De nieuwe Wet op het Ouderdomspensioen De laatste Landbouwwet. Hoe Staakboonen kweeken? Eetaardappelen worden duur Arbeid adelt* Landbouwweekblad Voor eo door de Landbouwers Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven ZONDAG 24 APRIL 1938 Prija 35 centiem 20de JAARGANG Nr. 1007 Abonnementsprijs 15 fr. 'a jaars. Men schrijft in op ons Bareel en op alle postkantoren. Het overnemen van artikelen ronder aanduiding der bron is streng verboden. Bestuurder en verantwoordelijke Opsteller O. CAUDRON. Bareel en RedactieZeebergkaal, i, Aalst. Haar belang voor onze Landbouwers. In onze bijdragen van 13 Maart 1.1. hebben wij de hoofdtrekken der nieuwe pensioenwet ontleed en de bepalingen j toegelicht die van toepassing zijn op de loontrekkenden of verplichte verzeker den. In ons nummer van 3 April hebben j wij de verplichtingen en pleegvormen samengevat opgelegd aan de werkgevers tot uitvoering der wet voor wat betreft de werklieden die zij in hunnen dienst hebben. Thans handelen wij over de vrijwillig verzekerden, zijnde de niet- loontrekkenden die uit vrijen wil kunnen storten en aldus genieten van de voor deden der wet. Welke die voordeden zijn, hebben wij uitvoerig gemeld in ons nummer van 13 Maart 1.1. Wij herhalen ze hier enkel beknopt 1) In elk geval, de ouderdomsrente op de gedane stortingen, ook wel door het volk interest genaamd. 2) Op het tijdstip waarop het ouder- domspensioen ingaat (tusschen 60 en 65 jaar) een staatsbijdrage welke de ouderdomsrente verhoogt met 50 °/o tot 100 0/«. naar gelang den geboortedatum van den verzekerde met dien verstande nochtans dat de staatsbijdrage beperkt is tot 1200 fr. 'a jaars voor een ouderdoms rente ingaande op 65 jaar. 3) Indien de mannelijke verzekerde sterft voordat hij in genot is getreden der ouderdomsrente, eene weduwe lijfrente voor zijne echtgenoote waarvan het bedrag verschilt volgens den ouder dom van het overlijden en den leeftijd der weduwe. Zoo bedraagt de weduwe- lijfrente b.v. van 35 °/o tot 50 °/0 der ouderdomsrente verworven door den verzekerde naar gelang het overlijden geschied is vóór of tusschen 41 en 55 jaar of meer, indien de echtgenoote even oud is als de verzekerde. Wanneer de verzekerde en zijne echtgenoote in leef tijd verschillen, wordt de weduwe lijfrente bij speciale barema's vastge steld. 4) Voor de verzekerden geboren tus schen 1867 en 1907 een weduwerente- tocslag bedragende van 540 tot 120 fr. naar gelang hun geboortejaar. 5) Eene jweezentoelage ten bedrage van 240 fr. 's jaars voor ieder kind onder de 16 jaar dat wettig is of waarvan de verzekerde de last op zich heeft geno men. Deze toelage wordt toegekend aan de weduwe, komt deze ook te overlijden dan wordt de toelage vermeerderd tot 420 fr. per kind en uitbetaald aan den persoon of de instelling die in het onder houd der weezen voorziet. 6) Een kosteloozen ouderdomsrente toeslag waarvan het bedrag verschilt naar gelang het geboortejaar van den verzekerde en waarvan de uitkeering af hankelijk is van de verrichting der voor geschreven stortingen en een onderzoek nopens de bestaansmiddelen van den verzekerde. Deze bestaansmiddelen be rekend op de wijze welke wij in een vol gende bijdrage zullen uiteenzetten mogen de maxima niet overtreffen bepaald door koninklijk besluit. Vereischte minima-stortingen. De vrijwillig-verzekerden, n.l. de niet-loontrekkenden zooals landbou wers, middenstanders, hunne echtge- nooten, de echtgenooten der loontrek kenden of verplichte verzekerden, de kinderen vanaf 