Economische Tegenstellingen ONZE HOENDERTEELT Arbeid adelt* Landbouwweekblad Voor en door de Landbouwers De hergroepeering der Eigendommen. Orgaan der Landbouwers ver eeniging Redt U Zeiven ZONDAG 12 NOVEMBER 1933. Prijs 25 centiem 16de JAARGANG Nr 776 Abonnementsprijs 12 fr. 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is streng verboden. Bestuurder en verantwoordelijke Opsteller O. CAUDRON. Bureel en Redactie t De Vilanderstraat, 4, Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen. Aankondigingen volgens akkoord. De vorige week hebben we de aan dacht gevestigd op de mistevredenheid en de opwinding die er heerscht onder de Amerikaansche landbouwers, die in sommige gewesten tot erge onregelma tigheden zijn overgegaan. Gewelddaden zijn altijd af te keuren, maar wanneer we den toestand, waarin het meerendeel der Amerikaansche "farmers,, verkee- ren, van naderbij beschouwen, dan be grijpen wij ten volle hun mistevreden heid. Sinds zes jaar, van voor 1929, zijn de prijzen der bijzonderste landbouwpro ducten dermate laag dat, in veel geval len, de opbrengst onvoldoende was om de hooge onkosten, die een landbouw bedrijf meebrengt, te dekken, en de landbouwers die zich in de naoorlogsche jaren "modern,, hadden ingericht, in de onmogelijkheden verkeerden hun schul den verder af te dragen. Zoo werden in het jaar 1929 reeds meer dan 45.000 hoeven gerechterlijk verkocht wegens achterstallige betalin gen. In 1930 steeg dit cijfer tot 54.000, in 1930 tot ongeveer 100.000 en in 1932 tot meer dan 150.000 hoeven die onder den hamer kwamen omdat de eigenaars hun lasten of schulden niet verder kon den afbetalen. Om aan dien abnormalen gang van zaken een einde te stellen kondigde Roosevelt, kort na de aanvaarding van het Presidentschap, een moratorium der hypotheekschulden af. Globaal genomen mag men aanne men dat er in Amerika, in den loop der vijf laatste jaren, minstens een hoeve op tien gedwongen van de hand gedaan werd, en dat ruim 1.500.000 andere zoo zwaar berent zijn dat de eigenaars geen uitweg zien dan in een spoedige verhooging der landbouwprijzen. Het is derhalve geen spot wanneer we in de Amerikaansche dagbladen le zen, dat de verkoopsopbrenst van al de hoeven in Amerika niet voldoende zou zijn om enkel de interest der hypothe ken op landbouweigendommen te be talen. Op een dwangverkoop brengt een tractor ongeveer 25 dollar op, een paard hoogstens 10 dollar, een zwijn hoogstens een halve dollar. In Ohio en s Illinois is het meermaals gebeurd dat j een hoeve, woning en stalling inbegre- pen, geen kooper meer vond voor 25 dollar. Kan het ons in de gegeven omstan digheden verwonderen, dat de landbou wers druk uitoefenen op Roosevelt, opdat hij die maatregelen neme die aan dien erbarmelijken toestand een einde zouden stellen Laten we daar tegenover enkele an dere cijfers aanhalen De president van de Bethlehem Steel Corporation streek in den loop der zes laatste jaren minstens 7 millioen dollar aan wedden op. De president van de Pensylvia Railroad Cy verdient jaarlijks I 109.000 dollar. De president van de Metropolitan Life Insurance aeg zijn wedde van 175.000 dollar in 1929 ver- hoogen tot 200.000 dollar in 1933. De vice-president van dezelfde maatschap pij verging het evengoed. Zijn wedde verhoogde van 68 duizend in 1929 tot 125 duizend dollar in 1933. De presi- denten van de Mutual Live Insurance de Prudential Live Insurance en de New-York Live Insurance krijgen ieder jaarlijks 125.000 dollar uitbetaald. Nu moet men weten dat verschillende der hoogcrgencemde maatschappijen, sinds jaren, verlies op verlies boeken, zoodat ze beroep hebben moeten doen op de ondersteuning van de Recon struction Finance Corporation. s