Eerste Minister Spaak en de Landbouw. Het Eeuwfeest van den Grooten Trek Arbeid ac lelt* Landbouwweekblad Voor en door de Landbouwers t m A Landbouwers Voorraadvorming van Tarwe Orgaan der Laad bouwers vereen! ging Redt U Zeiven ZONDAG 18 DECEMBER 193& PrQ» 35 centlen, 21ste JAARGANG Nt 1041 Abonnementsprijs 15 fr. 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron Is streng verboden. Bestaard er en verantwoordelijke Opsteller O. CAUDRON Bareel en RedactieZeeberg kaai, i, Aalst. De me verantwoore b dewerkers zijn lelijk voor hanne j dragen. Aankondigingen volgens akkoord. Wat is de jongste Regeeringsverklaring waard In de uiteenzetting welke de eerste minister Spaak ter Kamerzitting van 6 December 1.1. gaf van het programma der regeering, bedacht hij ook, zooals hij het zelf zegde, in een paar woorden, den landbouw. Ziehier volgens het be' knopt verslag een trouwe weergave van zijn verklaringen Een paar woorden over ons stand' punt ter zake van het landbouwvraag stuk. Iedereen heeft thans begrepen hoe belangrijk dit vraagstuk is en iedereen weet dat het gaat om het lot van drie honderd duizend gezinnen, meestal groote gezinnen. De arbeid van onze landbouwers, zulks dient niet meer ge zegd, vertegenwoordigt een aanzienlijk gedeelte van 's lands rijkdom. Welnu, gij zult vaststellen dat ik gee nerlei afleiding zoek, dat ik onomwon den mijne meening zeg: ja op landbouw gebied dienen wij een bepaald protec- tionnisme te huldigen en ik daag om het even welke regeering, die na mij aan het bewind zou komen, uit op land bouwgebied een politiek van vrijhandel te voeren. Als men bedenkt dat alleen Neder land, ons buurland, vier milliard frank per jaar uitgeeft om den uitvoer van zijne producten te bevorderen,dan vraag ik hoe wij het uitvaardigen van bescher mingsmaatregelen zouden kunnen ont gaan. Het volstaat niet vage en alge- meene beschouwingen of beginselen uit een te zetten, men zou preciese feiten moeten aanhalen om te bewijzen dat de regeering op dit gebied, waar het even wicht moet gehandhaafd worden, aan haar plicht is te kort gekomen. Ik meen het eens te zijn met de ver tegenwoordigers onzer landbouwers, als ik verklaar dat, achter deze nu zoo noodzakelijke protectionistische slag- boomen, de regeering ook een actieve politiek moet voeren en ook op dit ge bied dienen wij dezelfde politiek te hul digen, welke onder de regeering Van Zeeland, door den heer Pierlot werd ingeluid. Ik meen dat wij beveiligd door die protectiemaatregelen er moeten in sla gen de verkoopprijzen te beschermen, de kostende prijzen en de kwaliteit der beschermde producten te verbeteren ik meen dat wij, beveiligd achter dit nood zakelijk en onontbeerlijk protectionnis- me, deze politiek moeten volgen Tot daar de Eerste Minister. Wat zijn deze verklaringen waard Op 't eerste zicht is het een prachtig pleidooi ten voordeele van onze boeren. De Eerste Minister schijnt ons stre ven zeer goed te begrijpen en innig doordrongen te zijn dat er voor onzen stand veel moet worden gedaan en dat om verscheidene redenen. Hij huldigt onbewimpeld de noodzakelijkheid om den landbouw de levensmogelijkheden te geven, niettegenstaande de tegen kanting van verschillende zijden. Of we nu daarom mogen meedoen aan de zeer optimistische beschouwin gen en verwachtingen welke groote landbouwvereenigingen en hunne bla den er aan vast koppelen, is een andere vraag. Er wordt daar inzonderlijk ge waagd van een kordate en voor de landbouwers bemoedigende verklaring. Vooreerst geldt het eens te meer principieele verklaringen in zeer breede bewoordingen uitgedrukt, en waarvan de toepassing dus zeer ruim spel