i
FRANS COPPENS
Arbeid adelt»
Landbouwweekblad
Voor en d
oor de Landbouwers
IN MEMORIAM
Rond het Verslag van Professor Coart-
Frésart over de Vereenvoudiging
van ons Belastingstelsel.
Enkele practische Beschouwingen
in verband met Landbouwonderwijs
Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt II Zei ven
ZONDAG 19 SEPTEMBER 1937.
*'i|* id SWȆDž
19d# JA.AR0AHG Ni"976
Abonnementsprijs 12 fr. 's jaars.
Men schrijft in op ons
Bureel en op alle postkantoren.
Het overnemen v
zonder aanduiding
is streng ver
an artikelen
der bron
>oden.
Bestnnrder en verantwoordelijke Opstelier
O. CAUDRON.
Bareel en Redactie t Zeebergkaai, 4» Aalst.
De medewerkers zgn
verantwoordelijk voor hunne
bijdragen.
Aankondigingen volgens
akkoord.
Maandag 13 September werd ons
Bestuurslid en Vriend onder een toe
loop van vele kennissen en naastbe-
staanden ter aarde besteld.
Sinds drie maand was Frans Coppens
ziek gevallen en alhoewel we overtuigd
waren dat er voor den zieke geen hoop
op genezing meer bestond, is de droeve
ontknooping toch nog zeer onverwachts
gekomen.
De kloeke man worstelde sinds weken
tegen den dood die het tenslotte haalde
op het stevig gestel van den stoeren
ouderling. Hij overleed in den ouder
dom van 78 jaar.
Frans Coppens was een onzer eerste
en trouwste leden. Hij was daarenboven
een flink landbouwer en voorlichter van
zijne stamgenooten.
Sinds de stichting van onze Samen
werkende Maatschappij was hij Toe-
zichter en sinds 6 jaar Beheerder. Hij
heeft zijn taak in alle geweten en met-
nauwgezetheid vervuld.
Hij was daarenboven een man van
één woordrecht voor de vuist; die
dierf uitkomen voor zijn gedacht en die
Redt U Zeiven ten allen tijde en tegen
over iedereen wist te verdedigen.
Onze Vereeniging verliest in hem
een harer beste propagandisten en leden.
Op de begrafenisplechtigheden waren
bijna al de Bestuursleden aanwezig. We
bemerkten de heer B. Schockaert,Voor-
zitter, de heeren Ruyssinck, Meert,
Possemiers, Van den Hautte, Wynant,
Beheerders, de heer Caudron, Bestuur
der, de heeren Schollaert en Baten,
Toezichters. De andere lieten zich we
gens ongesteldheid verontschuldigen.
We bemerkten ook vele leden van Lede,
Hofstade, Wichelen enz.
Bij het graf werd door onzen Be
stuurder de volgende roerende afscheids
rede uitgesproken
Geachte Vriend en Medewerker
Frans Coppens,
Weinige dagen zijn verloopen sedert
ons laatste gesprek, toen enkele leden
van het bestuur van Redt U Zeiven aan
Uw ziekbed waren vereenigd.
Uw adem ging reeds traag, en de
naderende dood scheen haar klauwen
gereed te houden om U te grijpen en
voor goed neer te slaan. En toch spra
ken we van genezen en de hoop op een
spoedige beterschap scheen vast te staan
in Uw koppig brein, dat leven wilde en
voor wie de levenstaak verre van vol
bracht scheen.
Onze laatste gesprekken liepen over
een spoedig hervatten van Uw dagelijk-
sche bezigheden, en het regelmatig bij
wonen van de raadszittingen onzer
Maatschappij.
Het was ons alsdan een troost, te be-
statigen dat U tot den laatsten dag op
genezing hebt gehoopt, toen allen ten
volle overtuigd waren dat Uw einde
naderde. Het deed ons ongewoon ge
noegen, in U de liefde en de genegen
heid voor Redt U Zei ven, tot Uwe
laatste snikken te zien bijblijven, en de
nooit falende trouw aan Uw vereeni
ging tot in het graf te zien bezegelen.
