De gespannen Internationale Toestand A Dit jaar was de oogst uitzonderlijk goed. Belgische ZELFSTANDIGHEID! Arbeid ac lelt* Landbouwweekblad Voor en door de Landbouwers ZITDAG s Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven ein mg gen ing. t. NEDERLAND m ZONDAG 18 SEPTEMBER 1938 Ptija 35 centiem 20de JAARGANG Nr 1028 to- ds- aaf :ht. les. 'an :ht, ek, car, an, Abonnementsprijs 15 fr. 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is streng verboden. Bestuurder en verantwoordelijke Opstelier O. CAUDRON. Bareel en Redactie t Zeebergkaai, 4, Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bfidragen. Aankondigingen volgens akkoord. en Is :hte ool- sper nier oor- Irie- :trus OUt' >e. en Van a. den Vet per bij ips, Al ia en ïent- :atie- neid, it al- prij ken», wers, wei- loede i dag l alle raert, Meer dan ooit Onzijdigheid luwei i eet dIEN mr Hail ?AFl| in. n pan! ening n miner Kleini ngra Adh i. 29 1321 Q :t ma| int. i, rod lerma 3 ft. vani 1st- De internationale spanning ontstaan rond de gebeurtenissen in Tsjeco-Slowa kije baart scherpe onrust. Het gruwelijk oorlogsspook komt weer dreigend op zetten. Zullen de verantwoordelijke staats lieden der betrokken landen het gezond verstand laten spreken en de wereld be hoeden tegen een ramp wier noodlottige gevolgen niet te overschouwen zijn, of zullen heerschzucht en politieke en eco- mische machtsberekeningen de volkeren opnieuw storten in een afgrond van matelooze ellende en smart, met als on vermijdelijk gevolg den ondergang der Europeesche beschaving De beslissing in een of andere richting zal binnen enkele dagen, wellicht enkele uren vallen. De thans heerschende onrust weegt loodzwaar op Europa. Een nog meer prangende vraag iswat kan België doen om het schrikwekkend gevaar van een nieuwen oorlog met de meeste kans af te wenden Het antwoord op deze vraag kan niet anders zijn dan een buitenlandsche en militaire politiek volgen en toepassen van strenge zelfstandigheid en neutrali teit, los van elk oorlogsblok. Rekening houdende met de ligging van ons Land, met de samenstelling zij ner bevolking is deze politiek het eenige middel om vernietiging te voorkomen. Deze houding is trouwens het logisch uitvloeisel van het nieuw buitenlandsch statuut dat Onze Vorst voor België heeft gewild en dat door de belang hebbende Europeesche Groot-Mogend heden plechtig werd bekrachtigd. België's internationaal statuut wordt thans beheerscht door volgende fac toren 1) De Koninklijke rede van 14 Octo ber 1936, waarbij onze Vorst met nadruk verklaarde dat België een zelfstandige buitenlandsche politiek wil volgen, zon der aanleuning bij een of andere groot mogendheid, met het doel zijne onaf hankelijkheid te vrijwaren en den oorlog buiten zijne grenzen te houden. Ons land zou zich dan ook verzetten tegen eiken aanval op zijn grondgebied van waar hij ook kome. 2) De plechtige verklaring afgelegd door Frankrijk en Engeland den 14 April 1937. Hierdoor ontsloegen beide landen België van de verplichtingen spruitende uit het Locarno-pakt en verbonden zich de onschendbaarheid van ons grond gebied te eerbiedigen en te verdedigen tegen een niet uitgelokten aanval, zon der eenige tegenprestatie onzerzijds dan ons te verzetten tegen eiken inval op ons grondgebied en de verplichtingen na te leven opgelegd door het Volkenbonds- pakt. 3) De verklaring afgelegd door Duitschland in October 1937. Hierdoor verbond Duitschland zich de veiligheid van België te eerbiedigen en de on schendbaarheid van ons grondgebied te waarborgen, op voorwaarde dat België zich onthoudt van elke vijandige actie tegen Duitschland, en zijn grondgebied niet leent voor doortocht of operatie gebied van strijdkrachten tegen Duitsch land optredende. Er blijft een schaduwzijde aan ons internationaal statuut welke evenals België ook al de kleine Staten trachten op te helderen en weg te ruimen, wij be doelen artikel 16 van het Volkenbonds- pakt. Dit artikel