De Uithongeringspolitiek
Arbeid adelt*
Landbouwweekblad
Voor eo door de Landbouwers
t
Wij klagen aan
der Regeering op haar hoogtepunt!
In het teeken van het «Vierjarig» Plan.
Dr J. De Jaegher
Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven
DE ZWIJNENMOORD.
ZONDAG 25ZAPRIL 1937.
fi|i 23 tntti
19d« JAARGANG Nr 955
Abonnementsprijs 12 fr. 's jaars.
Men schrijft in op ons
Bureel en op alle postkantoren.
Het overnemen van artikelen
zonder aanduiding der bron
is streng verboden.
Bestuurder en verantwoordelijke Opstelier
O. CAUDRON
Bareel en Redactie t Zeebergkaai, 4, Aalst.
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hunne
bijdragen.
Aankondigingen volgens
akkoord.
Op het oogenblik dat de wereld van groot-nijveraars en finan
ciers in bewondering staat voor het herstellingswerk van den
heer Van .Zeeland, op het oogenblik dat deze op het punt staat te
worden uitgeroepen als de messias van West-Europa, slaat de
uithongeringspolitiek der kleine boeren vanwege onze regeering
het record.
De gedragslijn der regeering Van Zeeland was er steeds op ge
richt het leven goedkoop te houden, maar enkel voor wat de eetwa
ren betrof, opdat de nijveraars niet alleen zouden kunnen werken,
maar bovendien groote winsten verwezenlijken.
De banken werden gered door de waardevermindering onzer
munt, dus op den rug van de spaarders en in eerste plaats van de
landbouwers. De koolmijnen boeken reuzenwinsten op den rug van
de kolenverbruikers. Gansch de groot-nijverheid wint honderden
millioenen op den rug der massa. Dit alles dank zij de maatregelen
onzer regeering.
De werkman krijgt een kruimelken, maar de landbouwer, de
kleine en middelmatige boer, die geen groote graanvoortbrenger is,
die moet de gebroken potten betalen
Daar dit artikel vooral gericht is tot onze regeering en gezien
aan ieder minister en in eerste plaats aan den heer Van Zeeland en
den heer Minister van Landbouw een nummer van dit blad zal
worden besteld, zullen we hier nogmaals door cijfers aantoonen,
hoe slecht de toestand is voor onze voortbrengers van eieren, melk
en vleeschprodukten.
We zullen niet spreken van de prijsverhooging van meststof
fen, noch van de huishoudartikelen als kolen, kleeding, schoenen
die de boer evenals iedereen moet koopen aan de dagprijzen.
We geven enkel de aankoopprijzen van de grondstoffen, welke
de voortbrengers van eieren, boter en vleesch bijna uitsluitend moe
ten koopen, en van de verkoopprijzen hunner produkten. Terwijl
de eerste in snel tempo stegen, daalden de tweede, zoodat het
evenwicht totaal werd verbroken.
1Aan te koopen grondstoffen
Alles per 100 kilo (kleinhandelsprijzen)
Prijs op
Prijs op
Prijs
12-4-36
11-4-37
verhooging
Maïs
69 fr.
104 fr.
50 °/o
Gerst
85
127
50 °/o
Haver
106
129
22
Tarwe
114
165
39 °/o
Rogge
81
144
77 °/o
Kortmeel
68
97
42 °/o
Zemelen
65
96
47
Lijnmeel
101
121
20
Aardnootmeel
112
126
13 °/o
Soyameel
107
123
15
2. Te verkoopen produkten (per kilo)
Prijsvermindering
6 °/o
9 °/o
Varkens 5,75 a 6,50 4,80 a 6,00
Runderen 4,50 a 7,00 4,00 a 7,00
Kalveren 6,00 all 6,50 a 9,00
Boter 18 a 19 17 a 18
Eieren per stuk 0,35 a 0,38 0,32 a 0,35
De opslag van granen, die een prijsverhooging bracht voor
alle voeders, is voor de voortbrengers van boter, eieren en vleesch
een doodend nadeel.
Onze huidige Regeering, die nochtans zeer goed op de hoogte
is van deze onhoudbare toestanden, durft weinig of niets aanvan
gen. Ze deinst terug voor de vermaningen en bedreigingen van de
groote nijveraars en van de margarinefabrikanten, en laat den klei
nen wroeter aan zijn lot over.
Iedereen kan nochtans beseffen dat zulke toestanden niet langer
kunnen duren en dat hier bij hoogdringendheid verandering moet
komen.
En nu stelt zich de vraag hoe krijgen wij deze rappe veran
dering
Van de zijde der boeren zelf is niet veel te verwachten. Deze
brave werkers houden niet van opstand en zullen zelden of nooit
den moed hebben om een daad te stellen, want dit zit hen niet in het
bloed. Zij zwijgen en zullen nog een paar uren per dag meer werken
of wel zullen ze uitzien om wat anders te beginnen.