Trouwer kan of zal niemand zijn, en
grooter gehechtheid aan een ideaal zal
ook niemand kunnen betuigen.
Vanaf het ontstaan onzer Maatschap
pij waart Gij een der beste en der meest
overtuigde Redt U Zeivers. Door pro
paganda en persoonlijke medewerking
hebt Gij alles gegeven wat kon gegeven
worden. U waart vele jaren lid van den
Toezichtsraad onzer Samenwerkende
Maatschappij, en sinds enkele jaren Be
heerder, en steeds hebt Ge alle raads
zittingen regelmatig bijgewoond.
Gedurende de bijna twintigjarige sa
menwerking, waar Ge achtereenvolgens
lid en bestuurslid zijt geweest, hebben
wij ten allen tijde kunnen rekenen op
Uw raad, Uwen steun en Uwe ver
kleefdheid.
Frans Coppens, Ge waart een Redt
U Zeiver van in het eerste uur, en in
den vollen zin van 't woord, een man uit
één stuk, met één gedacht en één be
zieling.
Wij treuren om Uw heengaan en voe
len reeds de leemte die in onze rangen
werd geslagen.
Er wacht ons nog slechts ééne taak,
en daarom zijn bijna alle bestuursleden
en vele leden rond Uw grafstede ver
gaderd deze van U te danken voor
alles wat Ge voor onze Vereeniging en
voor de landbouwersklasse hebt gedaan.
Uwe nagedachtenis zal in onze harten
bewaard blijven en in eere gehouden
worden.
Evenals we deden voor de getrouwen
die heengingen, zullen we ook Uw beel
tenis hangen op de eereplaats, opdat Ge
bij elke vergadering in ons midden zoudt
zijn.
In naam van alle Redt U Zeivers en
van alle landbouwers, danken we U en
brengen een laatste groet aan Uw stof
felijk overschot.
Frans, trouwe medewerker en vriend,
ontvang de laatste huldeblijken van Uwe
medeleden. Dat de groote Weldoener
U beloone voor alles wat U voor Uwe
medeburgers en stamgenooten hebt ge
daan.
Rust in Vrede in den schoot der aarde
die U dierbaar was. Vriend Frans,
Vaarwel 1
Onze
zienswijze over de voorgestelde hervormingen
die den Landbouw aanbelangen.
(Vervolg.)
In onze vorige bijdrage hebben wij
gehandeld over de hervormingen voor
gesteld door den Koninklijken Commis
saris inzake de met het zegel gelijkge
stelde taksen.
Thans komen aan de beurt
De successie- en de registratie
rechten.
Het baart verwondering dat de heer
Coart-Frésart hier alles opperbest vindt.
Wij zijn niet van deze meening.Voor
eerst zijn de registratie- en overschrij
vingsrechten welke 11 °/o bedragen op
de overdracht of verkoop van onroe
rende goederen schromelijk overdreven.
Zij zijn de hoogste van gansch Europa
en een der bijzonderste oorzaken van de
lage prijzen waartegen de onroerende
goederen in de steden worden verkocht.
De prijzen bereikt bijzonder in openbare
verkoopingen van onroerende goede
ren, hebben nog geenszins den invloed
ondergaan van de jongste devaluatie en
blijven over 't algemeen nog 40 50
onder de waarde van 1930, wat volstrekt
abnormaal is bij vergelijking met de
huidige bouwkosten van Dieuwe wo
ningen.
Maar we vinden het vooral wraak
roepend waar een landbouwer die land-
jouwgronden aankoopt ook deze 11 °/o
moet betalen. Dit vinden we op onze
dagen dat de regeering streeft naar her-
sevolking onzer buitengemeenten abso-
uut achterlijk en ongepast.
