Open Brief WereldonÉwrichting en Wcrcldherstel Arbeid adelt* Landbouwweekblad Voor co door dc Landbouwers ZITDAG aan de Grondeigenaars en aan de Mandatarissen der Openbare Besturen De harde Winter PLICHT Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zelven Een actueel Vraagstuk ZONDAG 17 DECEMBER 1933. Prijs 25 centiem 16de JAARGANG Nr 781 Msemmmsm Abonnementsprijs 12 fr.'s jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is streng verboden. Bestuurder en verantwoordelijke Opsteller O. CAUDRQN. Bureel en Redactie t De Vilanderstraat, 4, Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen. Aankondigingen volgens akkoord. Zeer geachte Heeren, Nog enkele dagen scheiden ons van het groote feest, dat \olgens de verklaring van den engel, vrede brengen moet aan alle menschen die van goeden wille zijn. Vrede een woord dat in deze eeuw van bandelooze hebzucht, zoowel onder de enkelingen als onder de volkeren, zijn betoover- ende kracht verloren heeft, omdat de menschen niet meer van goeden wil zijn. Voor duizenden landbouwers in Vlaanderen zullen de kerstklok ken dit jaar geen vrede luiden ze zullen hen enkel de nachtmerrie van den vervallen pacht voor den geest roepen terwijl hun blikken ten hemel gericht zijn om den God van vrede hulp af te smee- ken, zullen hun gedachten men schelijker wijze afdwalen en ver starren op de zware verplichting die hen morgen wacht. Ook in het zachtmoedig en eenvoudig hart van deze menschen zal misschien haat en nijd oprijzen tegen dezen die meedoogenloos spotten met de miserie van hun evennaaste. Hoort men het niet dagelijks van sommige eigenaars herhalen Ze mogen nu wat afzien ze hebben in den goeden tijd geld genoeg verdiend en de huurprij zen genoeg naar omhoog gejaagd; ze krijgen nu maar loon naar wer ken Dergelijke taal is in zekere middens schering en inslagze bewijst alleen gebrek aan door zicht Jin de sociale nooden onzer landbouwbevolking. Of is het de schuld van den kleinen boer dat het leven hier zoo geweldig moei lijk is? Moeten zijn kinderen niet eten en gekleed gaan Moeten zij die groot worden geen bezigheid vinden Is hij door dat alles dik wijls niet zedelijk verplicht onre delijke pachtovereenkomsten af te sluiten Nood breekt wet en de ellende is een slechte raadgever. Wanneer men zelf in goeden doen zit is het al te gemakkelijk de schouders op te halen voor de on- menschelijke pogingen van de minder bedeelden. Grondeigenaars, Het is een wet van God en van de menschen, dat men den evennaaste om zijn werk niet mag uitbaten en Paus Leo XIII ver klaarde plechtig dat ieder arbeider moest in staat gesteld worden om zich door zijn werk een deftig be staan te verzekeren. De staat er kent eveneens het levensminimum. Welnu de boer ook is een arbei der maar van een deftig bestaan is bij hem geen spraak meer en in menig geval wordt dat sober le ven nog moeilijker gemaakt door een overdreven pacht. Om zich een juist denkbeeld van onzen toestand te vormen is het voldoende eens even de prij zen onzer voornaamste landbouw- produkten na te gaan voor rog ge betaalt men tegenwoordig 40 fr. aardappelen kunnen 20 fr. opbrengen, tenminste als men het geluk heeft een kooper te vinden. Welke winst is er met deze kuitu ren nog te verwezenlijken De aangehaalde prijzen doen ons on middellijk inzien hoe onredelijk de pachten in sommige deelen van ons land nog berekend worden; vooral in sommige gemeenten van t Land van Aalst en Dendermon- de hebben de pachters hierover groote reden tot klagen; van daar uit werden ons pachtprijzen mee gedeeld die enkel aan joodsche praktijken kunnen toegeschreven worden. Denkt nu niet, heeren grond eigenaars, dat wij de moeilijkhe den der krizis op uwen rug alleen willen schuiven. Wij zijn geen bolchevisten en wij hebben er niets tegen om een redelijke ver goeding voor het gebruik uwer gronden te betalen. Wij erkennen en eerbiedigen het recht van een ieder ons syndikaat bestaat niet alleen uit huurders de eigenaars zijn er ook aanzienlijk in vertegen woordigd in