'-*1
Waarom in 1919 het Sudeten-Duitsch
gebied bij Tsjeco-Slowakije werd gevoegd.
Arbeidf adelt*
Landbouwweekblad
Voor en door de Landbouwers
Hoe we vroege
Bloemkoolen telen
ZITDAG
Onderrichtingen betreffende het ver-
leenen van een speciale vergoeding
aan de gezinnen van de wederopge-
roepene militairen met soldij.
Orgaan der Landbouwersvereenigtng Redt l! Zeiven
Ptfja 35 centiem
20de JAARGANG Nr 1031
Abonnementsprijs 15 Fr. 's jaars.
Men schrijft In op ons
Bareel en op alle postkantoren.
Het overnemen van artikelen
zonder aanduiding der bron
is streng verboden.
Bestuurder en verantwoordelijke Opsteller
O. CAUDRON
Bureel en Redactie t Zeebergkaai, 4, Aalst.
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hunne
bijdragen.
Aankondigingen volgens
akkoord.
In het Staatsblad van Dinsdag 1.1.
verschenen de volgende onderrichtingen
van de Regeering aan de Gemeentebe-
sturen
De Regeering heeft besloten aan de
gezinnen van de militairen die, wegens
de voor 's Lands veiligheid getroffen
maatregelen terug onder de wapens ge
roepen werden, een speciale vergoeding
te verleenen.
Om de uitvoering van die beslissing
te verhaasten en te vereenvoudigen,
worden de gemeentebesturen er mede
belast zonder uitstel over te gaan tot
het uitbetalen van genoemde vergoeding
aan de gezinnen die zulks schriftelijk, in
de voorwaarden en binnen het tijdsbe
stek hierna vermeld aanvragen
I. Een vergoeding wordt verleend aan
de gezinnen van de militairen met soldij
die, wegens voor 's Lands veiligheid ge
troffen maatregelen terug onder de wa
pens geroepen werden.
II. Deze vergoeding is verschuldigd
Ie rekenen van af den dag van weder-
oproeping onder de wapens tot en met
den dag waarop de militair naar zijn
haardstede teruggezonden wordt.
III. De personen die als leden vaB het
gezin worden beschouwd staan hieron
der naar orde van voorrang vermeld
1* De vrouw van dca gehuwden mili
tair
2° De personen die de kinderen on
derhouden, zoo de militair weduwnaar
of uit den echt gescheiden is met kinde
ren welke minder dan 16 jaar oud of.
wegens ziekte of gebrekkigheid blijken
de uit een geneeskundig attest onbe
kwaam zijn in hun onderhoud te voor
zien.
De militair die een of meer kinderen
wettelijk erkend heeft, wordt met den
weduwnaar met kinderen gelijkgesteld
3° De wettige vader en moeder van
den ongehuwden militair of de overle
vende ouder
4° De persoon die voorziet in het on
derhoud van de ouderlooze of verlaten
broeders of zusters welke minder dan 16
jaar oud of, wegens ziekte of gebrekkig
heid, blijkende uit een geneeskundig at
test, onbekwaam zijn in hun onderhoud
te voorzien
5° De ascendent(en) van den militair.
IV. Zoo de militair een erkend onecht
kind is, wordt, bij ontstentenis vanecht-
genoote of van kinderen uit het huwe
lijk, de vergoeding toegewezen ten
voordeele van de vrouw die de erken
ning deed, bijaldien deze vrouw ia de
geboorteakt aangeduid staat en de er
kenning geschiedde voordat het leger op
versterkten vredesvoet werd gebracht.
De betrokken militair heeft steeds het
recht een ander erkennend persoon als
genietende aan te wijzen, mits tot sta
ving een conforme afschrift van de er
kenningsakte voor te leggen.
V. Bij ontstentenis van rechthebben
den als bedoeld in de paragrafen III en
IV wordt de vergoeding toegekend aan
den persoon die den militair heeft opge
nomen toen deze een wees of een verla
ten kind was, hem beeft opgevoed en
gedurende ten minste vijf jaar voordat
hij ten volle 14 jaar was. ten laste had.
VI. Zoo de ouders of de ascendenten
uit den echt of van tafel en bed geschei
den zijn, beslist de militair of het bedrag
der vergoeding aan ieder der betrokken
personen voor de helft dient toegekend,
zoo niet duldt hij diegene der twee ech
telingen aan die er recht op heeft.
