54
Onze Landbouw
kundige Diensten
Landbouwvraagstukken en
Moeilijkheden
Arbeid adelt*
Landbouwweekblad
Voor co door dc Landbouwers
Wat onze Vlaamsche Landbouwers Nieuwe Teelten, PQLEN
van de nieuw gekozenen en de
nieuwe Regeering verwachten.
ZITDAG
Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeïveti
»che,
ZONDAG 14 JUNI 1936.
PrQ» 23 imatum
18de JAARGANG Nf 911
ïing
op
itste
:en-
De
k.
bij
riel.
cflin
:ker,
toon
Vet-
:rcn,
s).
Juni
ar 6,
prijs,
12,
i Jos,
Ge-
•sem.
lkar-
lions,
plat'
ieuw,
aaan,
met
staat,
5IE
met
r ge-
ïstaaf
Leg
2.000
:waar
:beek,
le da>
telden
rtijen,
itraat,
vraagt
:ollen.
TIER
tdorp,
uizen-
>ekoe-
en bij
1, Op-
witte
dotten
Statie,
uwen,
:e wei-
goede
n
in alle
waeit,
Abonnementsprijs 12 fr. 's jaars.
Men schrijft in op ons
Bureel en op alle postkantoren.
Het overnemen van artikelen
zonder aanduiding der bron
is streng verboden.
Bestnnrder en verantwoordelijke Opsteiicr
O. CAUDRON.
Bareel en RedactieDe Vilanderstraat, 4, Aalst.
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hunne
bijdragen.
Aankondigingen volgens
akkoord.
>rgd
T.
rouwei
en eet
:hien
waai
i?
d H4
PFAFf
ven.
ten vn
dienini
ri en
lummel
cun-
aan
jven
tof
De verkiezingen met hunne veelzijdige
programmas en hunne mooie beloften,
waarbij onze landbouwers kwistig be
dacht werden, zijn thans achter den rug.
Als nuchterdenkende menschen nemen
onze Vlaamsche landbouwers deze pro
gramma's en beloften voor wat ze
waard zijn.
Voor hen telt in hoofdzaak de daad
en het is volgens deze dat zij de gekoze
nen des volks en de nieuwe regeering
zullen beoordeelen en behandelen
Onze Vlaamsche landbouwers hebben
eischen voor te brengen: 1) als land
bouwers; 2) als staatsburgers Indezeen
volgende bijdragen zullen wij deze
eischen uiteenzetten
I. Onze eischen op beroepsgebied.
Onze landbouw heeft het meest abso
lute recht op de bezorgdheid der open
bare besturen wegens zijn overgroot
belang op economisch en sociaal gebied*
Volgens de jongste volkstelling ver
schaft de land- en tuinbouw werk en het
bestaan aan meer dan 1 /5 der Belgische
bevolking, hetzij aan 1.640.C00 landge
noten vermits de Belgische bevolking
5.200.000 inwoners telt.
De bruto-opbrengst van den land-
louw wordt thans geschat op meer dan
10 milliard frank. In 1928-1929 hetzij
vóór de crisis bedroeg zij 22 milliard frs.
Het kapitaal aangewend in den land
bouw wordt thans nog geschat op
40 milliard frank.
De landbouwvoortbrengst in ons land
voorziet voor ongeveer 80 °/o in de be
voorrading der bevolking.
Deze cijfers volstaan om aan te toonen
Aai de landbouw in werkelijkheid 's
lands eerste nijverheid mag genoemd
worden.
Verder dient aangestipt dat de land
bouwbevolking de bron is waaraan
voortdurend wordt geput tot hernieu
wing der bevolking van de steden en
nijverheidscentra. Zij is aldus de levens
ader der natie. Zij is tevens de belang
rijkste verbruikersmassa voor de nijver-
heidsproducten en speelt diensvolgens
ten hoogst gewichtigen rol bij het be
houd en den bloei van de algemeene
welvaart.
Wij schreven het reeds dikwerf doch
wenschen het hier nogmaals met nadruk
te zeggen: de ondergang of het verval
van onzen landbouw ^beteekenen de on
dergang en het verval van de gansche
nationale economie 1
In het programma der eischen welke
wij namens onze Vlaamsche landbouw
bevolking stellen, zijn er welke een
meer dringend karakter hebben, gezien
de huidige benarde omstandigheden
welke wij doormaken. Wij zullen ze dan
ook eerst behandelen, doch het vertrek-
punt van gansch onze actie ten voor-
deele der landbouwbelangen gaat uit
van het volgende princiep Volledige
gelijkstelling van den landbouw
met de andere takken onzer natio
nale economie.
