Staatstoelagen voor de
Hopplanters.
De Landbouw
in het Parlement
Arbeid adelt.
Landbouwweekblad
Voor en door de Landbouwers
Het angstwekkend Bodemvraagstuk.
Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven
mm ZONDAG 20 MAART 1938
Prijs 35au,centlem
20de JAARGANG Nr 1002
Abonnementsprijs 15 £r. 's jaars.
Men schrijft in op ons
Bureel en op alle postkantoren.
Het overnemen van artikelen
zonder aanduiding der bron
is streng verboden.
Bestuurder en verantwoordelijke Opstelier
O. CAUDRON.
Bareel en Redactie i Zeebergkaai, 4, Aalst.
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hnnne
bijdragen.
Aankondigingen volgens
akkoord.
In de rede, die de heer Pierlot, Mi
nister van Landbouw, op 1 Februari 1.1.
in den Senaat uitsprak, zegde hij n.l. het
volgende
44 De noodïge maatregelen zullen ge
troffen worden, opdat vanaf de opening
van het aanstaande teeltseizoen, de
kweekers de niet meer voor den handel
geschikte soorten met het grootste ge
mak kunnen vervangen en er zullen ern
stige aanmoedigingen in geld worden
verleend aan hen, die, volgens de raad
gevingen der Rijkslandbouwkundigen,
hun aanplantingen willen verjongen
Verder verklaarde hij nog
Belangrijke tegemoetkomingen zul
len insgelijks verleend worden voor het
bouwen van asten, ingericht volgens de
meest moderne stelsels
Wij hebben het genoegen aan onze
lezers kennis te geven van de toelagen
die er kunnen bekomen worden, alsook
van de voorwaarden die door het De
partement van Landbouw gesteld wor- j
den
REGLEMENT
Toelagen voor het vervangen van
minderwaardige Hopvariëteiten
door verbeterde Hopsoorten.
Toelagen kunnen verleend worden
voor het vervangen van minderwaardige
hopvariëteiten. Die toelagen zullen ver
leend worden in de volgende voor
waarden
IDe aanvragen om toelagen moe
ten ingediend worden bij den Rijksland-
bouwkundige van de streek en dit vóór
1 April. De aanvragen ingediend na den
1" April zullen in aanmerking genomen
worden voor zooveel de voorziene kre
dieten het toelaten. Na 15 April zullen
de aanvragen in geen geval meer wor
den ingewilligd.
II. De aanvragen zullen aanleiding
geven tot een onderzoek dat gedaan
wordt door den Rijkslandbouwkundige.
III. De ingeschreven planters zul
len ten minste tweemaal bezoek ont
vangen
a) een eerste maal, om alle nuttige
aanduidingen te verstrekken. Die aan
duidingen zullen opgeteekend worden in
een boekje en een carbondubbel er van
zal den belanghebbende overhandigd
worden. Dit eerste bezoek zal gebracht
worden binnan de 15 dagen, volgende
op de ontvangst van de aanvraag. De
Landbouwkundige vermeldt op het door
den belanghebbende onderteekende for
mulier A, zijn advies en zendt dit docu
ment in driedubbel aan het Departe
ment.
b) een tweede maal voor keuring op
het door den Landbouwkundige geko
zen tijdstip, best geschikt om de aange
brachte wijzigingen oordeelkundig vast
te stellen.
Na het tweede bezoek zal de Rijks-
landbouwkundige aan het Departement
van Landbouw zijn advies doen kennen
over de te verleenen toelage.
IV. De toelage zal gelijk zijn aan
de koopwaarde van het gebruikte plant
goed. Deze koopprijs zal nochtans voor
het berekenen der toelage den gemiddel
den prijs van de streek niet mogen te
boven gaan, cn in geen geval meer dan
3000 fr. per hectare bedrage. De Rijks-
landbouwkundige heeft het recht een
bewijsstuk te eisehen, betreffende het
koopen van het plantgoed.