luidt als volgt "De leden van den bond zullen de noodige voorzieningen treffen, om den doortocht over hun gebied te vergemakkelijken voor de strijdkrachten van elk lid van den Bond, dat deelneemt aan een gemeen schappelijk optreden, teneinde de bonds- plichten te doen eerbiedigen.» De beteekenis van dit artikel biedt heel wat ruimte D kleine Staten zoo als Nederland en de Scandinaafsche Staten komen op voor het facultatief karakter van het doortochtsrecht. Enge land heeft zich op do laatste zittijd van den Volkerenbond bij deze zienswijze aangesloten en nu staat de definitieve op interpretatie van het bewust artikel de dagorde van de zitting van den Vol kerenbond welke reeds aanvang heeft genomen. België heeft zich insgelijks herhaalde lijk, bij monde zijner verantwoordelijke regeerders, uitgesproken voor het facul tatief karakter van het doortochtsrecht. Ter kamerzitting van 2 December 1936 verklaarde de gewezen eerste minister Van Zeeland dat België geen andere interpretatie van artikel 16 aanvaarden kan dan deze welke het daaraan in den vollen omvang van zijn souvereiniteit wenscht te geven. Den 29 April 1937, verstrekte de heer Spaak, onze huidige Minister van Buitenlandsche Zaken, volgende toelichting over artikel 16 voormeld "Er zijn twee wezenlijke voorwaarden voor de eventueele toepassing van het doortochtsrecht over ons grondgebied 1) België's toestemming 2) de deelne ming van onze naburen.» Dit neemt evenwel niet weg dat arti kel 16 nog bestaat en minder zekerheid biedt dan de neutraliteit welke alleen Zwitserland tot heden heeft kunnen doen erkennen door den Volkenbond. Zwit serland heeft hiervoor bijzondere rede nen aangevoerd welke ook grootendeels voor ons land gelden. Wij komen hierop nader terug in een volgende bijdrage. In deze gevaarvolle en koortsige uren, heeft onze Regeering als plicht met onbetwistbare duidelijkheid aan de tegen elkander staande landen kenbaar te maken dat wij ons grondgebied niet zullen laten gebruiken voor opmarsch in de eene noch andere richting en ons vastberaden zullen verzetten tegen elke schending van onze grenzen. Ons volk prente zich goed in 't hoofd, dat België niets te maken heeft met den poli- tieken toestand in Tsjeco-Slowakije en late zich niet meeslepen in een oorlogs- roes, welke bevorderd wordt door ten dentieuze berichtgeving in pers, door de radio en door zekere filmactualiteiten. In de huidige omstandigheden past het uitsluitend aan ons eigen zelfbehoud te denken. Na September weer in het land is en de meeste akkerbouw- producten zijn binnengehaald, is de tijd aangebroken om de balans te maken van het oogst- jaar. Voor Nederland valt ze erg mee, zooals we het hieronder zullen aantoonen, vooral voor wat de hoeveelheid betreft. De kwaliteit daarentegen loopt nog al uiteen. Beginnen we met de tarwe. In 1938 werden er 126.000 hectaar met tarwe bezaaid, en in het Noorden des lands gaf zij een opbrengst van 3200 tot 3600 kilogr. per hectaar. Een uitzondering vormt de Fransche tarwesoort Joncquois die zeer veel van de roest heeft geleden, waardoor het beschot klein en de kor relkwaliteit slecht is. Dit ras, dat niet voor de eerste maal teleurstellende uit komsten geeft, zal thans uit de cultuur verdwijnen. Dank zij den geringen regenval gedu rende den oogsttijd is de tarwekwaliteit in het noorden van het land zeer goed. Op de plaatsen waar het binnenhalen minder vlot is gegaan is de kwaliteit vanzelfsprekend minder. Dat was vooral in het Zuiden, waar men met slecht oogstweer te kampen had. In Zeeland is de tarweopbrengst dit jaar zeer hoog en wel van 10tot20°/o boven het gemid delde. De kwaliteit kon echter beter zijn. Voor wat de rogge betreft, het meest verbouwde graan in Nederland (243.000 hectaar in 1938) laat de oogst in het Noorden van het land te wenschen over. Veelal is slechts een gematigde, bene den het gemiddelde liggende oogst ver kregen. Ongeveer 2600 kilogr. per Ha. Dit is vooral