Rond de Valorisatie
Graangewassen
der
De kranke Volkenbond
Arbeid adelt*
Landbouwweekblad
Orgaan der Landbouwcrsvcrccniging Redt U Zclvcn
Voor eo door de Landbouwers
Dc geweldige inzinking
der Boterprijzen»
ZITDAG
Berichten van het
Ministerie van Landbouw
ZONDAG 3",MEI 1936.
Prfl* 23 centiem
18de JAARGANG Nr 905
be-
Abonnementsprijs 12 fr. 's jaars.
Men schrijft in op ons
Bureel en op alle postkantoren.
Het overnemen van artikelen
zonder aanduiding der bron
is streng verboden.
Bestuurder en verantwoordelijke Opsteiler
O. CAUDRON.
Bareel en Redactie t De Vilan der straat, 4, Aalst.
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hunne
bijdragen.
Aankondigingen volgens
akkoord.
Onze Strijd voor gelijke behandeling der rogge.
In ons nummer van 19 April 1.1. heb
ben wij onze lezers kennis gegeven van
de teeltpremiën welke voor den oogst
1935 door de Regeering zyn toegekend
voor de graangewassen.
Deze premiën bedragen 200 frank
per hectaar voor de tarwe en 150 frank
voor de rogge en de andere graansoor
ten behoudens de haver.
Alhoewel de volledige gelijkheid tus-
schen de rogge en de tarwe in deze
steunregeling nog niet werd verwezen
lijkt, stellen wij met genoegen vast dat
de gelijke behandeling van beide graan
soorten, welke wij van meetaf met over
tuiging en vuur hebben verdedigd, aan-
lienlijk veld heeft gewonnen, bij verge-
I lijking met de steunregeling welke werd
toegepast voor den oogst 1933 en den
oogst 1934.
Voor den oogst 1933 werd immers
slechts een premie van 20 frank per 100
kg. uitgekeerd aan de voortbrengers van
tarwe en gerst, de rogge was totaal uit
gesloten van eiken steun. Voor den
oogst 1934 bedroeg de teeltpremie
550 frank per hectaar voor de tarwe en
200 frank per hectaar voor rogge, gerst
ra spelt.
Wij gaan er fier op de eersten voor
de roggeteelt een gelijken steun te heb
ben opgeëischt als voor de tarwe vanaf
het eerste oogenblik dat het vraagstuk
der graanvalorisatie zich stelde. De
trouwe lezers van De Koornbloem zul
len zich herinneren dat wij reeds in 1933
energiek zijn opgetreden voor de valo
risatie der rogge en dat wij met klem
hebben geprotesteerd tegen de uitslui
ting der roggeteelt uit de steunregeling
voor den oogst 1933.
In de Landbouwkamer van Oost-
Vlaanderen in zitting van 17 Januari
1933 werd door onzen afgevaardigde
Mr O. Caudron een motie voorgelegd
en verdedigd tot gelijkstelling van de
goevernementeele steun aan de voort- opzichte der valorisatie van den
brengers van tarwe, rogge en gerst. - 1935.
11 Juni 1933
vinciën te begunstigen. De landbouwers
uit de streken waar alleen rogge en gerst
kan verbouwd worden hoofdzakelijk
uit het Vlaamsche land worden aldus
benadeeld
2) waar de verliescijfers per hectaar
voor de rogge, 'zooals onder meer blijkt
uit ernstige berekeningen door den Hoe-
gen Landbouwraad, voorden oogst 1935
hooger zijn voor de rogge dan voor de
tarwe, is eene hoogere premie voor de
tarwe volstrekt niet gewettigd
3) het is volstrekt niet te rechtvaardi
gen dat onze kleine boeren bijzonder
ste voortbrengers van rogge zouden
verplicht zijn rogge te produceeren tegen
verkoopprijzen die merkelijk blijven on
der de voortbrengstkosten, terwijl de
Regeering door premiën van een vol
doende bedrag de tarwevoortbrengers
die veelal een groot landbouwbedrijf
uitbaten in staat stelt ten minste den
kostprijs te dekken
4) de valorisatie der inlandsche granen
heeft als doela) het evenwicht in de
landbouwvoortbrengst te handhaven of
te herstellen door een verdere uitbrei
ding van de veeteelt te voorkomen b) de
graanteelt te behouden als noodzakelijke
schakel in de vruchtafwisseling in den
landbouw.
