OOG EN
DOODE
Onze Zwijnenvoeders
BERICHT
ilsfltïïïfctl
Duivenkroniek
Landbouwers „"ee„r«.
Zwijnenkweekers I
'M m
Provinciaal-Bestuur
van Oost-Vlaanderen.
Wat ik u ga vertellen is de geschie
denis van een simpele volksvrouw, voor
wie het leven een ware martelgang is
geweest, maar die haar droevig lot
droeg met kristelijke gelatenheid.
Kunt gij u voorstellen wat het betee-
kent blind te zijn Al het leven dat men
rondom zich voelt, niet kunnen zien al
de personen die u zoo dierbaar zijn, van
wie de klank der stemme zoo vertrou
welijk in de ooren klinkt, niet kunnen
aanschouwen. En als het lente is, als
men voelt dat de natuur in feestgewaad
is, als de groene malsche weiden zich
getooid hebben met duizenden blomme-
kes... een pracht die de oogen streelt en
het hart verheft als honderden botten
vol leveasvuur ontspruiten op de naakte
boomentakken en langzaam, gekoesterd
door de herlevende lentezonne, open-
bloeien tot groene blaren en de boomen
tooien met een weelde van bloemen
als men al dat niet kan zien, ja, dat moet
treurig en akelig zijn.
Hebt ge een blinde al aandachtig be-
keken Zaagt ge dan niet het harde en
versteende gelaat van dien ongelukkige?
Hebt ge de oogen bezien twee harde
bollen, twee glazige oogen zonder de
minste glans of uitdrukking.
Iedere maal als ik een blinde tegen
kom, dan prangt mijn keel van medelij
den voor dien ongelukkige die door het
lot zoo wreed en ondankbaar behandeld
werd.
Arme menschen, die het hoogste en
kostbaarste bezit, dat een schepsel kan
bezitten, moeten missen.
Levende lijken, die met het licht hun
ner oogen ook het ware genietend leven
verloren hebben. Gansch hun wezen
draagt den stempel van lijdzame ver
draagzaamheid. Ze leven, ja, maar de
dood is voor hen meestal de verlossing,
de bevrrding uit dien nacht zonder mor
gen en bet opstijgen naar het land waar
't altijd corner is en zonneschijn...
Treze«ce was haar naam. Ik kanu niet
zeggen l,oe haar familienaam was. Ze
werd d^or de menschen nooit anders
genoemd.
Treze ke was blind. Door een onvoor
zichtigheid van een oogenblik had ze
het licht barer oogen verloren.
Dat gebeurde voor den oorlog. Ze
was toen reeds een vrouw van middel
baren leeftijd, want overlaatst nu is
Trezeke gestorven, teruggegaan bij haar
man die haar zoo dierbaar was.
Trezeke was altijd een pronte vrouw
geweest Toen ze nog jong was, was ze
in het kc-ele dorp bekend als de schoon
ste jonge vrouw en menige verliefde
jonge man had haar gevraagd, tot ze
eindelijk met Pier-Wannes, een flinke
werkman, in den echt trad.
Ze was een brave en goeie vrouw
geweest, en haar man aanbad haar een
voudig. Hun huwelijk werd gezegd met
zes kinderen, waarvan twee jongens en
vier meisjes waren, die nu op hun beurt
ook reeds getrouwd zijn en kinderen
hebben.
Als ik zoo somtijds de ouden van jaren
beluister, en 't gesprek komt opTrezeke,
dan hoor ik lederen keer zeggen dat zij
de mooiste oogen had die men zich maar
kon indenken.
Hemelsch blauw waren ze, zoo diep
onmetelijk blauw dat men er kon in
verdrink n. Eerlijke, reine oogen, die
al de zui erheid en eenvoudigheid harer
mooie ziel ontsluierden-
Dan trekken de oudjrs bedenkelijk
aan hun pijp. en zwijgen een stonde. Ze
schudden meewarig het grijze hoofd en
mompelen deelnemend't Was toch
wreed 1
Want op zekeren dag was het nood
lot aan de deur komen kloppen en nam
met ééa onverbiddelijken slag én de
oogen van Trezeke én het geluk van het
huisgezin weg.