V. Een vermindering of weigering
van de toelage mag voorgesteld wor
den, wanneer de aangebrachte wijzigin
gen aan de hopplantingen niet uitge
voerd werden volgens de aanduidingen
verstrekt door den Rijkslandbouwkun
dige. Elk voorstel van vermindering of
weigering van toelage dient gerechtvaar
digd. De voorstellen van toelage dienen
aan het Departement gezonden vóór
1 October.
VI. De aanvragen om toelage zul
len slechts geldig zijn in de hiernaver-
melde voorwaarden
1) de aanvrager mag in den loop van
het jaar de reglementaire voorschriften
niet overtreden hebben, betreffende de
uitroeiing van de mannelijke hopplanten,
noch deze aangaande de bestrijding der
ziekten en insecten van de hop
2) de aanvragen om toelagen moeten
ingediend en onderzocht geweest zijn
vóór den aanvang der wijzigingen aan
de hopplantingen.
Wat betreft de aan te planten hop,
heeft de aanvrager het recht te kiezen
tusschen de hierna vermelde variëteiten:
Poperinge Assche
Fuggles Hallertau
Hallertau Verbeterde Groene Bel
Tettnang Verbeterde V.D. 67
Aalst
Hallertau
Verbeterde Groene Bel
Verbeterde V.D. 67
3) het plantgoed gebruikt om de wij
zigingen toe te brengen aan de hopvel
den, moet op straf van weigering der
toelage, voorkomen van bedrijven aan
genomen door het Ministerie van Land
bouw.
Mogen aangenomen worden, de be
dreven die de levering waarborgen van
gezond plantgoed van goede herkomst
der voornoemde variëteiten.
Het krediet dat voorzien is voor de
omschrijving van ondergeteekende, dus
de hopplanters van Aalst, Erembode-
gem, Meldert, Moorsel, Herdersem,
Baardegem. Wieze) bedraagt 100.000 fr.
Hopkweekers, maakt er gebruik van 1
REGLEMENT
Toelagen voor
Hopastenverbetering.
Toelagen voor de hopastenverbete-
ring kunnen verleend worden aan de
personen die ze zullen aanvragen en
zich zullen verbinden tot het uitvoeren
der verbeteringswerken, volgens de aan
wijzingen welke hun te dien einde door
den Rijkslandbouwkundige van de om
schrijving zullen verstrekt worden.
Die toelagen zullen verleend worden
in de volgende voorwaarden
1) De aanvragen om toelagen moeten
gezonden worden aan den Rijksland
bouwkundige van de omschrijving, en
dit vóór 1 Mei.
De aanvragen ingediend na 1 Mei
zullen in aanmerking genomen worden
voor zooveel de voorziene kredieten het
toelaten.
2) Die aanvragen zullen aanleiding
geven tot een onderzoek door den Rijks
landbouwkundige van de omschrijving.
3) De ingeschreven hopasten zullen
tweemaal bezocht worden
a) Een eerste maal, om aan de belang
hebbenden alle nuttige aanduidingen te
verstrekken. Die aanduidingen zullen
opgeteekend worden in een boekje en
een carbondubbel er van zal den belang
hebbende overhandigd worden.
Dit eerste bezoek zal gebracht wor
den binnen de dertig dagen, volgende
op de ontvangst van de aanvraag. De
Rijkslandbouwkundige vermeldt op het
door den belanghebbende onderteeken
de formulier A zijn advies over de ont
vankelijkheid van de aanvraag, en zendt
dit document in driedubbel aan het de
partement.
b) Een tweede maal. voor keuring in
grondbeginsel binnen de 30 dagen vanaf
den datum waarop de belanghebbende
den Rijkslandbouwkundige heeft bericht
!dat de werken voltooid zijn.
