De Voeding der Huisdieren
DE LEGERWET
Arbeid adelt*
Landbouwweekblad
Voor eo door de Landbouwers
door de tijden heen
van
Het Verslag
Landbouw
de Begrooting
den Senaat
van
Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven
in
ZONDAG 16 JANUARI 1938
Prljs^35^centiem
20de JAARGANG Nr 993
Abonnementsprijs 15 fr. 'a jaars.
Men schrijft in op ons
Bureel en op alle postkantoren.
Het overnemen van artikelen
zonder aanduiding der bron
is streng verboden.
Bestnnrder en verantwoordelijke Opstelier
O. CAUDRON.
Bareel en Redactie t Zeebergkaai, 4, Aalst.
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hnnne
bjjdragen.
Aankondigingen volgens
akkoord.
Belangrijke raadgevingen aan de kweekers.
(1' Vervolg).
Onze Zwijnenvoeders.
Voor de varkenskweekers verkregen
we de meest bevredigende uitslagen.
ËaDe oude manier van voeden kost veel
te duur op onze dagen. We stellen vol
ledig voeder saam dat de vleeschvoort-
brengst op de goedkoopste manier be
werkstelligt.
Het varkensvoeder moet ook de noo-
dige stoffen bevatten om de gezondheid
der dieren te verzekeren, en hun een
sterke beendervorming te geven.
Onze voeders voor zwijnen worden
als volgt onderverdeeld
ÏNr 1 voor viggens tot 30 kg.
Nr 2 voor zwijnen van 30 tot 70 kg.
H Nr 3 voor zwijnen boven 70 kg.
Nr 4 voor jonge en drachtige zeugen.
Nr 5 voor zeugen vanaf 14 dagen
voor het werpen en tijdens het werpen.
Het gebruik
van onze Varkensmeien.
1) De oudere manier ia droogvoe-
deren
Het meel wordt in automatische meel
bakken gegoten en droog door de
zwijnen opgenomen. Water wordt in
een speciale drinkbak afzonderlijk ge
geven.
2) De nieuwere manier in Nederland
algemeen gebruikt en door Redt Zei-
ven als de beste aangenomen
Men maakt van het meel een tame-
lijk dikke pap, die men vervolgens in
de eetbakken giet. Men voedert 2 maal
daags en voor zooveel de zwijnen hun
goesting eten, niet meer niet min. Om
de gepaste hoeveelheid meel te vinden,
moet men nagaan dat de dieren na 10
15 minuten hun eetbak volledig en
zuiver uiteten. Als dit niet gebeurt moet
men ze minder geven.
Water dient bijzonder bijj warm
Weder afzonderlijk gegeven.
Deze voedermethode is de voordee-
ligste, omdat
a) De zwijnen op regelmatSge tijdstip
pen eten en dus ook regelmatig rusten,
hetgeen het verteren der voedingstoffen
sterk bevoordeeligt.
b) Er geen voedsel kan verloren
gaan, wat wel eens gebeurt met droog-
voeder.
BELANGRIJK.
De varkensvoeders R.LI.Z. .zijn zoo
samengesteld dat er GEEN ENKEL
ANDER MEEL mag aan toej gevoegd
worden. Ze zijn een volledig v< >eder.
Wel is bet zeer voordeelig in den
Zomer wat groenvottdex, zooals gras,
klavers, enz. en in den Winter wat ruwe
beeten bij te geven.
Wanneer men afgeroomde melk bij-
voedert, moet het rantsoen aangevuld
worden door 20 °/0 gerstemeeJ. Dit
laatste mag thans ook vervangen wor
den door gekookte aard'appeletn-
Overgangstijdstip.
Het spreekt vanzelfe dat men. bij de
zwijnen niet plotseling- mag vet anderen
van voedermethode. R4en be^gfnt met
een klein deel, men vecmeerdere dage
lijks om op een tijdbtip van circa
14 dagen volledig de nieuwe m,3t»ier te
volgen.
Over Kalveren
en Kaivermelen
Het beste voeder voor het kalf is de
moedermelk het natuurlijk voed» el
der eerste tijden.
