Valorisatie der Graangewassen De vcro"trusteude Dalin9
Graanvoortbrengst
en Ta rwep rijzen
1
Arbeid adelt*
Landbouwweekblad
Voor en door de Landbouwers
der Varkensprijzen
Hoe zij dient opgevat en doorgevoerd.
Eens lekker eten
Landbouwers
Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven
ZONDAG 8 MAART 1936.
PrQa 25 ecu tien
Abonnementsprijs 12 fr. 's jaars.
Men schrijft in op ons
Bureel en op alle postkantoren.
Het overnemen van artikelen
zonder aanduiding der bron
is streng verboden.
Bestuurder en verantwoordelijke Opsteiier
O. CAUDRON.
Bareel en Redactie t De Vilanderstraat, 4, Aalst.
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hunne
bijdragen.
Aankondigingen volgens
akkoord.
In onze bijdrage van 15 December 1.1.
hebben wij aan de hand van een artikel
geschreven door senator Mullie in het
tijdschrift "Le Sillon Beige,, onze aan
dacht gewijd aan het gevaar der over
productie van boter en vleesch. In "De
Koornbloem„ van 12 Januari en 2 Fe
bruari hebben wij gehandeld over twee
middelen tot voorku ming dezer dreigen
de overproductie, namelijk ruimer
melkverbruik in natura en de ontwikke
ling eener nationale kaasfabrikatie.
Thans hebben w'.j het over een derde
middel dat volgeed dubbel voordeel
biedt1) Op groote schaal toegepast te
kunnen worden. 2} Dadelijk te kunnen
worden aangewend. Wij bedoelen de
valorisatie der inlandsche graangewas
sen.
I. Welk moet het doel zijn dezer
valorisatie
In een land zooals België dat vooral
in Vlaanderen over veel handenarbeid
beschikt zou de graanteelt in normale
economische omstandigheden voorzeker
niet mogen aangemoedigd worden met
het oog op zijne uitbreiding.
Op gebied van geldelijke opbrengst
en met het doel arbeid te verschaffen
aan onze kroostrijke landbouwersge
zinnen verdienen de fijne gespecialiseerde
teelten en de veekweek alsdan den voor
keur.
Doch de huidige economische crisis
welke eenerzijds voor onze landbouw
producten schier al de buitenlandsche
markten heeft gesloten en anderzijds
onze binnenlandsche markt blootstelt
aan een overrompeling van vreemde
veeteeltproducten, verplicht ons inbreuk
te maken op de normale evolutie onzer
landbouwvoortbrengst en de uitbreiding
der graancultuur te bevorderen.
Wij zijn immers genoodzaakt onze
landbouwproductie aan te passen uit
sluitend aan de behoeften van het bin-
nenlandsch verbruik en een streng even
wicht te behouden of te scheppen in de
landbouwvoortbrengst, willen wij een
ramp vermijden voor de belangrijkste
takken onzer landbouweconomie.
Benevens de rol van evenwichthouder
of -bewerker in de nationale landbouw
productie die thans van hoofdzakelijk
belang is. vormt de graanteelt ook een
noodzakelijke schakel in de vruchtaf
wisseling met aardappelen, nijverheids-
planten en voedergewassen en als dus
danig kan zij zonder groot nadeel ook
niet opgegeven worden.
Ziehier enkele benaderende cijfers
betreffende het belang der graanteelt
voor onzen landbouw in 1934
Tarwe 157.000 Ha.
Rogge 213.000 Ha.
Spelt 10.000 Ha.
Gerst 30.000 Ha.
Haver 293.000 Ha.
Totaal703.000 Ha.
De ontvangsten voorkomende van
de graanteelt kunnen geraamd worden
op 12°/0 der totale ontvangsten in het
landbouwbedrijf en op ongeveer 40 °/o
der ontvangsten van al de akkerbouw
gewassen samen.
Nochtans, gezien de zware bedrijfs
verliezen welke de graanteelt deze laatste
jaren heeft opgeleverd, bestaat er groot
gevaar dat de bezaaide oppervlakte ge
leidelijk zal afnemen. Vandaar uitbrei
ding van de weilanden en van den vee
stapel met de onvermijdelijke overpro
ductie van melk en vleesch die vooral
noodlottig zou zijn voor onzen Vlaam-
schen landbouw.
