Hoe men op moderne
manier de Boeren fopt
HET MAIS-VRAAGSTUK
Arbeid ac
lelt*
Landbouwweekblad
Voor en door dc Landbouwers
i
Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven
ARGENTINIË
De laatste wijzigingen aan de Wet
op de Inkomstenbelastingen.
ZONDAG 10 MEI 1936.
Pr(j» 25 cttiLtm
18de JAARGANG Nr 906
Abonnementsprijs 12 fr. 's jaars.
Men schrijft in op ons
Bureel en op alle postkantoren.
Het overnemen van artikelen
zonder aanduiding der bron
is streng verboden.
Bestuurder en verantwoordelijke Opsteiier
O. CAUDRON
Bureel en Redactie t De Vilanderstraat, 4» Aalst.
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hunne
bijdragen.
Aankondigingen volgens
akkoord.
Een dringend verzoek aan onzen
Minister van Landbouw
Iedereen kent de wet op den verkoop
van veevoeders en meststoffen.
De wet fs goed gemaakt en de ver
schillende manieren waarop de koop
waren dienen verkocht zijn zeer goed
bepaald.
Alleen ontbreekt de kontrool of is
deze zeer onvolledig.
Wanneer men bedenkt dat voor dezen
dienst alléén de Staatsagronomen belast
zijn, en dit buiten en boven hunne
gewone werkzaamheden, zal men wel
aannemen dat de meeste verkoopers van
voeders en meststoffen niet of zeer wei
nig bezocht worden.
We kunnen dan ook zeggen dat de
wet niet kan toegepast worden bij ge
brek aan de noodige toezieners.
Wanneer dan eens bij toeval een ver-
kooper in overtreding wordt genomen,
dan zorgt deze er voor dat niemand het
weet en dat zelfs de dagbladen er niets
van voortvertellen. Op die manier kan
het hem weinig schelen.
De straf die gewoonlijk wordt opge-
loopen is kinderachtig en weinig van
aard om die menschen te verontrusten.
Van den anderen kant zijn er tegen
woordig tal van produkten aan de
markt, speciaal om een of andere waar
te vervalschen. Ze worden gewoon weg
ter beurs verhandeld en soms op zeer
groote schaal.
We noemen hier terloops een paar
dier producten
1) Molenstof of fijn gemalen en ge
builde boomschors zonder reuk noch
smaak. Het lijkt precies lijnmeel en kost
25 frank. Het dient tot vervalsching van
lijnmeel.
afval van aardnoten, zonder waarde als
voeder, kost ook circa 25 fr. en dient
best om aardnootmeel te vervalschen.
3) Ongereinigd zeezout, precies
nitraat en kost 11 a 13 fr. volgens kwa
liteit. Wanneer men slechts 10 t.h. in
nitraat of sulfaat mengelt, beteekent dit
een winst van 8 a 10 fr. der 100 kg.
In alle landen rondom ons Neder
land, Duitschland, Frankrijk en Enge-
land is de controol uiterst streng. België
is dus de eenige uitweg, waar steeds
koopers worden gevonden. Onze boe
ren, die zich dusdanige artikelen laten
in de handen stoppen, moeten in het
buitenland een reputatie van belang
hebben verworven
En wat staat er den eerlijken hande
laar te doen
Ofwel kan hij doen als de anderen en
zooveel mengen tot hij kan concurreeren,
ofwel zal hij verplicht zijn den handel
stop te zetten.
Concurreeren is het groote woord en
onze boeren worden met dat woordje
den kop op hol gebracht. Ziet men niet
tegenwoordig dat den eersten den besten
kleinverkooper kan "concurreeren,, te
gen den grootsten handelaar of boeren
bond
Ziet men niet dat er lieden zijn die
hun maïs minder verkoopen dan ze hem
hebben betaald
In de streek van Aalst heeft een klein
handelaar die verre van statie en water
wegen is, dees week maïs verkocht aan
67 fr., terwijl voor deze zelfde koopwaar
in Antwerpen met scheepsvracht
genomen 63 fr. moet worden betaald.
