DE HOPKWESTIE
OVER DE GRENS.
De Verdeeling der
Landbouwprodukten
Arbeid ac
lelt*
Landbouwweekblad
Voor eo door de Landbouwers
Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven
ZQNDAG 20 FEBRUARI 1938
Prijs 35,2centiem
20de JAARGANG Nr 998
Abonnementsprijs 15 fr. 's jaars.
Men schrijft in op ons
Bureel en op alle postkantoren.
Het overnemen van artikelen
zonder aanduiding der bron
ia streng verboden.
Bestnurder en verantwoordelijke Opateller
O. CAUDRON
Bareel en RedactieZeebergkaai, 4, Aalst.
De me
verantwoon
b
dewerkera zijn
lelijk voor hunne
Ij dragen.
Aankondigingen volgena
akkoord.
Het zal aan onze talrijke leden-hop-
kweekers genoegen doen te vernemen
hoever we het nu gebracht hebben in
den strijd voor het behoud van de hop
teelt.
Men herinnere zich het verzoekschrift
aan den Minister van Landbouw, uit
gaande van het Stedelijk Landbouwko-
miteit van Aalst, de Hopkweekersbond
en Redt U Zeiven, en dat verscheen in
ons blad van 26 December 1937.
De hopkwestie was het onderwerp
van verscheidene besprekingen met den
heer Pierlot, Minister van Landbouw.
Tenslotte heeft de Minister stelling ge
nomen in zijn redevoering, uitgesproken
in den Senaat op 1 Februari 1938, en
waarvan we de algeheele tekst verder
laten volgen.
We bestatigen met genoegen dat de
heer Pierlot een deel onzer vooruitge
zette redmiddelen bijtreedt maar er
enkele van de bijzonderste onaange
roerd laat of verwerpt.
Volgende punten werden niet aange
rukt
1. Wat er zal gedaan worden met de
afgekeurde hop in het binnenland.
2. Welke regeling er gaat getroffen
worden voor het toekennen van officieel
merk en lood aan de geperste balen van
de kooplieden.
3. Welke kontrool we krijgen op de
hoedanigheid der uitgevoerde hop.
Verder verwerpt de Minister in prin
ciep het stelsel van verhooging der in
voerrechten alhoewel hij den weg open
laat zeggeade t Zoo een verhooging
der tolrechten in overweging kan ge
nomen worden, zou het in alle geval
slechts in een voorzichtige mate zijn, als
verdediging tegen een abnormale mede
ding.
Wat we bekomen hebben.
Laat ons zeggen dat de heer Pierlot
den goeden weg ingeslagen is, alhoewel
hij zeer voorzichtig, wellicht te voor
zichtig, is waas hij denkt de belangen
van brouwers en kooplieden te schaden.
We moeten aan den heer Minister
doen opmerken dat de beweringen der
brouwers niet heelemaal juist zijn, ge
zien er niet alleen uitgelezen hop wordt
ingevoerd, welke naar hun meening on
misbaar is voor de fijne bieren, maar dat
er ook hop van mindere en zelfs van
gemeene hoedanigheid het land binnen
komt.
Laten we aannemen dat voor de
dure en voor de brouwerij onmisbare
soorten geen verhooging van invoer
rechten wordt geduld, dan kan dit niet
gelden voor die soorten die een ongelijke
mededinging aandoen aan onze inland-
sche producten.
Juist daarom dient door den heer
Minister een onderzoek ingesteld naar
de hoedanigheid der ingevoerde hop en
dient strenger opgetreden voor het toe
kennen van officieel lood en merk.
We dringen ten zeerste aan opdat
voor de gewone soorten het invoerrecht
op 500 frank zou worden gebracht. Deze
gelden kunnen worden gebruikt om de
goede inlandsche hoppe te steunen.
We geven hoogergemelde regels ter
overweging aan den heer Minister van
Landbouw en hopen dat hij niet nalaten
zal alle middelen te gebruiken om onze
hopteelt van den ondergang te bewaren.