Gezien we alle belang hebiben dk t
melk te verkoopen of in boter om te
ïetten, moeten we aan het kalf dbt
geven wat we het door het ontnemen
der moedermelk onttrekken.
Ons steunende op deze waar'/iefcf
hebben wij volgens wetenschappelijke
berekeningenen proeven, ons ka (ver
meel samengesteld.
De voeding der Vetkf il veren.
Zoowel voor kweek- als voor vet-
kalveren zal men de eerste p ïelk (b. lest-
melk), welke de koe na het kalven geeft,
minstens een deel aan het kalf geven,
omdat de biestmelk stoffen bevat welke
de ingewanden van het pasgeboren dier
moeten ontlasten van het darmpek (me
conium), t.t.z. de onzuiverheden welke
er zich binst den duur van de dracht
hebben opgehoopt. De eerste 5 tot 6
dagen is de melk ongeschikt voor ge
woon gebruik en moet ze alleszins aan
het kalf vervoederd worden.
Het vetten der kalveren kan op ver
schillende manieren gebeuren.
1. Uitsluitend met volle melk.
Men geeft aan het kalf hoeveelheden
volle melk per dag, die overeenstemmen
met 1/5 tot 1/7 van zijn levend gewicht.
Op het einde worden er nog eieren aan
toegevoegd.
Op deze wijze gebruikt een kalf on
geveer 12 liter volle melk om I kg. in
gewicht toe te nemen. Deze methode is
niet aan te raden, omdat elke kilo
dat het kalf vermeerdert in gewicht ons
veel te duur kost.
2. Met afgeroomde melk en bij
voeging van Vetkalvermeel R.U.Z.
Men gaat tewerk gelijk in vorig ge
val, doch voor elke liter afgeroomde
melk, die in 't rantsoen voorkomt, voegt
men 25 tot 30 gram (2 soeplepels) Vet
kalvermeel R.U.Z. bij, dat zeer ver
teerbaar is en rijk aan koolhydraten en
vet, doch weinig eiwit bevat. Dit meel
bevat altijd een zeker geslibd krijt,
krijt, om het zuur bij de kalveren te
voorkomen. Dit is wel de eenige manier
om kalveren te vetten, die ons winst
kunnen geven.
Het is ook niet af te raden in het
rantsoen altijd een kleine hoeveelheid
volle melk te behouden, doch dit ver
hoogt rechtstreeks de kostprijs per kg.
die we zoo laag mogelijk moeten houden.
Nu. om een goed vetkalf te bekomen
is het nog niet voldoende het een over
vloedig en zeer verteerbaar voedsel toe
te dienen, bijzonder rijk aan koolhydra
ten en vet, het is ook noodig het kalf te
plaatsen in een zuiver, rustig en donker
hok waar het zich zoo weinig mogelijk
kan bewegen.
Voeding der Kweekkalveren.
Bij het opkweeken van kalveren tracht
men ook wel een normale gewichts
vermeerdering te verkrijgen, doch hier
moet het aangezette vleescb niet wit en
malsch zijn, maar wel bloedrijk en
gezond.
De kweekkalveren moeten over veel
licht en lucht beschikken en volop
beweging genieten. Hun rantsoen moet
zoo samengesteld zijn dat het hen toe
laat sterkere beenderen en stevig ont
wikkelde spieren te vormen. Het voeder
moet dus rijk zijn aan mineralen en
eiwit. Het rantsoen van kweekkalveren
moet minder verteerbaar zijn dan van
vetkalveren om de ontwikkeling der ver
schillende maagafdeelingen te begun
stigen en deze aldus later geschikt te
maken tot het opnemen en verteren van
groote hoeveelheden ruw voedsel.
Om aan al de voorwaarden der doel
matige voeding te voldoen, geeft men
de eerste 14 dagen niets dan volle melk,
zoo mogelijk van de eigen moeder.
De hoeveelheid verhoogt men stilaan
zoodat men op den 14en dag 9 10 liter
melk geeft-
Vanaf den 14en dag verandert men
om de drie dagen
1 liter volle melk door 1 liter afge
roomde melk en 30 gram kweekkalveren-
meel.