Welnu, dit evenwicht in de land
bouwvoortbrengst kan slechts bekomen
worden mits de rogge op gelijke wijze
als de tarwe gevaloriseerd wordt, zoo
niet neemt de veeteelt in sommige stre
ken nieuwe uitbreiding, met de nood-
tige gevolgen der overproductie in dezen
landbouwtak. Hier dient zelfs aangestipt
dat het gevaar voor overproductie van
veeteeltproducten grootendeels dreigt
uit de streken met kleine landbouwbe
drijven waar de teelt van rogge en gerst
het meeste belang biedt.
Deze zienswijze meenen wij thans ook
ongewijzigd te kunnen handhaven ten
oogst
Vila*
In De Koornbloem van 11 Juni ivjj j
j schreven we dat de verkoopprijzen der
I lalandsche rogge even ongunstig zoo
niet ongunstiger waren dan de tarwe-
ptijzen en vroegen dringend steun voor
i de roggeverbouwers. j
Op 13 Augustus 1933 zonden we in
i ons blad een open brief aan den heer
Minister van Landbouw, waarin we
onder meer zegden Mogen we onzen
achtbaren Heer Minister van Land
bouw attent maken, dat alle landbou
wers dienen geholpen zoowel de rogge-
kweekers der magere zandgronden als
de tarwe- en beetplanters der vette
leemstreek.
Op 31 Augustus 1933 schreven j
we in De Koornbloem Wanneer onze
maalderijen de inlandsche rogge verma
len gekocht bij onze boeren aan den
spotprijs van 40 fr., zou de roggebloem
nog aan 60 fr. komen te staan. Dezen
toestand dient zonder vertoeven veran
derd, te meer daar de roggebloem een
luxeartikel is, bestemd voor lekkerkoek,
welke dus beter dan brood kan worden
belast.
Op het landbouwcongres der land-
bouwvereeniging Redt U Zeiven van
8September 1933 deed de heer O. Cau-
iton, bestuurder, de noodzakelijkheid
uitschijnen van de gelijkelijke steunver-
letning zoowel aan rogge- als aan tar-
weverbouwers.
Ook tegen de tergende verongelijking
der voortbrengers van rogge bij de va- s
lorisatie van den oogst 1934 zijn wij
krachtdadig opgetreden.
De motiveering onzer houding dien
aangaande hebben wij breedvoerig ge
geven in ons nummer van 8 Maart 1936.
Wij vatten ze hier enkel beknopt samen
1) de rechtvaardigheid eischt dat de
valorisatie op gelijke wijze te goede kome
aan de voortbrengers van alle graan
soorten. De teeltpremie alleen toekennen
of een hoogere premie verleenen voor
de tarwe komt er op neer de uitbaters
van de rijke landbouwgronden en hoofd-
ïakelijk de boeren uit de Waalsche pro-
Alhoewel zooals hooger gezegd, de
rogge thans beter behandeld is dan bij
de vorige steunregelingen, kan de va
lorisatie van den oogst 1935 ons nog
geen voldoening schenken om de vol
gende redenen
Om de graanteelt in 't algemeen ge
noegzaam te steunen zou de premie
minstens 250 frank per hectare moeten
bedroegen. Met deze premie zou dan
nog maar de kostprijs gedekt zijn. Wij
eischen deze premie niet alleen voor de
tarwe doch ook voor de rogge en de an
dere graansoorten.
Deze volledige gelijkheid steunen we
op de volgende argumenten
1) De huidige prijzen voor de inland
sche rogge schommelende tusschen 70-
75 fr. zijn niet gunstiger ze zijn zelfs
minder gunstig dan de prijzen voor
inlandsche tarwe.
2) De berekeningen van den kostprijs
opgemaakt door den Hoogen Land
bouwraad voor den oogst 1935, wijzen
uit dat de verliescijfers per hectaar be
dragen 574 fr. voor de tarwe, 711 fr.
voor de rogge, 768 fr. voor de gerst en
540 fr. voor de haver. Er is dus geen
gegronde reden voorhanden om de tar
we op breedere wijze te steunen dan de
andere graansoorten.