Hier volgt de rede van Minister
Pierlot
De hopteelt in België ondergaat se
dert jaren een zeer ernstige crisis. Van
4000 hectaren in 1880 bebouwd, is de
productie gevallen op ongeveer 850 hec
taren. België voert elk jaar een hoeveel
heid hop in, die soms 40.0C0 centenaar
bereikte en die, tegenwoordig nog, meer
dan 20.000 centenaar bedraagt.
Deze crisis vindt haar oorsprong in
de nieuwe behoeften der brouwerij. Te
genwoordig worden vooral de bieren
met lage gisting gevraagd, en de pro
ductie moet zich aanpassen aan het
verbruik.
Een Nationaal Hopcomité werd in
Juli 1936 opgericht op een basis van
samenwerking tusschen het bestuur, de
producenten en de nijveraars. Het Na
tionaal Fonds voor wetenschappelijk
onderzoek verleent zijn medewerking.
Het Comité omvat drie afdeelingen. De
landbouwkundige afdeeling, voorgezeten
door een directeur-generaal van het de
partement, bestudeert de keuze en de
uitlezing der variëteiten, de verbetering
en de vrijwaring der hopteelten en alles
wat betreft de techniek der voortbrengst.
De ontleedkundige afdeeling houdt zich
bezig in samenwerking met de brouwerij
instituten en de laboratoria der verschil
lende brouwerijen, met de studie der
doseering en met verschillende proeven.
De brouwerij-afdeeling, voorgezeten
door Prof. Verhelst, voorzitter van den
Algemeenen Bond der Belgische Brou
wers, houdt zich meer rechtstreeks bezig
met de industrieele zijde van het vraag
stuk.
Ten aanzien van de onmiddellijk prac-
tische verwezenlijkingen, moet men
vooreerst de belangen der kweekers en
der brouwers trachten te verzoenen. Er
bestaat tusschen deze beide beroeps-
categoriëen een grondig misverstand.
Veel landbouwers beweren dat de Bel
gische brouwers zich stelselmatig van
hun waren afkeerendat zij de waar niet
op haar prijs betalen hoe dan, zeggen
ze, te denken aan een productie van
kwaliteit met een vermindering van ge
wicht, die niet vergoed wordt door
hoogere verkoopprijzen. Van de zijde
der brouwers wordt geantwoord dat al
de hop van goede kwaliteit tegen een
hoogen prijs wordt betaald, maar dat
het in sommige streken moeilijk is er zich
Iaan te schaffen. De waar is niet homo
geen genoeg en de markt is niet der
wijze ingericht dat de zaken vergemak
kelijkt worden, namelijk betreffende de
overeenstemming der waar met het
monster.
Ik ben overtuigd dat de huidige toe
stand niets opzettelijks heeft. De brou
wers hebben er belang bij in België zelf
goede hop te vinden, liever dan ze in te
voeren, bezwaard met de kosten van
vervoer, douane en behandeling.
De noodige maatregelen zullen ge
troffen worden opdat, van af de opening
van het aanstaande teeltseizoen, de
kweekers de niet meer voor den handel
geschikte soorten met het grootste ge
mak kunnen vervangen en er zullen ern
stige aanmoedigingen in geld worden
verleend aan hen, die, volgens de raad
gevingen der Rijkslandbouwkundigen,
hun aanplantingen willen verjongen.
De regeling om de teelten tegen de
ziekte te vrijwaren is thans aan herzie
ning onderworpen.
De bepalingen, die de landbouwers
verplichten tot de noodige besproeiingen
over te gaan, zullen streng toegepast
worden onder de sanctie van de bij de
wet voorziene straffen en onder de nog
meer doeltreffende sanctie van de uit
sluiting uit sommige markten. Het mag
niet zijn dat de zorgvuldige landbouwer
het slachtoffer zou zijn van de nalatigheid
zijner geburen.
Belangrijke tegemoetkomingen zullen
insgelijks verleend worden voor het
bouwen van eesten, ingericht volgens de
meest moderne stelsels. In haar groote
lijnen zijn de aanmoedigingen, te dien
opzichte vastgesteld, gelijk aan het stel
sel, dat wordt toegepast voor het bou
wen van silo's.
(Vervolg toekomende week).
Onze Spaansche reportage.
Ontevredenheid van een officier der Carlisten.