De Hooge Landbouwraad heeft voor
den oogst 1935 op basis van ernstige
berekeningen van den kostprijs vastge
steld dat de verliescijfers per hectare be
dragen 574 fr. voor de tarwe, 711 fr.
voor rogge, 768 fr. voor gerst, 540 fr.
voor haver.
Deze cijfers toonen aan dat de Staat
verplicht is in te grijpen om deze verlie
zen ongedaan te maker: wil hij de graan
cultuur voor den ond« rgang vrijwaren.
De Regeering heeft tot heden vol
gende steunmaatregelen getroffen
Voor haver bestond er voor den oor-
og een tolrecht van 3 fr. per 100 kg.
Aangepast aan den toenmaligen munt-
standaard door de wet van 23 Maart
1932 bedraagt het invoerrecht op haver
thans 24,15 fr. per 100 kg.
De tarweinvoer is thans onderworpen
aan een vergunningstaks van 10 fr. per
100 kg. sedert 21 October 1933.
Voor rogge bestaat insgelijks een
vergunningstaks van 10 fr. per 100 kg.
sedert Juni 1934.
Deze taksen werden ingevoerd voor
namelijk als verdedigingsmiddel tegen
vreemde dumpingspraktijken.
Anderzijds genoten de voortbrengers
van tarwe en gerst voor den oogst 1933
een premie van 20 fr, per 100 kg. Voor
den oogst 1934 bedroeg de teeltpremie
550 fr. per hectare tarwe en 200 fr. per
hectare rogge, gerst en spelt.
Voor den oogst 1935 werden tot
heden geen premiën toegekend, alhoe
wel de Eerste Minister Van Zeeland
beloofde staatssteun te verleenen indien
de tarweprijs een nader te bepalen peil
niet zou overschrijden.
Over een steunactie der graange
wassen in 't algemeen heeft de heer Van
Zeeland zich echter niet willen uitspre
ken.
Nochtans is deze algemeene steun
actie dringend vereischt teneinde de
overproductie van boter en rundsvleesch
te voorkomen.
Deze steunactie biedt niet het minste
gevaar voor overproductie vermits de
invoer van granen haver buiten re
kening gelaten in het jaar 1934 meer
dan 24 millioen zakken bedroeg.
Vooraleer de voortbrengst het in-
landsch verbruik zou bereiken, zou de
met tarwe, rogge en gerst bezaaide op
pervlakte met minstens 500.000 Ha. kun
nen vermeerderd worden, hetzij 50.000
Ha. voor rogge, 160.000 Ha, voor gerst
en het overige voor tarwe.
Doch om die uitbreiding te bekomen
moeten de graanprijzen loonend worden.
De huidige Regeeringsmaatregelen ten
voordeele van de inlandsche graanteelt
die het verlies slechts licht temperen,
kunnen hiervoor niet volstaan.
II. Hoe moet deze valorisatio door
gevoerd worden
Zoools uitgewezen door de bereke
ningen van den Hoogen Landbouwraad
leveren al de graansoorten zwaar verlies
op voor den voortbrenger. Hieruit vloeit
voort dat de valorisatiemaatregelen
moeten ten goede komen aan al de
graansoorten, en niet alleen aan de
tarwe. Er is ook een kwestie van recht
vaardigheid in 't spel. Het zou toch niet
billijk zijn dat alleen de rijke gronden
waar de tarweteelt mogelijk is in aan
merking zouden komen voor den staats
steun terwijl de streken waar slechts
rogge en gerst kan gewonnen worden,
zouden uitgesloten zijn.
Bovendien mag niet vergeten worden
dat het gevaar voor overproductie van
veeteeltproductie grootendeels dreigt uit
streken met kleine bedrijven, waar de
teelt van rogge en gerst het meeste be
lang biedt.