6 jaar, mogen bij de Lijfrentkas storten voor het ouderdoms pensioen. Om recht te hebben op de voordeelen voormeld onder 2° tot 6°, moeten zij echter een minimum van jaarlijksche stortingen hebben verricht, waarvan het bedrag is vastgesteld alsvolgt Voor het tijdperk gaande van 1 Ja nuari 1926 tot het einde der ver jaar- maand van den verzekerde in 1931 de mannen 72 fr. en de vrouwen 24 fr. Voor het verzekeringsjaar 1931 -*32 de mannen 72 fr. en de vrouwen 24 fr. Voor de volgende jaren de mannen 120 fr. en de vrouwen 60 fr. Indien het vereischte aantal wettelijke jaarlijksche stortingen niet is bereikt op kunnen voormelde voordeelen onder 2° tot 6° verlaagd of geweigerd worden. Verplichte pleegvormen. Vóór de eerste storting, moet de ver zekerde zich aansluiten bij de Lijfrent kas. De verzekerde kan dit zelf doen, doch het is aan te raden zulks te doen door tusschenkomst eener erkende mu tualiteit of pensioenkas. De stortingen der vrijwillig-verzeker den geschieden door het plakken van lijfrentzegels op een gele stortingskaart. Deze zegels bestaan uit twee vakken A en B. Vak A verbeeldt alleen de storting in de lijfrentkas vak B dient aan den verzekerde overhandigd als ontvangst bewijs en door hem bewaard. De stortingen moeten maand aan maand gedaan worden tot de maand, die de ingenottreding der rente of het over lijden van den verzekerde voorafgaat. Evenwel mogen de stortingen bij ver vroeging gedaan worden voor het ge heel verzekeringsjaar of een gedeelte ervan. Wanneer de stortingen geschieden door tusschenkomst eener erkende pensioenkas moet de verzekerde enkel maandelijks en op voorhand zijne bij drage storten aan den gemachtigde dezer kas. Deze plakt dan het vak A van den lijfrentzegel op de stortingskaart en overhandigt vak B aan den verzekerde als ontvangstbewijs na op beide vakken den datum van onbruikbaarmaking te hebben vermeld. Maakt de verzekerde geen gebruik van de bemiddeling eener pensioenkas, dan moet hij zelf de lijf rentzegels koopen en ze onder de opge legde voorwaarden plakken en onbruik baar maken. De stortingskaart moet, ieder jaar. voor overmaking aan de Lijfrentkas, afgegeven worden aan het loket van een postkantoor binnen de 25 eerste dagen der maand volgende op de verjaring van den verzekerde. De erkende pensioen- kassen vervullen deze formaliteit voor hunne leden. Vóór de afgifte der kaart dient er een nieuwe opgemaakt. De laatste storticgskaart mag, op voorwaarde dat de geheele storting van het verzekeringsjaar er op staat, overgemaakt worden in den loop van het halfjaar dat de ingenottreding der rente voorafgaat. Een aanvraag om rentebrevet wordt er aan gehecht. De uitgifte van het rentebrevet wordt er door bespoedigd en de verzekerde kan, bij voorkomend geval, vroeger den ouderdomsrentetoeslag aanvragen. Elke te laat verrichte afgifte der stortingskaart kan nadeelige gevolgen hebben voor dr n verzekerde en kan het geheele of gedeeltelijk verlies der rijks bijdrage en der rentetoeslagen ten laste van den Staat of van het Fonds voor Weduwen en Weezen voor gevolg hebben. Is de vertraging te wijten aan de pensioenkas, dan kan deze daarvoor burgerlijk verantwoordelijk verklaard worden. Bij het overlijden van den verzekerde, dient ten spoedigste en rechtstreeks aan de Lijfrentkas een aanvraag om rente brevet (mod. 09) gezonden, wanneer de verzekerde een weduwe of weezen achterlaat, en een aanvraag om ver effening (mod. 08) voor ongehuwde verzekerden van beider geslacht. De formulieren 08 en 09 vermelden