Dezelfde regel wordt toegepast wan
neer verscheidene personen dezelfde mi
litaire diensten doen gelden om de ver
goeding te bekomen.
VII. De militair kan tegen de uitbeta
ling der vergoeding aan zijn echtgenoo-
te, die schuldig bevonden is aan wange
drag, verzet aanteekenen, voor zoover
de kinderen haar niet zijn toevertrouwd
gebleven.Zoo er uit een onderzoek door
de gemeecteoverheid blijkt dat het ver
zet gegrond is, wordt de betrokken mili
tair gelijkgesteld met den weduwnaar of
den uit den echt gescheiden man met of
ponder kind volgen? het geval.
I VIII. De aanvragen ter bekoming
van de vergoeding moeten gericht wor
den, hetzij tot de gemeenteoverheid van
de verblijfplaats in België der aanvra
gers, hetzij tot de diplomatieke of con
sulaire overheid binnen wier gebied zij
in het buitenland verblijven, hetzij tot
het Ministerie van Binnenlandsche Za
ken en Volksgezondheid, indien 2ij in
Congo verblijven.
Zij moeten schriftelijk ingediend wor
den.
De termijn voor het indienen der aan
vragen is bepaald op vijftien dagen voor
de belanghebbende gezinsleden die in
België wonen, op één maand voor hen
die in een Europeesch land wonen, op
drie maanden voor hen die buitenEuropa
verblijven.
De termijn begint te loepen op den
dag waarop de militair naar zijn haard
stede teruggezonden wordt.
IX. De vergoedingen worden betaald
door het gemeentebestuur van de ver
blijfplaats van den aanvreger, door de
diplomatieke of consulaire overheid bin
nen wier gebied de aanvrager verblijft
of door het Ministerie van Binnenland
sche Zaken en Volksgezondheid, indien
de aanvrager in Congo verblijft.
De gemeentebesturen en de diploma
tieke of consulaire overheden zullen on
der de door de regeering gestelde voor
waarden de sommen voor rekening van
den Staat voorschieten.
X. Het bedrag van de vergoeding
welke naar orde van voorrang bij de
III, IV en V bepaald, aan de genie
tenden toekomt, wordt alsvolgt vastge
steld
a) 8 frank per dag, voor de personen
vermeld onder III, le, 3', 4'en 5', IV
en V
b) 3 fr. 50 c. per dag en per kind ten
laste voor de personen vermeld onder
III. le en 2'.
XI. De vergoeding is niet vatbaar
voor overdracht noch beslag.
XII. De vergoedingen waarvan hier
boven sprake zijn niet verschuldigd
1. Wanneer de militair de vergoeding
geniet voorzien bij artikel 52 van de
militiewet
2. Wanneer de militair voortgaat zijn
wedde of loon te trekken als ambtenaar
of bediende in dienst van den Staat, de
provinciën, de gemeenten, de vergunde
diensten, de openbare inrichtingen of de
inrichtingen van openbaar nut en over
't algemeen van al de ondergeschikte
openbare brsturen
3. Aan hen die volkomen werkloos zijn.
XIII. De gemeentebesturen zullen van
de ontvangers der belastingen voorschot
ten krijgen, mits voldaanteekening van
den burgemeester en medeonderteeke-
ning van den gemeentesekretaris en den
gemeenteontvanger. Zij zijn aansprake
lijk voor het beheer van het aldus ont
vangen geld.
Bewuste besturen houden voor dezen
dienst een afzonderlijke comptabiliteit
en, inzonderheid, een ontvangsten- en
uitgavenboek.
De diplomatieke en consulaire ambte
naren in den vreemde mogen door be
middeling van het Ministerie van Bui-
tenlandsche Zaken en Buitenlandschen
Handel voorschotten vragen ofwel terug
betaling van hun verschotten.
XIV. De uitbetaling van de vergoe
ding geschiedt tegen onderteekening van
een quitantie welke tevens als aanvraag
geldt.
Een voldoende aantal van deze for
mulieren zal zonder verwijl aan de Ge
meentebesturen gezonden worden.