laat. Voorzeker, wij geven het grif toe, de groote sociale en economische beteeke- nis van onzen landbouw, wordt eens te meer bevestigd. Dcch reed3 vroeger, wanneer onze landbouw totaal als asscht poetser werd behandeld, hebben wij herhaaldelijk door politiekers van allen slag hooren zeggen dat de land bouw 's lards eerste nijverheid is. In- tusscben hebben de boeren op bittere wijze aan den lijve kunnen voelen, hoe de Regeenngszorg zich tegenover deze eerste nijverheid openbaart. De heer Spaak betoogt dat vrijhandel alleen toegepast op onzen landbouw niet denkbaar is. We nemen er met voldoe ning akte van, alhoewel deze waarheid door de huidige toestanden toch van zelf op het voorplan moest treden. Waar hij echter spreekt van noodzakelijke protectie of bescherming, meenen we dat deze bewoording verkeerd is. De maatregelen welke onze land- en tuin bouw behouden en uitgebreid wil zien tegen de abnormale buitenlandsche concurrentie zijn ten slotte enkel loutere verdedigingsmaatregelen tegen dum pingspraktijken en andere die met ge wone commercieele mededinging niets gemeens hebben. Waar de heer Spaak zich uitspreekt voor valorisatie der verkoopprijzen ge paard gaande met de verbetering der kostende prijzen en der kwaliteit der producten, kunnen wij zijn zienswijze bijtreden. Wij hadden echter gaarne concrete gegevens vernomen nopens de wijze waarop deze doeleinden zouden worden nagestreefd. Er is ten slotte het voorbeeld der rui me hulp door de Nederlandsche regee ring betoond aan den land- en tuinbouw. Met genoegen hadden onze boeren vernomen dat de Eerste Minister uit gaande van dit voorbeeld, ook enkele hulpmaatregelen hadde geschetst welke de Belgische regeering binnen afzien- baren tijd zou treffen ten voordeele van onzen land- en tuinbouw, al ware het b.v.b. maar de opvoering der staats- kredieten voor landbouw boven de zeer geringe middelen waarmede de begroo ting van landbouw het tot heden heeft moeten stellen. Waar de Eerste Minister zegt dat de huidige regeering tegenover den land bouw dezelfde politiek wil huldigen welke, onder de regeering Van Zeeland, door den heer Pierlot wfrd ingeluid, meenen wij daarin toch geen redenen te zien om te jubelen. Plannen voor een landbouwpolitiek werden er door den heer Pierlot destijds in niet gering aantal kenbaar gemaakt. Wij willen ze niet veroordeelen om dat de overgroote meerderheid ervan nog op uitvoering wacht. Welnu, enkel de uitvoering is bij machte te bewijzen wat een plan waard is. Doch een con structieve, breed opgevatte en doelbe wuste landbouwpolitiek kunnen wij tot heden niet aanstippen. Wij hebben dit in menige bijdrage van ons blad aange toond, en meer bijzonder in onze hoofd artikels van 10 April en 4 Sept. 1938. Om te beoordeelen wat de politiek der Regeeiing ten opzichte van den landbouw om het lijf heeft, zou het heel wat interessanter geweest zijn van den Eersten-Minister te vernemen, welke de inzichten der Regeering zijn nopens de oplossingen te geven aan de hoogst belangrijke actueele landbouwvraag stukken die thans gesteld zijn. Als dusdanig kunnen we b.v.b. ver noemen de herziening van de handels verdragen met Nederland, Denemarken en Ierland de valorisatie der zuivelpro ducten, de uitkeering van steun aan de verbouwers van inlandsche granen (tar we, rogge en gerst), de verbetering der prijzen van rundvleesch en van aardap pelen, de verruiming van de vergoedin gen aan de veehouders geteisterd door het mond- en klauwzeer de bevorde ring van speciale teelten zooals hoppe, tabak en de fruitteelt en ten slotte een doeltreffende regeling bij de verdeeling of distributie der landbouwproducten aan de