de daarbij te voegen stukken. De stortings kaart voor het bij bet overlijden loopend verzekeringsjaar dient bij bedoelde stuk ken gevoegd. Practische inlichtingen. Aansluitingsaanvragen (formulieren 01a), de daartoe noodige overmakings borderellen (formulieren 035a), stortings- kaarten, lijfrentzegels, afgifteborderel- len, aanvragen om rentebrevet (formu lieren 09) en om vereffening (mod. 08) zijn te bekomen in de postkantoren, en aan de loketten der Algemeene Spaar en Lijfrentkas, 48, Wol vengracht te Brussel. In een volgende bijdrage zullen w(j de voorwaarden toelichten waaronder de kostelooze ouderdomsrentetoeslag wordt verleend. ('t Vervolgt). De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen. Aankondigingen volgens akkoord. Vereenlgde Staten van Amerika. Een doolhof van cijfers en berekeningen. Een oprecht dankbare vrucht. Voor weinig onkosten een groote opbrengst verzekerd als de kweekers maar een weinig aandacht verleent op de volgen de verbeterde doenwijzen. Over de bemesting willen we hier niet meer spreken, want wat goed is voor struikboonen zal 't voorzeker ook zijn voor staakboonen. Wilt ge zelf zaden kweeken van een beste variëteit dan bewaart ge er een of twee staken van, waar ge hoegenaamd geen peulen van oogst. Wanneer de staakboonen, bestemd voor zaad, nage noeg 1,50 m. hoogte bereikt hebben, dan raden we U aan ze in te nijpen en de peulen te oogsten naarmate ze rijpen. Indien ge de zaden twee jaar achtereen volgend bewaren wilt, dan laat ge ze best in de peulenzooniet worden de bestgevulde peulen uitgezocht en ge pluisd deze waar boontjes ontbreken legt men van kant, de gevlekte, mis vormde of te kleine insgelijks men be waart alleen deze die onder alle opzich- zichten onberispelijk zijn. Bij een derge lijke uitlezing moogt ge gerust van uw zaden bezigen. Om verbastering te ver mijden doet ge* best maar een soort boomen voor zaad te behouden en deze ergens van de andere verwijderd te houden. Voor wat het tijdstip van planten be treft, willen we er nogmaals op drukken niet te haastig te zijn, beter later dan te vroeg. Veronderstellen we dat de staken welke ge bezit, 't zij ontschorste jonge denneboomen, 't zij esschetakken van 3 tot 4 meter lang van onder aangepunt en gereed zijn om in den grond te steken. Deze staken plaatst ge dan bij 't begin der maand Mei, dus vroeger dan de kant of in verband, of gekruist dit is van weinig belang, alhoewel we de schikking in verband de voorkeur geven, bijzonder als men er zaaddragers uitkiezen wil. Waar we meer prijs aan hechten is aan den afstand tusschen de staken; deze zult ge eerder te groot dan te klein nemen want licht en lucht moeten hun heilzamen invloed op de planten kunnen uitoefenen of de opbrengst loopt spaak. Bijzonder voor de boonen is de invloed van lucht en licht zoodanig groot dat, wanneer de planten er niet genoegzaam over beschikken, de bloemekens, in den bloeitijd, naar beneden tuimelen zonder bevrucht te zijn. Voor de boonen moet de afstand tusschen de staken tenminste 70 cm. be dragen. Op dien afstand en in verband geplaatst hoeft ge hoegenaamd niets te vreezen. Wanneer ze nu, op den radio, rond 10 Mei een anticykloon aankon digen, eerder wat later dan vroeger, dan moogt ge tot de planting overgaan. Op geen barmen planten, zelfs niet in zware gronden want de boon eens uit den grond is een groente die veel water noodig heeft door de snelle ontwikkeling en de groote bladvorming er is mis schien geen enkele plant die, tijdens haar