Wat de opwerping betreft dat rogge
□iet dient gevaloriseerd daar ze tegen
woordig voordeelig in varkensvleesch
kan worden omgezet, antwoorden wij
1) Dat de huidige varkensprijzen
slechts tijdelijk zullen behouden blijven,
omdat zij het gevolg zijn van de gewel
dige daling van den varkensstapel in
gevolge de slechte prijzen in 1934. Eens
dat de kweek den varkensstapel zal aan
gevuld hebben, zullen de prijzen voor
zeker sterk dalen.
2) Het is niet te rechtvaardigen dat
onze kleine boeren zouden verplicht zijn
rogge voort te brengen met een kost
prijs van 10C fr., dan wanneer de prijs
der rogge slechts 70 fr. bedraagt op de
wereldmarkt.
Overigens zouden onze landbouwers
de roggeteelt stilaan laten varen indien
zij dit graan onder den kostprijs der
voortbrengst kunnen koopen. Het even
wicht in de landbonwproductie zou al
dus niet bereikt worden.
Onze landbouwers vragen met aan-
(Zfe vervobg onderaan 5de kol.)
Toen de varkensprijzen tijdens
de tweede helft van 1935, inge
volge de devaluatie en de beper
king van den kweek te wijten aan
de uiterst slechte prijzen van 1934,
gestegen waren tot een peil ge
lijkstaande met de wereldmarkt,
was de Regeering er dadelijk bij
om de vergunningstaksen op het
vreemd varkensvleesch af te schaf
fen ja zelfs, om in strijd met de
wet, het invoerrecht op varkens
vleesch te schorsen.
Deze maatregelen, gepaard met
een intensieve officieele propa
ganda voor den invoer van vreemd
varkensvleesch, hadden natuurlijk
voor gevolg dezen invoer merke
lijk te verhoogen.
Zoo bedroeg de invoer over
December 1935 ongeveer 1 1/2
millioen kg., terwijl in December
1934 de invoer onbeduidend was.
In 1935 bedroeg de totale invoer
4,414.300 kg. tegen 707.400 kg.
in 1934.
Ingevolge dezen vermeerderden
invoer zijn de prijzen der varkens
sedert enkelen tijd merkelijk ge
daald.
Ziehier enkele noteeringen op
de markt te Curegem
In November 1935, 6.25 tot
7,50 fr. de kg. op voet.
Op 7 Januari 1936, 6 tot 6,75 fr.
Op 21 Januari 1936, 6 tot 6,60 fr.
Op 4 Febr., 1936, 5,75 tot 6,25 fr.
Op 18 Feb., 1936, 5,50 tot 6,00 fr.
Wij wachten thans van de
Regeering maatregelen om de
verdere daling der varkens
prijzen te verhinderen, over
eenkomstig de plechtige be
loften afgelegd door den eer
sten minister Van Zeeland.
Prijzen dalende onder 6 frank
kunnen immers niet be
schouwd worden als loonend
voor onze varkensmesters.
De groeiende Russische productie een factor
van groote onzekerheid.
Het is in den tijd van den vasten niet
dat we over een smulpartij moeten spre
ken Maar het gaat hier enkel om een
vergelijking en we gaan er dan toch
mee vooruit.
Ik wou den man kennen die gezond is
en geen maaglijder noch kribbebijter
heet en die, na een lange en lastige taak
niet verzot is op een lekker eetmaal.
Bijzonderlijk als het goed bereid is
Het mag niet aangebrand zijn en het
moet met voldoende zout bereid zijn.
Te veel vet is ook niet eetbaar en
een stukje spek of vleesch, evenals
groenten mogen niet ontbreken.
Het moet gepast zijn I
Hetzelfde geldt voor uwe dieren
zout en peper, vet en spek moeten in
gepaste maten gebruikt worden.
Gebruikt daarom de samengestelde
voeders R.UZ.
Past ook op de bemesting van uwe
vruchtenHet te veel gaat verlo
ren; stikstof, potasch en phosphoorzuur,
alles moet gepast toegediend worden.
De Samengestelde Vetten R.U.Z.
zijn bereid volgens de noodwendigheid
van elke vrucht en zijn daarom het goed
koopste bemestingsmiddel,
Gij verlangt een lekkere maaltijd
Denkt er aan dat een vooruitstrevende
landbouwer moet zorgen dat zijn dieren
en planten ook een gepast voedsel ont
vangen.