Voegen we daarbij 5 °/o overdrachttaks,
vracht, lossen en vervoer, dan komt
deze op minstens 70 fr. te staan 1
Wie leeft met verlies of wie werkt
voor niets
Wanneer we berekenen dat degenen
die 20 t.h. zout mengen in nitraat of
andere stikstofmesten, 18 fr. verdienen,
dan kunnen we aannemen dat ze andere
waren voor niets of met verlies ver
koopen 1
Wat gebeurt er met lijnmeel, aard
nootmeel en meer
Wie gebruikt de millioenen kilos ver-
valschingsartikelen die maandelijks in
Antwerpen aankomen en het land wor
den ingestuurd met kamions, wagons en
schepen
En wie betaalt het gelag van al die
vervalschingen Het zijn natuurlijk de
slimme boeren die de "concurrentie,,
achterna zitten en die gerust slapen als
ze "goeiekoop,, gekocht hebben
We mogen gerust zeggen dat nooit
of nooit zooveel bedrog werd gepleegd
als op onze dagen.
Het is onze plicht den heer Minister
te wijzen op deze voor den landbouw
nadeelige gevolgen.
Wij zijn dan ook zoo vrij aan den heer
Minister van Landbouw bij hoogdrin
gendheid volgende maatregelen voor te
stellen
1) Onmiddellijk verbod van invoer
van alle producten die speciaal dienen
om veevoeders en meststoffen te ver
valschen. (Deze maatregel werd door
ons sinds 10 jaar aangevraagd. Voor de
zooveelste maal hernieuwen we onze
vraag).
2) Strengere kontrool op den verkoop
van landbouwproducten en aanstelling
van minstens 10 controleurs per pro
vincie.
3) Strengere straffen voor de over
treders als tijdelijke sluiting van hunne
magazijnen uitplakken van hunne straf
aan den hoofdingang van hunne maga
zijnen, als voor de overtreders van de
alcoholwet.
4) Openbaarmaking van iedere over
treding in al de landbouwbladen van het
land.
We meenen onzen plicht te hebben
gedaan met den heer Minister van Land
bouw te wijzen op de schandalige prak
tijken inzake handel in landbouwpro
ducten. We zijn bereid hem prijzen en
stalen te geven van deze moderne ver-
valschingsstoffen.
We twijfelen dan ook niet of de Mi
nister zal op staanden voet maatregelen
treffen om dien toestand te doen ophou
den en de boeren, ondanks hen zelve, te
beschermen tegen diefstal en bedrog.
In deze kolommen hebben we reeds
Deer dan eens uitgewijd over de land
bouwvraagstukken gelijk ze zich voor
Argentinië stellen. Thans is het maïs-
vraagstuk het brandende probleem voor
dit landbouwland.
Sedert einde 1933 heeft de Regeering
aan minimumprijs ingevoerd voor tarwe,
lijnzaad en maïs.Deze bedroeg, voor wat
maïs betreft, 4,40 pesos per 100 kg., en te-
flen dien prijs is de productie voorzeker
joonend. Het gevolg hiervan is geweest,
dat de landbouwers in de maïsstreken
zich meer dan vroeger op den maïsbouw
hebben toegelegd. In 1935 heeft dit
j reeds geleid tot niet-uitvoerbaar over
schot, dat op 1 Maart op 4 millioen ton
werd geschat. Voor het jaar 1936 heeft
de Regeeringspolitiek, gevoegd bij een
zeer geschikt weder, ten gevolge gehad
dat een maïsoogst verwacht wordt van
ongeveer 13 millioen ton, hetgeen een
record daarstelt. Een gedeelte van dezen
recordoogst is ook toe te schrijven aan
het feit, dat in een gedeelte van het land
de tarwe- en lijnzaadoogst mislukt is
door langdurige droogte, en dat daar,
waar het terrein geschikt was voor
maïs, de landbouwers hun mislukte tar
we en lijnzaad snel hebben onderge-
ploegd en het land opnieuw met maïs
hebben bezaaid.