groei, zooveel vocht kan verwerken. In zware gronden dulden we nochtans kleine heuveltjes maar nog is het beter wat langer te wachten, dan wel op heu veltjes te planten. Langs den binnenkant van den staak maakt men een ondiep groefje in den grond onder vorm van een hoefijzer en men legt er 6 tot 8 zaden in op regelma- tigen afstand van elkander. Nooit rond den staak planten en zeker niet langs den buitenkant alleen, want dan groeien de ranken niet gemakkelijk aan den Bij vorige gelegenheden hebben we hier reeds het een en ander geschreven over de nieuwe landbouwwet in de Ver eenlgde Staten van Noord-Amerika. Maanden en maanden werd er aan ge werkt, veranderd en verbeterd en eerst vorige maand werd ze door president Roosevelt officieel onderteekend. Wellicht loont het de moeite er nog maals op terug te komen, al was het maar om te onderstrepen welk belang men in Amerika hecht aan de land- bouwkwestie. Het departement van landbouw heeft deze wet Magna Charta of American Farming geheeten. En wanneer men den inhoud nagaat, dan verdient ze dezen naam ten volle opgebouwd op de oude Soil Conservation Act grijpt zij veel dieper in het economische leven van den landbouw dan haar voorgangster en geeft ze aan den minister grootere be voegdheden. De grondslag van de wet is het vast stellen van de voortbrengstkwota der vijf hoofdgewassen, namelijk tarwe, maïs (voor varkens), katoen, tabak en rijst. Op basis van de vroegere gemid delde oogstvoortbrengsten wordt de to tale oppervlakte berekend, die noodig is om de gewenschte productie te beko men. Naar verhouding wordt daarna het te bebouwen land verdeeld onder de verschillige staten, daarna onderver deeld onder de districten, dorp en land bouwer afzonderlijk. Kan men zich voorstellen welke som van arbeid dit plan gekost heeft Nu is de landbouwer niet verplicht er zich goed- of kwaadschiks bij neer te leggen. Hij kan zich voor of tegen het programma verklaren en wordt zoo doende ingedeeld bij de medewerkende of niet medewerkende groep. De mede werkenden ontvangen allerlei tegemoet komingen. Voor katoen, bijvoorbeeld, ontvangen zij een premie van ongeveer 2,5 cent per pond. Degenen die hun medewerking niet toezeggen ontvangen natuurlijk niets. Ze kunnen alleen be boet worden indien hun productie grooter is dan vastgesteld. Ook de land bouwers, die eerst geteekend hebben, doch later niet tevreden zijn met het hen toegewezen areaal en tot uitbreiding overgaan, moeten een boete betalen. De minister heeft ingezien dat deze juiste berekeningen toch kunnen mis- loopen, bijvoorbeeld in zeer vruchtbare jaren. En hij heeft zijn maatregelen ge troffen om de prijzen desniettemin sta biel te houden. Indien de oogstraming en de op te stapelen voorraad het normaal verbruik en de uitvoer overtreffen of indien de gemiddelde locoprijs van verschillige markten minder bedraagt dan 52 °/0 van den pariteitsprijs, dan kan de minister bepalen hoeveel iederen boer van een of meer bepaalde producten aan den man mag brengen.Dlt kan echter slechts gebeuren na het houden van een stem ming onder de belanghebbenden en twee derden der boeren moeten het met den door den minister voorgestelden maat regel eens zijn. In geval er tot een beperking van den verkoop wordt overgegaan dan is de Regeering verplicht op de overschotten der landbouwers een leening te ver strekken. Deze wordt berekend op pariteitsprijs. In de "Magna Charta,, komen ingewikkelde berekeningen voor het doel deze pariteitsptijzen der schillende producten vast te