De Strijd
tegen de Rundertuberculose
Het verloopen Witloofseizoen*
Arbeid adelt*
Landbouwweekblad
Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven
Voor en c
oor de Landbouwers 1
De telling der Graange
wassen voor den Oogst
1936*
ZONDAG 7 JUNI 1936.
PrQ» 23 «cantu
18de JAARGANG Nf 910
iel
rt.
cd,
en
bij
re.
:h.
Ie-
Abonnementsprijs 12 fr. 's jaars.
Men schrijft in op ons
Bureel en op alle postkantoren.
Het overnemen van artikelen
zonder aanduiding der bron
is streng verboden.
Bestuurder en verantwoordelijke Opsteiier
O. CAUDRON.
Bareel en Redactie t De Vilanderstraat» 4, Aalst.
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hunne
bijdragen.
Aankondigingen volgens
akkoord.
Wij hebben destijds in onze land-
bouwberichten melding gemaakt van
het koninklijk besluit van 1 April 1936
(Staatsblad van 29 April) wijzigende het
koninklijk besluit van 19 Juli 1927 be
treffende de koopvernietiging wegens
tuberculose bij het rund.
Wij willen thans dit nieuw besluit
nader toelichten gezien zijn belang voor
onze landbouwers. Het hoeft immers
geen betoog dat tuberculose telkenjare
millioenen schade berokkent aan onze
veeteelt, niet alleen wegens gedwongen
afslachting der aangetaste dieren, doch
ook wegens mindere opbrengst aan
melk.
De tuberculose is bovendien dubbel
noodlottig omdat zij besmettelijk is. Hoe
dikwijls komt het niet voor dat de aan
koop van een aangetast dier den gan-
schen veestapel besmet en aldus ge
weldig bedrijfsverlies berokkent aan den
veehouder.
Er is hier dus een bijzondere reden
voorhanden voor onze landbouwers om
de noodige voorzorgen te nemen bij den
aankoop van runddieren teneinde be
smetting te voorkomen, en tevens om
kennis te hebben van de nieuwe ver
ordeningen betreffende de koopvernie
tiging wegens rundertuberculose.
Doel dezer bijdrage is hun bedoelde
kennis te verschaffen en hen tevens aan
te toonen hoe zij ziek gebeurlijk te ge
dragen hebben om de bepalingen van
het nieuw besluit te kunnen inroepen.
Artikel 1 bepaalt: Wordt beschouwd
als koopvernietigend gebrek, indien de
waarde van het gekocht of geruild dier
énizend frank overtreft, de tuberculose,
ttlts wanneer ze enkel door reactie op
tokrculine aangeduid is, bij den stier die
voor den kweek aangekocht is, bij de
vaars die geen tanden van volwassen
heeft, bij het drachtig rund en bij het
rund in melkopbrengst en als dusdanig
aangekocht.
Art. 2. De tuberculineproef in uit
voering van dit besluit toegepast door
den deskundige (veearts) moet behelzen
de oogtuberculinecring en gezamenlijk
met deze, een van de hierna volgende
methoden de intradernale tuberculinee-
ring of de onderhuidsche tuberculinee-
ring. Voor deze laatste moet gebruik
gemaakt worden van een in den endel
darm vastgehechten thermometer.
Art. 3. Vóór alle rechtsvordering
tot koopvernietiging, heeft de kooper
het recht het gekochte dier aan de tuber
culineproef te doen onderwerpen, doch
uitsluitelijk aan een der plaatselijke tu-
berculineeringsmethoden oogtubercu
linecring of intradernale tuberculinee-
ring. Deze proef ontslaat hem echter
niet van de pleegvormen die ver-
eischt zijn van een gebeurlijke rechts
vordering.
De verkooper mag eveneens, met het
oog op een minnelijke schikking, tot een
controle tuberculineering doen over
gaan, zonder dat deze handelwijze ech
ter den gang der rechtsvordering voor
koopvernietiging op geenerlei wijze kun
nen belemmeren.
Totdaar de bepalingen van het ko
ninklijk besluit dat op 29 April 1936
van kracht is geworden.