Het schoonste bewijs kregen we nog bij de laatste verkiezin
gen te Brussel, waar de landbouwers, evenals de andere stervelin
gen uit Brabant niets anders waren dan kuddemenschen die nog
steeds dansen zooalg de politiekers fluiten.
Hoe dikwijls kregen onze boeren de gelegenheid om aan de
Duitschland.
IN MEMORIAM
Deze week overleed alhier Dr Med.
J. De Jaegher op zijn uitdrukkelijk ver
langen werd hij begraven in Klerken,
dicht bij den Ijzer, dicht bij den Toren,
symbolen van lijden en strijden.
Met hem verdwijnt een edel mensch
en een bekwaam arts, wiens eenig le
vensdoel bestond in goed doen, en dienst
te bewijzen aan de menschheid. We
buigen diep en brengen een laatste hul
de aan den vriend en heelmeester.
De Vlaamsche vrienden van Dr De
Jaegher hebben het zich tot plicht ge
acht te zijner intentie een plechtige mis te
laten opdragen heden Zondag 25 April
om 10 uur in de St Martinuskerk.
Alle kennissen en vrienden worden
vriendelijk uitgenoodigd tot deze her
denkingsplechtigheid, die wil zijn een
Aalstersche hulde aan den bescheiden
en stillen Vlaamschen werker.
De derde productieslag is ingezet. En
ditmaal richt hij zich tot de landbouw
productie. Dit mag wellicht verwonde
ring baren. Totnogtoe, immers, dacht
men er bij het vierjarig plan steeds aan
Duitschland onafhankelijk te maken van
overzeesche producten speciaal door de
productie van synthetische goederen.
Had Hitier op 9 September 1936 te
Neurenberg in de proclamatie, waarin
het vierjarig plan werd aangekondigd,
niet gezegd, dat van een productie-ver
hooging van den landbouw slechts in
beperkte mate spraak kon zijn Sinds
dien was de gansche aandacht gericht
naar de uitwerking der voorstellen ter
opvoering van de kunstmatige vezel- en
de synthetische rubberproductie, enz.
Thans blijkt evenwel dat de eerste
groote geordende productieslag zich zal
richten op den landbouw. De groote lij
nen daarvan zijn gekend. Men wil een
verhooging der productie bekomen door
een verlaging der prijzen van de kunst
meststoffen en verder de landkolonisatie
bevorderen door den bouw van land-
regeerders te doen voelen dat ze ook leven willen En toch, doen
ze het niet of doen ze het nooit
Van de zijde der boerenleiders is nog minder te verwachten.
Hoe hebben we in December en Januari laatstleden gepoogd om
met al de boerenbonden van heel het land saam te werken en een
groote betooging op touw te zetten
Geen enkel bestuur liet van zich hooren... en voor een verde-
digingsaktie ten voordeele der boeren was geen enkele te vinden
Men zou zeggen dat alle machten van het land samenwerken
om den boer voor eeuwig arm en dom te houden
De regeering gaat voort met haar uithongeringspolitiek, de
landman zwijgt en blijft braaf, en de groote boerenleiders evenals
de politiekers verraden hun volk. Ziedaar een klaar beeld van den
toestand.
Dat ze echter te Brussel maar niet denken dat onze kleine
boeren van honger zullen kreveeren of zullen blijven werken voor
het plezier wekelijks te worden lastig gevallen door een of anderen
ontvanger van belastingen 1
De kleine boeren hebben reeds opgehouden kiekens en var
kens te kweeken. Duizende kiekens- en varkenshokken staan reeds
ledig in Vlaanderen, en daar de graankultuur hen geen bestaan kan
geven door de geringe oppervlakte hunner bebouwingen, zullen zij
den weg zoeken naar de werkhuizen en fabrieken en het getal ver
meerderen der loontiekkenden, die ten minste weten voor wat ze
arbeiden. Zij zullen het getal vergrooten van deze die bij de eerste
inzinking van den opbloei der nijverheid, tot werkloozen zullen
worden gedoemd.
Zij zullen den landbouw en den veekweek verder den rug toe-
keeren omdat deze hen niets dan miserie en misrekening hebben ge
geven.
De middelmatige boeren zullen eveneens varkens- en kieken-
kweek vaarwel zeggen, de veekweek verminderen en meer graan
verbouwen, om toch iets te verdienen.
Maar voor dat alles schijnt men in Brussel geen oogen te heb
ben. De margarinefabrikanten en de groote nijveraars zijn de lieve
lingen, zelfs van dezen die als democraten eerst te zorgen hebben
voor de arme werkers en wroeters van den lande, al zijn ze geen
lid van hun syndikaten.
Maar eens komt de dag dat "loontje om zijn boontje» zal komen,,.
Eens komt de dag dat er tekort komt aan eieren, vleesch en
boter, dat ons land alles zal moeten invoeren, en in den vreemde
dikke prijzen zal betalen.
Die tijd is niet lang meer verwijderd, maar intusschentijd zal de
geldkoffer der groote oomes genoeg gevuld zijn om den prijs te
betalen.