verbruikers. Zoolang wij nopens al deze punten niet weten wat de regeering juist voor heeft, wenschen wij ons oordeel nopens hare landbouwpolitiek voor te behou den, hierbij dan nog steeds indachtig zijnde dat de mooiste redevoeringen en voorspiegelingen voor onzen landbouw nog niet opwegen tegen de minste daad van werkelijke hulp. abonnenten aan voor werlt nieuwe Uw blad I Plannen in de Vereenigde-Staten Naast het jaarlijksche gebruik van tarwe in de Vereenigde Staten van 650 millioen bushels staat op het oogenblik een overschot van 500 millioen bushels. 80 pCt. van het verbruik is dus voor radig wanneer de oogst in het volgende seizoen nagenoeg zou mislukken. Een zeer groote voorraad is aanwezig, wan neer in een of ander tarwe-exporteerend land de oogst eens minder gunstig uit zou vallen, dan wel gewenscht zou zijn. Men heeft dit kunnen constateeren.toen de oogst in Canada verleden jaar minder gunstig was. Onmiddellijk zijn toen de Vereenigde Staten ingevallen en hebben zich een afzetgebied veroverd, dat "be diend,, werd door Canada. Waar de oogst afhankelijk is van de speling der natuur is het dus wenschelijk, dat een land of eenige landen, die een goeden oogst hebben binnengehaald, de voorraden voor een bepaald jaar als overtollig worden beschouwd, opbergen, om zoodoende te voorkomen, dat bij misoogst de prijzen van dit volksvoedsel te sterk zouden oploopsn. Dit is niet alleen van belang voor het land zelf, dat de voorraden aanlegt, maar dat is even zeer een belang voor de geheele wereld. Door het vormen van een dergelijke stock worden de prijzen meer stabiel ge houden, dan anders het geval zou zijn, wanneer die voorraden niet aanwezig waren. De Vereenigde-Staten grijpen de ge legenheid aan om dergelijke voorraden aan te leggen. Want de heer Wilcox, vice voorzitter van de Federal Surplus Commodities Corporation heeft in een onderhoud met een vertegenwoordiger van de Financial Times verklaard, dat men ten aanzien van het voorstel van de regeering om een altijd normalen graan voorraad te bezitten, teneinde de gevol gen van oogstfuctuaties te neutraliseeren, van plan is een normale voorziening te verzekeren, niet alleen voor het binnen- landsch verbruik, maar ook voor den internationalen handel. De Vereenigde Staten kunnen dit doen, omdat zij niet in de eerste plaats een graan-exporteerend land zijn, en zij geen vaste afzetgebieden hebben zooals Canada, dat Engeland van tarwe voor ziet. Amerika is aangewezen als export land op andere staten. Nu deze staten zelf goede oogsten hebben gehad, ver liezen zij aan hen afnemers. Deze staten zijn afnemer van de U.S.A. geworden, omdat Canada een minder gunstigen oogst had. Nu hebben zij zich gesloten voor graan uit de Vereenigde Staten. De voorraad, welke door de mindere consumptie dan de opbrengst van den oogst ontstaat kan dus heel moeilijk op de wereldmarkt geplaatst worden, tenzij de Vereenigde Staten alle middelen aan wenden om hun overschot te spuien. Een van die middelen is het verkoo- pen van de voorraden tegen dumping prijzen. Wanneer men dit middel zou gaan toepassen, dan zou Amerika wer kelijk geen slechte beurt maken, want het is er zeer goed toe in staat. Wel is de te exporteeren hoeveelheid niet zoo heel groot in vergelijking tot de totale wereldvoorraad, maar de Amerikanen weten, dat zij hun voorraden kunnen verkoopen voor 10 dollarcent per bushel hetgeen een zevende van den momenteel geldenden prijs beteekent. Wanneer Amerika tot een dergelijken dumping zou overgaan, zou dit voor Canada en Australië ernstige gevolgen hebben, zoo zeide Wilcox in hetzelfde onderhoud. De rijksfinanciën zouden daardoor ge heel