het geval in de Veenkolo niën en ook op de Noordelijke zand gronden. Naar het Zuiden in Overysel en Gelderland is de toestand beter. Omtrent de oorzaken van dezen min der goeden rogge stand, tast men in het duister. Sommigen wijten het aan de nachtvorsten in Mei. De haver daarentegen levert een goe de tot zeer goede opbrengst op. Er werden ongeveer 149.000 hectaar be zaaid en de opbrengst bedraagt naar raming ongeveer 4000 kilogr. per Ha. Vooral de witte haver munt in het Noorden van het land uit op gebied van opbrengst, natuurgewicht en kleur. In andere streken waren de weersomstan digheden oorzaak van minder goede kleur. Veel minder wordt de gerst in Neder land verbouwd, ruim 43.000 hectaar. In Groningen is de opbrengst goed, onge veer 3500 kilogr. per hectaar. Ook de kwaliteit is daar zeer goed. In 't Westen van het land en ook in Friesland heeft de wintergerst nogal geleden van den storm. Het aardappelgewas, waarmede er 91.000 Ha. beplant waren, is in Fries land op de klei nog al verwaaid. Vooral de vroege en middel vroege soorten zijn er door getroffen en geven dan ook een minder goede opbrengst. Eerstelingen 18 tot 20.000 kg.Bintje 24 tot 28.000 kg.Eigenheimers 22 tot 28.000 kg. per Ha. De late soorten als Industrie, Alpha en Roode Ster staan er veel beter voor. Een factor van beteekenis is dat zieke knollen tot dusver zoo goed als niet voorkomen. Dit is wel het geval op de Friesche zandgronden en slechter is de toestand op de zuidelijke zandgronden, waar de oogst op sommige plaatsen mislukt is. Minder gelijkmatig was het aard- appelgewas op de Zuid-Hollandsche en Zeeuwsche eilanden. Veelal blijft daar de opbrengst beneden het gemiddelde. De oogst van fabrieksaardappelen be looft zeer goed te zijn. Uiteenloopend is de stand van de suikerbieten, waarmede 43.000 Ha. be plant zijn. In het Noorden belooft het gewas een flinke opbrengstin het Zui den, daarentegen, is iets beneden het normale. Van de voederbieten, waar mede dit jaar ongeveer 48.000 Ha. be plant zijn, kan bijna hetzelfde gezegd worden. Alleen wordt hier en daar ge wag gemaakt van beschadiging door bladluizen. De oogst van "kleine groene,, erwten wordt als zeer goed beschouwd, althans in het Noorden van het land. In Gro ningen beantwoordt de opbrengst niet aan de verwachtingen. Óp de Zuid- Hollandsche eilanden is slechts een matige opbrengst verkregen. Paardeboonen leverden een slechte opbrengst als gevolg van de droogte. Van de stamboonen kan hetzelfde ge zegd worden. Een matig gewas gaven de zaderijen als blauw maanzaad, karwij, mosterd, spinazie, enz. De kwaliteit der zaden valt echter goed mee. Een goede opbrengst gaf vooral het koolzaad, dat jaar weinig heeft geleden van ziekten. In het Noor den belooft het suikerbietenzaad een rjjken oogst. Ook de uienoogst is vrij goed. Een goede opbrengst leverde het vlas, zoowel aan lint als aan zaad de kwali teit van het laatste overtrc ft het ge middelde. Kanariezaad werd dit jaar in Neder- (Zie vervolg onderaan hierneven). Wc beleven thans dagen van internationale hoogspanning. De heele wereld volgt aandachtig het verloop der politieke gebeurte nissen in Midden-Europa. We hebben aan den rand van den oor log gestaan en op het oogenblik dat we deze regels schrijven is de toestand zelfs alles behalve rooskleurig. Zal er een overeenkomst bereikt worden tusschen de Sudeten- Duitschers en de Tsjeco-Slowaaksche Regeering, of zal er naar de wapens gegrepen worden Voor ons, Vlamingen, gaat het er niet om te weten of de Sudeten al dan niet hun recht zullen bekomen, maar wel in de eerste plaats om den vrede Komt het tot een oorlog tusschen Tsjeco-Slowakije en Duitsch land, dan nemen Rusland en Frankrijk onvermijdelijk deel aan den bloedigen dans. Immers, Tsjeco-Slowakije is voor Rusland een vooruitgeschoven post van het communisme in Midden-Europa, een spie in het hart van Duitschland. Voor Frankrijk is het een bondgenoot om Duitschland langs drie