de meeste gevallen ligt ons belang in dezelfde lijn en de pachtkwestie vermag het niet ons te verdeelen. Wij vragen Ued. enkél dat gij uwe huurders op een menschwaar- dige wijze zoudt behandelen en dat gij, bij het vaststellen van de pachtsom over de jaren 1933 en 1934 u zelven zoudt afvragen Wat zou mijn akker opgebracht hebben, indien ik hem zelf uitbaat te Welk deel van die opbrengst, nu door mijn pachter misschien met verlies verwezenlijkt, komt mij volgens mijn geweten toe Zegt nieter zitten er honderd gereed om mijn landerijen nog aan den zelfden prijs over te nemen. Gij weet zeer wel dat die honderd anderen ook op verhongeren zit ten en dat zij, indien zij iets of wat eergevoel hadden of door den nood niet gekweld werden, hun vakgenooten niet zouden onder kruipen. Uw geweten, en uw gewe ten alleen, moet Ued. dit jaar, bij het vaststellen van de pachtsom, als raadsman die nen. Wij kennen eigenaars, leden van ons syndikaat, die uit eigen beweging hun pachten aanzienlijk verminderd hebben. Indien zij er zich niet persoonlijk tegen verzet hadden, zouden wij hier hun na men openlijk vermeld hebben. De diepe menschelijkheid van zulke lieden verdient een eereualuut van wege alle landbouwers. De vrekkige gronrJuitzuigers moeten er ook aan herinnerd wor den dat, door de herziene pacht wet, de huurders, in geval van overdreven pachtprijzen, beroep kunnen doen op de tusschenkomst van het gerecht. D'e geest meer nog dan de letter dt:r wet is dui delijk gericht tegen woekerprijzen. In enkele gemeenten staan we ook reeds sterk genoeg om, bij cventueelen moedwil der eige naars, ons zelven mcht te ver schaffen door gezaoaenlijken en algemeenen boycot van zekere eigendommen. Spijtig genoeg dat we overal niet even ste rk staan. Wij hopen echter tot deze uiterste middelen onze< toevlucht niet te moeten nemen. Wij verlan gen niets liever dan een vredelie vende en minnelijke schikking tusschen eigenaar en huurder daardoor alleen immers worden eenieders belangen best gediend. Waar dit niet mogelijk blijkt, of waar men de pachters werkelijk uitpersen wil, daar staan we noch tans onvoorwaardelijk aan de zijde van deze laatsten in alle omstandigheden mogen zij op on zen steun rekenen. Mijnheeren, Wij hopen dat deze uiteenzet ting Ued. een blijk wezen mag van onzen goeden wil, om onze verplichtingen op een rechtvaar dige manier na te komen, maar dat zij voor enkele belanghebben den tevens een waarschuwing zij tegen overdreven eischen in deze lastige tijden daartegen zou het verzet onmiddellijk loskomen. Moge dit schrijven indruk ma ken op uw gevoeluw stoffelijke belangen zullen er werkelijk geen schade onder lijden en gij zult het genoegen smaken een echt vredig en zalig Kerstfeest te mogen vie ren. Het Landbouwerssyndikaat R.U.Z, »8%asiii3!8HisicisauHdaaHHgi aaaeaB Het strenge winterweer dat ons zoo onverwachts overkwam is een ware ramp voor onze landbouwers. Niet alleen zullen de rapen totaal be- vrozen zijn en radikaal verloren, maar ook zullen vele kuilen met beeten en aardappelen aangetast zijn. Het voederen der huisdieren kost reeds met deze koude het dubbel, aan gezien veel meer krachtvoeder dient toegediend, terwijl van den anderen kant de melkvoortbrengst met minstens 1/3 vermindert. Hetzelfde geldt voorde kiekens die toch dienen gevoed en niets opbrengen, gezien de eierleg totaal heeft opgehouden. Het is nu reeds voor den landbouw eene niet te schatten schade en de voor uitzichten zijn niet gunstig voor het verder verloop van den Winter. Bij al de tegenslagen die onze boeren de laatste jaren opliepen kwam dit onverwacht noodweer de toestand nog verslechten en we zullen eerst binnen een drietal maanden kunnen overzien wat het aan onze bevolking heeft gekost. We hopen dat de eigenaars en ver huurders van pachthoven en landen evenals de belastingsopeischers van deze toestanden rekening zullen willen houden en dat ze onze getroffen land bouwers redelijk zullen behandelen. Indien onze boeren door dit weer worden getroffen, zoo zullen