De Staatstoelage
voor Draineeringswerken.
Italië ontgint zijn woestijnen.
Onze Strijd tegen
Modderpoelen
de
Arbeid ac
lelt*
Landbouwweekblad
Voor es c
loor de Landbouwers
Orgaan der Landbouwersvereenigsng Redt II Zeivee
ZONDAG 11 DECEMBER 193&
Prfla 35centiem
21ste JAARGANG Nr 1040
Abonnementsprijs 15 fr. 's jaars.
Men schrijft in op ons
Bureel en op alle postkantoren.
Het overnemen van artikelen
zonder aanduiding der bron
is streng verboden.
Bestnarder en verantwoordelijke Opsteller
O. CAUDRON
Bareel en Redactie Zeebergkaai, 4, Aalst.
De mei
verantwoorc
b
iewerkers zijn
lelijk voor hnnne
jdragen.
Aankondigingen volgens
akkoord.
Een betreurenswaardige beperking.
Wanneer de landbouwmiddens de
strikt noodzakelijke maatregelen vragen
om de verkoopprijzen hunner produkten
tot een peil te brengen dat minstens den
kostprijs dekt, worden zij menigmaal
afgeschept met het slagwoord de red
ding van den. landbouw ligt niet in be
schermingsmaatregelen, doch in de ver
laging van de voortbrengstkosten. Aan
deze laatste alleen moeten de landbouw-
vereenigingen en de openbare besturen
hunne zorgen wijden. Landbouwbe-
scherming is uit den booze, daar zij de
levensduurte verhoogt en bovendien den
vooruitgang bij de productie stremt.
In ons blad hebben wij menigmaal,
uitzonderlijk in ons hoofdartikel van 21
Oogst 1.1., aangetoond wat het slag
woord der vermindering van de voort
brengstkosten waard is. Wij betoogden
terecht dat in de huidige omstandighe
den de hoofdfactor om den landbouw
uit zijn benarden toestand te redden is
de verbetering der verkoopprijzen, doch
dat zulks niet uitsluit dat tevens al het
mogelijke worde gedaan om ook de
voortbrengstkosten tot hun minimum
terug te brengen.
De vermindering der voortbrengst
kosten is voorzeker een der bijzonderste
opdrachten welke beroepsvereenigingen
der landbouwers te vervullen hebben.
"Redt U Zei ven,, is hierbij nooit ten
achter gebleven.
Doch zooals we het reeds zegden in
ons hoofdartikel van 21 Augustus, hangt
de vermindering der voortbrengstkosten
niet alleen af van de boeren, doch ook,
en zulks op groote schaal, van de open
bare besturen.
Deze moeten in bepaalde gevallen
deze vermindering mogelijk maken en in
elk geval breeden steun verleenen en
haar te verwezenlijken, bijzonder wan
neer zij ten goede komt aan de volks
gemeenschap.
Zulks is ontegensprekelijk het geval
bij het gezondmaken of draineeren der
landbouwgronden.
Het groote nut van een degelijk uit
gevoerde draineering hoeft geen uitge
breid betoog. De draineering verlucht
den grond door zijn doordringbaarheid
te vermeerderen. Zij bevordert tevens
de verwarming van den grond door de
zon. Aldus draagt zij ook bij tot een
betere ontkieming der zaden, een snellere
ontwikkeling der planten en een doel
treffende oplossing der toegediende
meststoffen in den grond. Zij voorkomt
dat sommige meststoffen door het over
tollige water worden meegevoerd, be
vordert de uitroeiing van onkruid en
van zwamziekten welke zware schade
veroorzaken aan sommige planten. Be
knopt samengevat kan men dus besluiten
dat een goede draineering niet alleen de
waarde van den grond doch ook de
hoedanigheid en de opbrengst van de
teelten in zeer ruime mate opvoert.
Zij is aldus ontegensprekelijk hoogst
nuttig, niet alleen voor den landbouw,
doch ook voor de gansche volksge
meenschap.