3) De roggeteelt is de
graancultuur in ons land. Zulks blijkt uit
de benaderende cijfers betreffende het
belang der graanteelt in 1934
Tarwe 157.000 Ha. rogge 213.000
Ha.spelt 10.000 Ha.gerst 30.000Ha
haver 293.000 Ha.
Deze verhoudingen zullen wel weinig
gewijzigd zijn voor den oogst 1935.
4) De opwerping dat de rogge niet
dient gevaloriseerd omdat ze voordeelig
in varkensvleesch kan worden omgezet
heeft met den huidigen stand der var-
kensprijzen hare waarde verloren.
Voorgaande toont aan dat onze eisch
tot volledige gelijkberechtiging der rog
ge op gebied van steun door de open
bare besturen gegrond en billijk is.
I Zie vervolg onderaan 3de kolom).
De prijzen der boter zijn de twee
laatste weken en vooral gedurende de
laatste dagen op onrustwekkende wijze
gedaald.
Waar de gemiddelde prijs voor mel-
kerijboter in de botermijnen begin April
schommelde rond 21 frank heeft men
deze'laatste dagen nog slechts een prijs
bereikt van ongeveer 16 fr. het kg., hetzij
de geweldige daling van vijf frank. Op
sommige markten werd deze laatste da
gen hoeveboter verkocht aan 12 tot 13
frank het kg.
Het hoeft geen betoog dat deze prij
zen op verre na de voortbrengstkosten
niet dekken en een zeer zwaar verlies
berokkenen aan onze melkveehouders.
Dergelijke prijzen, indien zij voortduren,
brengen fataal onzen veekweek ten on
der, en daardoor ook onzen landbouw
waarvan de melkveehouderij in het
Vlaamsche land de bijzonderste bedrijfs
tak is.
Wij doen een dringend beroep op de
Regeering en op den Minister van Land
bouw om dadelijk doeltreffende maat
regelen te treffen tot verbetering der
boterprijzen.
Hiervoor komen in aanmerking
1) onmiddellijke beperking van den
vreemden boterinvoer. De geweldige
prijsdaling is voorzeker grootendeels te
wijten aan de verhoogde melkproductie
ingevolge het ter weide gaan van het
vee.
Daarom juist is het dringend nood
zakelijk dat de invoer van vreemde boter
aangepast wordt aan de inlandsche
voortbrengst welke den voorrang moet
hebben bij de bevoorrading der inland
sche markt.
Waar overigens onmiddellijk na de
devaluatie de Regeering door verlagin
gen van de vergunningstaks, verruiming
der contingenten en een uitgebreide
propaganda bij de boterinvoerders tot
benuttiging der toegestane contingenten
niets verwaarloosd heeft om de voor
dit tijdstip geenszins abnormale boter
prijzen te verlagen, zijn onze landbou
wers thans ten'volle gerechtigd ook
doeltreffende maatregelen te eischen
tegen de catastrophale inzinking der
boterprijzen.
De tijd is gekomen voor onze Regee
ring hare belofte te verwezenlijken dat
zij inzake landbouwpolitiek zou optreden
niet alleen om te verhinderen dat de
prijzen abnormaal oploopen doch ook
abnormaal dalen.
2) Als tweede maatregel dringt zich
op de beperking der buitensporige con
currentie van de margarine.
Hier eischen wij vooreerst de verhoo
ging van het uiterst lage accijnsrecht
bedragende slechts 25 fr. per 100 kg. tot
bedrag aangepast aan de huidige
Voor de Onzijdigheid van ons Land.
een
boterproductie. Verder vragen wij bij de
margarinefabrikatie de vermenging met
een zeker procent inlandsche boter om
aldus de inlandsche markt eenigszins te
ontlasten.
Het kan niet verder geduld dat de
belangen van enkele vreemde margarine
trusts grootelij ks werkende met vreemde
kapitalen en slechts arbeid verschaffende
aan een gering aantal Belgische arbei
ders den voorrang hebben op de levens
belangen van tienduizende Belgische
landbouwers.