De kooper van een runddier die de
zekerheid wil hebben dat het dier niet
aangetast is door tuberculose heeft maar
een middel hiertoe, namenlijk zijn vee
arts te verzoeken het dier te onderwer
pen aan de tuberculineproef volgens de
wijze hierboven uiteengezet. Hij moet
de tuberculineproef ten spoedigste doen
geschieden, daar hij voorden tienden
dag aanvang nemende 's anderdaags na
de levering, den verkooper voor de be
voegde rechtbank moet gedaagd hebben
tot vernietiging van den verkoop en
teruggave van den koopprijs, indien het
dier aangetast bevonden wordt door
tuberculoze.
Het spreekt van zelf dat proceduur
niet noodig is indien tusschen verkoo
per en kooper een minnelijke overeen
komst bereikt wordt waarbij de koop
prijs wordt terug gegeven of een ander
dier wordt afgeleverd dat aan de ver-
eischte gezondheidsvoorwaarden vol
doet. Hier zetten wij echter onze land
bouwers, die in het geval moesten ko
men, ten zeerste aan de integrale uitvoe
ring te eischen. Er moet namelijk voor
komen worden dat de verkooper door
mooie beloften den kooper aan 't lijntje
houdt, totdat de termijn van 9 dagen na
de levering van het dier verloopen is en
alle verhaal voor koopvernietiging on
mogelijk wordt, Bij gebreke aan dade
lijke uitvoering der minnelijke overeen
komst wat in elk geval het zekerste
is moet de kooper ten minste in be
zit gesteld worden van een geschreven
verbintenis, behoorlijk in orde en on
derteekend door den verkooper waarbij
deze zich verplicht op een goed bepaal
den datum de door hem aangegane over
eenkomst uit te voeren.
Bij gebreke aan minnelijke overeen
komst moet de kooper den verkooper
dadelijk doen dagen bij deurwaarders
exploot voor de bevoegde rechtbank
(handelsrechtbank indien de verkooper
een veehandelaar is, vrederechter, indien
de verkooper een gewoon landbouwer
is). De bevoegde rechtbank zal door
gaans een deskundige aanstellen voor
onderzoek van het dier. Indien het dier
werkelijk aangetast wordt bevonden
zijn de gerechtskosten met inbegrip van
deze der dagvaarding ten laste van den
verkooper.
Onder het vorig reglement moest de
kooper welke de tuberculineering
wenschte, hiervan minstens 48 uur op
voorhand bij aangeteekenden telegram
den verkooper verwittigen.
Deze bepaling had het dubbel nadee-
lig gevolg 1) dat hierdoor reeds een
groot tijdbestek verloren ging van de
negen dagen waarover de kooper be
schikte om een gebeurlijke rechtsvorde
ring tot koopvernietiging in te spannen;
2) dat de kooper tegen de tuberculinee
ring opzag, omdat hij, wanneer het dier
gezond werd bevonden, den verkooper
nutteloos had ontstemd.
Onder de nieuwe verordening mag
de kooper op eigen hand en zonder ver
wittiging van den verkooper de tuber
culineproef aan zijn veearts vragen. In
dien het dier gezond wordt bevonden is
de zaak in orde.
Indien het dier reageert op de tuber
culineering en dus min of meer door
tuberculose is aangetast, dan moet de
kooper den verkooper verwittigen, dat
hij het dier aan de tuberculineproef door
zijn veearts heeft doen onderwerpen en
hem verzoeken ten spoedigste (uiterlijk
binnen de 48 uren), zoo hij zulks ver
langt samen met zijn veearts, kennis te
komen nemen van den uitslag der tu
berculineproef.
Bedoelde verwittiging wordt best
onder aangeteekenden omslag aan den
verkooper gezonden.
Geeft de verkooper gevolg aan dit
schrijven en neemt hij genoegen met de
tuberculineproef uitgevoerd door den
veearts van den kooper, dan kan er on
derhandeld worden over een minnelijke
overeenkomst volgens de wijze hooger
uiteengezet.
De verkooper kan ook eischen dat
zijn veearts overgaat tot een nieuwe
tuberculineproef dienende als controol
op deze uitgevoerd op last van den
kooper. Deze laatste kan hiertegen geen
bezwaar inbrengen voor zooverre de
nieuwe tuberculineering ten spoedigste
geschiede. Zelfs in dit geval moet de
kooper er voor zorgen dat zijne rechts
vordering tot koopvernietiging voor de
rechtbank ingeleid weze binnen de negen
dagen na de levering. De tuberculine
proef gevraagd door den verkooper is
geen beletsel voor de inleiding der
1 rechtsvordering.