Er is verder het vraagstuk der erfe
nisrechten. Doordat de landbouwers
doorgaans bijna uitsluitend goed zicht-
jare goederen bezitten als hofstede,
anderijen, hoevemateriaal en beesten,
wordt hunne nalatenschap tot den laat
sten centiem belast met de successie
rechten. De bezitters van roerende
goederen, bijzonder van waardepapieren
aan toonder, gelukken er in hunne na-
atenschap voor een ruim deel te ont
trekken aan de erfenisrechten.Er bestaan
geen doeltreffende maatregelen om aan
dien toestand te verhelpen. Daarom is
het wenschelijk de erfenisrechten, bij
zonder deze in rechte lijn, tot een mini
mum te herleiden.
Voor kleinere nalatenschappen zou
zelfs volledige vrijstelling van erfenis
rechten moeten toegestaan worden.
Deze hervorming zou weinig kosten en
zou tevens een uitstekende gezinspolitiek
zijn. Het geldelijk verlies voortspruiten
de uit deze afschaffing zou kunnen ver
goed worden door een evenredige ver
hooging der rechten in verwijderde
zijlinie.
Wat betreft de aan te geven waarde
van onroerende goederen, dient thans
voor de toepassing der erfenisrechten
melding gemaakt van hunne verkoop
waarde op het tijdstip van het overlijden
van den erflater. De vaststelling dezer
verkoopwaarde geeft aanleiding tot
ontelbare betwistingen waarin de fiscus
niet zelden willekeurig optreedt.
Ten einde deze moeilijkheden weg te
ruimen zou de wet de aan te geven
waarde van onroerende goederen moe
ten bepalen op basis van het kadastraal
inkomen, vermenigvuldigd met een ze
ker coëfficiënt dat met regelmatige tus-
schenpoozen zou worden herzien.
De Inkomsten-belastingen.
Wat de formulieren van aangifte der
inkomsten betreft, stelt de. regeerings-
commissaris de vraag of de bestaande
formulieren niet te ingewikkeld zijn en
stelt voor ter vereenvoudiging ofwel
de formulieren te ontlasten van de toe
lichtende nota's en wetteksten die af
zonderlijk zouden verstrekt worden aan
de belastingsplichtigen, ofwel de formu
lieren te vervangen door vragenlijsten.
Naar onze meening verdient de vragen
lijst, zoo practisch en eenvoudig moge
lijk opgesteld, den voorkeur. Doch het
aanslagbiljet zou omstandig moeten ver
melden op welke wijze de belasting werd
berekend met verwijzing naar de wets
bepalingen welke bij die berekening
werden toegepast. Aldus zal de belas-
tingsplichtige kunnen nagaan wat en
waarom hij een bepaalde belasting moet
betalen.
Grondbelasting.
De koninklijke commissaris verklaart
zich tegenstander van het vermogen
voor den eigenaar den fiscus te gelasten
met de inning der grondbelasting bij de
huurders of pachters. Doch om de vrij
heid van overeet komst niet te schaden,
laat hij aan de eigenaars de mogelijk
heid de grondbelasting te doen terugbe
talen door de huurders.
Wij kunnen geen genoegen nemen
met deze halve oplossing. Ons stand
punt is dat de grondbelasting een belas
ting is op het inkomen van onroerende
goederen, hetwelk opgetrokken wordt
door den eigenaar. Deze alleen en niet
de huurder moet diensvolgensde grond
belasting betalen. Dit standpunt hebben
wij sedert jaren en namelijk op ons con
gres van 1928 verdedigd, het is het
eenige juiste en het eenige billijke.
Wat de huurder moet betalen is de
vergelding voor het gebruik van het
goed hem verleend door den eigenaar
Het gaat werkelijk niet op deze vergel
ding of pachtprijs te verzwaren met bij
komende lasten op inkomsten welke de
eigenaar optrekt.
De afwenteling der grondlasten op
den huurder heeft overigens, zooals wij
meermaals persoonlijk konden vaststel
len, aanleiding gegeven tot zware mis
bruiken ten nadeele der pachters.
(Zie vervolg onderaan hierneven)
Beknopt verslag door den Heer P. De Vuyst,
Eere-algemeen Bestuurder.
(Vervolg.)
Bijzondere overwegingen aan
gaande het Landbouwhuishoud-
onderwijs.