Wanneer men weet dat België groot
gebrek heeft aan landbouwgronden,
zoodat tahijke boerenzonen en dochters
verplicht zijn bet bedrijf hunner ouders
vaarwel te zeggen wanneer zij tot den
ouderdom zijn gekomen om een gezin te
stichten, mag in ons land niets ver
waarloosd worden om de beschikbare
gronden de hoogst mogelijke cultuur
waarde te schenken.
Ontginning en draineering komen
hiervoor bijzonder in aanmerking. Om
sociale en economische redenen zouden
zij dan ook op intensieve wijze motten
aangemoedigd en gesteund worden door
de openbare besturen.
Dtch degelijk uitgevoerde drainee
ringswerken kosten veel geld. De wer
kelijke kosten verschillen natuurlijk vol
gens den aard en de ligging der gron
den, doch gemiddeld kunnen zij geschat
worden cp zcowat 30C0 tot 5C00 fr.
per Ha.
Rekening houdende met het feit dat de
voortdurende landbouwcrisis de be
schikbaarheden onzer landbouwere zeer
zwaar heeft aangetast, ja zelfs totaal
heeft opgeslorpt, zou thans bijzonder de
steun welke de Regeering voor drai
neeringswerken verleent, zeer mild moe
ten zijn.
Welnu, wij zien dat dezen laatsten
tijd juist het tegenovergestelde geschiedt.
Tot voor Augustus van dit jaar ver
leende de Staat als steun voor drainee
ringswerken een derde der uitgave ten
titel van gewone toelage en een vierde
der uitgave ten titel van buitengewone
toelage.
Bij rondschrijven van 4 Augustus 1938
heeft het Ministerie van Economische
Zaken, Middenstand en Landbouw zijn
geldelijke tusschenkomst beperkt als-
volgt de gewone toelage mag 1500 fr.
niet meer te bovengaan en de buiten
gewone toelage mag 1125 frank niet
overschrijden. Door deze beperking is de
steun der Regeering in sommige stre
ken, gezien de kosten voor draineering,
afgenomen met 600 tot 800 fr.
Zooals altijd wordt natuurlijk als
reden voor deze vermindering ingeroe
pen de verplichting de staatsuitgaven
in de mate van het mogelijke te vermin
deren om de begrooting in evenwicht te
brengen en den belastingsdruk niet te
vermeerderen.
Wij geven graag toe dat in de huidige
omstandigheden zuinigheid gebiedende
plicht is voor den Staat. Doch bij de
besnoeiing der uitgaven is er ook een
rangorde in acht te nemen. De regeering
beperke vooreerst de toelagen voor uit
voering van werken die eerder verfraai
ing beoogen, geen dringend karakter
vertoonen en in de toekomst geen finan
cieel rendement laten voorzien. Doch
het is een economische vergissing den
steun te verminderen voor werken die
een productief karakter hebben en een
niet te onderschatten nut opleveren voor
de volksgemeenschap.
Zooals wij het hierboven aantoonden
is zulks buiten kijf het geval voor de
draineering van natte en moerassige
gronden. Wat onze landbouw meer kan
voortbrengen moet immers minder wor
den ingevoerd en verbetert in dezelfde
verhoudingen 's lands handelsbalans.
Er is meerop dergelijke besparing is
het Vlaamsch spreekwoord toepasselijk
Gierigheid bedriegt de wijsheid. Het is
immers duidelijk dat de staat zelve op
fiskaal gebied voordeel trekt uit de ver
betering van de gronden. Een degelijk
uitgevoerde draineering vermeerdert
immers de uitbatingswaarde van den
grond en diensvolgens ook zijn kada
straal inkomen waarop de Staat zijn
grondbelasting en de provinciëa en ge
meenten hunne opcentiemen heffen.