Als het kalf dus 6 weken oud is be
komt het 9 liter afgeroomde melk en
270 gr. kweekkalverenmeel.
Dit rantsoen houdt men zoo mogelijk
tot 2 1/2 maand, doch verhoogt men
geleidelijk het kweekkalverenmeel met
.15 gr. per dag.
Op 2 1/2 maand krijgt dus het kalf
per dag 9 liter afgeroomde melk en 700
gr. kweekkalverenmeel.
i Vanaf 2 1/2 maand vermindert men
de hoeveelheid afgeroomde melk met
1 liter per week en geeft dan 30 gram
meel meer.
Op 4 1/2 maand krijgt dus het kalf
circa 1 kg. kweekkalverenmeel en geen
afgeroomde melk dit moet zoo blijven
tot 6 maanden.
Daarna kan men geleidelijk overgaan
op pinkenmeel.
Zoo spoedig mogelijk laat men de
kalveren wat prima hooi of gras eten en
na het spenen ook bieten en knollen.
Indien men bij jonge kalveren afgang
of diarrhee waarneemt, dan geeft men
de kalveren 2 dagen niets dan 2 a 3 liter
lauw water per maaltijd met 10 klontjes
suiker om dan trapsgewijze het vroe
gere rantsoen toe te dienen.
Gebruikswijze
der Kaivermelen R. U.Z.
Men zet het meel afzonderlijk voor
elke maaltijd te week in een weinig
koud water, om daarna er warm water
(niet kokend) op te gieten, alvorens het
te mengen met de afgeroomde melk. De
afgeroomde melk mag niet zuur zijn,
daar dit een slechten invloed heeft op
het spijsverteringsstel en er zoo afgang
of diarrhee bij de kalveren teweegge
bracht wordt. ('t Vervolgt).
Enkele nuttige inlichtingen voor onze lezers.
(3de bijdrage)
Ter aanvulling van de uiteenzetting
verstrekt in 44 De Koornbloem van
12 December 1937 en van 2 Januari,
lichten wij in deze bijdrage nog enkele
bepalingen toe der wet op de militie en
de dienstverplichtingen verschenen in
het staatsblad van 18 Februari 1937.
Vervroegde oproeping.
Vervroegde oproeping voor den le
gerdienst kan bekomen worden door
den militieplichtige in de wervings
reserve ingeschreven, in het jaar tijdens
hetwelk hij 18 of 19 jaar oud wordt,
mits hij voor den dienst geschikt wordt
bevonden.
De aanvraag tot vervroegde oproe
ping dient schriftelijk of mondeling, te
gen ontvangstbewijs, gedaan bij het ge
meentebestuur waar de militieplichtige
in de wervingsreserve is ingeschreven en
zulks van den l"'" tot 20"tn Januari van
het jaar waarin de militieplichtige zijn
De Waalsche senator Limage bracht
verslag uit over het ontwerp van be
grooting van Landbouw dat aanhangig
gemaakt werd bij de Eerste Kamer.
De verhoogde kredieten.
Uit de ontleding der verhooging van
dit jaar (17.832.468 fr. Red) blijkt dat de
nieuwe kredieten hoofdzakelijk op de
uitgaven voor personeel slaan, uit hoof
de van de normale weddeverhoogingen
en van de aanwerving van nieuwe be
dienden met het oog op de uitvoering
van een meer uitgebreid landbouwpro
gramma.
Hierbij dient gevoegd dat de voor
ziene kredieten voor de persooneelsuit-
gaven niet zullen volstaan. Zij werden
berekend op voet van 105 °/o en thans
reeds moeten zij. ingevolge de stijging
van het indexcijfer, op voet van 110 °/o
uitbetaald worden.
De toelagen en tegemoetkomingen.
Verder wijst er de h. Limage op dat
de toelagen en tegemoetkomingen even
eens voor 45 'Io tusschenbeide komen
van het bedrag der bij hoofdstuk II
voorziene verhooging.