En de massa Die is gewoon gepluimd te worden en is er ook
mee tevreden, voor zooveel het niet van ons boeren is Deze laat
ste zijn nog steeds het zwarte beest der samenleving en in de eerste
dagen komt hierin geen verandering.
Heeren Ministers, hier hebt ge de ietwat ruwe, maar klare en
ware taal van den landbouwer.
Van U verwachten we niets meer, alléén hebben we eraan ge
houden U nogmaals ons gedacht te zeggen, opdat U nooit zoudt
kunnen beweren dat de toestand U onbekend was.
de
arbeiderswoningen. In zijn rede tot
boerenleiders heeft minister Göring er
onlangs op gewezen, dat Duitschland
voor zijn levensmiddelen voorziening nog
voor 17 van het buitenland afhanke
lijk is. Men wil er met alle mogelijke
middelen toekomen ook dit tekort nog
te dekken.
Voor wat de vetvoorziening betreft
heeft Duitschland voor meer dan 17 °/o
van zijn totale behoefte uit het buiten
land te betrekken of zou het moeten
doen. Het is dan ook begrijpelijk dat
men in Duitschland zich vooral wil toe
leggen om dit tekort aan te vullen.
Van de hand van minister Darré is
onlangs een zeer interessant boek van
de pers gekomen: "Der Schweinemord,,.
Daarin legt de minister van Landbouw
in 't lang en in 't breed uit hoe de oor
log van 1914-18 verloren werd tenge
volge van den economischen blocus van
Duitschland. Na het tweede oorlogsjaar
deed het gebrek aan voedsel zich nijpend
gevoelen en honderd duizenden Duit-
schers zijn van honger gestorven. De
huidige generatie werd ondervoed.
Schrijver geeft zich veel moeite om te
bewijzen dat Duitschland's militaire ne
derlaag is voorafgegaan door een econo
mische nederlaag. In andere woorden
schrijver beweert dat indien Duitsch
land over de noodige levensmiddelen
had beschikt, de legers nog lang hadden
stand gehouden. En minister Darré be
zweert het Duitsche volk, opdat zulke
tragische gebeurtenis zich niet meer zou
voordoen. En de schuld daarvan
Ziehier de feiten
Op de raadgevingen van een comiteit
van deskundigen, besloot de Duitsche
regeering, die een slechten aardappel
oogst voorzag, op 15 Maart 1915, negen
millioen zwijnen op een totaal aantal
van 25 millioen, te doen slachten. Deze
"zwijnenmoord,, had tragische gevolgen,
want de deskundigen hadden zich ver
gist. De aardappeloogst was zeer gunstig
en de negen millioen zwijnen hadden,
indien ze nog leefden, ruimschoots voed
sel genoeg gehad. Op deze zwijnen
moord volgde een gebrek aan vetstoffen.
Duitschland wil door alle middelen
beletten dat dergelijk feit zich opnieuw
zou voordoen, en niets wordt verwaar
loosd om het aantal zwijnen weer op te
voeren tot het peil van voor den oorlog.
Het zwijn is echter een veelvraat, en
niets kan derhalve verwaarloosd wor
den om de productie van landbouwpro
ducten op te voeren.
Terecht gewaagde Göring dan ook
van de geweldige verantwoordelijkheid
welke hij op zich genomen had door in
te staan voor de voedselvoorziening
van een volk van 65 millioen zielen.
En Göring beval aan landsverbete-
ring, landontginning en scheuring van
grasland. Voor landverbetering zal een
bedrag van 1 milliard mark beschikbaar
worden gesteld, waarmede men onge
veer 2 millioen hectaar op verschillende
wijze hoopt te verbeteren. Voor scheu
ring van grasland zal het rijk gemiddeld
100 mark per hectare voor het eerste
jaar als subsidie betalen. Een grooter
verbruik van kunstmest wordt aange
moedigd door de groote verlaging der
kunstmestprijzen, die 30°/« voor de
stikstof en 25 °/o voor de kali bedraagt.
Doch daarmede was het nog niet vol
doende. Er werden ook onrechtstreek-
sche maatregelen getroffen. Landbou
wers, die niet geschikt lijken om hun
land behoorlijk te bebouwen, zullen, in
dien noodig, uit hun bedrijf worden ge
zet. Het beginsel van de "verbondenheid
met den grond,,, waarmede men enkele
jaren geleden in Duitschland zoo hoog
opliep, moet thans dus wijken voor de
noodzakelijkheid om de voedselvoorzie
ning van Duitschland zooveel mogelijk
te waarborgen.
Wat zullen deze maatregelen prac-
tisch afwerpen
De totale oppervlakte van Duitsch
land bedraagt 47 millioen hectaar. Hier-
TELEFOON 267.
8 °/o
2 °/o
7 °/o
t
TT
vA;.VA%y.Vi%T:rifi\v vv.'V/Slv
■ÉiiililiWrn'ffrTiW