Wij zeggen dus dat de beperking der
staatstoelagen voor draineeringswerken
uit den booze is. Doch zelfs, moest zij
te wettigen zijn, dan is de wijze waarop
zij wordt doorgevoerd verkeerd. Zij
komt immers vooral in 't nadeel uit van
de landbouwers die juiste de zwaarste
uitgaven te dragen hebben voor de uit
voering der werken. Aldus leidt zij ook
onrechtstreeks maar een min goede uit
voering der draineeringswerken, wat
zeker niet is goed te praten.
In zake het droogleggen van gron
den, is het nut der werken immers streng
afhankelijk van hunne uitvoering vol
gens de eischen der techniek. Het ware
dus in elk opzicht beter geweest, indien
dan toch werd besnoeid, de kwotiteit of
het procent waarvoor de Staat tusschen-
komt in de uitgaven voor de drainee
ring, te verminderen, in plaats van een
meximum-bedrag voor de toelagen te
bepalen.
Doch, zooals wij het hooger zegden,
wij kunnen deze beperking van toelagen
geen besparing noemen I
Wanneer de Regeering het princiep
aankleeft, dat grondverbetering door
draineering de bewerkbaarheid van vele
moerassige gronden mogelijk maakt, dan
moet ze ook weten dat de verbetering
der veldwegen een even belangrijke
factor is.
Hoevele gronden zouden beter be
werkt worden indien ze des winters
bereikbaar waren. Het is in sommige
streken totaal onmogelijk des winters,
zelfs in den herfst en in de lente, de vel
den te bereiken tengevolge van de on
bruikbaarheid der binnenwegen.
De verdwijning der modderpoelen
zoo lang door Redt U Zeiven gevraagd
is ook op economisch gebied voor
het land van groote beteekenis.
De Italiaansche Kolonisatie.
lil.
Erythrea en
Italiaansch-Somaliland.
Door de verovering van Ethiopië
heeft Italië zich met het geweld der wa
pens in Oost-Afrika een "Keizerrijk»
gesticht. Buiten het voormalig Ethio-
pisch gebied omvat het Erythrea en
Somaliland.
De Italiaansche Roode Zee-kolonie,
waar Rome sedert 1883 de plak zwaait,
is van geringe economische beteekenis.
Dit gebied omvat drie deelen het kust
gebied, het hoogland en de Danakie-
woestijn.
De haven Massaoea is de eenige stad
van eenige beteekenis, doch het klimaat
is er onuithoudbaar. Dit maakt dat ook
het kustgebied weinig bewoond is. De
hoogvlakte is steppenland, dat nog meer
dan Tripolitanië onder droogte en
watergebrek lijdt, en alleen voorschaar-
schc veeteelt in aanmerking komt. De
inboorlingen zijn er na vele moeite in
gelukt deze zoo uit te breiden dat thans
minstens drie menschen op een vierkan-
ten kilometer voldoende voedsel vinden.
In Erythrea wonen weinig Italianen,
en de hoop dat deze kolonie na de ver
overing van Ethiopië een groote vlucht
zou nemen, is thans ook vervlogen.
Vóór en tijdens den veldtocht in Ethio-
pië was Massaoea, de hoofdstad, een
middenpunt van koortsige bedrijvigheid.
Nu de oorlog voorbij is, is deze stad
weer vervallen tot een kleine Afrikaan-
sche havenstad, die voor wat handel en
vervoer met Ethiopië betreft, door I
Djiboeti werd onttroond. Djiboeti ligt
in Fransch- Somaliland en is het eind
punt van den spoorweg van Addis
Abeba naar de kust. Men kent de laatste
eischen der Italianen inzake deze stad
ze willen Djiboeti een internationaal
statuut geven als Tanger in andere
waorden de Fransche heerschappij
fnuiken.