Dat was zoo gekomen Trezeke was
bezig met de stoof te doen branden. Om
nu wat rapper gedaan te hebben, had ze
de kan petrool genomen en er een flinke
teug van op 't smeulende vuur gegoten,
met het fatale gevolg dat de vlammen
zoo hoog opsloegen dat heel haar ge
zicht verbrand was en hare oogen ge
schonden
Weken lang lag ze in het ziekenhuis,
met een doek stevig om de oogen ge
bonden. Specialisten hadden het on
mogelijk). gedaan, maar helaas...
Wanneer men den doek met zachtheid
verwijderde in een schemerige kamer,
was iedereen diep ontroerd om den uit
slag te zien.
Pier-Wannes had plaats genomen
voor haar, en tuurde haar gespannen
aan. Toen de doek nu verwijderd was,
heerschte er een beklemmende stilte in
de kamer.
Trezeke tuurde, hunkerde naar het
licht, ma r zag niets dan het duistere
donker
Ze WÜ3 blind...
Droevige dagen waren nu aangebro
ken. Heele dagen lang zat Trezeke in
een leunscoel en weende. De tranen
stroomden heet uit bare oogholten waar
hare eens zoo glanzende oogen star en
glazig-starend waren geworden.
Pier-Wannes was ook diep-ongeluk-
kig. Heele avonden zat hij somber en
zwijgend neer in den hoek der schouw
of beproefde onhandig z'n vrouw te
troosten.
Lentes kwamen en lentes gingen. En
het leven in de natuur stierf en werd
herboren. Alleen voor Trezeke bleef het
nacht, duistere nacht zonder hoop op
einde. Ze weende niet meer. Ze kon
niet meer. Ze had zich geschikt in het
onvermijdelijke.
Haar eenige troost was de groote
liefde van haar man en de teedere toe
genegenheid harer kinderen. Maar nooit
lachte ze meer. Haar gelaat was in har
monie met haar oogen. Haar hoofd
stond altijd ietwat omhoog en men zou
gezegd hebben dat ze naar iets zocht,
naar iets verlangde dat ze verloren had
en niet meer vond...
Arm Trezeke 1 Ge hadt zoo gelukkig
kunnen zijn, maar nu...
Buiten haar huiskring, in de wereld,
was de storm der hartstochten ontke
tend.
De menschen, opgezweept en opge
hitst door lage profiteurs, vermoordden
menschen en het bloed stroomde bij
beken de oorlog was uitgebroken.
Vier jaar lang woedde de krijg, en
miljoenen menschen vielen.
Tijdens de vreemde bezetting kregen
ze ook een paar soldaten te herbergen.
De eene heette Wilhelm, een jongen
uit Beieren, van wien ze erg veel hield.
Wilhelm kon zoo mooi vertellen en zoo
mooi zingen.
Als ze somtijds in den huiskring zaten,
vroeg Trezeke dan Toe, Wilhelm,
zing nog eens En de jongen zong dan
liederen van de groote meesters der
Duitsche muziekkunst.
Ze ontroerde als hij dan zong
Sah ein Knab ein Röslein stehen
Röslein auf die Heide..
Neen, zij tenminste koesterde geen
haat of wrok was zij ook geen slacht
offer van het noodlot, evenals al die
andere menschen
Maar Wilhelm is echter op zekeren
dag vertrokken naar het front en waar
schijnlijk ook gesneuveld...
Het oorlogsgeweld luwde en het le
ven ging weer zijn gewonen gang.
Haar zes kinderen waren getrouwd en
ze leefde alleen met Pier-Wannes, die
niet meer ging werken en een klein pen
sioen trok.