ontwricht worden, met alle gevol gen. Dit eene voorbeeld illustreert duide lijk, dat een nauwe samenwerking tus- schen de verschillende landen die tarwe verbouwen noodzakelijk is. Verschil lende producenten van belangrijke goe deren hebben zich aan bepaalde regels gebonden. Hierdoor heeft men weten te bereiken, dat de prijzen min of meer ge stabiliseerd zijn, terwijl men zich heeft trachten aan te passen aan de vraag op de markt. Deze regelingen werken nog niet altijd onverdeeld bevredigend, maar men heeft dan toch weten te bereiken, (Zie vervolg onderaan hiernevenh Honderd jaar Zuid-Afrika. Om 't Engelsch juk te ontvluchten, veroverden de Nederland sche kolonisten Natal. Transvaal en Oranje-Vrijstaat. Zuid-Afrika, althans voor zoover het van Nederlandsche afstamming is, viert op dit oogenblik het eeuwfeest van den "Grooten Trek,,. Het is honderd jaar geleden dat de afstammelingen van de eerste Neder landsche kolonisten in de Kaapkolo nie, op hun "trek,, naar het Noorden, de stammen der Zoeloes, onder koning Dingaan, een beslissende nederlaag toebrachten aan de Bloedrivier. Daar door openden zij het Noorderlijk ge deelte van dit land voor de blanke kolonisatie. We breken onze artikelen over de Italiaansche kolonisatie een week af, omdat we ervan overtuigd zijn dat onze lezers gaarne het een en ander zullen vernemen over den "Grooten Trek„. Om zich een duidelijk en klaar beeld te vormen van deze bladzijde uit de ge schiedenis van Zuid-Afrika, moet men teruggaan tot den tijd der Fransche overheersching in onze gewesten. Half Europa lag gebukt onder het juk van Napoleon en de Engelschen, die gestadig oorlog voerden tegen Frankrijk, maak ten gebruik van hun overmacht ter zee niet alleen om de Fransche koloniën binnen te palmen, doch ook deze van Nederland. In 1808 werd de Nederlandsche generaal Janssens in de Kaapkolonie bloedig verslagen door de Engelschen. Na den val van Napoleon dachten de Britten er geen oogenblik aan de ver overde gebieden terug te geven. De Kaapkolonie was voor Nederland ver loren. De Britten brachten hun wetten en gewoonten mee. Nederlandsche taal en kuituur werden onderdrukt, en het En gelsch de eenige bestuurstaal. Op stuk ken in het Nederlandsch gesteld werd eenvoudig niet geantwoord. Nu moet men weten, dat nog geen tien procent der blanke kolonisten van Britsche afkomst waren 1 De Engelsche Regeering ondersteunde met alle middelen de uitwijking naar de Kaapkolonie en aan de Britsche en Schotsche kolonisten werden de beste gronden voorbehouden. De Boeren werden benadeeld. De inboorlingen werden tegen hun meesters opgeruid en het moreel overwicht, dat de blanken hadden uitgeoefend, dreigde verloren te zullen gaan. De toestand werd onhoudbaar, en, zooals hun voorvaderen het eertijds hadden gedaan, besloten de Nederland sche kolonisten Noordwaarts te "trek ken,,, ver buiten het bereik der Britsche machthebbers. In 1835, onder leiding vant Lodewijk Trigardt, zetten de eerste "voortrek kers,, zich op weg naar Noord Oost Transvaal, en na een lange harde reis landden zij aan te Lourenco Marques, in Portugeesch-Afrika, waar Trigardt aan de doorstane ontberingen stierf. Andere groepen trokken in hun "ossewagens,, een onzekere en gevaar volle toekomst tegemoet. Van 1836 tot 1838 duurde de groote Trek, zonder samenhang tusschen de onderlinge groepen. Dit zou eerst veranderen na het tragische einde van Piet Retief. Deze trok in October 1837 met zijn mannen over de Drakenbergen naar het Noor den. De vruchtbare velden van Natal strekten zich voor hen uit. Deze behoor den aan koning Dingaan der Zoeloes. In Februari 1838 waren de Trekkers meester van