Anderhalve maand hebben we in nationalistisch Spanje rond
gezworven en de reeks artikels, die we in December waren
begonnen, moeten onderbreken, omdat er in heel nationalistisch
Spanje geen mensch te vinden was die Vlaamsche brieven kon
censureeren Thans zetten we onze reportage voort...
III.
San Sebastian.
In een prachtige villa als verscholen
in een grooten tuin brengen we een be
zoek aan de onofficieele Spaansche ver
tegenwoordigers der nationalistische re
geering in Frankrijk. Te Brussel had
men ons dit adres meegegeven. Daar
zou men zorgen om ons veilig over de
grens te brengen.
We worden er allervriendelijkst ont
vangen door Markies de M. en heer C„
een Catalaan, die vroeger, naar schat
ting, 100 millioen peseta rijk was. Zijn
groote fabrieken in de buurt van Barce
lona heeft hij moeten verlaten.
Op een tafeltje in 't licht van het eene
venster van het vertrek liggen stapels
boeken en vlugschriften. Men mag er
uit kiezen wat men wil. De heeren vra
gen niet beter dan de journalisten, voor
zij naar Spanje vertrekken, zoo goed
mogelijk te documenteeren.
We praten een tijdje en komen daar
na overeen dat markies de M. ons in
den namiddag met zijn rijtuig naar San
Sebastian zal brengen.
Over Hendaye gaat de tocht naar de
beruchte Internationale Brug die over
de Bissasoa Frankrijk aan Spanje bindt.
Het begint reeds te duisteren wanneer
we daar aankomen. In de diepte aan de
overzijde branden de lichten van Irun.
Van Fransche zijde worden onze pas
poorten nauwlettend onderzocht en na
dat alles in orde is gebleken, worden zij
nog met enkele stempels verrijkt. En dan
gaat het traagjes over de brug.
Aan de overzijde wapperen rood-
geel-roode vlaggen. Een paal. die als
barreel dienst doet, wordt omhoogge-
draaid en we zijn op Spaansch grond
gebied.
De markies is hier als thuis. Hij brengt
ons van het bureeltje waar onze pas
poorten nogmaals met enkele stempels
worden verrijkt, naar den douanepost
waar onze valiezen worden onderzocht.
De agenten schijnen echter alleen te let
ten op druksels. Om mijn reis te korten.
had ik een aanzienlijk getal dagblad
knipsels en vlugschriften, handelend
over den Spaanschen oorlog meegeno
men. De douaan kijkt ze wantrouwig na.
Er zijn er in 't Fransch, in 't Engelsch,
in 't Duitsch en in 't Nederlandsch
en hij begrijpt er niets van. Markies de
M. moet al mijn paperassen voorloopig
in bewaring nemen en ze op de cen
suur laten nalezen.
Dan zijn we overmorgen hier nog
niet weg, spot ik.
De markies schijnt zich daarover geen
zorgen te maken.
Na het nazicht der valiezen moeten
we in een klein bureeltje. Achter een
lessenaar zit een jonge Spanjaard. Voor
hem ligt de vuurroode muts der Car
listen.
Hoeveel geld hebt ge bij u
We moeten al ons geld neertellen en
daarvan schrijft hij het bedrag nauw
keurig in ons paspoort. Met pesetas mag
men binnen noch buiten. En telkenmale
dat we ergens in een bank deviezen in
Spaansch geld zullen omzetten, moet
dat in ons paspoort worden ingeschre
ven. Met hetgeen er ons na de reis aan
deviezen nog overblijft, mogen we vrij
buiten.
En daarmee was het nog niet gedaan.
Iets verder, in een verlaten huisje,
moeten we ons laten fotografeeren en
de vingerafdrukken laten nemen. Juist
alsof we boeven waren krijgen we een
nummer.
Voorzorgen tegen spionnage, legt
een jonge falangist ons uit.
We wippen terug den auto in en nu
gaat het naar den militairen post van
Irun. Daar moeten voor ons telegram
men uit Salamanca liggen en zijn die
er niet dan kunnen we onverrichterzake
terug naar Frankrijk.
