Hoeverre staat het nu met Landbouwe"-k«eeke™'
de Graanvalorisatie
De Fruitaanplantingen
in ons Land.
Voorziening aan brood
graan verzekerd.
Arbeidlf adelt*
Landbouwweekblad
Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven
Voor en door de Landbouwers
Minimumprijzen
voor Aardappelen
DUITSCHLAND.
ZONDAG 11 SEPTEMBER 1938.
Prijs 35 centiem
20de JAARGANG Nr 1027
Abonnementsprijs 15 fr. 's jaars.
Men schrijft in op ons
Bureel en op alle postkantoren.
Het overnemen van artikelen
zonder aanduiding der bron
is streng verboden.
Bestuurder en verantwoordelijke Opsteller
O. CAUDRON.
Bureel en Redactie t Zeeberg kaai. 4. Aalst.
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hunne
bijdragen.
Aankondigingen volgens
akkoord.
bezoekt allen de
Wat is men zinnens met de Roggeverbouwers
Bestaat er wel eene graanvalorisatie
Wij hebben tot heden
1. De telling der verschillende graan
gewassen.
2. Het koninklijk besluit van 19 Juli,
afgekondigd door het Staatsblad van
31 Juli, waardoor een vergunningstaks
van 10 fr. per 100 kg. op den invoer van
vreemde tarwe opnieuw wordt inge
voerd.
3. De instelling bij het Ministerie van
Economische Zaken, Middenstand en
Landbouw van een raadplegende com
missie met opdracht1) het procent in-
landsche tarwe regelmatig vast te stellen
dat dient gemengd in de tarwe voor
fabricatie van broodmeel2) de basis
prijzen te bepalen voor inlandsche tarwe,
rekening houdende met de prijsnoteerin-
gen op de wereldmarkt.
Al deze maatregelen dienen ten slotte
als voorbereiding te worden beschouwd.
Doch de uitvoering der valorisatie, na-
menlijk op welke grondslagen en volgens
welke modaliteiten de regeering steunt
zal verleenen aan onze graanverbouwers
om minstens hunne voortbrengstkosten
te dekken, behoort tot heden tot het
onbekende.
Onze landbouwers weten nog steeds
niet of de opbrengst der vergunnings
taks geheel of ten deele zal ten goede
komen aan de Schatkist ofwel onder
vorm van teeltpremiën zal worden toe
gekend aan de graanverbouwers.
Of deze teeltpremiën insgelijks zullen
ten goede komen aan de rogge- en gerst
verbouwers of alleen aan de tarwever-
bouwers
Op welke wijze deze premiën zullen
worden vastgesteld. Of men namenlijk
bij de vaststelling van het bedrag zal uit
gaan van een gemiddelde minimumprijs
der granen, zoodat het verschil tusschen
dezen minimumprijs en de werkelijke
marktnoteeringen door den regeerings-
steun zal worden bijgepast.
Welke prijzen-politiek de regeering
zal volgen voor den volgenden oogst,
waarvan de uitzaai eerstdaags zal ge
schieden, blijft eveneens met duisternis
omhuld.
Het eenige wat onze landbouwers
weten is dat de commissie hooger ver
meld de basisprijs voor inlandsche tarwe
heeft vastgesteld op 120 frank per 100
kilo, dat de werkelijke verkoopprijzen
nog onder dit peil zijn gevallen dan
wanneer de Hoogere Landbouwraad
den kostprijs voor tarwe heeft vastge
steld op 141,32 fr. na bieten, op 143,07
fr. na haver en op 146,80 fr. na klaver.
Wat onze landbouwers ook voelen
is dat de inlandsche rogge op het
zwaar verliespeil is gevallen van 67 frank
per 100 kg. en de inlandsche gerst op dit
van 74 frank, dat de inlandsche haver
ook een gevoelige inzinking heeft onder
gaan en nog slechts 88 tot 90 frank
noteerde.
Wat onze boeren tot heden van de
zoo hoog geroemde graanvalorisatie
hebben ondervonden is dus verre van
aanmoedigend.