De toekomstmogelijkheden van Ita
liaansch-Somaliland zijn grooter. In
1885 sloot Italië er de eerste verdragen
af met de plaatselijke kleine sultans,
waardoor Rome het protectoraatrecht
bekwam. Deze rechten werden niet ge
volgd door een werkelijke Italiaansche
kolonisatie. De sultans bekommerden
zich weinig om hun nieuwe meesters. De
gouverneurs, die over geen middelen
beschikten om hun eischen door te
zetten, keken lijdelijk toe. In deze voor
waarden was het niet te verwonderen
dat de Italiaansche heerschappij zich
slechts uitstrekte over een klein gedeelte
van Somaliland, voornamelijk de om
geving van Mogadisque, dat door den
Sultan van Zanzibar aan Italië was af
gestaan en in 1905 als rechtstreeksche
kolonie door den Staat werd beheerd.
In 1922, na de bewindname van
Mussolini, kwam er verandering.
De koloniale kwesties traden op den
voorgrond, en graaf Vecchi, die in 1923
tot gouverneur van Somaliland werd
benoemd, stelde een actieplan op. In
1927 heerschte Italië over het uitge
strekte gebied. Deze verovering was
(Zie vervolg onderaan hierneven).
Zoolang er éénen veldweg zal
bestaan die niet verhard is, zullen
we niet rusten. We willen dat
vernederend schouwspel van in
de modder ploeterende menschen
en dieren uit de wereld helpen.
Wanneer we zien hoe men
autobanen aanlegt, groote wegen
die goed zijn, nog verbetert, en
dit met de centen van de gemeen
schap, zijn we verontwaardigd
dat nog zooveel boeren in Vlaan
deren dagelijks in de modder moe
ten polsen, evenals een eeuw ge
leden.
In Wallonië behooren de pod-
derpoelen sinds lang tot het ver
leden. Waarom moeten de Vlaam-
sche boeren dat nog langer dulden?
Wanneer we bedenken dat elke
kilometer lengte van den voorge
nomen autoweg Brussel-Oostende
enkel aan betonwerk 1 millioen
frank kost zonder de onteigende
gronden te rekenen, dan meenen
we dat er nog wel enkele kruimels
zullen overschieten om dè veld
wegen te maken.
Ook bestaan er nieuwe en goed-
koope middelen om dit te doen
Door de nieuwe verharding der
groote wegen met beton komen
veel steenen vrij, die best kunnen
gebruikt worden voor de land-
bouwwegen, op voorwaarde dat
men ze niet in den grond laat
stoppen om als fondeering te die
nen zooals te Aalst, Moorsclbaan,
het geval was.
Zoo zagen we veel gemeenten
rond Aalst het goede voorbeeld
geven. We hopen dat andere zul
len volgen.
We hebben ons den laatsten
tijd nogmaals in verbinding gesteld
met de openbare besturen om te
vernemen hoe het gesteld is met
de toelagen voor deze wegen, in
de veronderstelling dat ze door
oude of nieuwe steen, makadam
of beton zouden verhard worden.
Het antwoord dat hier volgt zal
kunnen tot richtlijn dienen voor
sommige burgemeesters en ge
meenteraadsleden
Provinciale Technische Dienst
van Oost-Vlaanderen.
Afdeeling Wegen en Waterloopen.
Gent, den 5 December 1938,
Aan den Heer O. Caudron,
Voorzitter van het stedelijk Landbouw
komiteit te Aalst.
Mijnheer,
Als gevolg op uwen brie[ van den 23
November 1938 gericht aan den heer
Distriktoverste Heylbroeck op rust-
geld gesteld en betreffende gebeur-
lijke staatstoelage voor verbetering van
landbouwwegen, heb ik de eer lied. te
laten weten dat de gewone staatstoelage
voor dergelijke werken doorgaans .25 °/o
bedragen met voorwaarden dat de plat
formbreedte minstens 5 m. breedte zou
bedragen en een ontwerp van verbete
ring aan de goedkeuring van het Mi
nisterie van Openbare Werken wordt
voorgelegd.
Voor het oogenblik worden geen
Provincietoelagé verleend.
Zeer hoogachtend,
De dd. Distriktoverste,
M. Thas.
.Zeggen we ronduit dat de Re
geering hier veel te gierig is op ha
re toelagen voor dit sociaal werk.