De meest dringende eisch welke wij
moeten stellen, omdat het bestaan van
onzen landbouw er van af hangt, is
thans de volgende Het behoud der
binnenlandsche markt voor onze
landbouwproducten.
Men vergete het nietonze landbouw
vindt afzet zijner producten ten beloope
van circa 95 °/o op de binnenlandsche
oarkt. Waar de thans gevolgde inter
nationale handelspolitiek eenerzijds den
uitvoer onzer landbouwproducten naar
bet buitenland grootelijks heeft inge
krompen en anderzijds onze eigene
markt voortdurend bedreigt met eene
overrompeling van vreemde producten,
zou het misdadig zijn de verdedigings
maatregelen op te heffen of te vermin
deren die thans van kracht zijn tegen
dumpingspraktijken en andere oneerlijke
concurrentiemiddelen toegepast door den
vreemde.
Deze maatregelen dienen niet alleen
lijk behouden, doch verder aangepast
aan de noodwendigheden van het oogen-
blik, na overleg met de bevoegde land
bouworganisaties.
Niettegenstaande het feit dat onze
landbouw in hoofdzaak is aangewezen
op het binnenland voor den afzet zijner
voortbrengst, is de uitvoer toch een
noodzakelijkheid voor sommige zijner
produkten. De Regeering heeft als
plicht de bestaande uitvoermogelijkhe-
den te behouden en in de mate van het
moqelijke te ontwikkelen.
Te veel heeft in het verleden bij de
handelsonderhandelingen met het bui
tenland onze landbouw als ruilmunt ge
diend ten bate van de nijverheid. Aan
dit verderfelijk stelsel dient een einde
gesteld. Onze landbouwers vragen dat
zij langs hunne beroepsvereenigingen
geraadpleegd worden nopens hunne in
zichten en verlangens alvorens nieuwe
handelsovereenkomsten met het buiten
land worden afgesloten, dat zij nopens
de export-mogelijkheden en behoeften
der bijzonderste buitenlandsche markten
nauwkeurig en tijdig ingelicht worden
door bevoegde handelsagenten van den
staat in het buitenland.
Een derde vraagstuk van overwegend
belang voortspruitende uit het feit zoo
even aangehaald, dat onze landbouw
thans in hoofdzaak is aangewezen op
de binnenlandsche markt, is dit van het
evenwicht in de landbouwvoort
brengst.
De hoofdfactor tot behoud van dit
evenwicht is de valorisatie der graange
wassen.
Om de redenen welke wij in dit blad
herhaaldelijk hebben uiteengezet moet
deze valorisatie algemeen zijn en gelijk
zijn voor alle graansoorten.
Er zijn echter nog andere maatregelen
welke zich opdringen met het oog op het
behoud of het scheppen van dit even
wicht in de landbouwvoortbrengst. Wij
zullen ze hier enkel aanstippen.
Op gebied der zuivelproductie
actie tot verruiming van het melkver-
bruik, oprichting eener nationale kaas
nijverheid. beperking der concurrentie
van de margarine door contingenteering
der voortbrengst en verhooging van het
accijnsrecht op de fabrikatie.
Op gebied van de vleeschpro-
ductie opvoering der prijzen boven
het huidig zwaar verliespeil, door be
perking van den vreemden abnormalen
invoer.
Op gebied van de suikerbeet-
teelt beperking van den invoer van
Congoleeschen rietsuiker onder het hui
dig fiskaal gunstregiem.
Op gebied van de aardappel
teelt afdoende verdedigingsmaatrege
len tegen de uitvoerpremiën of voort-
brengstpremiën toegekend door sommi
ge landen, waardoor hier aardappelen
worden binnengebracht tegen abnor
maal lage prijzen en verdere doorzet
ting met de meest energieke middelen
van den strijd tegen den coloradokever.
(Wordt voortgezet).
Onze agronoom kan geraadpleegd
worden
lederen Zaterdag te Aalst, ten lokale
De Koornbloem, Groote Markt, van
10 tot 12 uur.
lederen Dinsdag te Ninove in het
Café Van Laere rechtover 't stad
huis van 10 tot 12 uur.
