Het Belang van het Landbouwonderwijs Fernandez Cuesta, Minister van Landbouw. Onze boeren en de verzwa ring van den Belastingsdruk Arbeid adelt» Landbouwweekblad Voor en door de Landbouwers Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven ZONDAG 27 MAART 1938 Piljs SS^centiem 20de JAARGANG Ni 1003 Abonnementsprijs 15 fr. 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron ia streng verboden. Bestuurder en verantwoordelijke Opstelier O. CAUDRON. Bareel en Redactie t Zeebergkaai, 4, Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bjjdragen. Aankondigingen volgens akkoord. Voor iedereen Landbouwonderricht. Voor de Landbouwers: Speciale opleiding in het vak. De landbouw is op elk gebied aan de nijverheid gelijk. De opbrengsten van den bodem en het dierenrijk moeten den boer toelaten behoorlijk te leven, even als de nijveraar door de opbrengst van zijne mijnen en fabrieken een bestaan moet vinden. Voor beiden is de strijd om het bestaan onderworpen aan dezelfde stelregels. Nijverheid en landbouw maken af en toe lastige toestanden door, wat men in onze moderne taal krisissen noemt, en beiden moeten middelen zoeken om deze moeilijkheden het hoofd te kun nen bieden. Zoo zagen we in de verschillende nij verheden, hoe de werk- en uitbatings methoden aangepast werden aan tijd en omstandigheden, hoe alles gemoderni seerd werd, om door alle middelen d« kostprijzen te verminderen en de hoeda nigheid der producten te verbeteren. Ook de landbouwer is genoodzaakt alle nieuwe vindingen, welke bij machte zijn de kostprijzen te verminderen en werk loonend te maken, in praktijk te stellen. Hij moet in eerste plaats zorgen dat zijn voortbrengselen beter worden en voldoen aan de eischen der koopers. Hij moet met de kleinste uitgaven de hoogste opbrengst weten te bereiken. Bij de nijveraars gebeurt de aanpas sing gewoonlijk heel vlug terwijl de boer meestal vijandig staat tegenover al wat nieuw is en zich aldus heel traag aanpast aan verbeteringen en veranderingen. De oorzaak ligt vooral aan de opvoe ding, aan den graad van vakkennis en algemeene ontwikkeling van den land bouwer. Terwijl de nijveraar doorgaans beter onderlegd is en dan ook beter het vak kent, weten de doorsnee boeren veel te weinig van den wetenschappe- lijken kant van hun bedrijf. In onze moderne tijden dringt een degelijk landbouwonderwijs zich ten zeerste op. opdat onze landbouwers niet langer als onwetenden zouden rond dolen. Het is droef te moeten vaststellen dat ons volk, op enkele uitzonderingen na, nog steeds de meening is toege daan dat men geen groote kennissen moet bezitten om een hofstede uit te baten. Voor alle vakken krijgen de kinderen een speciale opleiding, of ze bakker, smid, leeraar of arts willen worden. Alleen voor de boerderij is men de meening toegedaan dat men geen speciale kennissen moet bezitten en dat het volstaat de stappen van vader of grootvader te volgen. Dit is een grove vergissing en is de oorzaak van zooveel miserie en ontgoo cheling bij ons boerenvolk. Niet alleen begint de boer meestal zijn loopbaan uitsluitend met de vak kennissen welke ondervinding en traditie hem brachten, maar hij past zich later zelden aan en staat gewoonlijk vijandig en wantrouwig tegenover elke nieuwe methode; vandaar blijft hij voortdob beren op een schip zonder stuur, ter wijl de nijveraar hem voorbijsteekt op een moderne motorboot en hem min achtend achternaziet. Dank zij hunne onwetendheid wer den de landbouwers vaak bedrogen, wat hen nog meer afschrikt van dingen die ze niet goed kennen of waarvan de ondervinding de goede en kwade eigen schappen niet heeft bepaald. De wetenschap