Wanneer we echter in acht
nemen dat de Staat groote toela
gen verleent voor belangrijker
banen en verkeerswegen, dan
meenen we dat bekwame burge
meesters of schepenen wel de
gelegenheid kunnen vinden om de
binnenwegen met de oude steenen,
dus met kleine onkosten, te ma
ken.
Wij beweren dat de middelen
voorhanden zijn en het enkel af
hangt van de handigheid en goe
den wil der besturen om in zeer
korten tijd alle onbruikbare wegen
te verbeteren.
niet zonder verliezen gegaan. De sultans,
tuk op hun onafhankelijkheid, verweer
den zich. Tevergeefs echter.
Somaliland, thans een gedeelte van
Italiaansch Oost-Afrika, was vóór de
verovering van Ethiopië 500.000 Km2
groot, hetzij bijna het dubbele van Italië.
In het noorden grenst het aan Britrch-
Somaliland en in het zuiden aan Britsch-
Kenia. Ook dit gebied bestaat schier
uitsluitend uit steppen, waar de inland-
sche bevolking van schapenteelt leeft.
Doch deze kolonie bezit twee rijkdom
men twee stroomen, de Djuba en de
Oeebi Scebeli, die het heele jaar van de
Ethiopische hoogvlakte water naar de
zee voeren. Vooral langs de oevers van
de Scebeli werden dijken aangelegd en
kanalen gegraven die de bevloeiïng van
uitgestrekte gebieden mogelijk maken,
waar tropische vruchten, die Italië moet
invoeren, worden gewonnen bananen,
katoen, kapok, koffie, thee, kakao,
rubber enz. Het mag hier wel aangestipt
worden, dat Italië thans voldoende ba
nanen voor het binnenlandsch gebruik
uit zijn koloniën haalt.
De hertog der Abruzzen, die in 1920
te Milaan de landbouwmaatschappij
Italo-Somala stichtte, heeft in Somali
land, samen met den hertog van Aosta,
thans vice-koning van Ethiopië, veel
bijgedragen tot de economische ont-
I wikkeling van Somaliland. Deze ont
wikkeling heeft natuurlijk hare grenzen
i die, eenerzijds, bepaald zijn door het ge-
I brek aan bevoegde werkkrachten en,
anderzijds, door het gebrek aan kapita
len. Europeanen kunnen in Somaliland
moeilijk zwaren arbeid verrichten en de
inboorlingen vinden handenarbeid ver
nederend. Het aanleggen van plantages
met hun kunstmatige bevloeiïngskanalen,
vergt daarenboven groote sommen.
De veeteelt levert vooral in het
Noorden groote mogelijkheden op, in
dien men de epidemieën kan uitschake
len, waarmede de Italians sche veeartsen
sedert jaren bezig zijn.
Een bevolkingskolonie zal Somaliland
echter nooit worden evenmin als
Erythrea. Op een inlandsche bevolking
van ruim 1 millioen zielen wonen er
slechts een goede paar duizend Italianen.
Ze leven langs de stroomen, of te Mo
gadisque, de moderne hoofdstad van
deze kolonie. In enkele jaren hebben de
Italianen van dit inlandsch dorp een
moderne stad gemaakt, met breede
leien, hospitalen, gouvernementspaleizen,
enz., enz. Een spoorweg verbindt deze
stad met het binnenland en dringt door
tot bijna aan de voormalige Ethiopische
grens. Er is echter geen mogelijkheid om
deze lijnen verder door te trekken tot in
het hartman Abyssinië. Noch Massaoea,
noch Mogadisque kunnen ooit de uit-
voerhaven worden van Ethiopië's rijk
dommen. Dit is en blijft Djiboeti, de
Fransche haven gelegen tegenover
Aden. Maar zoomin Engeland Aden
ooit zal opgeven, evenmin zal Frankrijk
Djiboeti ooit afstaan.
Zoo botsen de koloniale belangen van
TELEFOON i 267.
Algemeene Dienst van den Ingenieur Raes
Bureel 55, Sint Pietersnieuwstraat.