het Hooge Veld, dat zich uitstrekte over het grootste deel van den huidigen Oranje Vrijstaat en een deel van Zuid-Transvaal. Retief bewees koning Dingaan groote diensten en als belooning sloot de Zoeloe-koning met den Trekker een verdrag af, waarbij bepaalde gebieden aan de Boeren wer den opengesteld. Deze overeenkomst werd nimmer nageleefd. Retief en 70 zijner mannen werden door den Zoeloe koning vermoord. Daarna zond de koning zijn krijgers tegen de Boeren in 't veld die niets vermoedende een ge makkelijke prooi werden voor de bloeddorstige negers. Slechts een jonge boer wist te ontkomen en bracht de jobstijding aan de andere Voortrekkers- kampen over. De talrijke leiders begrepen dat eens gezindheid en samenwerking geboden was. Sarei Celliers trok van groep tot groep en kwam in betrekking met An- dries Pretorius, die op het punt stond den Grooten Trek naar het Noorden aan te vangen. Na onderhandelingen tusschen de leiders der verschillende groepen werd Pretorius, een man begaafd met uitstekende leidershoedanigheden, tot generaal der "Trekkers» benoemd. Hij verzamelde 500 man rond zich en trok op tegen het leger van koning Dingaan. Op 16 December 1838 vielen de mannen van Pretorius de negers van Dingaan aan en het riviertje, waaraan de Boeren hun kamp hadden opgeslagen, werd rood gekleurd met het bloed der gesneuvelde negers. De Boeren hadden Natal veroverd. Daarmede was de "Trek,, niet ge daan. Jaren en jaren trokken de Neder landsche kolonisten in alle richtingen en naast Natal, stichtten zij Transvaal en den Oranje Vrijstaat, dus drie van de vier provincies van de huidige Zuid- Afrikaansche Unie. Van 16 December 1838 dagteekent derhalve de feitelijke stichting van Nederlandsch Zuid-Afrika, en deze dag is minstens zoo gewichtig als de dag in het jaar 1652, toen Jan van Riebeeck in Zuid-Afrika voet aan wal zette. Het zwarte gevaar was afgeweerd en de Boeren waren zoover doorgedrongen dat zij niet langer onder 't bereik der Engelsche macht stonden. In 1852 werd Transvaal onafhankelijk en twee jaar later Oranje Vrijstaat. Totdat, in 't be gin dezer eeuw, Engeland de gebieden der Boeren wilde bemachtigen. We moeten hier niet herinneren aan den Boerenoorlog. Toen de vrede geteekend werd, was heel de wereld er van over tuigd dat de Nederlandsche stam in Zuid-Afrika zijn einde nabij was. Wat in Zuid Afrika gebeurd is in de laatste decennia, gelijkt aan een wonder. Het Afcikaansch heeft zich weten te handhaven in de eertijds vrije republie ken Transvaal en Oranje Vrijstaat, doch ook in de Kaapkolonie en Natal beleeft de Nederlandsche kuituur een nieuwen opbloei. Volgens geloofwaardige ge gevens wordt het Afrikaansch door meer dan 60 °/o der blanken in de Unie ge sproken en is thans volledig gelijk gesteld met het Engelsch. De strijd is nog niet geheel gewonnen. Zooals hier in Vlaanderen onze taal nog dikwijls wordt vergruisd, zoo gaat het ook in Zuid-Afrika. Doch er zijn redenen te over om de toekomst hoop vol tegemoet te gaan. Bij de hoeksteenlegging van het Voortrekkersmonument te Pretoria, dat doorheen alle eeuwen moet herinneren aan den "Grooten Trek,,, waren 300.000 Afrikaanders aanwezig. Daar hebben zij nieuwen moed geput, hun volksbewust zijn verdiept, hun nationale eenheid versterkt. I VERZEKERINGEN. - De heer j De Henau, opziener bij NOORDSTAR- i BOERHAAVE, is alle Zaterdagen in ons lokaal van 10 tot 12 uur, om U kosteloos inlichtingen te verstrekken inzake verzekeringenBrand-Ongevallen- Leven, waar hij voor rekening van het hoofdagentschap "R.U.Z.„ de zaken behandelt. TELEFOON i 267.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1938 | | pagina 1