Woord en Geest der Programma's en
Reglementen. Gezindheid inzake
Landbouw, Huishouding en Familie.
Programma's en reglementen zijn
waard wat de geest der school, die ze
vertolkt, waard is.
In de eerste plaats geldt dit het land-
bouwhuishoud-onderwijs, dat voor doel
heeft jonge meisjes te vormen die be
kwaam zijn mede te helpen met vrucht
een landbouwbedrijf uit te baten, een
huishouden te beredderen, de kinderen
wel op te voeden, met een woord waar
dige, koene meisjes te vormen bezield
met een echten landelijken geest.
De meisjes die zich tot het landbouw-
huishoudkundig onderwijs voorbereiden,
moeten deze neigingen tot in den hoog-
sten graad bezitten of aanwinnen, gezien
juist zij de toekomstige boerinnen moe
ten vormen. Een leeraar die zijn beroep
niet lief heeft en geen genoegzame blijk
van belangstelling kan geven, zal onmo
gelijk de genegenheid ertoe bij zijn leer"
lingen inplanten. Tot het wellukken in
zijn taak moet hij bezield zijn met den
geestdrift van een apostel hij moet van
alle onderwijsmiddelen gebruik kunnen
maken, zelfs als zij in programma of
reglement niet vermeld zijn. De mate
der verwezenlijking van het nagestreefde
doel zet den stempel of de persoonlijke
hoedanigheden van den leeraar.
Het is zeer leerrijk de uitslag ervan
op de leerlingen zelf na te gaan, want
dit vooral werpt licht op de apostelziel
van den leeraar. Het komt er niet op
aan de leerstof steeds aan te dikken zij
moet vooral in hoedanigheden uitmun
ten de practische oefeningen moeten
niet in getal overdreven worden, doch
elk werk moet rationeel uitgeoefend
worden met het oog op een maximale
opbrengst.
De examenproeven wijzen de maat
aan van de theoretische en practische
kundigheden opgedaan naar de letter
van het onderwijsprogramma en regle
menten. Edoch een groot deel andere
opvoedkundige invloeden kunnen van
belang zijn en aangeteekend worden in
den loop van het jaar.
De landbouwhuishoudscholen zijn
over het algemeen geneigd met deze
faktoren rekening te houden, doch zijn
eveneens overtuigd dat in die richting
nog vele vorderingen te maken zijn ook
Wat de vermindering van grondbe
lasting wegens ontoereikende inkomsten
betreft, voorziet de huidige wet gedeel
telijke of volledige vrijstelling indien het
werkelijk genoten inkomen in zekere
verhoudingen blijft onder het kadastraal
inkomen van het betrokken onroerend
goed. Wij vragen dat de eigenaar die
zijn eigen goed uitbaat van dezelfde
vrijstelling zou genieten, wanneer hij de
vruchten van zijn grond en arbeid ziet
verloren gaan door een ramp of een ge
val van overmacht waartegen hij niets
vermag.
In zake vermindering van grondbe
lasting wegens gezinslasten, is de heer
Coart-Frésart partijganger van het be
houd van het huidige stelsel, niettegen
staande het bestuurlijk werk dat zulks
oplevert aan het beheer der belastingen.
Dit stelsel is nochtans niet volmaakt,
daar de ontlasting enkel wordt toege<
staan op de huizen welke als woonstge
legenheid dienen en niet op de bedrijfs
gebouwen die doorgaans met de woning
een geheel uitmaken.
Aldus genieten heerenhuizen met
hoog kadastraal inkomen van de ver
mindering der grondbelasting, terwijl
deze geweigerd wordt voor de bedrijfs
gebouwen eener kleine hofstede.
Het ware dan ook billijk de vermin
dering uit te breiden tot den grond en de
bedrijfsgebouwen van kleine bedrijven
in zooverre deze een bepaald kadastraal
inkomen niet overschrijden.
Wordt voortgezet)
vragen zij niet beter dan hun pogingen
en bevindingen kenbaar te maken in op
voedkundige verslagen.