Deze nieuwe verordening is een stap
vooruit in de richting der algemeene tu
berculineering van onzen rundveestapel.
Deze algemeene tuberculineering is
een noodzakelijke vereischte om tot vol
ledige saneering van onzen rundveesta
pel te komen.
Onder leiding der plaatselijke vee
bonden en der federaties van de vee
bonden, in deze actie gesteund door het
Departement van Landbouw, zou moe
ten bereikt worden dat aan de veehou
ders welke aan hun vee de tuberculine
proef met gunstig gevolg deden onder
gaan een getuigschrift overhandigd
worde uitwijzende dat hun rundvee vrij
is van tuberculose. De naam dezer vee
houders zou moeten bekend gemaakt
worden door bemiddeling der veebon
den aan hunne leden, die aldus in staat
zouden gesteld worden met gerust ge
moed hunne aankoopen van nieuw rund
vee te doen.
Het koninklijk besluit van 20 Maart
1.1., verschenen in het staatsblad van
2 April, dat de subsidieering der vee
bonden en federaties van veebonden op
nieuwe basis inricht, streeft naar dit doel
en verdient hierom de waardeering van
de veehouders.
Met het oog op de eventueele valori
satie van de graangewassen van den
oogst 1916 beveelt het koninklijk besluit
van 8 Mei, verschenen in het staatsblad
van 28 Mei, de telling der graangewas
sen voor den oogst 1936. Ziehier de
bepalingen welke onze landbouwers
aanbelangen.
De akker waarop in België graange
wassen (tarwe, spelt, rogge, masteluin,
wintergerst, lentegerst, haver) verbouwd
werden in 1936, alsook zekere hoef
dieren, moeten opgeteld worden.
Verder volgen uitvoerige onderrich
tingen voor de gemeentebesturen die
gelast zijn met de uitvoering der telling.
De gemeentebesturen moeten op de ofS-
cieele formulieren te hunner beschikking
gesteld vermelden den naam van den
landbouwer, de oppervlakte bezaaid
met elke graansoort, het aantal paarden
ouder dan 18 maand, het getal melk
koeien, alsook de totale oppervlakte van
het bedrijf.
De aangifte moet vóór 15 Juni op het
officieel formulier gedaan worden en
door de landbouwers onderteekend zijn.
Het gemeentebestuur moet de land
bouwers verwittigen dat zij hun aan
gifte moeten doen.
Een afschrift van den staat der aan
giften moet gedurende vijftien dagen
aan het gemeentehuis aangeplakt blij
ven. De landbouwers moeten nazien of
hunne aangifte op dezen staat voorkomt
en of ze juist is. Indien niet, moeten zij
het verzuim of de vergissing dadelijk
kenbaar maken aan het gemeentebe
stuur. Het gemeentebestuur moet van
de aangifte een ontvangstbewijs of ge
tuigschrift afleveren aan den graanver-
bouwer.
De aangiften gedaan voor de telling
der graangewassen mogen niet gebruikt
worden voor flskale doeleinden.
Een commissie, bestaande uit den
burgemeester of zijn afgevaardigde en
ten minste vier door den gemeenteraad
aangeduide landbouwers, is gelast mede
te helpen aan de inrichting van de telling.
De leden onzer Vereeniging aange
duid om deel uit te maken dezer com
missie hebben als plicht deze taak te
aanvaarden en naar hun beste vermo
gen waar.te nemen, daar zij aldus groo-
ten dienst kunnen bewijzen aan hunne
bedrijfsgenoten.
Landbouwers, zorgt er voor dat uwe
aangifte vóór 1 5 Juni gedaan weze en
dat U in bezit komt van het voorge
schreven ontvangstbewijs van het ge
meentebestuur. De aangifte moet ook
aan de werkelijkheid beantwoorden.
Laattijdige of onnauwkeurige aan
giften hebben als gevolg de uitsluiting
van de premiën die eventueel voor den
oogst 1936 door den Staat zullen wor
den toegekend.
«aiaaiDn aasman «Bifflui
LEDEN 1 Houdt de nummers van
ons blad samen, want heel dikwijls kunt
U er raad vinden voor vele gevallen.