toch ande re goede zaken kunnen maken. De witloofkweekers zullen er wel bij varen, gezien vele groensels in heel Europa naar de maan zijn. We gunnen hen dit van harte, want ook zij hebben over twee-drie jaar eene ware ramp gekend door de slechte verkoop van het loof. We moeten hen vermanen het wit loof extra te verzorgen, opdat het overal in alle landen en steden zou gewild worden en er aldus voor de toekomst breedere afzetgebieden openliggen. Fijn verzorgd en goed verpakt met de schoonste vruchten onder in de mand, moet de leuze zijn onzer kweekers. Ook de koolhandelaars en mijnbazen zullen met plezier de harden winter beleven. Dat ze echter geen misbruik maken \j^n de kou om de kolen aan overdreven prijzen te verkoopen. Fabrieken van ingelegde groenten en konserven zullen eveneens een goede en loonende afzet vinden voor hunne wa ren. Het was voor deze nijverheid reeds eenige jaren slecht en ook voor hen komt de beurt dit alles goed te maken. Zoo komt de winter goed voor de eene en slecht voor de andere. Wanneer krijgen onze boeren de beurt om eens beloond te worden voor hun zorgen Sinds jaren wordt in de landbouw- middens beweerd en niet heelemaal ten onrechte dat den landbouw bij de nijverheid wordt achteruitgestelden telkens wanneer er een maatregel ten gunste van den landbouw wordt getrof fen, steken er uit de handels- en nijver heidsmiddens heftige protesten op 1 Zoo staan, maar al te dikwijls, land bouw en nijverheid tegenover, in plaats van naast mekaar. Ik wil het niet ontkennen: het is niet gemakkelijk voor een land als België, met overheerschende nijverheidsbelan gen, den gulden middenweg te bewan delen. Onze uitvoermogeüjkheden moe ten, in een wereld waar de mededinging van dag tot dag moordender wordt, ge handhaafd worden,en dat vraagt op offeringen. Het is een allereerste vereischte dat we een goedkoop leven in de hand werken, omdat een groot deel onzer bevolking van den uitvoer onzer nijverheidsproducten leeft. Niettemin mag de landbouw daarvan het slachtoffer niet worden, en dit voor eerst, niet in het belang van het land zelf. De inlandsche markt mag niet op geofferd worden aan de buitenlandsche markt. En tweedens, we mogen niet vergeten dat de rollen omgekeerd zijn. Niet de nijverheid, maar de landbouw zal de economische crisis overwinnen. Denken we even na. Het zijn de landen die aan de spits van den technischen vooruitgang ston den, die het eerst en het ergst van de crisis te lijden hadden. Kijk naar Duitsch- land, dat zich in de na-oorlogsche jaren met geleend geld overgemdustrialiseerd heeft. Kijk naar de Vereenigde Staten, het land der onbegrensde mogelijkheden, waar de menschen in de voorbije voor spoedige jaren met millioenen het land verlieten om in de steden aan verlokke lijke hooge loonen te gaan arbeiden. De armen, die den landbouw ontbraken, werden door machienen vervangen, en in de fabrieken schakelden de machienen millioenen armen uit, zoodat een derde van de arbeidsbevolking broodloos ge steld werd. Ook in België, al is het na tuurlijk in veel mindere mate, begunstig de de korstondige bloei van de nijverheid de vlucht naar de fabrieken. Die landen, echter, die een gezonde verhouding tusschen nijverheid en land bouw in stand gehouden hebben, lijden het minst onder de noodlottige gevolgen van de crisis. Frankrijk 's voorbeeld spreekt boekdeelen. Het is dan ook niet te verwonderen dat de landen die het ergst door de crisis getroffen zijn, naar een gezondere land bouwpolitiek streven. Het is hun einde lijk klaar geworden dat de hoop die ze in de nijverheid stelde nimmer zal vol voerd worden, en dat van een vermeer dering van uitvoer, waarin velen in Bel gië nog het eenigste middel zien om de crisis te overwinnen, niets in huis zal ko men. Indien men den huidigen econo- mischen toestand van naderbij be schouwd dan lijdt dit geen den minsten twijfel, om dit te bewijzen is een kort overzicht van de verschillende verande ringen, die zich sinds den oorlog in het wereldhuishouden hebben voorgedaan, hier