Ziehier nu enkele opvoedkundige
middelen die aangewend kunnen worden
om den landelijken geest en de vereisch-
te beroepshoedanigheden te ontwik
kelen
1De landelijke beroepsomgeving
versterkenHoeve en hof winstgevend
uitbaten. Werkdadige medewerking der
leerlingen aan de praktische oefeningen
en de comptabiliteit zooals het werkelijk
op de hoeve geschiedt. Deelname aan
proeven, aan rationeele werken, enz.
Hoe grooter het inkomen is der boe
rin, hoe beter zij haar huis zal besturen
en hoe beter zij haar kinderen zal kun
nen opvoeden. Veelvuldige landbouw-
uitstappen, onderzoeken nopens den
kostprijs der grondstoffen, gesprekken
met bekwame landbouwsters, landbouw-
documentatie. Overheerschen getal land
bouw- en familiale proefschriften, arti
kelen aan de landbouwpers. Deelname
aan boerinnenbonden van den omtrek,
landelijke feesten, keus van voordrach
ten over landbouwbelangen dat alles
is opvoedend werk.
Als uitslag zal dit toelaten vast te
stellen of de leerlingen gewonnen heb
ben aan landbouwgeest en landbouw-
initiatief.
Het is gemakkelijk na te gaan of de
neiging, de gewoonten, de houding der
leerlingen toenemen onder den werken
den invloed der school. Een criterium
ware b.v. het volgende hebben deze
opvoedkundige methodes het getal leer
lingen die terug naar de hoeve keeren,
vermeerderd of verminderd hebben de
ouders van de leerlingen tijdens het ver
lof bemerkt dat hun dochter meer of
min zin toonde in de uitbating, of waren
ze eerder afkeerig van de boerderij
Regelmatige onderzoekingen bij de
ouders zouden op dat gebied veel uit
wijzen.
Er bestaan landbouwinstituten waar
slechts een of twee leerlingen op tien
den boerenstiel aankleven, terwijl in an
dere handelsberoepscholen, hoogere nij-
verheidscholen, 75 der leerlingen het
aangeleerde beroep beoefenen.
De ouders-landbouwers zouden bij
voorkeur hun dochters sturen naar scho
len waar de gewenschte geest heerscht.
En zelfs indien de ouders traag zijn om
deze scholen te waardeeren, zou de
school zelf haar propaganda moeten
verdubbelen, ten einde de gewenschte
soort leerlingen aan te werven. De land-
bouwvereenigingen, de boerinnenkrin-
gen, de parlementaire landbouwgroep
zouden de eersten moeten zijn om de
landbouwers aan te raden hun dochters
naar dergelijke scholen te sturen. Graag
zouden de binnen- en buitenlandsche
landbouwbladen hun medewerking tot
deze propaganda verleenen, indien de
scholen er bezorgd voor waren af en toe
artikelen te bezorgen waarin de gedane
vooruitgang besproken wordt.
2. Landelijke huisomgeving. Een
voud, goeden smaak, huiselijkheid en
doelmatige schikking der lokalen, bin-
nenversiering, versiering der kamers
door de leerlingen. Inventaris der ka
mers, zedelijke en familiale spreuken.
Doelmatige werkkleeding, doelmatige
schoonmaak van het huis. Maximum
verbruik van de hoevevoortbrengselen
bij voorkeur aan dure produkten door
den tusschenhandel aan de hand ge
bracht. Bezoeken aan marktplaatsen,
magazijnen. Keuze ter plaats bij het aan-
koopen van produkten en voorwerpen
voor dagelijksch gebruik in het huis
houden. Huishoudelijke comptabiliteit,
proefnemingen, persoonlijke en geza
menlijke documentatie (catalogus op
steekkaartjes voor alle nieuwigheden).
Deelneming aan de werking van het
Nationaal Studiecentrum voor Huis
houdkunde.
Te noteeren uitslagen waarnemin
gen in de school, vaststellingen door de
ouders gedurende het verlof, getuigenis
van oud-leerlingen.
3. Familiegeest en gezinsopvoeding
I
TELEFOON 267.