kanten te omvatten. Ons land echter, hoe men het ook bekijke, heeft niet het minste belang om aan een gebeurlijken oorlog mee te doen. De politiek van Belgische onzijdigheid, onder den drang van den Vlaamschen volkswil en sinds de Koninklijke rede van October 1936 gevoerd, loopt thans gevaar op het oogenblik dat een beves tiging ervan de uitweg kan zijn om aan een dreigend conflict te ontsnappen. Er blijft daar altijd het Artikel 16 van het Volken bondspact Het is een dringenden plicht vanwege de Belgische Re geering onverwijld te verklaren dat een gewapend conflict in Midden-Europa geen enkele reden kan zijn voor België om de sanctiemaatregelen van artikel 16 toe te passen. Verders, dat Frankrijk noch Engeland in geen geval moeten rekenen om gebeurlijk Belgie als een Invalspoort tegen Duitschland te beschouwen. Laten we ons niet meesleuren, want maken we er ons geen illusie over een Fransche opmarsch door België zou onmiddellijk gevolgd worden door een tegenaanval van Duitsche zijde, en in dat geval zou België eens te meer de arena zijn van twee vechtende mo gendheden en zouden we eens te meer de verschrikkelijke gevolgen van den oorlog te dragen hebben dood en vernieling Een inval van Frankrijk is naar ons oordeel het eenig gevaar dat ons bedreigen kan. Immers, de blikken van Duitschland zijn naar het Oosten gericht en het vraagt waarschijnlijk niets liever dan in het Westen gerust gelaten te worden. Wat Frankrijk ook misschien nog kan aanmoedigen om door België naar Duitschland op te trekken is de fanatieke houding der Walen die daarmee zouden akkoord gaan en het hysterisch geblaf der Franschdolle hoera-patriotten en vetbetaalde penneknechten. En hier moeten we vooral zekere linksche bladen schandvlek ken die uit haat tegen Duitschland en zijn regiem ons volk naar de slachtbank zouden willen sleuren. Schande over hen I De Vlamingen kunnen hiermede echter geen vrede nemen. Nóch tegen Duitschland, nóch tegen Frankrijk willen we strijden. Wij willen den vrede, en het is onze heilige overtuiging en ons vaste voornemen dat we er nooit zullen in toestemmen onze steden en dor pen te laten verwoesten, onze jongens te laten vermoorden voor welk vreemd belang ook We herhalen het: Wij willen afzijdig blijven, al hetgeen er ge beurt heeft voor ons niet het minste belang Wij willen den vrede! Daarommoet de Belgische Regeering klaar en duidelijk en on omwonden aan de Fransche en Engelsche Regeeringen bekend ma ken dat het in geen geval de doortocht van troepen zal toestaan. Dit kunnen we in elk geval zeggen: Onze Vlaamsche boeren zullen zich wel wachten hun bloed te vergieten voor vreemde be langen Wij willen de onzijdigheid, die ons den vrede zal verzekeren Wij willen geen nieuwe uitgave van 1914-T8 land niet veel verbouwd. Het gewas was goed, doch de opbrengst viel tegen door te fijnen korrel. Het grasland leverde dit jaar slechts een middelmatige opbrengst op. In Maart was de stand van het grasgewas zeer goed. Het koude weer in April en Mei werkte sterk vertragend op den groei, zoodat een "vroege kuil,, niet kon gemaakt worden. Toen de tijd voor den weidegang van het vee was aangebroken, was er in de weilanden zoo weinig gras, dat het hooi land moest worden voorgeweid. Waar de verpleging der graslanden goed was, viel het echter mee. Daar was de hooi- opbrengst, hoewel niet overvloedig, toch goed, terwijl de kwaliteit uitstekend mag worden genoemd. De droogte van einde Juli en begin Augustus heeft veel kwaad gedaan, zoodat de tweede snede hooi weinig heeft opgeleverd. In verband met de weersomstandigheden moest trou wens het tweede gewas veelal worden ingekuild Samenvattend kan gezegd worden dat in Nederland de oogst uitzonderlijk goed was. van Rechtskundige Dienst wordt gehouden op Zondag 2 Okt. van 8,30 tot 10,30 uur, in ons Lokaal, Groote Markt, Aalst. ert 'xis TELEFOON 267. r. bij

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1938 | | pagina 1