frankrijk ruimschoots zijn deel krijgt
van de industrieele opleving, waarvan
de teekens zoowat overal in Jde wereld
waargenomen worden.
Nochtans, gelijk we het in de vorige
overzichten hebben gedaan, waarschu
wen we hier meer dan ooit tegen de
overdreven besluiten, die uit deze ge
deeltelijke economische hervattingen
zouden kunnen getrokken worden.
Frankrijk, dat totnogtoe minder dan de
andere landen van Westelijk Europa
onder de gevolgen der crisis te lijden
had, is nog niet aan het einde zijner
economische zorgen, en al is er plaats
voor een gezond optimisme, het wordt
getemperd door de steeds heerschende
werkloosheid en vooral voor den feilen
achteruitgang van den Franschen uit
voerhandel.
In Frankrijk, gelijk trouwens overal
elders, zijn de landbouwers zwaar be
proefd door de inzinking der prijzen der
landbouwproducten, en in hun nood
hebben ze beroep gedaan op de hulp
van den staat. En daar de Fransche
Regeering de voorkeur geeft aan tol
rechten boven contingenteeringen,
duurde het dan ook niet lang vooraleer
Frankrijk als het ware van de buiten
wereld economisch was afgesloten. We
weten er van mee te praten De andere
landen namen tegenmaatregelen en,
de
gelijk we dat zullen zien, slonk
Fransche uitvoer geleidelijk weg.
Het graanvraagstuk kreeg eindelijk
door de wet van 11 Juli 1.1. zijn beslag.
Er werd een minimumprijs van 115 fr.
per centenaar vastgesteld.
Deze maatregel moet eigenlijk niet
aanzien worden als een revalorisatie
maar wel als een regularisatie van den
graanprijs en niet vergeleken worden
met hetgeen in andere landen werd ge
daan om bv. de prijs van de koffie
of van de caoutchouc op een zeker peil
te houden.
De getroffen maatregel is zeker niet
heelemaal zonder gevaar. Nu de land
bouwers voor hun producten een fat
soenlijken prijs bekomen, zullen ze na
tuurlijk alles in het werk stellen om
zooveel graan mogelijk te verbouwen,
liever dan andere producten waarvan
de prijs niet loonend is, en dan is de
dag niet ver dat het aanbod de vraag
zal overtreffen. Het eenigste redmiddel
ware dan over te gaan tot een vermin
dering van de bezaaide oppervlakte.
Over het algemeen echter is deze
maatregel te verdedigen, daar hij veel
bijdraagt om den toestand der landbou
wers te verbeteren en weer menschelijk
te maken. Laten we hopen dat de graan-
conferentie, die op dit oogenblik te
Londen moet bijeenkomen, haar werk
zaamheden met succes bekroont, zoodat
het graanprobleem in afzienbaren tijd
een definitieve oplossing krijge.
Over het algemeen mogen we dus
zeggen dat de binnenlandsche toestand
van Frankrijk bevredigend is. De uit
voerhandel daarentegen baart groote
zorgen. Eenige cijfers zullen volstaan
om U te overtuigen van den ernst van
het geval.
In 1929 bereikte de Fransche uitvoer
het geweldig cijfer van 50 milliard frank.
Met de crisis brokkelde dit jaar na jaar
af Van 50 milliard viel het in 1930 op
42 milliard, in 1931 op 30 milliard en in
1932 op 19 milliard. Hetzij in den loop
van vier jaar een vermindering van 31
milliard of meer dan 60 t.h. Wat echter
de toestand als hopeloos doet inzien is
het feit, dat, terwijl de binnenlandsche
handel merkelijke teekens van opleving
geeft, de uitvoerhandel verder verslecht.
Men voorziet dat het cijfer van 1932 in
den loop van 1933 nog met minstens
10 t. h. zal verminderen.
De handelsbalans tusschen Duitsch
land en Frankrijk sluit met een tekort
van 5 milliard in het nadeel van Frank
rijk. Maar het is Duitschland niet alleen
dat minder uit Frankrijk betrekt. En
geland, Amerika, Argentinië, Canada,
Nederland, België verkeeren in hetzelf
de geval. In vroeger jaren kochten we
meer van Frankrijk dan Frankrijk bij
ons. Nu is dat omgekeerd.
Het is dus niet te verwonderen dat de
economische vereenigingen een alarm
kreet slaken, en de aandacht van de re
geering en van het land trekken op den
abnormalen en tevens gevaarlijken toe
stand waarin Frankrijks economie ver
keert.
De schuld echter ligt aan Frankrijk
zelf.
In den loop der laatste jaren heeft
Frankrijk gewonnen, verloren nieuwe
tolrechten ingevoerd en oude verhoogd.
De andere landen gingen en gaan ook
aan hetzelfde euvel mank. Het valt ech
ter niet te loochenen dat in vele geval
len Frankrijk het slechte voorbeeld gaf.
Het ging er immers groot op tusschen
het Moederland en de koloniale bezit
tingen een commercieel en industrieel
evenwicht te scheppen.
Frankrijk heeft zich echter misrekend.
De kolonies kunnen het excedent der
industrieele productie niet afnemen. En
daarom kan Frankrijk zich niet onaf
hankelijk maken van den internationa
len handel. De fransche metaalnijver
heid heeft afzetgebieden noodig wil ze
niet ten ondergaan de textielnijverheid
kan voor het voldoen der nooden van
Frankrijk en zijn kolonies niet op volle
krachten arbeiden de wijn- en de luxe
nijverheid sterven uit indien Amerika de
grenzen gesloten houdt.
Dit alles hebben de regeerders uit het
oog verloren. De relatieve afzondering
waarin Frankrijk zijn redding zocht
heeft niet belet de nadeelen van de crisis
te ondergaan.
We kunnen het niet genoeg herhalen;
Felle achteruitgang van zijn
uitvoerhandel.