Iedereen zal het derhalve goedpraten dat President Roosevelt tegen iedere 1 steunverleening gekant is zoolang de wedden der groote maatschappijleiders niet in verhouding zijn gebracht met den werkelijken flnancieelen toestand hunner maatschappij. Opdat een verzekerings maatschappij kans hebbe op onder steuning vanwege de Regeering, mag haar President „slechts,, 17.500 dollar j jaarlijks verdienen. In Brazilië is de koffieoogst dit jaar dermatig gunstig meegevallen dat er minstens vijftien millioen balen onver kocht zullen blijven. Dit land, dat on geveer 35 maal de oppervlakte van Duitschland beslaat en 35 millioen in woners telt, trekt zijn bijzonderste in komen uit de koffieteelt. En om den prijs van de koffie niet beneden elk loo- nend peil te laten dalen worden tien duizenden balen koffie in de zee gewor pen. Het schijnt dat rond dezen tijd van het jaar de lucht te Santos oninadem- baar is. Overal, tot op de openbare plaatsen, worden hoopen koffie aan de vlammen prijsgegeven, om in de sta pelhuizen de noodige plaats voor het stapelen van den nieuwen oogst vrij te maken. In Australië werden totnogtoe reeds honderdduizenden schapen gedood en het vleesch vernietigd, zelfs de wol werd niet ten gelde gemaakt. In Canada werden reeds tienduizen- den zakken graan verbrand. In Egypte werden 100.000 ton wol vernield. In Mexico werd het leger ter hulp ge roepen om gansche scheepsladingen vruchten te verdelgen, waarvoor geen afzet was te vinden. In Amerika wordt de melk wegge- goten. In Bretagne werpen de visschers hun vangst terug in zee uit vrees dat de lage vischprijzen nog verder zullen dalen. En verder is er, in de landen van voortbrengst, te veel cacao, te véél sui ker, te veel hop, te veel hout, te veel rubber, te veel graan, te vëfcl vleesch... En wanneer we daartegenover landen stellen a's China waar gestadig 60 mil lioen menschen honger lijden, Indië waar niet langer dan in 1931 volgens Engelsche statistieken, 600.000 men schen den hongerdood stierven, Rusland waar de toestanden allerergst schijnen, Duitschland, Oostenrijk, Hongarië en zoovele andere landen waar in millioe- nen werkloozengezinnen het hoogst noo dige ontbreekt, dan staan we verstomd hoe het mogelijk is dat in een wereld, zoo vruchtbaar als deze wereld, zoo veel openlijke en verdoken armoede wordt geleden. Haar huidige toestand. Welke maatregelen zijn onmisbaar tot vrijwaring harer toekomst. Er is echter nog veel erger, i Toen in Juni 1.1. de Economische We reldconferentie te Londen bijeenkwam herleefde in menig hart de hoop dat het de vertegenwoordigers van zoovele lan den zou gelukken een middel te vinden om de zieke Wereldeconomie te redden. Weliswaar verwachtte zich niemand aan mirakels. De genezing zou lang en pijnlijk zijn. Maar het scheen dat de zieke den wil bezat om te leven en de dokters, ten minste naar hun woorden te oor- deelen, met den besten offervaardigsten geest bezield waren. We weten hoe jammerlijk de misluk king was. En sindsdien zoeken, overal in de wereld, de landen op eigen krachten en door eigen middelen uit de ellende te geraken. Hoe het daarbij hun gebuur zal vergaan bekommert hen niet. Oude begrippen, oude leuzen, oude methodes worden onder den voet ge- loopen. Dat het economisch stelsel, dat gelijk we hooger zage", zooveel ellende en onheil over de wereld bracht, daarbij harde klappen oploopt kunnen we niet betreuren. De oude geest, die onder den dek mantel van vrijheid de ergste mistoe standen toeliet, moet uitgeroeid worden, en in zijn plaats moet een christelijke geest de handelingen en de daden van de menschen richten. Dan eerst en dan alleen zullen de tijden rijp zijn voor een sociale samenleving en een economische orde, beide