van haar kant stond niet stil en groote geleerden brachten aan den den landbouw ontelbare vruch ten van hun zoeken en vorschen. Een eeuw geleden bracht de Duitsche geleerde Liebig de meest verrassende vindingen inzake bodemkennis aan het licht. Door ontleding van den grond en verbranding van de voortbrengselen vond hij dat de planten behalve water en lucht ook stikstof, phosphoorzuur, pot- asch en kalk noodig hadden. Hij bere kende eveneens hoeveel iedere plant van deze voedende elementen noodig had om tot hare volle opbrengst te komen. Het ware normaal geweest hadden tien jaar nadien alle boeren over de wereld op de hoogte geweest van deze zoo kostelijke en gemakkelijk te be grijpen landbouwkennissen. Ik schaam mij echter te moeten be kennen dat na een eeuw, 50 ten honderd onzer Vlaamsche boeren deze waarhe den niet eens kennen en dat 90 ten honderd de juiste dosissen niet kunnen bepalen van stikstof, phoshoorzuur, potasch en kalk, welke iedere plant noodig heeft Tachtig jaar geleden zond Gregor Mendel zijn erfelijkheidsleer de wereld in. Met de uitlezing en kruising verkreeg hij de meest verrassende uitslagen bij de planten, terwijl de Fransche geleerde Pasteur in de microbenleer ophefma kende onthullingen deed. Welke landman volgt Mendel na en hoevele boeren kennen de groote rol van de microben, waarvan vele schade lijk en andere onontbeerlijk zijn Inzake veevoeding weet iederen boer door ondervinding dat rapen, beeten en gras, diereneten is, en dat koeken en melen de opbrengsten van vleesch en melk kunnen verhoogen. Maar vraagt hem waarom en hij zal het antwoord schuldig blijven. Welke landbouwer kent de verhou dingen van vet, eiwit, koolhydraten en zetmeel in de dierenvoeding Wie kent de groote rol van minera len en vitaminen, die onmisbaar zijn in de voeding en waarvan de natuur in sommige voeders genoegzaam voorhan den gaf, terwijl bij andere dezelve in mindere mate aanwezig zijn, of totaal ontbreken? Hoevelen gaan niet ten onder door ziekten van dieren of planten, en wie kent de middelen om deze plagen te keer te gaan of doelmatig te bestrijden Het staat vast dat de groote meerder heid der landbouwers de wetenschap mist en op die manier halve opbrengsten bekomen, waar hunne uitgaven en ar beid er dubbele zouden wettigen. En nochtans zou iederen boer die be hoorlijk zijn bedrijf wil leiden en zoo doende een deftig bestaan wil hebben van de bijzonderste landbouwkennissen moeten op de hoogte zijn. De landbouwwetenschap is zoo uit gebreid dat iedere landbouwer een di ploma van landbouwingenieur zou moe ten bezitten, en slechts een volmaakte boer zou zijn wanneer hij deze hooge- schoolstudies enkele jaren aan de prak tijk zou toetsen De landbouwwetenschap is zóó nuttig en zoo schoon dat ieder mensch er minstens de groote princiepen zou moeten van kennen. Wanneer we hooger beweren dat iederen boer de lessen der landbouw- hoogeschool zou moeten volgen om op volmaakte wij te een bedrijf te kunnen uitbaten, dan overdrijven we geenszins. Het ware nochtans een dwaasheid te denken aan de mogelijkheid van derge lijke gedachten in de werkelijkheid om te zetten en het lijdt geen twijfel dat een boer met lagere of middelbare land bouwstudies eveneens flink door de we reld kan komen. Het is nochtans noodzakelijk dat deze welke zich tot den landbouwersstiel voorbeschikt de bijzonderste begrippen heeft over zijn vak en van jongsaf de noodige lessen krijgt in de landbouw kunde. Om dit te bereiken dient gansch het onderwijsprogramma herzien. Naar ons inziens zijn de algemeene kennissen over het leven van dieren en planten zoo nuttig en aangenaam dat iedereen, zelfs