Te Herzele op Woensdag 24 Juni
van 9 tot 11 uur, bij Mr D'Haese, "Hof
van Weenen Markt.
Te Eppegem op Maandag 22 Juni
te 4 uur namiddag, in het hoofdmagazijn.
Voor dringende gevallen kan hij per
brief worden geraadpleegd of gevraagd
een of ander geval te onderzoeken.
De agronoom zal zich op verzoek ter
plaats begeven.
Gezien het inkuilen van groenvoeder
en diensvolgens het groenvoederver-
bruik meer en meer ingang vindt bij on
ze Vlaamsche boeren is het van aller
grootst belang eens na te gaan welke
soort groenvoeder de beste uitslagen
levert. Een dezer groenvoedersoorten
die bijzonder geschikt is voor de tamelijk
lichte en lichte gronden is wel de
Zoete Lupine S. E. G.
waarvan wij hieronder de teeltwijze
weergeven.
Het doel der teelt van zoete Lupine
is de hoogste opbrengst groenvoeder te
bekomen met het hoogste gehalte aan
voedende bestanddeelen.
Een groot voordeel van de zoete
Lupine evenals van de bittere Lupine is
dat zij geen hooge eischen stelt in zake
grond. Ze kan evenwel op zandgronden
groeien; de ideale voorwaarden vindt
men echter op gronden van gemiddelde
hoedanigheid.
Het waterpeil zal zich minstens op
70 a 90 cm van de grondoppervlakte
bevinden. Te alkalische of kalkrijke
gronden passen niet voor de teelt van 1
zoete Lupine, daar deze plant een neu-
trale en zelfs lichtzure grondreactie ver- i
eischt, alsook de gronden waar men
de 5 vorige jaren bittere Lupine ge- j
plant heeft.
Het geselecteerd zaaigraan van zoete
Lupine S.E G., zooals wij het leveren,
is gebacteriseerd en gereed tot het
zaaien; het mag niet meer ontsmet
worden. Men zaait in de maanden Juni-
Juli op een diepte van 2a 3 cm. De af
stand tusschen de rijen kan gaan van
25 a 30-40 cm. De hoeveelheid te ge
bruiken zaaigraan schommelt tusschen
120 en 150 kg. per hectare.
Als bemesting diene men geen stal
mest rechtstreeksch op voederlupine toe.
Een weinig voor 't zaaien passe men
per hektaar ongeveer 300 kg. super-
phosphaat of ijzerslakken, 100 kg.
chloorpotasch 40 °/o toe.
Gebeurlijk en slechts in gevallen van
volstrekte noodzakelijkheid kan men een
kleine hoeveelheid snelwerkende stik
stof mest toedienen, ongeveer 50 a 100
kgr. sodanitraat.
Het onkruid zal men te voren vernie
tigen en juist voor het zaaien is een
goede egging aanbevolen.
Zoohaast de lijnen te voorschijn ko
men zal men met de hand hakken Men
hakke achteraf zooveel als 't noodig is.
Het inoogsten moet een weinig voor
den bloei geschieden.
In tegenstelling met andere voeder-
planten blijven de voederlupinen volko
men verteerbaar en het gehalte aan cel-
stoffen verhoogt weinig. Gebeurlijk kan
men de oogst verdeelen over 5 a 6 we
ken. Het tijdstip gedurende hetwelke
zoete lupinen bruikbaar zijn als groen
voeder hangt natuurlijk af van de kli
matologische omstandigheden.
Wat het oogsten van voederlupinen,
ter inkuiling bestemd betreft, zal men
het tijdstip zoo moeten uitkiezen dat
men een maximum aan voedende be
standdeelen en bijzonder eiwit bekomt.
Lupinen zullen gehakt worden in stukjes
1 -2 cm. om dan in te kuilen. Bij het
De verdeeling van het Grootgrondbezit.
van
silozuur dient gedenatureerde suiker toe
gevoegd zooals voor andere eiwitrijke
voeders.
Het ware voorzeker wel de moeite
waard een silo te vullen met een mengsel
van zoete Lupinen en klavers, ofwel
zoete Lupine met vitsen en haver op
snijgraan. Doch is het geraadzaam de
eiwitrijke en eiwitarme groenvoeders af
zonderlijk in te kuilen, daar het te ge
bruiken silozuur voor beide voeders
verschillend is.