gebaseerd, gelijk Paus Pius I het in zijn Encycliek Quadragesimo Anno voorstelt, op sociale rechtvaar digheid en sociale liefde. Dan zullen de tragische economische tegenstellingen, waarvan hooger sprake, als vanzelf ophouden te bestaan. «saetósgs ■aansta EiaRass vbhsbb Leden der Jeugdvereeniging Redt U Zeiven houdt 19 Nov. vrij. Zie programma 2' bladz. De hoenderteelt heeft na den oorlog in ons land een geweldige uitbreiding genomen, zoodat de gemiddelde jaarlijk- sche eiervoortbrengst kon geschat wor den op ongeveer 2 milliard 700 millioen in de jaren 1928, 1929 en 1930. In 1929 bereikten de eierprijzen hun hoogtepunt. Gemiddeld berekend over gansch het jaar bedroegen zij ongeveer 93 centiem het stuk. Ons land werd dan ook van invoer der, zooals het vóór den oorlog was, uitvoerder van eieren. Deze uitvoer bereikte zelf een aanzienlijk belang zoo als blijkt uit volgende statistiek 713 millioen stuks in 1929. 512 millioen stuks in 1930. 573 millioen stuks in 1931. 622 millioen stuks in 1932. Zooals elders in dit blad is meege deeld, bereikte onze uitvoer gedurende de 8 eerste maanden van 1933 nog slechts 257 millioen stuks. Onze uitvoer is dus tijdens het loo pend jaar geweldig gedaald. Beteekent zulks het verval van onze hoenderteelt of welke is de tegenwoor dige toestand van dezen belangrijken bedrijfstak in onzen landbouw Alhoewel nog geen betrouwenswaar- dige gegevens bekend zijn, schijnt de geweldige afname van den uitvoer ge durende het laatste kwartaal van 1932 en tijdens het jaar 1933 te wijzen op een inkrimping van onzen hoendersta pel. Onze uitvoer van eieren is gewel dig gedaald naar al de landen met uit zondering van Spanje, waar hij in aan zienlijke mate is gestegen. Naar wij overigens in de verschillen de streken van het land persoonlijk konden vaststellen, hebben de hoender- kweekers over 't algemeen hunnen dierenstapel eenigzins verminderd. Waaraan is deze beperking te wijten Vooreerst aan de sterke verminde ring van de geldelijke opbrengst. Te genover de jaren 1928-1929 kan de daling van den gemiddelden verkoop prijs der eieren gedurende de jaren 1932-1933 geraamd worden op circa 55 t.h. De voederkosten welke in de bedrijfsuitgaven voor ongeveer drie vierden in aanmerking komen zijn over dezelfde tijdbestekken gedaald met on geveer 53 t.h., doch de andere bedrijfs uitgaven welke ongeveer een vierde vertegenwoordigen in de voortbrengst- kosten zijn ten opzichte van de jaren 1928- 29 slechts weinig verminderd. Hieruit spruit voort dat de verhou ding tusschen ontvangsten en uitgaven gedurende de jaren 1932-'33 zich in na- deeligen zin heeft ontwikkeld voor onze hoenderkweekers. Als oorzaken der vermindering van de geldelijke opbrengst dienen vermeld 1) De beperking van onzen uitvoer naar onze normale afzetgebieden ten gevolge de verhooging der toltarieven, en toepassing van contingenteerings- maatregelen door de vreemde landen. Zoo had het prijsgeven door Engeland van zijn traditioneele vrijhandelspolitiek ook een ongunstigen weerslag op onzen eieruitvoer naar dit land. De Engelsche Regeering streefde er naar de hoenderteelt op eigen grond gebied te bevorderen en tevens bij den invoer den voorkeur te schenken aan de eieren voortgebracht in zijn dominions. Op de Engelsche markt stonden wij dan nog tegenover flink ingerichte con- curreerende landen zooals Denemarken en Nederland. Beide landen hadden vroeger dan ons land het toezicht op den eierenhandel doeltreffend en volledig ingericht. Hier door wonnen zij het vertrouwen van de Engelsche verbruikers wat hun van groot nut was om hunne positie op de Engelsche markt te verdedigen tegen de toenemende mededinging der dominions. België dat ingevolge hooger vermel