Wij verwachten eerstdaags op dit ge
bied daden van onze Regeering die zich
zoo gaarne betitelt Regeering van het
Na de jarenlange miserie van den
wereldoorlog bracht de Volkenbonds
gedachte nieuwe hoop in het gemoed
van de tot pessimisme gedreven mensch-
heid en de herhaling van de voorbije
oorlogsramp werd als onmogelijk be
schouwd. Niet de begrippen volkenrecht
en arbritage scheen men nu inderdaad
een goede wereldorde te willen schep
pen en den vreeselijksten aller geesels
voor immer van de aarde te verbannen.
Vanaf het begin hebben we hier uiting
gegeven aan ons wantrouwen tegen
over den Volkenbond, omdat we reke
ning hielden met de zelfzucht en de
overweldigingspassie der naties, welke
niet in te toornen zijn dan door een
sterkere macht.
Over die sterkere macht heeft de
Volkenbond nooit beschikt en hij zal
er nooit over beschikken, zoolang de
politiek en de diplomatie een werktuig
blijven in de handen van de groot-finan-
cie en van de industrie.
En in dit opzicht is het niet voldoen
de dat één enkele staat met reine handen
voor den dag treedt de meerderheid
moet zuiver staan en machtig genoeg
om de onzuiveren te dwingen in geen
ander geval bestaat er voor wereld
vrede niet de minste kans en de pala-
bers in Genève komen ons dit dagelijks
bevestigen.
Wantrouwend tegenover den Vol
kenbond stonden we nog omdat zijn
verwezenlijking een uitvloeisel zijn
moest van de overwinnaarsmentaliteit
dus geen volkenbond, maar een bond
van meesters en knechten.
Dat wantrouwen werd maar al te ras
bewaarheid Geneve bleek na weinig
tijds niets min of meer dan een machine
in de handen van Frankrijk, welke die
nen moest om de hegemonie van dit land
over Europa te handhaven en uit te
breiden.
De vruchten van de vredeswerking te
Geneve zijn uiterst magertjes en bitter
geen enkel aldaar getroffen besluit heeft
niet den minsten invloed uitgeoefend op
de staatkundige wanorde van Midden-
en Zuid-Europa nooit heeft de Vol
kenbond verzet aangeteekend tegen de
voornaamste onhoudbare toestanden,
geschapen door de opgedrongen vredes
verdragen, toestanden welke gansch het
ecodomisch leven van Europa hebben
ontwricht en den landbouw en de nijver
heid in menig land hebben tenonder ge
bracht.
De meeste beschaafde landen ver
leenden uiterlijk hun beste medewerking
tot het oprichten van de volkenbonds
organisatie, maar niet tot het verwezen
lijken van de volkenbondsgedachte,
want de stichters zelf werkten onder
duims zooveel mogelijk om den GEEST
dezer inrichting te ondermijnen door een
aanhoudend schenden van het interna
tionaal recht, door het afsluiten van ge
heime militaire verdragen en door het
gewild scheppen van een ware oorlogs
atmosfeer in de zoogezegde groote pers.
De handelwijze van Japan in Cbina,
de oorlog Italië-Abyssinië en tientallen
min belangrijke gevallen leveren daar
voor het sprekend bewijs.
Duitschlands herbewapening, na het
voorbeeld van al de Westersche mogend
heden en van Rusland, alsmede de bezet
ting van eigen grondgebied aan den
Rijn verwekten in Frankrijk groote ver
ontwaardiging en misbaar, doch de uit-
Nationaal Hersteluulvva£UUI
bijzonderste moording van Abyssinië en de herbe
ïlks blnkt uit I wapening van Oostenrijk worden in de
van Rechtskundige Dienst wordt ge
houden op Zondag 10 Mei van
10 tot 3 uur, in onze bureelen De
Vilanderstraat, Aalst.
Wij houden hem dan ook ongerept
staande en komen beslist op tegen de
campagne ingezet door de Waalsche
landbouworganisaties voor welke graan
valorisatie neerkomt op tarwevalori-
satie
fransche pers volmondig goedgepraat
Het hoeft ons dan ook niet te verwon
deren dat verscheidene staten van Mid
den-en Zuid-Amerika er aan denken het
komediespel van Geneve den rug toe te
keeren en den Europeeschen heksen
ketel vaarwel te zeggen.