Het was dan in een dier na-oorlog-
sche jaren dat het noodlot voor de twee
de maal aan hare deur kwam kloppen.
Pier-Wannes had zich tamelijk erg
aan het been bezeerd. De wonde wilde
kwaad spel en op een goeien morgen
vervoerde een ambulance-auto hem naar
het gasthuis van een naburige stad.
't Was de laatste reis die hij levend
zou maken hij wist het echter niet,
evenmin als Trezeke iets kon vermoe
den...
Arme Pier-Wannes Arm Trezeke!
In het gasthuis werd bloedvergifti
ging vastgesteld. De dokters streden te
gen den dood, maar de laatste overwon
en Pier-Wannes ontsliep zacht in den
Heer...
De pastoor ging Trezeke het droeve
nieuws melden. Dat was geen gemak
kelijke karwei en de oude herder was
meer dan ontroerd toen hij Trezeke de
mare bracht.
Ze sprak geen woord, maar zachtjes
kwamen de tranen uit de oogholten ge-
loopen en vielen langs haar holle wan
gen op hare handen.
Neen, ze kon het niet gelooven. Het
was niet waar 1 Wat, zou ze de stem
van Pier-Wannes niet meer hooren
Het kon niet waar zijn en het was niet
schoon van mijnheer pastoor om zoo
met haar te komen lachen I
Morgen zou Pier-Wannes komen.
Helaas, de oude herder weende zelf
toen hij de verslagenheid van Trezeke
zag, die nog immer niet gelooven kon
dat haar Pier-Wannes dood was.
Zijn taak vergemakkelijkte daardoor
zeker niet, maar het was zijn droeve
plicht het ongelukkige vrouwtje van de
waarheid te overtuigen.
Het liep van geen leien dakje.
Voor ze 't gelooven zou, moest ze
eerst de doodkist kunnen voelen, dan
misschien... Maar, neen, het was heele-
maal onmogelijk 1
De derde dag bracht een dooden-
auto Pier-Wannes naar zijn dorp terug.
De auto stopte voor de deur van Treze-
ke's schamel huizeke, en de kist werd
naar buiten geschoven.
Trezeke stond in haar deurgat. Steif-
nend op den arm van een harer kinde
ren, die allen weenden, naderde ze voetje
voor voetje.
Haar schrale hand zocht zoekend en
onzeker vooruit, tot ze de kist gewaar
werd. En langzaam gleden haar handen
erover. Geen woord sprak ze, geen traan
kwam uit hare oogen, maar men zag dat
de slag haar diep getroffen had.
(Zie vervolg onderaan 3de kol.)
De bijgevoegde keuringen voor dek
hengsten en de wedstrijden voor heng-
stenveulens zullen in 1936 gehouden
worden
1) Voor de omschrijving Geeraards-
bergen, te Geeraardsbergen, Kaai, den
Donderdag 27 Februari, te 9 1/2 uur.
2) Voor de omschrijving Audenaarde,
te Audenaarde, Stadhuis, den Zaterdag
29 Februari, te 9 1/2 uur.
3) Voor de omschrijving Gent, te
Gent. Nieuwe Beestenmarkt, den Maan
dag 2 Maart, te IC uur.
4) Voor de omschrijving St Niklaas,
te St Niklaas, Stadhuis, den Dinsdag 3
Maart, te 10 1/2 uur.
5) Voor de omschrijving Ninove, te
Ninove, Graanmarkt, den Donderdag 5
Maart, te 10 uur.
6) Voor de omschrijving Eecloo, te
Eecloo, Groote Markt, den Zaterdag 7
Maart, te 10 1/2 uur.
De eigenaar van het paard aan de
keuring of aan den wedstrijd aangebo
den, zal moeten bewijzen, door een ge
tuigschrift van het plaatselijk bestuur,
dat hij woont in een der gemeenten deel
uitmakende van de omschrijving waarin
de wedstrijd plaats grijpt en dat het
paard hem toebehoort.