de stedeling, er later veel nut en genot zou aan hebben. Daarom is het nood zakelijk dat de landbouwkennissen bij het programma der lagere en middel bare scholen worden gevoegd. Op die manier zal iedereen een algemeenen kijk krijgen over het leven der natuur, zoo wel als het voor iedereen nuttig is de princiepen van electriciteit en van meer andere algemeene vakken te bezitten. Eens de lagere klassen achter den rug, zou de boerenzoon en -dochter dienen gestuurd naar middelbare landbouw scholen, waar ze de gelegenheid zouden vinden zich in hun vak te bekwamen. Deze die de middelen bezitten zouden er moeten toe besluiten hun kinderen naar de hoogere landbouwgestichten en -hoogescholen te zenden. De kinderen die noch de lessen der hoogeschool noch deze der middelbare landbouwschool volgen, zouden moeten verplicht worden den vierden graad, welke hoofdzakelijk uit landbouwkur- sussen zou bestaan, te volgen. Verplicht landbouwonderwijs zou onder een of anderen vorm moeten ingevoerd worden. De jonge boeren en boerinnen kun nen zich nadien bekwamen door het lezen van vakboeken en het bijwonen van leergangen en voordrachten. Deze voordrachten moeten echter onder staatscontrole worden gegeven, opdat ze in plaats van ontwikkeling niet het verkeerde uitwerksel zouden hebben, wat nu wel dikwijls gebeurt. Het grootste deel der voordrachtge vers immers hangen af van deze of gene fabriek van meststoffen of veevoeders. Ieder spreker beweert over dik en dun dat zijn produkten de beste zijn. Wan neer enkele weken nadien een andere landbouwkundige komt die juist het tegenovergestelde beweert, vertrouwt de boer ten slotte niemand en iederen voordrachtgever, hoe ernstig hij ook moge zijn, aanziet als een kwakzalver. Voor 't oogenblik is er groot gebrek aan bekwame leeraars en voordracht gevers welke de noodige kennissen be zitten om landbouwlessen te geven. Er dient in dien zin meer opleiding ge geven aan de toekomstige leeraars en intellectueelen. Slechts met een onderlegd boerenvolk, met bekwame vakmannen en flinke boe rinnen kan onze boerenstand den strijd volhouden en roemrijk overwinnen op de rest van de wereld. Met de huidige onbekwaamheid en gebrek aan vakken nis gaat ons volk zeker ten onder. Een ontwikkelde landbouwklasse zal ook meer gezag krijgen in de samenle ving en bekwaam zijn om haar rechten te verdedigen. Ze zal niet langer dienen als wisselmunt voor de nijverheid en als paria's in de maatschappij. De landbouw is de bijzonderste tak van den nationalen rijkdom van ons land en van bijna alle landen van de we reld hij is de hoeksteen en de groote reserve van de samenleving. Wanneer hij geleid wordt door ontwikkelde en bekwame lieden zal hij zijn recht krijgen en op den troon terugkeeren waarvan hij de laatste eeuw, door de nijverheid en het verkeerd economisch beleid der regeeringen, werd verdrongen. Onze Spaansche reportage. Hij verwezenlijkte de eenheid onder de partijen en zal ook het angstwekkend landbouwvraagstuk oplossen. VIII. In Nationaal-Spanje wordt de verdee ling van de benzine gedaan door den Staat. De Staat voert de noodige olie en benzine in en voor geld alleen komt men niet klaar bij de talrijke verdee- lingspompen die men onderweg ont moet. Men moet ook een briefje hebben waarbij het aan de verdeelers toegelaten is u van benzine en olie te voorzien. Reizen is derhalve in Spanje geen gemakkelijk iets. Ook niet op het spoor. Wanneer ge. bijvoorbeeld, van Burgos naar Valladolid wilt reizen, dan moet ge eerst de toelating aanvragen. En deze wordt maar verleend wanneer ge een zeer gegronde reden kunt opgeven. De overheden doen al wat mogelijk