Gebruikt daarom de SAMENGE
STELDE VOEDERS EN VETTEN
R.U.Z.
In den loop van de eerste twee maan
den van dit jaar was de ontwikkeling
van de tarweprijzen zeer weifelend. En
de vraag of de tarwe, die in 1935 een
sterke prijsstijging meemaakte, in dit
nieuwe jaar weer de laagte zou ingaan,
is terecht gesteld geworden. De berich
ten over sterke Canadeesche verkoopen
en felle koude in de Amerikaansche win-
tertarwegebieden hebben weinig indruk
gemaakt. De vraag uit Europa naar
overzeesche tarwe blijft gering. Dit komt
omdat Europa nog over groote tarwe-
voorraden beschikt. Zoo komt Portugal,
dat vroeger vaak tarwe invoerde nu zelfs
met groote hoeveelheden op de markt.
De Iersche Vrijstaat, die totnogtoe re
gelmatig invoerde, oogstte in 1935 bijna
dubbel zooveel dan in 1934. Frankrijk
ook heeft nog groote onverkochte voor
raden.
Volgens onze meening zal inzake
prijsvorming de meeste invloed uitgaan
van Canada en Rusland. Canada dat
vroeger vaak weerstand bood tegen de
prijsinzinking, volgt thans gedwee de
marktbeweging. Vroeger ging de hand
having van de gestelde minimumkoersen
boven alles, thans verkoopt de Wheat
Board soms zulke groote voorraden
dat de termijnkoersen te Winnipeg er
den druk van ondervinden. Het doel is
den tarwevoorraad tot 100 millioen
bushel terug te brengen tegen den tijd
dat de nieuwe oogst aanbreekt. De zicht
bare voorraad is thans 234 millioen
bushel tegen 238 millioen in het vorige
jaar. De voorraadpositie is er derhalve
niet veel gunstiger om geworden.
Argentinië bezit schier geen voorra
den oude tarwe meer en volgens de
vooruitzichten zal het een kleinen oogst
hebben, en dus vroeg uitverkocht zijn.
Dit opent goede vooruitzichten voor
Canada en Rusland. Sedert 1 Augustus
heeft Rusland reeds 3 millioen quarters
uitgevoerd tegen slechts 200.000quarters
in 1934. Van verschillige zijde wordt
beweerd dat Rusland niets meer voor
uitvoer beschikbaar heeft, andere zijn
van oordeel dat het in het voorjaar op
nieuw groote voorraden op de markt
zal brengen. Uit de practijk is het bekend
dat dit land naar gelang den stand van
de wintertarwe in het voorjaar bepaalt
of het nog een hoeveelheid tarwe kan
uitvoeren of niet.
Over den toestand van den oogst in
Rusland zijn zeer weinig gegevens be
kend. Om ons een gedacht daarvan te
vormen moeten we het blad van het
Landbouwcommissariaat der Sowjet-
Unie raadplegen. Volgens dit orgaan
werden in 1935 door Canada en de Ver-
eenigde Staten 24,5 millioen ton tarwe
geoogstRusland oogstte zijnerzijds in
1933 27,7 ton, in 1934 30 millioen ton
en in 1935 32 millioen ton tarwe. Daar
mede overtreft het ruimschoots het
Noord-Amerikaansche werelddeel. Hee-
lemaal zijn deze cijfers niet te betrouwen
en omdat 1935 niet als een normale op
brengst van Noord-Amerika kan be
schouwd worden, gaat deze vergelijking
van het Russische blad evenmin op.
Rusland is er in geslaagd deze hooge
cijfers te bereiken door een zeer sterke
uitbreiding der bezaaide oppervlakte.
De opbrengst per hectaar ligt in Rusland
nog 50 o beneden die van Canada en
30 °/o ongeveer beneden die van de Ver-
eenigde Staten. Indien men Rusland
buiten beschouwing laat, houdt laatst
genoemd land ongeveer 't laagterecord
De Vereenigde Staten zijn er nooit in
geslaagd de gemiddelde opbrengst per
hectaar op te voeren zoodat deze een
vergelijking met de productie in Europa
kon doorstaan, die ongeveer vier maal
grooter is.