stellen. Om slechts een voorbeeld te geven De pariteitsprijs van de katoen is in de eerste plaats berekend op den ge middelden prijs die de boeren van 1909 tot 1914 hebben ontvangen, het is te zeggen 12,4 cent per pond. Deze prijs moet dan vermenigvuldigd worden met het procent der prijsstijging der ver schillende dingen die een boer noodig heeft te koopen. Momenteel bedraagt de stijging van de kosten in vergelijking met de jaren 1909 tot 1914, 130 ®/o. De tegenwoordige pariteitsprijs voor katoen den zeer met ver- bedraagt dus op dit oogenblik 12,4 x 130 °/o hetzij 16 cent per pond. Indien het indexcijfer der onkosten daalt of stijgt, daalt of stijgt ook de pariteits prijs. De leeningen door de Regeering toe gestaan voor de overschotten moeten schommelen tusschen niet minder dan 52 en 75 °/o van den pariteitsprijs. Door het vaststellen van de produc- tiekwota, de marktkwota en de pari teitsprijs hoopt de Regeering de over productie van stapelproducten te keer te kunnen gaan en tevens de boeren een loonende vergoeding voor hun arbeid te kunnen verzekeren. Hoe zal er nu in feite gehandeld worden Voor het begin van het markt jaar der verschillende producten maakt de secre taris van landbouw, wanneer een groo tere voorraad dan normaal verwacht wordt, dit officieel bekend en stelt de marktkwota vast. Het aangehaalde refe rendum wordt ook voor het begin van het marktjaar gehouden. Stemmen de landbouwers toe in een beperking, dan wordt de productiekwota voor iederen boer berekend. Daarbij komen de voor raden, de geraamde productie, de ge raamde uitvoer, het geraamde verbruik en nog talrijke andere elementen voor in aanmerking en, zooals dat in de wet geschreven staat, zullen er maar weinig menschen wijs uit worden. Het referendum en het op gelijken voet stellen van den kleinen met den grooten landbouwer geeft aan deze nieu we landbouwwet een demokratisch tintje. We zijn echter van oordeel dat er achterpoortjes genoeg zijn de tekst beslaat niet minder dan 125 bladzijden om den minister toe te laten zijn meening door te drijven. Want na een aandachtige lezing, blijven er nog zoo veel punten in het duister. Zoo bepaalt deze wet, bijvoorbeeld, niet hoe de regeering aan het geld voor de leeningen aan de boeren zal geraken. In de vroegere landbouwwetten de Vereenigde Staten hebben er, zooals be kend, reeds enkele versleten was dit het eerste en voornaamste punt. Thans wordt de vraag waaruit de noodige gel den moeten gehaald zelf niet beant woord. Naar we uit bevoegde bron vernemen is de voorraad eetaard appelen in Holland zeer ingekrom pen, en zijn de prijzen fel omhoog geloopen. Men betaalt aldaar voor Gel- dersche Muizen 60 frank, voor Roode Star en Krugers 7 5 fr. en voor Industrie 45 fr. Er zal naar België niets meer worden verzonden zoodat we hier nog goede prijzen voor de eet aardappelen kunnen voorzien. Op de beurs van Brussel wer den Woensdag de volgende prij zen betaald (groothandelsprijzen per wagon) Geldersche Muizen 60 fr. Industrie 50 fr. Het afvriezen van de vroege aardappelen in ons land zal ook een groote invloed uitoefenen, zoodat men nog hoogere prijzen voorziet. Het zal dus weer eens verkeerd blijken goede eetaardappelen voor dierenvoeder te willen gebruiken» TELEFOON i 2«7. ucuuu ivici, uus vroeger uan ue ae ranken niet gemakkelijk aan tijdstip van het ingaan der rente, dan planting. Of ge die nu plaatst in 't vier- j (Zievervotg op de 2de bladzijde)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1938 | | pagina 1