is om de Spanjaarden zooveel mogelijk thuis te houden. Het is nu geen tijd om uitstap jes te maken of aan toerisme te doen, zeggen zij. Wij hadden het gemakkelijker. We hebben half nationaal Spanje doorkruist en nooit de minste moeilijkheid onder vonden. Voorzeker werden we bij het inrijden en verlaten der steden door de wachtposten tegengehouden. Maar het was voldoende dat onze geleider zegde Coche official. De gendarm groette en we mochten verder. Onze "salvoconducto,, vrij geleide hebben we nergens moeten toonen dan aan de grens. Nu, zooals ik in het vorig artikel heb verteld, waren we, op een prachtigen namiddag, te Valladolid aangeland. We hadden er een onderhoud gehad met Dona Mercedes Sanz Bachiller, weduwe van den fameuzen Onésimo Redondo en leidster van de "Auxilio Social,,. Ze had ons gezegd al het goede dat hare organisatie op dezen korten tijd reeds had verwezenlijkt ten bate van het nood lijdende volk. Ze had ons de eer aange daan ons de hoofdbureelen van deze machtige organisatie te toonen en ver heugd om hetgeen we gezien hadden, wilden we onze reis naar Salamanca voortzetten, waar we kennis moesten maken met vele kopstukken van Natio naal- Spanje. Ik ga eerst een voorraad benzine opdoen, zegde onze geleider» Voor een pomp juist buiten de stad hielden we halt. Daar stond nog een auto een groote prachtige luxe-auto zooals men er in Spanje bijna geen ziet. De voerder, een militair, lette op den verdeeler. In den auto één man slechts, in een pelsmantel gehuld, verdiept in de lectuur. Ongetwijfeld "une grosse légume,,, zegde onze geleider. Ik ga eens kijken. Het eindresultaat der door de politie kers zoo hoog geroemde alleen-heil brengende economische politiek Van Zeeland-De Man is dat de Regeering 4 milliard noodig heeft om de gewone en buitengewone begrooting voor 1938 sluitend te maken. Een milliard 800 millioen zullen de arme belastingsplichtigen uit den zak geklopt worden onder vorm van belas tingen. Om de buitengewone uitgaven te dekken zou een leening van 2 milliard uitgeschreven worden op de binnenland- sche markt. Dit zijn dan de schitterende resultaten van het plan, niets dan het plan, waarmede het hoofd der naieve massa op hol werd gebracht 1 En zeggen dat de Regeering Van Zeeland vroeger uitdrukkelijk verklaarde dat het belastingsvermogen van het land reeds was bereikt en niet mocht worden overschreden 1 Men stelt het de brave burgers voor dat het onzinnig zou zijn geen nieuwe fiscale krachtinspanning te doen, daar anders de werklieden aan hun lot dienen overgelaten te worden, aan dê ambte naars de verhooging van de wedde voortspruitende uit de stijging der le vensduurte niet kan worden betaald en andere vreeselijke dingen Er wordt hen echter niet de verzekering gegeven dat de staat eindelijk eens zijn tering naar zijn nering zal gaan stellen I Nochtans is dit het eenige afdoende stelsel om zijn financiën in orde te houden. Het ziet er naar uit dat onze land bouwers eens te meer duchtig zullen worden aangesproken voor de betaling der verhoogde lasten. Men spreekt immers van verhooging der grondbelasting, die reeds thans zoo zwaar drukt op onzen boerenstand, om dat de onroerende goederen het bijzon derste bestanddeel zijn van zijn kapitaal. Men spreekt van een verhooging der rechten op de overdracht der onroeren de goederen, dan wanneer nu reeds met 11 °/o (9 °/o registratie -f- 2 °/o overschrij ving) België het hoogste recht toepast van al de Europeesche staten. Tenslotte vernemen wij dat de crisistaks, die voor enkele maanden pas werd afgeschaft, (Zie vervolg onderaan hierneven). sedert huidig Hij wandelde tot aan den auto. Bleef