4) Bij het tweede bezoek zal de Rijks
landbouwkundige de verbeteringen keu
ren, uitgevoerd overeenkomstig zijn aan
wijzingen en een toelage vaststellen re
kening houdende met navermelde voor-
waarden
a) Basis 30 °/o der onkosten (deze
mogen de gemiddelde onkosten niet te
boven gaan welke in de streek voor der
gelijke werken worden gevraagd),
i b) De totale toelage mag niet meer
dan 3.000 fr. per bedrijf bedragen
c) Er wordt geen toelage verleend
wanneer de aangebrachte verbeterings-
werken niet uitgevoerd werden volgens
de aanduidingen verstrekt door den
Rijkslandbouwkundige
5) Elk voorstel van vermindering der
normale toelage dient gerechtvaardigd
6) De voorstellen van toelage dienen
aan het Departement gezonden vóór
1 October
7) De aanvragen om toelage zullen
geldig zijn in de volgende voorwaar
den
a) De aanvrager mag de reglemen
taire voorschriften niet overtreden heb
ben betreffende de uitroeiing van de
mannelijke hopplanten, noch deze aan
gaande de bestrijding der ziekten en
insecten van de hop
b) De aanvrager moet zich verbinden
verbeterde hopvariëteiten te telen. Een
lijst van de verbeterde hopvariëteiten en
gelijkgestelde variëteiten zal hem op
aanvraag door den Rijkslandbouwkun
dige worden gestuurd
c) Hopasten met open vuur komen
niet in aanmerking voor het verleenen
van toelage, tenzij den haard verbeterd
wordt
d) Geen werk mag begonnen worden
vooraleer de rijkslandbouwkundige de
noodige inlichtingen heeft gegeven.
Wij kunnen onze hopplanters niet ge
noeg aanzetten, van deze gelegenheid
gebruik te maken voor het vervangen
van hun minderwaardige hopvariëteiten,
zooals Coigneau, Loereshop, enz. door
betere, meer aan de noodwendigheden
der Brouwerijnijverheid beantwoorden
de variëteiten, zooals Hallertau en
Verbeterde Groene Bel. Het is ook een
eenige gelegenheid voor het verbeteren
of bouwen van hopasten.
Wij meenen ook de aandacht der
hopkweekers in het bijzonder te moeten
vestigen op het feit dat ze zich moeten
verwachten aan strenge maatregelen
aangaande het uitroeien van de manne
lijke hopplanten, alsook betreffende de
bestrjjding der ziekten en insekten van
de hop.
De verkoop van den oogst zal insge
lijks georganiseerd worden. Denkelijk
zullen belangrijke premiën worden ver
leend voor de beste partijen van voor
noemde aangeprezen hopvariëtende
keuring zal veel strenger worden en
slechte partijen hop zullen wellicht onder
de benaming van "hopafval,, moeten
verkocht worden al de hopbalen zullen
van etiket en lood dienen voorzien enz.
BESLUIT. Maakt van deze be
langrijke tegemoetkomingen gebruik
om u aan te passen aan de nieuwe ver-
eischte der brouwerijnijverheid voor wat
de hopteelt betreft en schrijft heden nog
aan uw Rijkslandbouwkundige
M. DERWA,
Rijksagronoom,
St Gillis-Dendermonde.
P. S. We zetten al de hopplanters
aan, dit nummer of ten minste dit arti
kel zorgvuldig te bewaren. Het zou hun
kunnen van pas komen.
Het behoud van de binnenlandsche
markt voor de eigen tuinbouw-
productie.
De Vlaamsche katholieken Maes en
De Vleeschauwer interpelleerden ver
leden Dinsdag de Ministers van Land
bouw en van Binnenlandsche Zaken en
Buitenlandschen Handel over de nood
zakelijkheid de binnenlandsche markt
voor de eigen tuinbouwproductie te be
houden en daartoe alle maatregelen te
treffen ook op het gebied der handels
akkoorden.