De stukken waarover het gaat in de
paragrafen III, 2° en 4°, IV, VI en VII
moeten bij de quitantie gaan.
i Uiterlijk vóór 30 November dienen de
gemeentebesturen aan het Ministerie
van Binnenlandsche Zaken en Volksge
zondheid (Bestuur der Militie), de lijst
te sturen van de uitbetaalde sommen,
met quitanties als bijlagen.
Het bedrag dat deze besturen zullen
uitbetaald hebben op het geld dat de
gemeente beschikbaar had, zal hen te
rugbetaald worden.
De sommen die uitbetaald werden
door middel van voorschot verstrekt
door de belasting ontvaogstkantoren,
zullen in de schrifturen geregulariseerd
worden.
Het formulier van lijst der uitbetaalde
sommen zal later opgestuurd worden.
Is deze teelt nog winstgevend Dit
hangt natuurlijk af van velerlei omstan
digheden. Een feit staat vastdat de
meeste menschen ze graag verorberen
zeer vroeg in het voorjaar omdat ze
dezelve reeds een heelen tijd hebben
moeten missen.
De vroege bloemkoolen, evenals
meestal onze andere land en fuinbouw-
produkten, volgen de wet van vraag en
aanbod om rendeerend te zijn Een ander
feit dat ook in de weegschaal wat te
brokken heeft is voorzeker het tijdstip
waarop men die op de markt kan
brengenhoe vroeger, hoe duurder.
Daarom moet alles in 't werk gesteld
worden om door allerlei middelen het
zoo verre te brengen dat, al ware 't
maar acht dagen, in vroegte te winnen.
Om dit te verwezenlijken willen we
ons inspannen om onze kweekers eens
uiteen te zetten hoe ze moeten te werk
gaan.
Variëteitenkeuze.
Het spreekt vanzelf dat we hier een
keuze te doen hebben die niet al te ge
makkelijk is. We bezitten tamelijk vele
vroege variëteiten waarvan de eene
misschien wel beter dan de andere zal
aangepast zijn aan den grond van de
streek waar ze 't meest gekweekt wor
den zoo hebben we de vroege Mechel-
sche met een middelmatig dikke kop, die
zich zeer vroeg vormt, de vroege Leu-
vensche wat later dan de vorige doch
met een tweemaal zoo dikken kop. De
vroege lage bloemkool sneeuwbal, een
afstammelinge van de Erfurtsche die
zich nog vroeger ontwikkelt en witter
van kop is. De zesweeksche kan mis
schien ook nog in aanmerking komen
doch de kop ontwikkelt zich niet zoo
vroeg als deze van de vroege Mechel-
sche.
Eischen. -- Bemesting.
Wanneer ze In voedzamen en fris-
schen grond gekweekt worden die
tamelijk licht van samenstelling is, dan
leveren ze de schoonste producten.
Groote hitte vreezen ze en droogte
evenzeer. De grond voor deze teelt
voorbehouden wordt voor den winter
bemest met 600 tot 800 kg. stalmest per
are. In de Lente geeft men bij de grond
bewerking 5 kg. superfosfaat, 3 kg.
zwavelzure potasch en 3 kg. zwavelzure
ammoniak.
Deze drie hierboven opgesomde kunst
meststoffen kan men voordeelig ver
vangen door 10 kg. vette voor tuinen
en boomgaarden R.U Z. en bevattende
5,5 °/o stikstof, 7 fosfoor en 12 0/o
potasch. Deze vette heeft het groote
voordeel dat men ze ineens kan uit
strooien en ze werkt gedurende gansch
de groeiperiode van de bloemkool.
Tijdens den groei dient men dan nog
vloeimest of sodanitraat toe en wel in
water opgelost bijzonder als de grond
wat al te droog zou komen te liggen,
zooals het dit jaar in Maart het geval is
geweest.
Kweekwijze.
In den teeltgrond van een oude
broeilaag zaait men half September om
trent 1 1/2 gram zaad per m2. Men
kan ook rechtstreeks onder glas zaaien,
doch het is alsdan beter het einde van de
maand af te wachten. Te vroeg zaaien
heeft dit groote nadeel dat de planten te
sterk worden voor den tijd der planting
en soms een zeer klein kopje ontwikke
len dat hoegenaamd geen waarde bezit.