Hoe wil men dan, dat deze zoogezeg
de valorisatie een factor weze tot her
stel van het evenwicht in de landbeuw-
voortbrengst Hoe wil men dat onze
graaverbouwers, die dicht bij den uitzaai
staande, nog niet een aanwijzing hebben
gekregen nopens de minima-prijzen
welke zij voor hunnen volgenden oogst
zullen ontvangen,, aan de graanteelt uit
breiding geven De huidige slechte prij
zen en de onzekerheid waarin men hen
laat betrekkelijk de önancieele opbrengst
van verleden oogst zijn eerder een aan
sporing om de graanteelt in te krimpen
en de teelt van andere gewassen uit te
breiden met het noodlottig gevolg an
dere evenwichten te verbreken.
Het is hoog tijd de inzichten der Re
geering te kennen, want op de boerderij
moet men een jaar te voren weten waar
De Roggeverbouwers.
De landbouwers uit de zand- en lichte
kleistreken die veel of uitsluitend rogge
verbouwen, zijn op dit oogenblik de
groote slachtoffers.
Terwijl hunne pachten rechtstreeks of
onrechtstreeks op tarweprijzen zijn be
rekend, kunnen ze hun rogge slechts
tegen spotprijzen verkoopen.
Het is onzinnig te beweren dat ze ge
legenheid hebben deze rogge op te voe
deren en op die manier te valoriseeren I
Welke grootere voordeelen hebben
de tarweverbouwers die hun tarwe aan
120 fr. kunnen verkoopen en rojjge in-
koopen aan halve waarde, zoodat ze
voor den prijs van 100 kg. tarwe 200 kg.
rogge krijgen.
Noemen ze dat niet het stelsel van
twee maten en twee gewichten
We vragen dan ook dringende maat
regelen om de roggeverbouwers te steu
nen, onder een of anderen vorm. Het is
een dringende taak van de Regeering.
We stellen ons nog heden in speciale
verbinding met den heer Minister van
Landbouw, om hem te wijzen op den
dringenden nood onzer landbouwers.
provinciale vee- en
varlcensprijskampen
ingericht te Gent (in 't Feestpaleis)
op Vrijdag 16 September, te 9 uur.
Op initiatief van het Ministerie van
Landbouw werd te Brussel een vergade
ring belegd van afgevaardigden der ver
schillende landbouwersvereenigingen sa
men met enkele groothandelaars in
aardappelen en de provinciale staats-
landbouwkundigen.
Deze vergadering besprak de moge
lijkheden eene prijsregeling voor aard
appelen te bekomen en de middelen om
dit gedacht in werkelijkheid om te zetten.
Er werd besloten tot de aanstelling
van een kommissie bestaande uit 5 ver
tegenwoordigers van den landbouw en
5 handelaars.
Over den prijs der aardappelen werd
geen beslissing genomen. De leden der
te noemen kommissie zullen aangeduid
worden door den Minister van Land
bouw.
Maïsinvoer zal niet verminderd worden.
Molenaars vet plicht stocks aan te leggen.
In zijn proclamatie voor het
Nationaal- Socialistisch Con
gres te Neurenberg, verklaarde
Hitier dat voortaan de blokkade
van Duitschland een ondoel
matig wapen zou zijn.
Duitschland kan voor zichzelf
zorgen.
Tijdens onze reis doorheen Duitsch
land waren wij in de gelegenheid het
een en het ander te vernemen over de
graansituatie, die, in geval er een oorlog
zou uitbreken, toch weer van 't aller
grootst belang zou zijn voor Duitsch
land.
Na een koud voorjaar heeft de in Juli
ingetreden warmte en de daaraan voor
afgaande regen veroorzaakt dat bijna al
de graansoorten tegelijk moesten wor
den binnengehaald. De opbrengsten zijn
over het algemeen grooter dan verleden
jaar. Derhalve baart de opslag nog zor
gen. Er zijn geïmproviseerde silo's bijge
bouwd. Dit moest geschieden om bin
nenschepen vrij te krijgen, die zoowel
voor vervoer als voor opslag worden
gebruikt. De schaarschte aan vervoer-
materiaal, die zich sterk doet gevoelen,
zou te groot worden indien de schepen
even lang als de vorige jaren tot pak
huizen moesten dienen.