Het militair bureel van den grenspost
van Irun, waar vroeger de beruchte
commandant Troneoso de lakens uit
deelde, is ondergebracht in een schoone
villa. Voor de tuinp -ort staat een sterke
wacht die ons vriendelijk groet wel
fde vervolg onderaan hierneven)
j Schreeuwende wanverhouding tusschen de prijzen bekomen
door den landbouwer en deze betaald door de verbruikers.
Het vraagstuk der verdeeling der
landbouwproducten kwam ook te berde
bij de bespreking der landbouwbegro
ting in den Senaat.
Ter zitting van 1 Februari wees de
liberale Senator Criquelion op de wan
verhouding tusschen de prijzen van het
slachtvee bekomen door den veehouder
en deze opgelegd aan de verbruikers.
Hij drukte zich uit als volgt
Een onderzoek omtrent de winsten
der tusschenpersonen zou uitmaken wie
voor de duurte van het slachtvee aan
sprakelijk is.
Inzake den handel in dieren die uit
noodzaak werden geslacht of tegen la
gen prijs worden verkocht, bestaan er
grove misbruiken. Dikwijls wordt dat
vleesch als vleesch eerste keus voort-
verkocht. De verbruiker betaalt een
hoogen prijs, terwijl de landbouwer een
bespottelijk lage som heeft getrokken.
Alleen de tusschenpersoon heeft, ten
nadeele van den verbruiker en den land
bouwer, schitterende zaken gemaakt
Ter zelfde zitting verklaarde de socia
listische Senator Heyndels t Wij willen
dat de boeren loonende prijzen voor
hunne producten bekomen.
Maar gaat het voordeel der stijging
van den botetprijs wel naar de kleine
licht omdat markies de M. er bjj is.
Voor de ingangsdeur van de villa staat
een jonge Carlist. En dan treedt men in
de bureelen. Enkele officieren en enkele
dactylos.
Markies de M. kent hier den weg.
Een officier snuffelt in een hoop pape
rassen. Zoekt en blijft zoeken. Vergeefs.
Er zijn geen telegrammen toegekomen.
Wat nu, kleine man I
De officier belooft ons Salamanca op
te bellen.
We kunnen intusschen deze pa
pieren laten censureeren. stelt markies
M. voor.
Op de eerste verdieping heeft de cen
suur hare bureelen. Een niet al te ruime
kamer waar vijf, zes personen aan 't wer
ken zijn. Stapels brieven op de tafels.
Niets wordt naar het buitenland ver
zonden, zonder dat het eerst hier wordt
nagepluisd.
Een officier der Carlisten bladert in
mijn dagbladknipsels.
Uit welk dagblad komen de Duit-
sche artikels
Westdeutscher Beobachter.
Een officieel orgaan der nationaal-
socialisten
Ja.
Goed.
Enkele artikels van The Times die
niet zoo gunstig zijn voor de nationalis
ten, merkt hij niet. Hij heeft de hand
gelegd op een klein vlugschrift dat door
de zorgen van een Spaansch propagan-
dabureel in het buitenland is uitgegeven.
Daarin tracht steller te bewijzen dat de
programma's der falangisten en carlisten
een en hetzelfde zijn. En om dit duidelijk
te maken heeft hij aan de eene zijde van
het blad het programma der falangisten
afgedrukt en telkens als "pendant» een
punt uit het programma der Carlisten.
N ochtans hier en daar heeft hij niets ge
vonden en zijn er witte vlekken overge
bleven. Dit intrigeert onze Carlist ten
zeerste. Hij is er ook niet mee eens. Voor
ieder punt van het programma der falan
gisten hebben de Carlisten iets in de
plaats te stellen, beweert hij. Zou het
dan toch waar zijn dat Carlisten en fa
langisten als kat en hond overeenkomen,
zooals men het ons, voor ons vertrek,
gezegd had?
Wil u het boekje hebben? vra
gen wij.
Gaarne.
Hij slaat mijn bundel paperassen toe.