Wanneer men over geen al te groote
hoeveelheid planten beschikt, zooals dit
niet zelden bij onze liefhebbers het geval
Is, dan verspeent men de jonge planten
die twee blaadjes boven de zaadlobben
ontwikkeld hebben, op een afstand van
vijf cm. Door deze bewerking verkrijgen
ze een meer ontwikkeld wortelgestel dat
[Zie vervolg 2de bladzijde).
Om Duitschland le verslappen en Tsjeco-Slowakije
economisch sterk te maken.
Na Oostenrijk is thans ook het
Sudetenland aan Duitschland ge
hecht. Hoe de tweede "anschluss„
van stapel liep, weten onze lezers.
Over den oorsprong en de betee-
kenis van deze streek, en hoe het,
in 1919, bij Tsjeco-Slowakije,
werd aangehecht, willen we echter
nog een en ander vertellen.
Hoe groot de oppervlakte is, die aan
Duitschland te beurt zal vallen, is nog
niet met zekerheid geweten. Eerst zullen
nog talrijke volksstemmingen moeten
beslissen of deze of gene stad, deze of
streek bij Tsjeco-Slowakije zal blijven
of Groot- Duitschland nog vergrooten.
Van Duitsche zijde oppert men de mee
ning, dat 30.000 V.K het is te zeggen
een provincie zoo groot als Saksen, bij
het moederland zullen ingelijfd worden.
Ook omtrent het aantal inv/oners van
het Sudetenland is men het te Praag en
te Berlijn niet eens. Praag spreekt over
3 millioen Sudeten-Duitschers Berlijn
over 4 millioen. Maar van deze vier
millioen waren er in den loop van de
twintig jaren Tsjechische dwingelandij
600.000 uitgeweken, om niet te verhon
geren. Thans nog is de nood er groot.
Van de 1.800.000 arbeiders, waren er
600.C00 werkloos, en genoten geen
ondersteuning.
Dit staat geschiedkundig vastnooit
was het Sudetenland, enkele kleine dis-
trikten uitgezonderd, slavisch. Sedert
twee duizend jaren is het Duitsch. Wan
neer rond het einde van de Germaansche
volksverhuizing de Beieren zuidelijk van
den Donau opbraken en hun huldig land
in bezit namen, bleven er in het Sudeten
land kleine verstrooide Duitsche neder
zettingen over. De Tsjechen, die uit
Azië kwamen, hadden steeds voorliefde
voor vlak land en de woudarme Elbe-
vlakte is sedert hun Inwijking het kern
land van de Tsjechen gebleven. Het
hoogergelegen en daarom regen- en
woudrijk Sudetenland bleef bet bezit
der Sudeten-Duitschers, die in den loop
der eeuwen door inwijking uit Duitsch
land werden versterkt. Een grensver-
andering greep er niet plaats. Welis
waar hebben de Duitschers, in de
Middeleeuwen, steden gesticht die als
eilanden waren in het Tsjechisch grond
gebied, doch ze werden door de Hursiten
bloedig vernield. Dit gebeurde vooral
in Binnen-Bohemen. In Moravië daar
entegen is het Duitsch karakter van vele
steden slechts in de laatste jaren ver
dwenen, namelijk wanneer de moderne
industrie scharen van Tsjechen in een
steeds breedere krans van voorsteden te
zamen trek.
Niettemin werd in 1919 te Parijs het
Sudetenland aan den nieuwbakken
Tsjeco-Slowaakschen staat toegevoegd.
Hoe heeft men, een kleine twintig
jaar geleden, ter Parijsche vredesconfe
rentie, gedacht over het vraagstuk der
Sudeten-Duitschers
Het antwoord op deze vraag is niet
zoo gemakkelijk te vinden.
De Vrede-apostels hebben "in de
duisternis gewerkt, en ware daar niet
het beroemde werk van den Amerikaan
David Hunter Miller, die, in 1919, deel
uitmaakte van de Amerikaansche af
vaardiging ter Conferentie, dan zouden
we thans nog voor vele vraagstukken,
die te Parijs op een hap en een knap
bedisseld werden, in het duister tasten.
Hunter was in het bezit geraakt van een
schat van gegevens en stukken en schreef
niet minder dan 20 boekdeelen volj
My diary at the conference of Paris,
with documents Voor wie de geschie
denis van het Verdrag van Versailles
wenscht na te gaan, zijn deze boeken
onmisbaar.