Van ouds waren de meelfabrieken en
de graansilo's in hoofdzaak in het mijn-
gebied gevestigd, waar het overzeesche
graan binnenkwam. Daarheen werd ook
een groot deel van den Duitschen oogst
uit het Oostzeegebied vervoerd. Het
overzeesche graan werd gekocht als het
noodig was en lag ook vaak te Antwer
pen of te Rotterdam in lichters of silo's
opgeslagen. De meelfabrieken konden er
van opnemen tegen den tijd dat het ver
werkt moest worden.
Het Oostzeegraan had naar den Rijn
een langen vervoerweg. Bovendien
werden tarwe en andere granen in den
Herfst regelmatig naar het buitenlanc
uitgevoerd. Later in het seizoen moest
daarvoor in het buitenland wel graan
teruggekocht worden, doch men spaarde
er opslagruimte mee uit.
dit alles veranderd
Thans is dit ailes veranderd graan
men heengaat én waar men naartoe wil. wordt er niet meer uitgevoerd. Zelfs de
i
eens zoo belangrijke uitvoer van rogge
bloem werd stopgezet.
Daarentegen was de invoer in het nu
afgeloopen graanjaar belangrijk. Een
aanzienlijk deel daarvan bestond uit
maïs, waarvan een klein gedeelte dient
voor de bijmenging bij de broodbereiding
en de rest om rogge als broodgraan te
vervangen. Dit jaar is de oogst van rogge
zoo groot, dat mag worden aangenomen
dat het overschot van den rogge-oogst
wel voor veevoeder kan worden afge
staan. Niettemin blijft het maïsprogram-
ma ongewijzigd, zoowel ten aanzien van
iet brood als van het voedergraan.
Er werd ons gezegd dat de handels
politieke belangen die met den maïsin
voer verbonden zijn, van groot belang
waren. Juist de landen die deze maïs
leveren Argentinië en de Donau-
landen zijn degene aan wie Duitsch
land veel machines en fabrikaten in be
taling geeft.
Hoe groot de invoer aan andere gra
nen dit jaar zal zijn, is op het oogenblik
moeilijk te ramen. Men verwacht dat uit
de Donau-landen, vooreerst Hongarië,
ook andere granen dan maïs zullen wor
den betrokken. Dat zal trouwens moeten
geschieden, wil Duitschland de positie,
die het daar heeft opgebouwd, hand
haven.
De Donau-landen staan dit jaar voor
groote afzetmoeilijkheden. De oogst is
buiten verwachting meegevallen en er
wordt gehoopt, dat Engeland op deze
markten een zekere hoeveelheid graan
zal koopen. Engeland wil de Donau-
landen niet aan den Duitschen invloed
overlaten en het eenige middel om dit te
verhinderen is meer uit die landen in
voeren. Engeland koopt echter alleen
tegen de marktprijzen. Nu is de positie
van de graanmarkt lusteloozer dan ooit.
Wie vandaag graan koopt, merkt mor
gen wellicht dat hij het te duur heeft
betaald.
Duitschland bedingt nooit de laagste
prijzen. Het is een vrij normaal ver
schijnsel dat het graan uit de Donau-
landen duurder aan Duitschland wordt
verkocht tegen compensatie natuur-
(Zie vervolg onderaan hierneven).
De bedoeling van dit artikel is wel j
een algemeen overzicht te geven van
den hachelijken toestand waarin de fruit-
teelt zich bevindt en tevens de gewich- j
tige rol doen uitschijnen welke ons Mi- j
nisterie van Landbouw, onze verschil
lende gewestelijke pomologlsche veree-
nigingen, onze tuinbouwmaatschappijen,
hierin te vervullen hebben.
Ten jare 1934 reeds deelde ons Minis
terie van Landbouw, bij monde van de
pers, een bericht mede over den toestand
van de fruitteelt in ons land en waarvan
het slot luidde als volgtOver 't alge
meen beschouwd is de verkoop van het
fruit, ten huidigen dage, niet meer loo-
nend voor den kweeker.