We geven hieronder het verslag door
den voorzitter van het Witloofverbond
van Evere, de heer G. Cool, voorge
dragen op de algemeene vergadering
van genoemd verbond. Het geeft ons
een klaar beeld van het laatste seizoen.
Algemeen Overzicht.
Samengevat, is het afgeloopen wit
loofseizoen in gunstiger omstandigheden
geëindigd dan in 1934- 35 en dit zoowel
ten vcordeele der kwaliteit als der be
komen prijzen. Geen al te strenge nacht
vorst heeft de teelt te verduren gehad,
alleen het bijzonder zacht en zonnig
weder van de maand Maart werkte zeer
nadeelig op de hoedanigheid van het
witloof dat meer en meer te wenschen
overliet, in slechten toestand van ver
bruik aankwam, met als logisch gevolg,
beperkte vraag en sterke inzinking der
prijzen. De eenige oplossing, die hier
zich nogmaals opdringt en van jaar tot
jaar gevoeliger wordt, is het in gebruik
stellen van "koelwagens,, aan te moe
digen de geringe hoogere onkosten van
vervoer wegen niet op tegenover de
slechte verkoopprijzen en de noodge
dwongen toegestane schadeloosstelling
die de uitvoerders worden aangerekend.
Het gure weder der maand April en
vooral de nachtvorst op sommige plaat
sen in het buitenland, gepaard met den
killen regen, verhinderde erg het aan
bod der vroege groenten, zoodat de
prijzen van het nog beschikbare witloof
deswege aanzienlijk stegen en de vraag
op alle markten levendig bleef tot de
laatste dagen van het seizoen.
Volgens berekening over het geheele
bedrijfseizoen, hebben de prijzen vol
doening gegeven de middelprijs aan de
teelt betaald, komt op ongeveer 1,90 fr.
het kg. tegen 0.90 fr. in 1934-'35.
We hebben ook met voldoening moe
ten vaststellen dat de witloofkweekers
zich meer georienteerd hebben naar een
betere verdeeling d.i. een meer geregelde
productie om alzoo zooveel mogelijk de
abnormale aanvoeren te verhinderen,die
grootendeels aanleiding geven tot inzin
king der prijzen zulke initiatieven die
nen aangemoedigd, en in die richting
moet worden meegeholpen teelt en
handel kunnen er slechts baat bij vinden.
Onze uitvoer van Witloof
gedurende het Witloofseizoen
1935-1936
48.000.000 kg.
3.515.900 kg.
1.103.100 kg.
Naar Frankrijk
Nederland
Zwitserland
Duitschland 536.100 kg.
Italië 500 kg.
Engeland 252.300 kg.
Amerika 384.000 kg.
anderelanden 146 50Ckg.
Totaal 53.938.400 kg.
N.B. Dit zijn enkel de Belgisch*
statistieken (de maand Mei niet inbegre
pen) dus onvolledig.
De werkelijke officieele uitvoer zal
schommelen rond de 60 millioen kg.
(zich steunend op de oföcieele gegevens
dier landen waar invoerrechten op het
witloof worden geheven).
Onder de actueele vraagstukken die
de aandacht van ons Verbond dezen
Winter hebben gaande gemaakt, is er in
de eerste plaats het in voege treden
van den uitvoer-controle op het Wit
loof
Het vraagstuk heeft toentertijd nogal
veel stof opgejaagd onze pogingen en
eendrachtig samenwerken vanaf 1931,
voor het bekomen van maatregelen die
de Witloofteelt en -handel moesten be
schermen en voor verderen ondergang
bevrijden, zijn met sukses bekroond ge
worden. Als eerlijke en gewetensvolle
uitvoerders kunnen we niets anders dan
die maatregelen ten volle goedkeuren.
En het weze me hier toegelaten een
warm woord van dank uit te spreken
voor de bijzondere tegemoetkoming
waarover ons Verbond zich steeds bij
het Departement van Landbouw heeft
mogen verheugen.
De nieuwe wetgeving op de saneering
van den handel in Witloof heeft
voorzeker reeds gelukkige resultaten
afgeworpen, en we mogen het onom
wonden op het activa van den huidigen
Heer Minister van Landbouw brengen,
alsmede op dit zijner dienstvaardige
ambtenaren.