staan en toen zagen we hem plots, den militairen groet maken. De man in den auto reikte onzen geleider de hand. Ze praatten. Plots wenkte onze geleider. Goed. We springen uit den auto. Ik heb de eer U Senor Fernandez Cuesta, minister van Landbouw, voor te stellen, zegt onze geleider. En dan (Zievervolg op de 2de bladzijde) opnieuw zou worden ingevoerd. Ander zijds wordt ook gedacht aan een verhoo ging der erfenisrechten zelfs in rechte lijn of op erflating door ouders aan hun kinderen. Onze lezers weten dat de ontworpen verzwaring van lasten formeel ingaat tegen de wijzigingen welke wij jaren hebben verdedigd aan ons belastingsstelsel. Van afschafltag der immoreele over drachttaks bij noodslachting en van de weeldetaks op verwarmingstoestellen dienstig in het tuinbouwbedrijf wordt er geen woord meer gerept. Evenmin ver nemen wij iets over het verbod voor de eigenaars de grondbelasting af te wen telen op hunne pachters of huurders. Dit alles nu zijn nochtans maatregelen welke steunen op de elementairste eischen van billijkheid en van het gezond verstand. Over enkele maanden heeft de Re geering, om klaarte te scheppen in den flskalen warboel geschapen door bare eigen ambtenaren een bijzonderen com missaris aangesteld voor de fiscale ver eenvoudiging. Deze commissaris heeft sedert ruimen tijd zijn verslag ingediend. Het blijkt dat dit verslag in de huidige omstandigheden het droevig lot zal ondergaan van begraven te worden in de ministerieele bundels. Wat onze landbouwers nu reeds te gen de borst stoot, is de verhooging toegepast door den fiscus op de bedrijfs belasting van 1937. Het voorwendsel is dat verleden jaar merkelijk beter was dan 1936. De fiscus steunt zich op een winstcijfer per ha. dat in sommige ge vallen van 40 tot 60 hooger wordt geschat dan voor 1936. Wanneer een landbouwer tegen dezen verhoogden aanslag bezwaar maakt krijgt hij van de belastingsambtenaren te hooren dat de barema's der bedrijfs winsten opgemaakt zijn in overleg en akkoord met de afgevaardigden der groote landbouworganisaties en dat, in dien hij met de barema's niet instemt, hij maar zijn boekhouding moet voorleggen uitwijzende zijne werkelijke bedrijfs winsten. Dergelijke argumenten doen de deur dicht voor elk verder verhaal. Zij zijn de uiting van het recht van den sterkste. Welke boer die van 's morgens tot 's avonds moet tobben om de twee eindjes aan elkander te knoopen, vindt den tijd om een boekhouding aan te leggen welke zou voldoen aan de eischen van den fiscus Of meent de fiscus mis schien dat er bij onze boeren genoeg overschiet om er een bezoldigden boek houder op na te houden In zake barema's der bedrijfswinsten van 1937deze werden zooals de vorige jaren vastgesteld door het Ministerie van Financlëa, na besprekingen gevoerd door de provinciale besturen der belas tingen met afgevaardigden der arron dissementsbonden bijgestaan door een afgevaardigde van den Belgischen Boe renbond. Wij stellen dan ook de vraag aan den Boerenbond waarom hij zich altijd heeft neergelegd bij barema's van bedrijfs winsten die merkelijk overdreven waren. Voor een groote landbouworganisatie die steeds het monopolium der verdedi ging van de landbouwbelangen opeischt, past in dit geval maar ééa houding zich krachtdadig verzetten tegen de overdre ven eischen van den fiscus en de land bouwers ten strijde oproepen 1 Eens te meer schijnt het dat het den Boerenbond aan durf en vastberaden heid heeft ontbroken met het treurig gevolg dat de massa der landbouwers te zware bedrijfsbelasting zullen betalen. TELEFOON i 267.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1938 | | pagina 1