Het getuigschrift, hierboven vermeld,
moet minstens 10 dagen vóór het aan
vangen der wedstrijden aan het Provin
ciaal Bestuur, te Gent, gezonden wor
den na dien datum zullen geen inschrij
vingen meer aanvaard worden.
De voorbereiding tot den kweek.
Eens half-Februari daar, dan mag er
stilaan gedacht worden aan de voorbe
reiding tot den kweek. Te vele liefheb
bers meenen dat het volstaat op een ge
geven oogenblik duivers en duivinnen
bij elkander te brengen om den kweek
aan te vangen.
Wij overdrijven niet met te beweren
dat evenals men de duiven tot de vluch
ten voorbereid en in form brengt, men
ze even zoo moet voorbereiden tot den
kweek.
Kan de bevruchting geschieden in de
beste voorwaarden, dan lijdt het geen
twijfel of de kweek zal zijn normaal ver
loop kennen.
Hiertoe is het in de eerste plaats noo-
dig dat de duiven op het oogenblik van
de koppelingen zich in blakende gezond
heid bevinden en voldoende uitgerust
zijn van de opgedane vermoeienis in het
verloopen sport en kweekseizoen.
Zonder gezondheid is er toch zoo
weinig te bekomen in duivenliefhebberij.
Dat ieder van ons dus eerst naga of zijn
duiven wel voldoen aan de eischen die
mogen gesteld worden aan gezonde
vogels.
Zijn ze in orde en hapert er niets aan,
dan kan men overgaan tot een prak
tische voorbereiding.
Wij hebben tot gewoonte de duiven
voor de paringen enkele weken te schei
den. Ze zijn dan meer rustiger, en over-
paringen zijn in een oogwenk gebeurd.
Tijdens de scheiding houden we wel
aan een of ander bloedzuiverend regiem.
Ontelbaar zijn de middelen, die daar
voor kunnen dienen. De eene bevindt
zich goed met wat Carlsbadzout, de an
dere met een afkooksel van gerst- en
lijnzaad, terwijl een derde ten slotte zich
houdt aan een plantenthee. Onmiddellijk
na de purgatie komt men tot het normaal
regiem terug, 't is te zeggen men gaat
over tot de voeding, die de duiven ge
durende kweek en prijskampen ontvan
gen.
De boonen of vitsen, die tijdens den
Winter weggelaten werden, alsmede de
kleine zaden als hennep, witzaad, enz.
worden terug bij het rantsoen gevoegd.
Na enkele dagen, zien de duiven er
heel anders uit en zoo nadert ook de
datum van de samenzetting der koppels.
Dit samenzetten moet verband hou
den met de te beoefenen speelwijze en
de vluchten waaraan men denkt deel te
nemen.
Wil men met half April klaar zijn,
dan moet men zijn duiven einde Februari
reeds samenzetten. Denkt men maar
eerst beginnen te spelen in Mei of Juni,
dan kan men wachten tot einde Maart.
De weduwschapdui vers "mogen vroe
ger gekoppeld worden, zoo men wil dat
deze nog een of twee koppels jongen
opkweeken vooraleer op weduwschap
te gaan.
We trekken andermaal de aandacht der leden kweekers op de
groote voordeelen der nieuwe voedermethode met onze speciaal
samengestelde voeders.
Deze rantsoenen bevatten de gepaste hoeveelheden eiwit, vet
en zetmeel, welke een zwijn op de verschillende leeftijden noodig
heeft. Jarenlange studies en proeven worden kosteloos ter beschik
king gesteld der kweekers. Dat ze de gelegenheid te baat nemen
deze ondervindingen ten hunne profijte te maken.
We bieden U de manier om uwe zwijnen aan halven kostprijs
te kweeken en te vetten en U hebt daarbij meer zekerheid beste
zwijnen op de markt te brengen. Een zaak van groot belang op
onze dagen is het voortbrengen van mager vleesch en zoo weinig
mogelijk vet en spek. De soort der zwijnen maar vooral de voeding
spelen hier een groote rol. De
Varkensmeien R. U. Z.
zijn speciaal bereid om dit doel te bereiken.