Een nieuwe oogst van 13 millioen ton,
vermeerderd met een overschot van 2
millioen voor het loopende jaar, maakt
15 millioen ton overschot. Doch al de
maïsinvoerende landen van de wereld,
voeren het eene jaar door het andere
niet meer dan 8 millioen maïs in bi,
buitengewoon lage prijzen zouden zij er
misschien kunnen toe komen 2 millioon
ton meer in te voeren. In ieder geval
blijft Argentinië zelfs in het laatste ge
val met een overschot van meer dan zes
millioen ton zitten.
Dit is, gemakkelijk te begrijpen, geen
gunstige toestand voor Argentinië in het
algemeen en voor de maïsverbouwers
in het bijzonder. De eerste vraag die
zich opwerpt is deze hoe zal de Re
geering dit overschot financeeren De
tweede vraag hoe zal zij het overschot
aan den man brengen of opstapelen
Voor het opstapelen en bewaren van
een dergelijke groote hoeveelheid maïs
zijn er in Argentinië geen voldoende
opslagplaatsen beschikbaar. Er zijn en
kele elevators in de verschepingshavens,
en er bestaat een uitgebreid plan tot het
bouwen van meer elevators aan de
havens en in de graanstreken. Met de
uitvoering van dit plan, waarvoor reeds
geld beschikbaar is, zal dit jaar stellig
begonnen worden, maar er is natuurlijk
geen sprake van, dat de elevators nog
tijdig gereed zouden zijn voor den maïs
oogst, die reeds begonnen is. Het groot
ste gedeelte moet dus in geïmproviseerde
opslagplaatsen ondergebracht worden.
Ongelukkigerwijze is de maïs aan be
derf onderhevig.
Voor streken waar maïs het voor
naamste product is, worden speciale
typen van elevators en opslagplaatsen
voorzien, met speciale inrichting voor de
behandeling van maïs, kunstmatige ver
luchte cellen teneinde de bezwaren van
een te groote vochtigheid bij bepaalde
oogsten te vervangen. Maar gelijk we
hooger zegden, werd met dit plan te
laat begonnen en tracht men in het land
zelf een bestemming te vinden voor dit
overschot aan maïs. Men dringt aan op
oogenblikkelijke bevordering van de
varkensteelt, maar dat ook gaat zoo
spoedig niet. Een gedeelte-zou natuurlijk
gebruikt kunnen worden voor het ver
vaardigen van alcohol, maar de noodige
distilleerderijen ontbreken totaal.
Bij dit alles staat de Regeering voor
een zeer moeilijk op te lossen vraag
stuk, en ofschoon men hier en daar
hoopt dat de late maïs nog kan misluk
ken, kan die mislukking in ieder geval
niet zoo groot zijn dat het vraagstuk
daarmede zijn beslag krijgt.
Wat de prijsbepaling aangaat, heeft
de Regeering de beslissing vrijwel in
handen de uitvoer van de andere maïs-
voortbrengende landen is te gering om
daarop ook maar de geringste invloed
uit te oefenen. Doch hier staat de Re
geering voor de vraag zal ze den prijs
verhoogen teneinde een winst op den
verkoop te maken of zal ze den prijs laten
gelijk hij is of hem zelfs verlagen, ten
einde meer te verkoopen en met minder
maïs te blijven zitten
Welke beslissing de Regeering zal
nemen is niet gekend. Het grootscheep-
sche plan elevators en opslagplaatsen
aan te leggen wijst er op dat de Regee
ring er de voorkeur aan geeft granen op
te slagen inplaats van ze aan het is gelijk
welken prijs aan den man te brengen.
Het is in ieder geval te hopen, dat deze
enorme vergrooting van de opslagmo
gelijkheden van het land niet door de
Regeeringsorganen gebruikt zal worden
tot het opvoeren van voorraden met de
niet ongebruikelijke hoop, aan de rest
van de wereld een prijspolitiek in de
granen te kunnen voorschrijven. De
Vereenigde-Staten hebben dit ook be
proefd, en deze poging werd niet
met succes bekroond. Ook zal moeten
vermeden worden dat met hulp van deze
vergroote opslagplaatsen particuliere
organisaties pogingen in het werk stellen
om met graanposities te speculeeren.
De eenige oplossing is een heraan
passing aan de wereldbehoeften, en daar
Argentinië schier de eenige belangrijke
maïsuitvoerder is, moet dit niet zoo
moeilijk zijn.