wellicht niet misplaatst. Gedurende vele tientallen jaren was de uitvoer het fundament waarop de welvaart van Europa was opgetrokken. Europa was de leverancier van gemanu- factureerde goederen, de rest van de wereld, de Vereenigde Staten van Ame rika uitgezonderd, nam die af, en leverde in betaling levensmiddelen en grond stoffen. Dat was een schoone tijd voor Europa, bijzonder voor Engeland, het land dat weieens genoemd werd: een blok van metaal op een grondvesting van kolen. Het was de oorlog die aan de be voorrechte positie van Europa plots een einde stelde. De fabrieken in Europa werden in munitie- en wapenfabrieken herschapen, en de overzeesche landen zagen zich noodgedwongen in hun eigen nooden te voorzien. Ze begonnen te fa brikeeren, en ze ondervonden alras dat weven en spinnen, ijzer smelten en ce ment branden en wat weet ik meer, niets met tooverij te maken hadden. Overal rezen er fabrieken opin Azië, in Afri ka, in Australië. Na den oorlog vond Europa in eigen heropbouw gedurende vele jaren werk in overvloed. Maar ook de uitvoer her nam. Er werden weliswaar minder tex- tielwaren uitgevoerd, maar die vermin dering werd goedgemaakt door een ver meerdering van uitvoer van ijzerwaren, bijzonder machienen. In schijn was er dus geen verandering. Het ontwaken was pijnlijk. Elke machine die uitgevoerd werd verhoogde de productiecapaciteit der overzeesche landen, en daar ze de grond stoffen in hun onmiddellijke nabijheid hadden en tevens over spotgoedkoope werkkrachten beschikten, werden de Europeesche uitvoerders van vele mark ten verdrongen. Maar daar bleef het niet bij. Ook op vreemde markten en tot in Europa kwamen die nieuwe industrie landen, voornamelijk Japan, Europa mededinging aandoen. Daarvan vinden we voorbeelden met de vleet. In Holland werden door de Japanners gloeilampen op de markt gebracht aan den spotprijs van ongeveer drie Hol- landsche cent, wanneer ditzelfde soort lamp in Nederland gefabrikeerd onge veer tienmaal hooger in prijs is. In Nederlandsch-Indië werden rijwie len van Japansch fabrikaat vanderhand gedaan aan zeven gulden stuks, wan neer een gewoon rijwiel minstens vijf maal zoo duur kost. Op de markt van Lyon, de heele we reld door gekend voor haar zijden stof fen, werd Japansche zijde van treffelijke kwaliteit aangeboden aan de helft van den prijs der Lyonsche zijde. In Engeland, bijzonder in Lancashire, liggen tientallen textielfabrieken stil, omdat niet enkel de Indische markten, maar tevens de Engelsche markten lij den onder de moordende mededinging van de Japansche stoffen. Een Londensche journalist, die, gelijk al de journalisten, het fijne van de zaak wou weten, stelde een eigenhandig on derzoek in. In zes verschillende waren huizen kocht hij acht verschillende arti kels, telkens een van Engelschen oor sprong naast een gelijkend van Japan- schen oorsprong. Thuisgekomen maakte hij zijn rekening. De uitkomst was ver bijsterend. Voor de Engelsche artikels had hij een pond en zes shilling betaald, voor de Japansche slechts elf shilling. Niettegenstaande de Japansche artikels inkomrechten betaalden waren ze nog vijftig t.h. goedkooper dan de Engelsche. We zouden die voorbeelden tot een lange reeks kunnen uitbreiden. Maar waarom Het is een feit: de nijverheid ver plaats zich naar het Oosten, en uit winstbejag werken vele Europeanen die verplaatsing in de hand. Op dit oogen- blik vind Europa een hardnekkigen me dedinger in Japan, maar wie zegt ons, dat morgen, geen andere overzeesche landen tot industrieele machten groeien, en Europa tot in zijn eigen grenzen me dedinging komen aandoen ('t vervolgt) van Rechtskundige Dienst wordt ge houden op Zondag 7 Januari van 10 tot 3 uur. *hbs Hesanaa BHaaaaamn is het voor lederen Redtuzelver zooveel mogelijk abonnenten aan te werven op De Koornbloem. Nu is het de gepaste tijd. Spreekt vrienden en kennis sen aan. Wie zich abonneert voor 1934 ontvangt het blad gratia tot Nieuwjaar,

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1933 | | pagina 1