Voor dezen die niet van dichtbij den
gang van de fruitaanplantingen sedert
de laatste twintig jaren hadden gevolgd
kon dit bericht wel het effekt maken
van een steen te midden van een kikkers
poel, maar de ingewijden, zij die met
een soort onrust deze altijd groeiende
hoeveelheid nieuwe fruitaanplantingen
hadden gadegeslagen, moesten fataal tot
de gevolgtrekking komen dat het aan
bod weldra de vraag zou overschrijden.
Dit is ten huidigen dage reeds bewaar
heid. Bijlange niet hoor ik U zeggen,
ziet eens hoe duur het fruit thans ver
kocht wordt 1
De uitzonderingen bevestigen den al-
gemeenen regel. Wanneer het fruit ge
lukt is dan wordt het op de markten en
in de hallen van onze groote steden aan
zulkdanige lage prijzen verkocht dat er
vele vruchten ter plaatse rotten of in den
eetbak van koeien en varkens te recht
komen. Dit jaar is er weinig fruit en we
mogen ons verheugen in tamelijk hooge
prijzen, maar de opbrengst is zoodanig
gering dat we nog niet te vroeg zullen
hoeven te boffen over een mogelijk ren-
deerend jaar. We mogen eerder zeggen
dat het een slecht jaar voor den fruit-
kweeker is en dat de prijpen hoegenaamd
niet aangepast zijn aan de kleine hoe
veelheid fruit voorhanden.
De oorzaak van dit alles is eerst en
vooral te zoeken in de buitengewone
uitbreiding welke de fruitaanplantingen
in de laatste jaren steeds genomen heb
ben en ongelukkiglijk nog voortduren.
We kunnen hierin ons Ministerie van
Landbouw hoegenaamd niet van zonden
vrij pleiten. De eigenaars van boom
gaarden of voor den handel aangelegde
fruittuinen zullen ons steeds verklaren
dat ze gehandeld hebben op aandringen
van het Ministerie dat maar gedurig
vlugschriften liet verschijnen waarin het
er ons toe praamde; ook de talrijke
lijk dan op de wereldmarkt, waar het
contant wordt betaald.
Totnogtoe heeft de prijs het punt nog
niet bereikt waarop Roemenië bijslagen
zou moeten betalen op den tarwe-uit'
voer. Morgen kan dit echter gebeuren
en dan zal de Roemeensche regeering er
belang bij hebben aan Duitschland te
leveren tegen compensatie. En Duitsch
land zal koopen om de markten voor
machines te handhaven en de politieke
greep op de Donau-landen sterker toe
te halen.
Inzake broodgraan beschikt Duitsch
land thans dus over voldoende voor
raden. De oogst is bijzonder goed mee
gevallen en de molenaars werden ver
plicht groote voorraden, voor eigen
rekening op te koopen en in voorraad te
houden. Dat kanselier Hitier te Neuren
berg een dergelijke kordate taal kon
voeren, is grootendeels te wijten aan het
welgelukken van den oogst.
In de laatste jaren heeft Duitschland
meer dan eens voor meer dan 500 mil-
lioen rijksmark per jaar aan granen
moeten invoeren. Deze som woog zwaar
op het handelsbilan en komt thans
vrij voor den aankoop van andere grond
stoffen, waarvan Duitschland, niettegen
staande de woorden van kanselier Hitier
nog altijd gebrek heeft. Inzake graan,
echter, is de voorziening verzekerd en
voor een land dat er prat op gaat in
eigen behoeften te willen voorzien, is dit
voorzeker reeds veel I
voordrachtgevers van hetzelfde Minis
terie werden belast op hetzelfde onder
werp te hameren tot men tot uitbreiding
overging. Verre van ons het gedacht de
goede inzichten van ons Ministerie of
van de talrijke voordrachtgevers in
twijfel te trekken. Ze hebben er op aan
gedrongen omdat ze hierin een middel
zagen om werk en brood te verschaffen
aan een groot aantal menschen van den
lande die te vergeefs naar een bezigheid
uitkeken.