Het staatsblad van 30-31 Maart pu
bliceert het koninklijk besluit nr 271 van
30 Maart behelzende de wijziging van
sommige bepalingen der samengeorden-
de belastingswetten op het inkomen.
Deze wijzigingen bieden groot belang
voor onze land- en tuinbouwers daar zij
in ruimere mate dan voorheen vermin
dering van sommige belastingen toe
staan.
A) Vermindering voor de bewoners
van een eigen huis
Door de vorige wet werd verminde
ring van een vierde op de grondbelasting
toegestaan ten voordeele van de bewo
ners van een eigen huis waarvan het
kadastraal inkomen een zeker maximum
niet overschreed.
Doch ten opzichte van de landbou
wers en de tuinbouwers werd bij deze
regeling een onrechtvaardigheid begaan
daar de belastingsvermindering werd
geweigerd aan de eigenhuisbewoners die
benevens het huis nog een ander goed
bezaten, ware het maar een perceeltje
grond van enkele aren.
Het koninklijk besluit hooger vermeld
verruimt de voorwaarden waaronder
vanaf 1936 de vermindering met één
vierde wordt toegestaan op de grond
belasting.
De nieuwe voorwaarden zijn
1) de belastingsplichtige moet een
aanvraag indienen bij den kontroleur
der rechtstreeksche belastingen om de
vermindering te bekomen
2) het woonhuis moet geheel in ge
bruik genomen worden door den aan
vrager (eigenaar, bezitter, erfpachter,
opstalhouder, vruchtgebruiker) en zijn
gezinsleden. Verhuring, zelfs gedeelte
lijke aan personen behoorende niet tot
het gezin van den aanvrager doet het
recht op vermindering vervallen
3) het huis mag niet gebruikt worden
voor herberg of drankslijterij
4) het kadastraal inkomen van al de
onroerende goederen van den aanvrager
mag niet hooger zijn dan
1500 fr. in gemeenten met minder dan
5.000 inwoners.
2000 fr. in gemeenten met 5.000 tot
29.999 inwoners.
3000 fr. in gemeenten met 30.000 in
woners en meer.
Het is het bevolkingscijfer der ge
meente waar het huis gelegen is waar
voor de vermindering wordt gevraagd,
dat in aanmerking wordt genomen.
In strijd met de vorige wet wordt de
vermindering door het koninklijk besluit
niet enkel verleend op de hoofdsom der
grondbelasting, doch insgelijks op de
provinciale en gemeentelijke opcentie
men.
Onze lezers die in de gestelde voor
waarden verkeeren en de vermindering
nog niet bekwamen hebben er dus alle
Delang bij de vermindering aan te vragen.
Zij moeten zich te dien einde bedienen
van het speciaal formulier dat te beko
men is bij de ontvangers der rechtstreek
sche belastingen.
Sommige eigenaars hebben de vrij
stelling van grondbelasting voor een
tijdverloop van tien jaar bekomen in de
volgende voorwaarden
a) den bouw hunner woning aange
vangen hebben na 31 December 1927
en deze vóór 1 Januari 1933 betrokken
lebben
b) het kadastraal inkomen mag niet
meer bedragen dan
1500 fr. in gemeenten met minder dan
5.000 inwoners.
2 J00 fr. in gemeenten met 5.000 tot
4.999 inwoners.
2500 fr. in gemeenten met 15.000 tot
59.999 inwoners.
3000 fr. in gemeenten met 60.000 in
woners en meer
c) de beschermkomiteiten voor goed-
coope woningen moeten erkennen dat
de woning voldoet aan de minima-ver-
eischten van hygiene en bewoonbaar-
ïeid.
Intusschen werden sommige gemeen
ten in een lagere klas gerangschikt en
werd het kadastraal inkomen van alle
woonhuizen in 1931 of 1932 herschat.
Aldus viel de kwijtschelding wel eens
weg.