Inmiddels heeft men uit Salamanca
geantwoord, dat we vrij in Spanje mo
gen. Onze "salvoconducto„ wordt afge
stempeld. We wippen opnieuw in den
auto en door den duisteren avond snor
ren wij naar San Sebastian, de hoofd
stad van Guipuxoa.
boeren Velen onder hen verkoopen
hun melk aan de melkerijen en deze zijn
het die de melk in boter omzetten en dus
de winst van de stijging van den boter-
prijs opstrijken, ten koste van de kleine
boeren en van de verbruikers
Senator Heyndels is volgens ons in
ziens op een verkeerd spoor, want de
meeste melk wordt in samenwerkende
melkerijen behandeld, en waar de boe
ren uitgebuit worden door de groote
melkerijen zullen ze wel den moed heb
ben eene samenwerkende te stichten.
De heer Pierlot, minister van Land
bouw, roerde het vraagstuk aan waar
hij verklaarde
Het vraagstuk van de verdeeling der
waren moet vroeg of laat worden opge
lost. De moeilijkheden aan die econo
mische betrekkingen verbonden wegen
zwaar op den landbouwerstand en op
de verbruikers.
Nooit werd in deze laatste maanden
de boter verkocht tegen 30, 31, 32 fr„
welke prijzen betaald worden bij de
kleinhandelaars. De gemiddelde prijs is
tegenwoordig ongeveer 25 frank.
De prijs van het rundvleesch is ge
bleven tusschen 5 en 6 frank levend ge
wicht het varkensvleesch werd gemid
deld verkocht tegen 5,43 fr. die prijzen
zijn beneden de kostprijzen, of in alle
geval zij laten geen winstmarge.
De voortbrenger, die er kapitaal in
steekt besteedt een langdurigen arbeid
aan de voortbrenging der waar en loopt
gevaren. Hij heeft recht op een grootere
winst en zekerheidsmarge dan de tus
schenpersoon. Het aantal kleinhande
laars is zóó groot, de distributiekosten
zijn zóó hoog, dat vele kleinhandelaars,
alhoewel zij prijzen buiten verhouding
met de geleverde waar eischen, toch nog
karig bedeeld zijn.
Feitelijk is het doen dalen der kost
prijzen een werk van langen duur, waar
van men geen onmiddellijke uitslagen
mag verwachten. Het zou trouwens ge
vaarlijk zijn te gelooven aan een nooit
ophoudenden vooruitgang in die rich
ting.
Die kwestie heeft een algemeen ka
rakter, doch de landbouw heeft het
grootste belang bij haar oplossing.
Zoodra men het vraagstuk aanvat
bevindt men zich voor moeilijkheden die
eigen zijn aan de economische en sociale
structuur van ons land.
In sommige landen wordt de klein
handel een soort van openbare onderne
ming. Is die elastische oplossing beter
dan de toestand waarover wij ons be
klagen Zulks lijkt mij twijfelachtig.
Dergelijk stelsel voert uiteindelijk naar
de verdwijning van den middenstand.
Hervormingen zijn op dit gebied gebo
den. De vermindering van den kosten-
den prijs zal niet volstaan, een betere
winstverdeeling zal noodig zijn.
De Minister van Landbouw zal niet
het jaar 1939 afwachten om te handelen,
zooals hij het beloofd heeft
Tot daar de Minister Pierlot.
Enkele senatoren en de Minister van
Landbouw hebben dus de wanverhou
ding tusschen de prijzen betaald aan den
voortbrenger en deze opgelegd aan den
verbruiker aangeklaagd en zijn van mee
ning dat het zoo niet kan blijven voort
duren.
Onze boeren waren echter meer ge
holpen met een uiteenzetting der maat
regelen welke onverwijld zullen worden
getroffen om deze wanverhouding te
doen eindigen en om hen als voort
brengers een behoorlijken prijs te ver
zekeren.
Dit vraagstuk der verdeeling van de
waren is er geen dat vroeg of laat moet
worden opgelost zooals de Minister
verklaarde, doch wel een dat een drin
gende oplossing vergt en wel om de
volgende redenen
1) Het is volstrekt in strijd met een
gezonde economie en bovendien hoogst
onrechtvaardig dat de voortbrenger die
kapitaal en langdurigen arbeid heeft
besteed, en veelal niet geringe bedrijf»*
TELEFOON i 267.