de omstandigheden in een ongunstigen toestand verkeerde verloor dan ook voor een ruim deel de Engelsche markt. Onze eierenuitvoer richtte zich dan aanvankelijk op ruimere schaal naar Duitschland en mocht er in de jaren 1930-1931 mooie uitslagen boeken. Einde 1931 en tijdens het jaar 1932 haalde de autarchie of het economisch stelsel van zelfzorg echter de bovenhand in de Duitsche economische politiek met het gevolg dat de vreemde eieren zoo veel mogelijk van de Duitsche markt werden geweerd ten voordeele der in- landsche voortbrengst. De verwachtingen welke onze hoen derkweekers hadden gesteld op het Duitsch afzetgebied waren meteen ver zwonden. In 1932 werden de tolrechten merke lijk verhoogd en de contingenteering toegepast, zoodat gedurende de acht eerste maanden van 1932 onze eieren- uitvoer naar Duitschland nog enkel 194 millioen stuks. Dit cijfer daalde gedurende dezelfde periode van 1933 tot 53 millioen stuks. Het Fransch protectionnisme met den dag verscherpende had voor gevolg ook den uitvoer naar dit land, welke een uitkomst bood voor onzen eierenhandel, grootelijks te verhinderen. Nederland en Italië, zelf groote voort brengers en uitvoerders van eieren, bo den voor onze producten geen noe menswaardige afzetmogelijkheden. Ten slotte bleef er ons nog enkel Spanje over als belangwekkend afzet gebied en de statistieken wijzen uit dat onze uitvoer naar dit land in 1933 mer kelijke vorderingen heeft gemaakt. 2) Als tweede oorzaak van de daling der geldelijke voortbreagst dient ver noemd de laattijdige officieele reglemen teering van den eierhandel, waardoor bedrog de goede faam van onze eieren in het buitenland en vooral in Engeland een geweldigen knak heeft gegeven. Wanneer dit officieel toezicht op den eierhandel na lang dralen en lanterfan ten en na een hardnekkige propaganda der landbouwkringen, waarbij onze Ver- eeniging Redt U Zeiven in de voorpos ten streed, eindelijk het licht zag, had het Belgisch ei reeds een merkelijk deel der Engelsche klienteel verbeurd. Wij zijn er niet meer in gelukt volledig het vertrouwen der Engelsche verbruikers terug te winnen, dat overging naar de Deensche en Hollandsche produkten. De officieele reglementeering was dan bovendien nog onvolledig, daar zij het toezicht niet inrichtte op de koeleieren en ingelegde eieren, waarmede thans op onze inlandsche markt nog op groote schaal bedrog wordt gepleegd Reeds tijdens onze propaganda voor de officieele reglïmenteering van den eierhandel hebben wij met klem aange drongen voor het verplichtend merken van koeleieren en ingelegde eieren, en nog zetten wij den strijd voort voor dezen onmisbaren maatregel. Wij noemen het een misselijke laks heid der openbare besturen, dat thans nog gelegenheid wordt gegeven aan enkele sjacheraars om door het verkoo- pen van koeleieren als versche eieren enorme winsten te verwezenlijken op den rug der voortbrengers en der ver bruikers. Als derde oorzaak der minder gun stige geldelijke opbrengst dient ook ver meld de minder goede verzorging van de eieren door de hoenderkweekers. Aanvankelijk waren de Denen en de Nederlanders ons op dit gebied een heel eind voor. Daardoor kwamen zij er toe in den vreemde en voornamelijk in En geland hoogere prijzen voor hunne eieren te bekomen dan onze voortbren gers. Onder den invloed der landbouw- vereenigingen werden deze laatste jaren echter op dit gebied aanzienlijke vorde ringen gemaakt zoodat dit euvel bijna is opgeruimd. De moeilijkheden welke onzen eier uitvoer steeds meer en meer belemmeren, bewijzen welk groot belang de inland sche maikt voor onze hoenderteelt op levert. Het behouden der inlandsche markt is voor onze hoenderteelt een levensbe lang in de strengste