Ook in Rusland is men daar nog niet
in geslaagd. We kennen allen de Russi
sche films die een loflied zijn op het hui
dig regiem. In schrille tegenstellingen
iwerd ons daar aangetoond welk grcot
verschil er bestaat tusschen den land
bouw zooals hij in het oude Rusland
werd bedreven en den landbouw in het
huidig stadium. En toch, niettegenstaan
de de gebrekkige hulpmiddelen waar
over de landbouwers vroeger beschikten,
was de opbrengst tot twee maal zoo
groot als het gesocialiseerde landbouw-
verblijf thans uit den grond weet te
halen.
Op het zooveelste vijfjarenplan staat
nu ook een belangrijke verhooging van
de gemiddelde opbrengst. Indien men in
aanmerking neemt hoe sterk de Russi
sche bevolking thans in de steden aan
wast en hoe groot ook de vermeerdering
van den veestapel is geweest, is die ver
meerdering van de voortbrengst ook
zeer noodzakelijk. Stalin heeft voor de
komende drie, vier jaar de vermeerde
ring op 30 tot 40 °/o geraamd. In verge
lijking met de bebouwde oppervlakte
schijnt deze vermeerdering gemakkelijk
te bereiken, al moeten we zeer voorzich
tig omgaan met de voorspellingen die
ons uit Rusland komen. Ook in de Ver
eenigde Staten en Canada brachten de
nieuwe gronden aanvankelijk rijke op
brengsten op, doch na enkele jaren
daalde de oogst merkelijk. Het is echter
waarschijnlijk dat Rusland in de toe
komst meer zorg zal besteden aan de
bemesting en de keus der zaaigranen,
gelijk dit in de nieuwe wereld gebeurde,
waar zoodra de opbrengst afnam, de
landbouwers nieuwe gronden inpalm
den, aldus de technische verbeteringen
immer uitstellend.
Het lijdt dan ook geen twijfel dat de
opbrengst per hectaar in Rusland zal
opgevoerd worden. Volgens de officieele
opgaven is de uitzaai van wintertarwe,
een derde van den totalen uitzaai, 7 °/0
grooter dan in 1935 en 28 °/o grooter
dan in de vijf voorafgaande jaren.
Daarentegen is de uitzaai van winter
rogge 2 °/o kleiner dan het vorig jaar en
10 °lo kleiner dan het gemiddelde der
vorige jaren. Dit wijst op het tendenz
rogge door tarwe te vervangen. In Rus
land is de oppervlakte met wintertarwe
uitgezaaid thans grooter dan in de Ver
eenigde Staten. Het zaaiplan voor den
voorjaarsuitzaai van alle gewassen wijst
227 millioen acres aan (tegen 231 millioen
vorig jaar) waarvan 158 millioen voor
den graanbouw zijn bestemd waarvan
dan weer 60 millioen voor tarwe tegen
57,3 millioen vorig jaar.
We hebben iets langer over de toe
standen in Rusland willen uitwijden, om
dat dit land sinds langen tijd een onrust
wekkende factor daarstelt in de prijs
vorming der tarwe. Het gevaar dat de
Sow jet-Unie op een schoonen dag weer
de markten met granen overstroomd is
□iet denkbeeldig. Zal dit reeds dit jaar
of het volgende jaar geschieden Wel
licht niet. Nochtans vermeerdert ieder
jaar de druk en blijven de prijzen wei
felend.
drang dat de Belgische Regeering ein
delijk eens een logische en breed opge
vatte landbouwpolitiek inzette. In de
huidige omstandigheden is een alge
meene doeltreffende valorisatie der in
landsche graangewassen hiervan een
voorname factor omdat hij doeltreffend
een overproductie der veeteeltproducten
kan voorkomen.
De Nederlanders hebben door ruime
valorisatie der graangewassen reeds
merkbaren uitslag bereikt bij de beper
king der veeteeltproducten vermits zij
voor 1935 een vermindering in de wei-
deoppervlakte van 30.000 Ha. kunnen
aanstippen.
Onze Regeering zou goed doen dit
voorbeeld onzer Noorderburen te nutte
te maken.
werft
nieuwe
abonnenten aan voer Uw blad I
TELEFOON 267.
UUR