Uit al die feiten valt voor de Belgi
sche gemeenschap heel wat te leeren.
Ook hier werden reeds ettelijke miljoe
nen besteed aan de GeneeLche boeren
van Ooien en voor tientallen onzer
politiekers en "specialisten,, was het een
buitenkansje, op staatskosten, een aan
gename ontspanningskuur in het mooie
Zwitserland door te maken. Ook geloo-
ven onze staatslieden zelf niet aan de
degelijkheid van hun werk, noch aan de
macht van Geneve getuigen daarvoor
de eenzijdige orienteering van onze mi
litaire politiek en het bloedakkoord met
Frankrijk.
De volkenbond een lolletje de di
plomatie een nuttelooze en gemeene
boel, waarvoor de massa het gelag be
taalt 1
Na den oorlog wilden de dappere
Belgen zich verheffen tot groote mo
gendheid met ambassadeurs en anderen
kostelijken rommel. De onzijdigheid
werd prijsgegegeven om ons te werpen
in de armen van het imperialistische
Frankrijk, thans bondgenoot van het
bolchevistische Rusland.
Aan die stommiteit bij uitstek hebben
onze zoogezegde "Vlaamsche,, leiders
medegewerkt of oogluikend laten be
gaan, omdat ze langs dien weg een mid
del zagen om in den kaas te kruipen de
wil en de belangen van hun volk waren
hier zelfs nog geen bijzaak...
Is het de angst voor de nabije ver
kiezingen of komen onze politiekers
werkelijk tot een beter inzicht in de
Europeesche toestanden Zeker is het
dat er in de groote bladen thans stem
men opgaan voor terugkeer naar de
onzijdigheid. De vrees kan ook wel eens
tot wijsheid leiden.
Mochten de oogen maar vlug open
gaan voor de werkelijkheid De tegen
strijdigheden van belangen in en buiten
Europa en de milttaire waanzin leiden
onvermijdelijk naar een ramp.
Er uit blijven kunnen we niet tenzij
door een strikte onzijdigheid, door goede
buurmanschap met iedereen en met af-
weermaatregelen, indien deze noodig
blijken, zoowel tegen Frankrijk als tegen
Frankrijk als tegen jDuitschland.
Opgepast voor den Coloradokever
van den aardappel.
Het verschijnen van den Colorado
kever in België gedurende het jaar 1935
legt den verbouwers van aardappelen
een strenge waakzaamheid op. Het is
inderdaad noodzakelijk, om deze nieuwe
plaag te remmen, tot het laatste insect
toe te vernietigen, want een individu
kan, door zijn groote vruchtbaarheid al
de vroeger ter bestrijding getroffen maat
regelen te niet doen.
Daar het uitkomen der aardappelen
samenvalt met het ontwaken van het
insect, is het volstrekt noodig, van af het
begin van den groei, een streng toezicht
uit te oefenen op al de aardappelculturen
hoe klein ze ook mogen wezen
van het land.
Ten einde de aandacht van het pu
bliek op het gevaar dezer kwaal te ves
tigen, stelt het Beheer der Posterijen,
in verstandhouding met het Ministerie
van Landbouw, postkaarten te koop.
waarop de Coloradokever, zijn larve en
zijn beschadigingen afgebeeld zijn.
Wijziging aan het reglement nopens
den Bijzonderen Dienst voor
Plantenziekten.
Een Koninklijk Besluit van 26 Maart
1936, in het Staatsblad van 26 April
verschenen, wijzigt het reglement van
den Bijzonderen Dienst voor Planten
ziekten.
Dit besluit breidt de bevoegdheid van
den Minister van Landbouw uit inzake
gezondheidspolitie van planten en ver
scherpt de straffen voorzien inzake over
treding van de uitgevaardigde beschik
kingen.
De getroffen maatregelen om de ven-
spreiding in het land te verhinderen van
de aardappelwratziekte (zwarte kanker)
en den Coloradokever, van de kersen-,
perziken- en abrikozenmade blijven van
kracht.
TELEFOON 267.