Zooals wij reeds in "De Koornbloem„
aantoonden, bedragen deze nieuwe kre
dieten hoofdzakelijk: 1.700.000 fr. voor
bestrijding van tuberculose uit uieront
steking 2.500.000 fr. voor de bevorde
ring van de kaasproductie; 1.700 000 fr.
voor verbetering der stallen en 1.800.000
fr. voor den zuiveldienst.
Met genoegen stelt de Commissie de
ze Bnaociëele inspanning vast en brengt
hulde aan het initiatief van den Minister.
Schaduwzijden.
De Commissie betreurt evenwel dat
de Minister zich geen rekenschap heeft
gegeven van den moeilijken flnanciëelen
toestand der provinciale landbouwka-
mers, provinciale landbouwmaatschap-
pijen, landbouwcomices, enz.
Dezer bestaan moest gered worden
door verhoogde kredieten.
Herhaaldelijk werd vroeger, naar
aanleiding van de bespreking van de
begrooting, de aandacht op deze nood
zakelijkheid gevestigd. Deze maatschap
pijen verkeeren in grooten financieelen
nood. Het gemis van geldmiddelen ver
lamt hen in hun actie en belet hen naar
behooren de opdracht te vervullen die
hen toebedeeld is en waarvoor zij in het
leven werden geroepen.
Men verwijt hen ten onrechte hun
werkloosheid. De voorziene kredieten
laten hen niet toe hun doel na te stre
ven de studie van landbouwvraagstuk
ken, de inrichting van proefnemingen,
demonstraties en wedstrijden.
Bij gebrek aan meerdere belangstel
ling vanwege de Regeering zullen deze
maatschappijen verdwijnen.
De Commissie betreurt dat de Regee-
ring geen amendementen tot verhooging
dezer kredieten kan in overweging ne
men. De Minister zal evenwel de moge
lijkheid onderzoeken bedragen van an
dere artikelen der begrooting hiervoor
aan te wenden.
Landbouwattaché's.
De lezers van "De Koornbloemher
inneren zich dat, twee maand geleden,
in ons orgaan een hoofdartikel gewijd
werd aan de noodzakelijkheid van land-
bouwattachés gehecht bij onze gezant
schappen in het buitenland.
Met groot genoegen zullen zij dan
ook vernemen dat de Commissie van
Landbouw van den Senaat meent dat de
mogelijkheid moet overwogen worden
handelsagenten te benoemen in de ver
schillende landen waar onze belangen
op het spel staan, waar het aanknoopen
van nieuwe handelsbetrekkingen de
uitbreiding van ons afzetgebied zou
kunnen bevorderen, zooals in de Veree-
nigde-Staten, in Frankrijk, in Italië, in
Duitschland. Met nadruk vraagt de
Commissie dat de Minister met dezen
wensch rekening zou houden.
Het Landbouwbulletijn.
Na haar aandacht besteed te hebben
aan den nederigen toestand van bepaal
de beambten van het Ministerie.betreurt
zij het niet meer verschijnen van "Het
Landbouwbulletijn,, dat zijn talrijke
lezers nauwkeurig inlichtte over alles
wat officieel de landbouwwereld, zoo
professionneel als technisch kon interes
seeren. De verschillende inlichtingen en
de afwisselende documentatie die men er
kon in vinden, waren van het hoogste
nut. Dit blijkt vooral sedert het verdwij
nen van dit tijdschrift.
De Prijskampen van rundsvee.
De Commissie meent dat het in de
bedoeling van den Minister ligt de toe
lagen te onttrekken aan de gewestelijke
prijskampen van rundsvee. ingericht
door de landbouwvereenigingen of
- groepeeringen als de provinciale land-
bouwkamers, de landbouwcomices, enz.
Zoo men kan de meening toegedaan
zijn dat er moet te keer gegaan worden
tegen de veelvuldigheid en de verschei
denheid der kleine prijskampen, dan
komt het tevens zeer gevaarlijk voor
door een te zeer beperkenden maatregel
in het tegengesteld euvel te vervallen.
De prijskampen worden op prijs ge
steld. Ze zijn een aanmoediging en een
centrum van belangstelling. De gewes
telijke prijskampen zijn des te kostbaar
der voor den veeteelt, vermits zij hoofd
zakelijk de kleine kweekers aanbelangen.