Want men mag niet vergeten en
hier wil ik terloops nogmaals op druk
ken dat de Fransche Tuinbouwveree-
nigingen in den loop van het jaar 1935,
volgende eischen aan hunne Regeering
hadden gesteld
a) de invoer van het Belgisch Wit
loof beperken
b) het verhoogen der invoerrechten
met 25 F. F. dit zou dan neerkomen op
32.80 F. F. de 100 kilo.
c) eene vergunningstaks heffen van
0,50 F. F. per kilo, zooniet, dan toch
een minimum van 0.25 F. F.
d) Frankrijk zou de verdeeling doen
en niet België.
Moesten zulke wenschen ingewilligd
geweest zijn, dan ware het eene ramp
geworden, zoowel voor teelt als voor
handel.
Daarom hebben we begin Decem
ber met veel genoegen de krachtda
dige handelwijze der Regeering moeten
vaststellen in verband met het vernieu
wen van het Handelsakkoord met
Frankrijk en speciaal in de Witloof
kwestie op dewelke de onderhandelin
gen eenvoudig werden afgebroken.
Hoofdzaak was dat de regeling van
België uitging en dat de Fransche markt
voor ons openbleef, en onder dit opzicht
verdienen de werking en de prestaties
van de Belgische Afvaardiging allen
lof want, niettegenstaande groote
moeilijkheden heeft ze op 23 December
alle voldoening gekregen.
In de begrooting van Landbouw zeg
de de heer Minister onder meer De
maatregelen aangaande de kwaliteits
verbetering, de standaardeering en de
uitvoer-controle, zijn slechts genomen
geweest om onzen uitvoer naar Frank
rijk te blijven behouden, zooniet hadden
we de Fransche markt kunnen verliezen,
terwijl we nu een invoer van ongeveer
ZESTIG millioen frank behouden, d.i.
circa 48 millioen kg. witloof, vertegen
woordigend het gemiddeld cijfer der
3 laatste witloofseizoenen.
Wij zijn allen overtuigd van het uit
zonderlijk belang der handelsakkoorden
met het buitenland op land- en tuin
bouwgebied ook valt een verheugende
kentering te bespeuren in de wijze
waarop deze worden voorbereid en af
gesloten. Inderdaad, "de Regeering, zoo
verklaarde de heer Minister onlangs
nog, wenscht immer de groepen vooraf
gaandelijk te raadplegen wanneer het
gaat om gewichtige beslissingen te tref
fen.» In dit opzicht mogen we dus ook
gerust de toekomst tegemoet zien.
Als het dan ook verder waar is dat er
slechts 5 10 °/o onzer tuinbouwproduc
ten wordt uitgevoerd, dit belet geens
zins dat we onze betrekkingen met het
buitenland, inzake witloof van dichtbij
moeten volgen en nagaan of ze voor
verdere uitbreiding vatbaar zijn. En hier
zouden we speciaal onze bakens meer
moeten sturen in de richting van het
hooge Noorden en Oosten van Europa.
Niemand twijfelt er nog aan dat dit
eene dringende noodzakelijkheid was
geworden. Alles hangt er natuurlijk nu
van af in welke mate de controle verder
zal geschieden. Het resultaat tot nu toe
bereikt is een waarborg voor de toe
komst. Elkeen, die vertrouwt is met de
Witloofteelt en -handel zal toege
ven, dat er nog merkelijk kan verbeterd
worden.We mogen niet blijven stilstaan
bij theorie's, maar de werkelijkheid van
lederen dag inzien en uit de nieuwe toe
standen het beste halen wat mogelijk is.
Een goed begrepen en krachtig door
gevoerde controle moet onvermijdelijk
gunstige uitslagen bekomen ze moet
strekken tot verbetering van de kwali
teit, tot een fijner product, voorgesteld
in een wel omschreven en aangepaste
verpakking, best geschikt voor het be
waren en die de risico's der verzendin
gen naar het buitenland tot haar strikt
minimum leiden.
m„
TELEFOON 267.
De bepalingen van het nieuw
koninklijk besluit.
Hoe moeten onze landbouwers
zich gedragen bij toepassing
van het nieuwe besluit.
Welke zijn nu de verhoudingen
tusschen verkooper en kooper
naar aanleiding van de
tuberculineering
Hoe was de Toestand.
De Prijzen.
De getroffen maatregelen.
De Uitvoer-controle.