Maar bij die uitbreiding moest ons
Ministerie eerst en vooral gezocht heb
ben naar nieuwe uitvoerwegen voor ons
fruithet moest daarbij de kweekers
aangezet hebben om alle mogelijke bij
producten alsdranken, geleien en con
fituren van het fruit te vervaardigen, en
eindelijk moesten onze fruitvoortbren-
gers beter ingelicht geworden zijn no
pens de laatst in voege gekomen wijzen
van assorteeren, inpakken en verzenden.
We betwijfelen of ons Ministerie wel
niet daarin is te kort gekomen.
Maar wat baat het te vitten en te
zuchten over iets dat gebeurd is. We
doen beter naar middelen te zoeken om
hieraan te verhelpen. En hier kunnen de
gewestelijke pomologische vereenigin-
gen en de bestaande tuinbouwmaat
schappijen een zeer voorname rol spelen.
Inderdaad het is al te gemakkelijk de
schuld op den rug van het Ministerie te
schuiven. We geven er den brui van.
Ons Ministerie van Landbouw beladen
met al de zonden van Israël, dit gaat
inderdaad niet op. We moeten ook de
schuld op andere plaatsen gaan zoeken
en niet zelden bij ons zelf. Er zijn pomo
logische vereenigingen die regelmatig
om de maand samenkomen maar waar
van de dagorde zoo weinig belangrijk is
dat de leden zich hoegenaamd niet aan
getrokken voelen deze bij te wonen en
men komt dan tot de bittere vaststelling
dat er van honderd en meer leden slechts
een tiental aanwezig zijn. De leiding
van die pomologische vereenigingen is
soms in handen van menschen, die voor
zeker heel bekwaam zijn, maar die om
hoogen ouderdom de doordrijvings-
kracht van jongeren missen. Die leiders
genieten voorzeker den eerbied en de
genegenheid van de leden en niemand
zou 't aandurven er zelfs maar een misse
lijk woordje over te spreken, maar ze
zouden zelf moeten inzien dat het voor
hen de tijd is om te genieten van een
welverdiende rust. Ze kunnen als raad
gevers en in sommige gevallen als rem
mers van den overmoed der jongere
krachten nog uitstekende diensten be
wijzen.
Hetzelfde geldt voor onze tuinbouw
maatschappijen. Van hen zou het initia
tief moeten uitgaan om in de streek dat
gene te bewerkstelligen wat hoeft ge
daan om de fruitteelt van af den bloei
tot het uiterste einde, de bewaring, ver
pakking en verzending, zoodanig toe te
lichten door theoretische en voorname
lijk practische verhandelingen dat geen
enkel fruitkweeker afzijdig kon blijven,
zonder zich zeiven en in zijn voortbrengst
en in zijn geldelijke opbrengst te scha
den. Langs dien kant zijn de meeste
kweekers zeer gevoelig. We zouden
nochtans aan onzen plicht te kort komen
moesten we ook de waarheid niet durven
zeggen aan de kweekers zelf.
Het gouvernement geeft richtlijnen
inzake de aanbieding van fruit op de
markten, de tuinbouwscholen van Vil
voorde en Gent stellen in alle tentoon
stellingen van eenig belang fruit ten toon
in standaardverpakking, in eenlagige
kratten, kisten enz., maar de meeste
fruitkweekers vagen er hun broek aan.
Hoe wilt ge dan vooruitkomen.
Enkel in de samenwerking van al deze
organismen ligt de redding. Dat men
van hoogerhand den moed hebbe de
veteranen, die rust verdienen, te doen
begrijpen dat ze best plaats ruimen voor
de jongeren met meer wilskracht en
vastberadenheid, dat de kweekers van
hun kant niet afzijdig of onverschil
lig blijven, maar dat eenieder zijn plicht
begrijpe. Veel is er nog te redden als
allen innig overtuigd zijn van hun plicht.
('t Vervolgt.)
TELEFOON i 267.