Laat ons al dadelijk zeggen dat de
h. Spaak, minister van Buitenlandsche
Zaken, wegbleef uit de Kamer. Behalve
de landbouwinterpellatie, werd hij noch
tans eveneens door den Vl.-nat. Seghers,
tijdens dezelfde zitting, geïnterpelleerd
over den uitvoer der Waaslandsche
klompen naar Duitschland. Het een en
het ander betreft Vlaamsche aangelegen
heden en toestanden en hoe wilt ge nu.
in Gods naam, dat een Brusselsch minis
ter van Buitenlandsche Zaken en Buiten-
landschen Handel zich daarvoor deran
geert
Wij zullen de tusschenkomst van den
h. Maes beknopt samenvatten. Deze
volksvertegenwoordiger wordt in het
Mechelsche gekozen en is dan ook op
de hoogte van de tuinbouwaangelegen-
heden. Hij verklaarde o.m.
Wij moeten onzen tuinbouw red
den. Daartoe moeten wij onze eigen
binnenlandsche markt aan onze eigen
voortbrengselen voorbehouden.
Bij de afsluiting van handelsakkoor
den, weigerde de minister van Buiten
landsche Zaken bepalingen erin op te
nemen welke onze tuinbouwers voordeel
hadden kunnen bijbrengen.
De groenteteelt is doodelijk be
dreigd. Hier werken duizenden in ellen
dige toestanden doch zij moeten de red
ding van hun bedrijf verzekeren.
De uitvoer werd met meer dan de
helft in hoeveelheid en meer dan 80 °/o
in waarde verminderd. Dit betreft het
witloof niet.
De invoer van versche groenten
groeide steeds.
De uitvoervermindering is het ge
volg van de drastische beschermings
maatregelen van onze naburen. Invoer
rechten en monopoolhefBogen worden
aldaar op groenten, aardappelen enz.
toegepast.
In Nederland was het steunbedrag
op zeker oogenblik 86 centiem aan de
tomaten, wanneer de gemiddelde markt
prijs te Mechelen 98 centiem bedroeg.
Onze tuinbouwers kunnen zegevie
rend aan de concurrentie het hoofd
bieden wanneer ze beschermd worden.
Vreemde groenten worden echter dik
wijls aan spotprijzen op onze markten
gesmeten. Waarom grijpt de Regéering
niet in Zij is voldoende gewapend.
De vooruitzichten zijn rampspoedig.
De vrees voor den Coloradokever in
Duitschland en Engeland bedreigt onzen
uitvoer. Laten wij daarom onze eigen
markt beschermen.
Het handelsverdrag met Nederland
moet eerlang hernieuwd worden. La
ten wij hiervan gebruik maken om
talrijke misbruiken onmogelijk te maken.
Dit geldt vooral onzen aardappel-
handel.
In 1936 sloot Engeland zijn grenzen
voor onze bloemkool. Frankrijk sluit zijn
grenzen voor onze vroege aardappelen.
De uitvoer naar Duitschland is gevoelig
geslonken. Een bestendig comité der
groententeelt dringt zich op.
Heftig onderbroken, betoogde de
Minister van Landbouw dat de Regee
ring het mogelijke gedaan had.
Dan verklaarde dh. Pierlot dat hij het
eens was dat onze binnenlandsche markt
zooveel mogelijk aan de eigen produc
ten moet voorbehouden blijven. Als wij
voedingswaren kunnen produceeren
tegen denzelfden prijs als elders en de
vreemdelingen op onze markten aan
dumping doen, moeten wij ons teweer
stellen.
Aan de hand van statistieken wijst de
Minister op de groote schommelingen
in onzen uitvoer van aardappelen. Men
kan niet zooder angst denken aan het
lot van onze aardappelplanters. Wij
moeten een krachtinspanning doen om
onze plaats op de vreemde markten te
heroveren.
Tenslotte, betoogt de Minister wat
gedaan werd tot bestrijding van den
Coloradokever en dat aan de Afzetver-
eeniging een publiekrechterlijke vorm
gegeven werd.
Kortom een antwoord dat geen aarde
aan den dijk brengt. Trouwens, de Mi
nister van Buitenlandsche Zaken moest
aanwezig geweest zijn. Hij moest ver
klaren wat er op het gebied der handels
overeenkomsten kon verwezenlijkt wor
den. Naderhand kwam hij binnen, doch
nam het woord niet en verdween voor
aleer de volgende ondervraging aan de
beurt kwam I Het is een bespotting van
het parlementaire stelsel en dan ver
wondert het aan sommige personen dat
ernstige menschen dit stelsel afbre
ken.