Voor eiwitrijke groenvoeders gebruikt
men tot 10 liter verdund zuur, waarin
gedenatureerde suiker is opgelost, terwijl
men voor eiwitarme groenvoeders zoo
als toemaat, raap- en beetenloof. amper
7 a 8 liter verdund zuur gebruikt zonder
suiker, wel verstaan dit alles berekend
op 200 kg. groenvoeder.
■■■uan Banans •••oamaon aiBiaiSttM
LEDEN I Houdt de nummers van
ons blad samen, want heel dikwijls kunt
U er raad vinden voor vele gevallen.
Wie louter zijn meening vestigt in
zake Poolsche toestanden op de statis
tieken, die de regeering, te kies en te
keur, in allerhande voor het buitenland
bestemde tijdschriften laat publiceeren,
zou weieens kunnen denken dat Polen
geleidelijk de crisis te boven komt. In
werkelijkheid echter is dit niet zoo. Het
mag waar zijn, dat sommige nijverheden
hun productie hebben verhoogd, dat ze
zelfs hun uitvoer hebben vermeerderd,
evenzeer is het waar dat voor den land
bouw d? toestand nog immer zeer zorg
wekkend blijft. En men verlieze dit
vooral niet uit het oog spijts de steeds
sterkere doorgevoerde industrialisatie, 1
blijft Polen een overwegend landbouw-
land. Meer dan 60 °/0 der gezamenlijke
bevolking is in den landbouw werkzaam
en bovendien zijn talrijke nijverheids
takken aangewezen op de verwerking
van binnenlandsche landbouwproducten.
En niettegenstaande deze meerderheid
gelukt het de Poolsche boeren niet een
overwegende rol te spelen in het bestuur
van het land, zelfs niet de regeering te j
dwingen de eerste en noodzakelijkste j
eischen en nooden der landbouwers
door te drijven. Gelijk het in Centraal-
en Zuid-Oostelijk Europa eveneens het
geval is, bestaat er in Polen geen een
heid onder de landbouwers. Meer nog
ze verstaan zich niet enkel, maar bestrij
den zich bovendien nog onderling
Tegenover de Poolsche meerderheid
staan de Ukrainsche en Wit-Russische
boeren in het Oosten en de Duitsche
boeren in het Westen vijandig.
I Trouwens, het verschil inzake levens
voorwaarden en cultuurpeil is te groot,
opdat er van eensgezinden strijd sprake
zou kunnen zijn. Gaande van het Westen
naar het Oosten daalt het voortbrengst- l
cijfer van het bebouwde land met een
derde, terwijl, gelijktijdig, het aantal on-
I geletterden tot 80 °/o en meer stijgt.
Naast ontzaglijke groot-grondbezittin
gen. die nog uit feodale tijden stammen,
vindt men middel-, klein- en "dwerg-
bezit,, en een onzeggelijke nijpende ar
moede. En deze verschillende groepee
ringen, loopende van den adel tot den
minsten landbouwarbeider,werken tegen
een in plaats van met een. Aan de man
die er in zou gelukken deze verschillende
groepeeringen te vereenigen in één
groep, behoort de toekomst.Vooralsnog
is dit niet in afzienbaren tijd te voorzien
en zal de steedsche minderheid verder
over de massa verdeelde landbouwers
i heerschen
In Polen zijn ongeveer drie en een half
millioen landbouwuitbatingen. Daarvan
behoorde bij de onafhankelijkheids ver-
klaring van Polen ongeveer 45 °/o aan
20.000 groot-grondbezitters; twee en
i half millioen kleine boeren verdeelden
i onder hen slechts 15 °/0. Voor de helft
onder hen schommelde de oppervlakte
van hun bezit tusschen 5 en 2 hectaar,
1 de eigendommen van de andere helft
bedroegen geen twee hectaar. En de
j overige 40 °/o behoorde aan middel-
matige boeren en de oppervlakten hun-
ner landerijen schommelden tusschen de
20 en de 5 hectaar.