Samenstellingen
VARKENSMEEL I voor viggens tot 25 kilos, inhou
dend minimum 15 D/0 verteerbaar eiwit en hoog zetmeelgehalte, met
voldoende levensstoffen, visch- en vleeschmeel, fosfaten, enz. enz.
VARKENSMEEL II voor loopers tot 60 kilos, eventens
in verhouding volledig samengesteld voor den rappen groei der
zwijnen, met een verteerbaar eiwitgehalte van ruim 14 en
de noodige grondstoffen om een sterke beendervorming te verze
keren.
VARKENSMEEL III voor zwijnen boven de 60 kilos. Dit
meel bevat alles om een zwijn veel vleesch en geen overvloedig
vet te geven. De vleeschhouwer zal U een premie van minstens
0,25 fr. per kilo betalen indien uwe zwijnen met ons meel worden
gekweekt. Verteerbaar eiwit 13,5
ZEUGEN MEEL, ook een passend voeder, met hoog
zetmeelgehalte, verteerbaar eiwit 12,5
Onze Samenstellingen met Oskavri
zijn ten zeerste geprezen. Het is het voeder dat door onze holland-
sche vrienden wordt gebruikt.
Gebruikswijze onzer Varkensmeien.
Men geve tweemaal daags een pap in de gewone eetbak, uitsluitend sa
mengesteld uit ons varkensmeel en koud of lauw water. Men geeft de gepaste
hoeveelheid om de zwijnen toe te laten tweemaal daags hunne goesting te eten.
OPGELET'
a) Men mag bij onze volledige varkensmeien nooit andere melen zoo
als roggemeel, tarwemeel enz. voegen. Ook geene aardappelen of melk.
b) Bij verandering van voedermethode moet dit langzaam gebeuren en
mag men niet plotseling veranderen.
En weer langzaam leidde men haar
terug naar haar zetel, waarin ze gebro
ken neerzonk...
Mater dolorosa I...
Ze is dit verlies nooit te boven ge
komen. En in het najaar, toen de bijten
de Herfstwind de laatste bladeren der
boomen met een nijdigen ruk afrukte,
werd Trezeke ten grave gedragen...
Haar lijdensweg was ten einde.
Wat de meeste liefhebbers vergeten
is wel dat de kweek verband houdt met j
de verpluiming. De rui wordt ingezet
door den val van de eerste slagpen, bij
het aanvangen van het tweede broedsel.
Eens op weg, dan gaat de verpluiming
ongestoord haar gang en zoo komt het
dat zoovele duiven op den oogenblik
van de schoone vluchten in Juni of Juli
totaal buiten form zijn. Hun verpluiming
is dan zoo ver gevorderd dat zij mate
rieel niet meer in staat zijn nog ernstige
afstanden met succes af te leggen.
Aan alle liefhebbers geven we den
raad van nooit te vroeg te beginnen,
van hunne duiven voor het samenzetten
een lichte bloedzuivering te doen onder
gaan, en van krachtig te voederen tij
dens de voorbereiding en ook tijdens
den opkweek van de jongen.
Ziedaar, beste lezers, wat wij U wil
den zeggen over de voorbereiding tot
den kweek. Past deze wenken in ver
trouwen toe en gij zult er U wel mede
bevinden.
Het koppelen van onze duiven.
Op te merken valt, dat nagenoeg alle
liefhebbers er een eigen meening op na
houden voorwat het koppelen der dui
ven betreft. Hunne meening gaat uit
van de opgedane ondervinding en is
zeker niet te verwerpen. Zoo moeten
we wel besluiten dat niemand beter, dan
de liefhebber zelf in staat is zijn duiven
te koppelen. Hij alleen kent hun hoeda
nigheden, hij alleen is bekend met hunne
gebreken. Van de oudere duiven kent
hij min of meer de kweekwaarde. Naar
de jongen zal hij tasten door middel van
de praktijk.