De hh. Steps, De Vleeschauwer en
de Kerckove d'Exaerde mengden zich
nog in de bespreking, doch dh. Pierlot
meende niet opnieuw te moeten rea-
geeren
Onze Spaansche reportage.
De door de opstandige landarbeiders in bezit genomen
landerijen, werden aan hun eigenaars teruggegeven.
VII.
44 Aan de Spaansche boeren en
landarbeiders zullen we in het bij
zonder onze aandacht wijden. Dit
is een werk van rechtvaardigheid.
Fernandez Cuesta,
Minister van Landbouw.
Toen we van San Sebastian naar
Burgos reden, en later van daaruit over
Vallodolid Salamanca bereikten, hebben
we ons kunnen overtuigen van den on-
zeggelijken nood van de Castiliaansche
boeren en landarbeiders. Boeren zijn er
bijna niet. Al het land hoort toe aan
edelen. Honderden en honderden kilo-
meter hebben wij afgelegd door een
naakte, dorre hoogvlakte, weieens den
graanzolder van Spanje genoemd. En de
menschen die er wonen zijn armer dan
kerkmuizen. Ze bezitten niets. De krot
ten en hutten waarin ze wonen, en die
te slecht zijn om beesten onder te bren
gen, hooren toe aan hun heer. Ze be
zitten zelfs geen stukje grond zoo groot
als een zakdoek. Ze bezitten zelfs niet
zooals de kleinste boer in Vlaanderen
kiekens en geiten.
De Spanjaard is verzot op eieren.
Vroeger, vóór den burgeroorlog, kon
men in Spanje noen- noch avondmalen
zonder dat er een schotel met eieren
bereid op het menu stond. De Span
jaarden hadden den naam eieren op
duizend verschillende manieren te kun
nen bereiden. Thans is het zelden dat
men in het hotel een ei te zien, laat staan
j te eten krijgt. Wij zijn er zoo verzot
niet op en kunnen dien schotel goed
missen. Doch onze Spaansche geleider
vroeg er in ieder hotel naar. En overal
is het antwoord ontkennend. Geen
eieren.
Vroeger voerde Spanje nochtans
millioenen en millioenen eieren in. Een
bureeloverste te Burgos heeft mij het
juiste cijfer genoemd. Hij heeft me ook
gezegd hoeveel peseta's het was. Ik heb
de nota's op een stukje papier geschre
ven, maar heb ze dan later weer ver
loren. Deze eieren werden ook ten deele
uit Vlaanderen betrokken. Daaraan
werd een einde gemaakt. In Spanje is er
alles in overvloed behalve deviezen.
De invoer wordt dan ook beperkt tot
het allernoodzakelijkste. Eerst oorlogs
materiaal.Dit maakt dat de Spanjaarden,
die lekkerbekken zijn, hun geliefden
schotel moeten missen. En lederen dag
geeft onze geleider af op de Spaansche
boeren
Graan is er hier in overvloed.
Waarom houden de boeren hier dan
toch geen kiekens
Zijn ze daar zelfs te arm voor Of
laat hun heer hen niet genoeg graan om
de kiekens te voederen
Hij blijft het antwoord schuldig.
Vanaf den eersten dag dat we in
Spanje waren, hebben we getracht
nieuwe bijzonderheden te vernemen over
den stand van het bodemvraagstuk.
Daags na de revolutie van 1931, die
aan koning Alfonso XIII de kroon
kostte, verklaarde graaf de Romanones
een der leiders der royalisten dat
de toekomst van de republiek zou afhan
gen van het al dan niet oplossen van het
agrarisch vraagstuk. En de tijd heeft
hem in 't gelijk gesteld. De republiek
heeft op dit punt gefaald zooals het
koningdom had gefaald en derhalve
was de toestand in Spanje onhoudbaar
geworden. De landarbeiders stonden op
TELEFOON 267.