Het Koninklijk Besluit van 30 Maart
1936 schenkt de vrijstelling terug en
zelfs tot 1928 toe. Slechts wanneer inge
volge verandering of vergrooting van
het huis, het kadastraal inkomen hooger
komt te staan dan de 5/4 van het ka
dastraal inkomen waarop het aanvan
kelijk werd geschat, blijft de kwijtschel
ding afgeschaft.
De belanghebbenden wier kwijt
schelding werd ingetrokken in strijd met
de nieuwe bepalingen hooger uiteenge
zet, doen best de kwijtschelding schrifte
lijk te vragen aan den Provincialen Be
stuurder der Rechtstreeksche Belastin
gen in wiens omschrijving het betrokken
huis gelegen is.
A) Grondbelasting Aan het hoofd
van een gezin met minstens drie kinde
ren op 1 Januari van het belastingsjaar,
t zij hij eigenaar is of huurder, wordt
een vermindering op de grondbelasting
toegekend van 7 t.h. per kind ten laste
op dienzelfden datum. Deze verminde
ring geldt slechts voor één onroerend
goed dat door den belastingsplichtige
mag gekozen worden maar Jdat hij op
voormelden datum moet in gebruik ge
had hebben. Deze vermindering kan
echter niet toegepast worden op ge
bouwen die voor bedrijfsdoeleinden
worden gebruikt of die betrokken wor
den door andere personen dan diegenen
die ten laste zijn van den belastings
plichtige.
De huurder mag het bedrag dezer
vermindering afhouden van de huishuur,
wanneer hij huurt voor een bepaalde
huursom, belastingen inbegrepen, zelfs
wanneer het huurkontrakt het tegen
overgestelde zou bepalen.
B) Bedrijfsbelasting De belastings
plichtige geniet een vermindering van
5 t.h. op de bedrijfsbelasting voor iede-
ren persoon te zijnen laste op 1 Januari
van het belastingsjaar. Deze verminde
ring bedraagt 7 t.h. voor elk kind ten
laste te rekenen vanaf het derde.
C) Nationale krisistaks en aanvul
lende personeele belasting Het hoofd
van een gezin tellende op 1 Januari van
het belastingsjaar minstens drie kinderen,
geniet een vermindering van 7 t.h. op
ieder dezer belastingen voor ieder kind
ten laste op zelfden datum.
Te noteeren dat in de toekomst de
vermindering zal geweigerd worden aan
hen die hun gezinslasten niet bekend
maken aan het Beheer der Belastingen.
Het invullen van de formulieren der be
lasting krijgt aldus meer belang.
Worden beschouwd als ten laste van
den belastingsplichte voor de toepassing
van hooger aangehaalde bepalingen
1) De echtgenoote.
2) De ouders en grootouders.
3) De kinderen en de naastbestaanden
tot den tweeden graad inbegrepen.
4) De opgenomen weezen.
Een troepkind dat gedurende den
oorlog 1914-1918 overleden is of ver
mist werd, mag nog altijd meetellen
voor de bepaling van het aantal kin
deren.
Aan dezen algemeenen regel zijn
nochtans volgende uitzonderingen
Worden niet beschouwd als zijnde
ten laste, de personen en kinderen die
gedurende het jaar vóór dat der belas
ting, persoonlijke inkomsten hebben ge
noten voor een belastbaar bedrag boven
3000, 3500 of 4500 fr., naar gelang de
betrokken gemeente minder inwoners
telt dan 5000, van 5000 tot 30.000 of
meer dan 30.000 inwoners.
Het maximum der belastingsvermin
deringen hooger vermeld is bepaald op
1200 fr. voor iederen persoon ten laste
op 1 Januari van het belastingsjaar,wan
neer de belastingsplichtige op zelfden
datum minstens drie kinderen heeft.
Wanneer de belastingsplichtige min-
TELEFOON 267.
2) Gemalen grondnotendoppen,
Al deze producten worden met
heele zeescheepsvrachten naar
België gevoerd om onze boeren op
de meest moderne manier te (op
pen.
Kwijtscheldingen der grond
belasting.
Tienjarige vrijstelling van de
grondbelasting.
Vermindering van rechtstreeksche
belastingen wegens gezinslasten.
Welke personen worden als ten
laste beschouwd
Het totaal bedrag der vermin
deringen.