beteekenis van het woord. Gelukkig heeft het verbruik binnen de grenzen deze laatste jaren een ver gelding geboden voor de inkrimping van de vreemde afzetgebieden. Het inlandsch verbruik mag thans ongeveer geschat worden op 2 milliard eieren per jaar en er bestaat de mogelijkheid dit verbruik nog uit te breiden. Niets mag dus verwaarloosd worden om de binnenlandsche markt voor onze hoenderteelt te behouden. Hiertoe zijn volgende maatregelen vereischtHet afweren van elke vreem de overtollige invoer. Onze Regeering beschikt te dien einde over de noodige middelen vermits het Koninklijk Besluit van 20 Juli 11. de contingenteering der vreemde eieren heeft afgekondigd. Het is hare plicht deze contingenteering met de noodige strengheid toe te passen, opdat in elk geval de inlandsche eier- produktie tegen behoorlijke prijzen aan den man kunne gebracht worden op onze eigene markten. Om onze eieren door de bevolking naar waarde te doen schatten is het ook dringend vereischt dat onmiddellijk de Regeering gemachtigd worde het toe zicht uit te oefenen op den handel in koeleieren en ingelegde eieren. Het mag niet langer geduld worden dat enkele woekeraars door bedriegelijke handels praktijken geweldige winsten verwezen lijken ten nadeele der verbruikers en der voortbrengers. Ten slotte moeten onze hoenderkwee kers zich inspannen om door het kwee ken van de beste legrassen, de doelma tige voeding en verzorging der hennen, en de rationneele behandeling en ver pakking der eieren te komen tot de hoogst mogelijke verkoopprijzen met de laagst mogelijke voortbrengstkosten. Indien deze voorwaarden worden vervuld, meenen wij dat de hoenderteelt in de toekomst een winstgevende be drijfstak zal blijven voor onzen land bouw. Op ons Kongres van 8 September j.l., waaraan wij nog graag terugdenken, omdat het de levenskracht en de doel matigheid onzer instelling zoo daadwer kelijk bewezen heeft, werd ook een studie over de hergroepeering der eigen dommen voorgedragen. Wij achten het nuttig de voornaamste punten uit deze lezing in De Koornbloem weer te gever, omdat de oplossing dezer kwestie zich meer en meer opdringt en omdat het belang ervan nog niet genoeg tot de openbare meening is doorgedrongen. Bij het begin der vorige eeuw vond men ook hier in Vlaanderen, nog groote boerderijen, zooals wij ze thans in Frankrijk en elders aantreffen. Sedert dien werden in dit klein landeken, een der kleinste van den aardbodem, duizen den Ha. grond aan den landbouw ont trokken, door de uitbreiding der steden en door het aanleggen van allerhande verkeerswegen. Daarenboven is de be volking meer dan verdubbeld en wer den de boerderijen gedurig in stukken getrokken. Uit dat alles volgt dat de verkaveling en verdeeling der gronden in een on noemlijk aantal kleine perceelen, op onze dagen zoo ver doorgedreven is, dat het een zeldzaamheid wordt akkers van één hectare met dezelfde vrucht bezaaid of beplant te vinden. Het wordt maar al te vaak over 't hoofd gezien dat, na het geweldig pro tectionisme van alle staten, die grond versnippering een der grootste redenen daarsteit waarom wij met onze gewone producten niet kunnen concurreeren op de wereldmarkt. Dat is nochtans duide lijk genoeg in landen met massabedrij- ven, zooals Rusland en Amerika, waar alle arbeid mekanisch verricht wordt, bedraagt de kostprijs der tarwe bijv. nauwelijks het derde deel van de pro ductiekosten derzelfde kuituur ^in ons eigen land. De kleine perceelen, dan nog dikwij's ver verspreid bij denzelfden boer, sluiten alle mekanisatie uit en eischen zooveel handwerk, tijdverlies en sleet, dat de uitbating ervan met gewone kulturen(

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1933 | | pagina 1