Dat hij meermalen den bal zal mis
slaan is zeker want het toeval speelt een
te grooten rol in duivenkweek om het
hier niet uitdrukkelijk te vermelden.
Daar waar in veeteelt bijvoorbeeld
een overgroot belang mag gehecht wor
den aan de uiterlijke vormen en schoon
heid van de voorttelers, zoo heeft dit
alles in duivenkweek maar heel weinig
beteekenis. Hoe anders verklaren dat
uit niepige duivinnetjes, maar een vuist
groot, oersterke duiven voortkomen, ja
kopvliegers op alle afstanden en met alle
weer en wind.
In veeteelt geldt voor veredeling
goed op goed 1 In duivenkweek komt
men al onmiddellijk tot de ervaring dat
goed met goed niet altijd goed geven,
verre van daar.
Rechtuit gesproken zien we ook graag
twee goede duiven op malkander. Meer
dan eens dachten de liefhebbers aldus
den onfeilbaren weg te volgen. Het is
misschien wel den heel verkeerden niet,
doch de ondervinding toonde klaar en
duidelijk aan dat goed op goed meer
malen minderwaardige, ja waardelooze
elementen voortbrachten. Dat is mis
schien een geluk voor de instandhouding
van de duivensport in het algemeen,
want zooniet zouden de meer begoede
liefhebbers, die op geen geld moeten
zien om zich goede duiven aan te schaf
fen, altijd best spelen. Alle liefhebbers
uit de nederige klassen der samenleving,
die steeds sukkelen om de twee eindjes
van het jaar samen te knoopen, zouden
aldus gedwongen zijn aan dt liefhebberij
vaarwel te zeggen.
Zoo is het nu eenmaal nietWel kan
geld veel maar in goeden kweek, noch in
goed spelen heeft het wat in te brengen.
Kleinere melkers spelen in verhouding
veel beter dan grootere, iets wat dage
lijks kan opgemerkt worden. Wat echter
niet bestaat, dat is dat zij al dien tralala
en die overdreven reklaam niet rond hun
prestaties willen, wat wel geschiedt bij
grootere liefhebbers. Naar ons beschei
den oordeel is een 50 tal prijzen met een
tiental duiven heel wat meer gewicht in
de schaal brengend dan 100 prijzen met
2 a 300 duiven
De wetenschap ook, naar heer Duray
verklaarde tijdens een voordracht, ver
mag niets in duivensport en al maar goed
ook, want zoo ligt de duivensport open
voor eenieder.
Regels en wetten bestaan niet. De
leiding van den liefhebber en het mee
vallen ziedaar waarop de heele sport
draait.
Wijken we niet te zeer van ons onder
werp af en zeggen we dat er inzake
koppelingen twee methoden aangewend
worden de vrije koppelingen, waar de
duiven vrij onder elkander paren en dc
gedwongen koppelingen waar de mees
ter zelf de koppels uitkiest.
Goede uitslagen kunnen bekomen
worden met beide doenwijzen, eerstens
omdat onze paarkennis zoo bitter klein
is en tweedens omdat het toeval den
hoofdrol speelt.
Waakt echter bij het samenzetten op
de gezondheid van uw vogels, waut dat
is een eerste goed vertrekpunt, dat door
niemand in twijfel zal getrokken worden.
Hebt gij er nu denkelijk belang bij die
en die duif te vereenigen, vermoedt gij
dat dit of dat koppel goede jong*" kau
geven, dan toch vinden wij er ge;n
bezwaar in dergelijke koppels te vorm» u.
De toekomst zal U den verder te volgen
weg aantoonen.
abonnenten aan voor Uw blad I
f
■«■■UB «BBB aBBBBB BflBBBB BBNÏHD