We hebben ze dan ook opengeslagen
om te weten wat er tijdens de conferen
tie van 1919 te berde werd gebracht ten
aanzien van de Sudeten-Duitschers en
den toen kersversch ontstanen staat
T checo- Slowakië.
In een door de Amerikaansche In
telligence Section opgesteld Roodboek
omtrent de voorgestelde nieuwe gren
zen voor Duitschland treft men de vol
gende argumentatie aan, om de Zuide
lijke grens van Duitschland langs de
Boheemsche en Silezische grenzen on
veranderd te laten
Wegens de aardrijkskundige en
economische eenheid van Bohemen,
komt het ons op het oogenblik onver
standig voor. de Duitsche distrikten van
Noord- en West-Bohemen bij Duitsch
land te voegen. De economische belan
gen dezer distrikten hangen met deze
van Midden Bohemen samen en er is
door de inwoners geen duidelijk verlan
gen kenbaar gemaakt voor inlijving
bij Duitschland
In het bovenstaande treft men, kort
samengevat, een van de sterkste argu
menten aan, die, inderdaad schenen te
rechtvaardigen dat men, in 1919, het
zoogenaamde Sudeten-Duitsche gebied
niet afsneed van het verdere Tchecho-
Slowakië.
De positie van de Duitschers in Bo
hemen is, natuurlijk, totaal anders dan
deze van de Magyaren en Ruthenen zij
hebben tot enkele jaren geleden den
overheerschenden invloed in den staat
gehad zij vormen een zeer ontwikkeld,
een zeer kundig element en hebben in
het verleden een zeer agressieve bevol
king uitgemaakt
En dan volgt het is tragisch om
dit thans te lezen
Het is duidel(jk dat de welvaart en
misschien het bestaan van den nieuwen
staat zal afhangen van het succes, waar
mee hij de Duitschers als goedwillende
burgers opneemt
President Wilson's princiep aangaan
de het zelfbeschikkingsrecht der volken,
werd wetens-willens voor de Sudeten-
Duitschers verkracht, omdat men Benes
een leefbaren staat wilde geven. Want
het is valsch te beweren, dat de Sude
ten- Duitschers er genoegen mee namen
bij de Tchechen te worden ingelijfd. Su
deten-Duitschers en Tchechen hebben
zich nooit kunnen verstaan, in vroeger
eeuwen niet, in 1919 niet en ook niet in
1938. Heeft Lord Runciman, na weken
in Tchecho-Slowakië te hebben ver
toefd, niet gezegd, dat het onbegonnen
werk is Tchechen en Duitschers in een
land te doen samenwonen
Terwijl men zich op de Parijsche
conferentie bezig hield met het treffen
van regelingen voor de nieuwe staten,
deden er zich in Tsjeco-Slowakije reeds
moeilijkheden voor tengevolge van de
pogingen van Sudetenduitschen kant om
zich aan het gezag van de nieuwe repu
bliek te onttrekken. Afgevaardigden die
in het Parlement te Weenen zitting
hadden gehad, hadden in den Herfst
van 1918 een afzonderlijke landsregee-
ring voor de Duitschers van Bohemen,
Moravië en Silezië gevormd, welke ge
bieden zij bij Duitsch-Oostenrijk wilden
laten inlijven. In Maart van het volgende
jaar hadden er talrijke relletjes plaats,
braken er stakingen uit en Benes, toen
minister van Buitenlandsche Zaken, be
weerde dat er te Weenen een complot
gesmeed was tegen de nieuwe republiek.
In ieder geval stonden er toen Sudeten-
Duitsche vrijscharen aan de grenzen ge
posteerd.
Na een flauwe bemiddeling van de
Engelsche en Amerikaansche afgevaar
digden kreeg Frankrijk zijn zin. Duitsch
land moest verslapt worden en het rijke
Sudetenland aan Benes ten geschenke
gegeven. Dat onrecht den Sudeten-
Duitschers aangedaan, zou Europa
zwaar boeten. Het bracht het aan,den
rand van den afgrond.
('t Vervolgt).
van Rechtskundige Dienst
wordt gehouden op Zondag
6 Nov. van 8,30 tot 10,30
uur, in ons Lokaal, Groote
Markt, Aalst.
I
TELEFOON 267.