Tenslotte, verzoekt de Commissie den
Minister de bevoegde organismen te
raadplegen.
De Silo's en de verbetering der j
stallen.
Wat de toelagen betreft voor het
fZie vervolg onderaan hier neven), j verslag
zeventiende of achttiende jaar volbrengt.
Na dezen termijn kan de aanvraag tot
vervroegde dienstneming enkel ingewil
ligd worden om redenen geldig geacht
door den Minister van Binnenlandsche
Zaken aan wien de aanvraag bij voor
keur aangeteekend dient gezonden uiter
lijk 15 volle dagen vóór den sluitings
datum der zitting van de werfbureaux.
Deze aanvraag moet door den mili-
tiaan zelf worden gedaan. Zij moet ver
melden plaats en datum zijner geboorte,
de gemeente waar hij voor de militie is
ingeschreven, zijn juist adres en de rede
nen welke hij inroept om het laattijdig
indienen zijner aanvraag te rechtvaar
digen.
Uitstellen.
De wet voorziet twee soorten van
uitstel
1) het onbepaald uitstel dat gelijk staat
met de vrijstelling van werkelijken dienst;
2) de tjjdelijke uitstellen welke op
hunne beurt onverdeeld worden in ge
wone en buitengewone uitstellen. Deze
laatsten kunnen, zooals verder zal wor
den aangetoond, leiden tot vrijstelling
van werkelijken dienst.
I. Het onbepaald uitstel.
leder mllitiaan, met ten minste vijf
broeders en zusters in leven, heeft op zijn
aanvraag, recht op onbepaald uitstel
(vrijstelling van werkelijken dienst) op
voorwaarde
1) dat geen zijner broeders, als lid van
een kroostrijk gezin, van den dienst
werd vrijgesteld of onbepaald uitstel
kreeg
2) dat het gezamenlijk inkomen van
zijn vader en moeder (of van de perso
nen met dezen gelijkgesteld) niet hooger
loope dan
10.000 fr. in gemeenten met minder
dan 5000 inwoners
12.000 fr. in gemeenten met 5000 tot
29999 inwoners;
15.000 fr. in gemeeten met 30.000 in
woners en meer.
Deze bedragen worden verhoogd met
een vijfde per persoon ten laste, doch de
verhooging wordt voor al de categoriëu
van gemeenten opgevoerd tot 4000 fr.
(Zie vervolg op de 2de bladzijde)
bouwen van silo's en de verbetering der
stallen, betreurt de Commissie dat de
landbouwers verstoken blijven van alle
toelage, van het oogenblik dat zij over
een kadastraal inkomen van meer dan
15.000 fr. beschikken. Zoo sommige ge
goede eigenaars uitgeschakeld worden,
blijft het niet minder waar dat deze
maatregel talrijke middelmatige en
groote landbouwers treft die zouden be
reid zijn aan hun stallingen de noodige
veranderingen te brengen om een onont
beerlijke verandering te verwezenlijken.
De Wateringen.
Sedert vele jaren ontvangt de Com
missie gerechtvaardigde klachten van
wege de betrokkenen bij den bouw of
het onderhoud van wateringen en de
droogmaking der gronden.
Totnogtoe bleven deze klachten om
zoo te zeggen zonder gevolg. Het De
partement riep het gebrek aan personeel
in, bewerend niet te kunnen voldoen
aan de ingezonden aanvragen.
De Regeering zou zich rekenschap
moeten geven van het nationaal belang
om deze moerasgronden gezond en pro
ductief te maken om te verhinderen dat
ze teloor gaan voor de voortbrengst.
Het Landbouwonderwijs.
De Commissie betreurt dat het land
bouwonderwijs practisch aan het toe
zicht van het Ministerie van Landbouw
ontnomen werd om gehecht te worden
bij het Ministerie van Openbaar Onder
wijs, waarvan de bevoegdheid kan be
twist worden.
Het Ministerie van Landbouw moet
de leiding en het toezicht van het land
bouwonderwijs behouden.
In onze volgende bijdrage zullen wij
den toestand van den landbouw onder
zoeken, aan de hand van het Scnaats-
TELEFOON 267.