Wanneer men zulke cijfers aandachtig
leest, kan het ook niet verwonderen dat,
sedertlang, in Polen een beweging
gaande is om een bodemhervorming
door te drijven, die het groot-grondbezit
onder de boeren zou verdeelen. Doch
de Poolsche regeering, die sterk onder
den invloed staat van den conservatie
ven adel en de groot-nijveraars, heeft
de landbouwerseischen slechts druppel»
gewijze ingewilligd. In 1919 en 1925
werden er wetten bekrachtigd die het
groot-grondbezit op 300 tot 450 hectaar
beperkten en voorschreef 't overige, aan
200.000 hectaar per jaar, onder de boe
ren te verdeelen. Doch, gelijk het met
zoovele wetten gaat, werd ook deze niet
toegepast. Van 1919 tot 1934 werden
slechts 12.000 vierkante kilometer groot
grondbezit verdeeld, waarop ongeveer
300.000 nieuwe landbouwuitbatingen
werden ingericht. Thans beschikken de
groot-grondbezitters nog over 35 °/o van
de totale oppervlakte van Polen en
millioenen boeren lijden armoede. Want,
op de keper beschouwd, is er aan den
toestand van de massa der kleine boeren
niets grondigs veranderd, alleen zijn er
300.000 meer, en dit legt uit waarom de
landbouwers dan ook met klem eischen
dat de grondhervorming krachtig zou
voortgezet worden. Ze moeten meer
land hebben
Anderzijds groeit echter de overtui
ging dat de verdeeling van het groot
grondbezit niet alleen bij machte zal zijn
om de nijpende landbouwvraagstukken
op te lossen. Polen is een kinderrijk land
en van generatie tot generatie wordt het
nagelaten bezit kleiner. Men heeft uit
gerekend dat, indien al het groot-grond
bezit zou verdeeld zijn, er binnen vijftig
jaar hetzelfde gebrek aan grond zal be
staan als thans, omdat de landbouwbe
volking jaarlijks met 15 °l oo aangroeit.
Daarom wordt door de vooruitziende
boerenleiders aangedrongen op een
gansche ommekeer in de wijze van
voortbrengst, waarmede de regeering
zich accoord heeft verklaard, wellicht
omdat ze hoopt aldus de verdeeling van
het groot-grondbezit op de lange baan
te kunnen schuiven.
Tot in het jaar 1929 bekommerde
men zich in Polen zeer weinig om de
structuur van den landbouw. Aan gra
nen, aardappelen en dies meer had Polen
een ontzaglijk overschot, terwijl het an
derzijds gebrek had aan talrijke levens
middelen en grondstoffen van allereerste
behoefte. De groote bezorgdheid van
de regeering ging uit naar de lage prij
zen, omdat een lage levensstandaard
noodzakelijk was voor de uitbreiding
van de nijverheid. Gelijk in zoovele an
dere landen werd dus de landbouw aan
de nijverheid opgeofferd.
Na 1930 is Polen eindelijk begonnen
met het voeren van een actieve land-
souwpolitiek, die zich vooralsnog ken
merkt door hare bezadigdheid. Op den
invoer,van zekere landbouwproducten
werden tolrechten geheven, de veeteelt
werd aangemoedigd, maatregelen wer
den getroffen om den schuldenlast van
de landbouwers te verlichten, de aan
planting van nijverheids- en olieinbou-
dende gewassen werd in de hand ge
werkt enz. Op dit oogenblik worden de
eerste resultaten daarvan geplukt de
olienijverheid vindt grondstoffen in 't
binnenland het inlandsch vlas vervangt
de jute niet alleen voor militaire behoef
ten maar ook voor 't vervaardigen van
suikerzakken, enz. de textielfabrieken,
die voor de regeering werken, moeten
inlandsche wol gebruiken, enz. enz. Al
deze maatregelen werden niet zonder
tegenstand vanwege den adel en de
steedsche bevolking getroffen, doch in
dien de boeren willen en het heeft er
den schijn van dat hun invloed sedert
den dood van maarschalk Pilsudski toe
genomen is zullen de noodzakelijke
grondhervormingen en lotsverbeterin
gen geleidelijk doorgevoerd worden ten
bate van de millioenen kleine boeren
die recht hebben op een beter en
menschwaardiger bestaan.
van Rechtskundige Dienst wordt ge
houden op Zondag 14 Juni van
8,30 tot 10,30 uur, in onze bureelen
De Vilanderstraat. Aalst.
Men lette wel op de uur
verandering, het is dus van 8 1/2
tot 10 1/2 in den voormiddag.
TELEFOON 267.
prsch-
Itipt uu
rwerken,
lies.
soorten
I erken-
icbocgdt
i