mISta ui DE HOPTEELT Arbeid adelt* Landbouwweekblad Voor en door de Landbouwers Een God is U geboren. Wl Hl ITALIË IN OOST-AFRIKA. m \m\ Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zei ven M m BONDAG 25 DECEMBER 193&. Prfls 35 centiem 21ste JAARGANG Ni 1042 Abonnementsprijs 15 fr. 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is streng verboden. Bestnnrder en verantwoordelijke Opstelier O. CAUDRON. Bareel en Redactie i Zeebergkaai, 4* Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor bonne bijdragen. Aankondigingen volgens akkoord. fsjs Het maantje staat te blinken En duizend sterren pinken, Het landschap is zoo stil Geen windje zucht of vezelt, Geen kruidje roert of rezelt Wat is het doodsch en kil Iets komt de vlakte storen Gezangen, englenkoren Van hemelschoonen toon De wolken breken open En stralenbeken loopen Op aard', uit Sionswoon. O Glorie in den Hooge Ruischt het door gouden bogen En galmt het zegelied Een God werd u geboren, Der duivlen macht, te voren Zoo krachtig, is te niet I Ontwaak Sta op Ontspring uw boeien Laat, mensch. uw hart van vreugde gloeien Schud uwe kluisters af Rijs recht, en loof met d'englen mede De Vorst van Goedheid en van Vrede, Die houdt de Wereldstaf. Aalst, 1938. Petros Van Nuffel. Kgïj Kgj Kgj W Haar economisch en sociaal belang vergt doeltref- fenden steun vanwege de Regeering. Indien de bezorgdheid der openbare bes uren overal geboden is waar het de redding betreft der hoofdtakken van ons landbouwbedrijf die over gansch ods grondgebied worden uitgebaat, zooals de veeteelt en de graaccultuur, zijn er nochtans o jk teelten die alhoewel slechts beoefend in bepaalde gewesten, niettemin een voorname plaats beklee- den in onze landbouweconomie en om hun ecooomisch en sociaal belang ook aanspraak mogen maken op den breedst mogelijken steun vanwege de openbare besturen. Als dusdanig komt ongetwij feld de hoppe in aanmerking. Verschillende oorzaken, vooral de slechte verkoopprijzen hebben onze in- landsche hopteelt geleidelijk ingekrom pen, zoodat deze met totale verdwijning bedreigd wordt. Over gansch het land bereikte de hopteelt in 1880 nog 3965 hectaren. Geleidelijk is de beplante oppervlakte gedaald om in 1937 nog amper 840 hec taren te bedragen. In de twee gewesten waar vooral aan de hopteelt wordt ge daan namelijk Poperinghe en Assche- Aalst. werden in 1937 onderscheidelijk nog slechts 560 en 280 hectaren aange- teekend tegen 1524 en 2164 heet. in 1880. Oorzaken van dezen achteruitgang zijn hoofdzakelijk de voortdurende on gunstige prijzen, als gevolg van de doo- dende handelsovereenkomsten waardoor de vreemde hop hier vrij binnenkomt, terwijl de onze ongemeen hooge rechten betaald bij invoer in andere landen. Voeg daarbij de overtollige invoer van vreemde hop, de uitbreiding van den groenten- en fruitteelt voor de markt van Brussel, de hoogere eischen gesteld door de brouwerij aan de kwali teit der hop en ten slotte het jarenlang in gebreke blijven der regeering zoowel bij het invoeren van doeltreffende ver ordeningen tot verbetering der hop- cultuur, als bij het treffen van maatrege len tot valorisatie der hopprijzen. Nochtans gaat het hier juist om een kuituur waarin volstrekt geen overpro ductie te vreezen valt, doch welke inte gendeel, voor de behoefcen der binnen- landsche markt, nog voor zeer groote uitbreiding vatbaar is. Rekening houdende met de bierfabri- catie in België Luxemburg welke ruim 14 500.000 hectoliter bereikt, kan de hopbehoefte geraamd worden op circa 3.250.000 kg. Hiervan brengt ons land slechts 825.000 kg. voort, zoodat om het evenwicht te bereiken tusschen voort- brengst en verbruik, onze hopproductie nog mag stijgen met 2 425 000 kg. of met meer dan 1.300 hectaren. Deze uitbreiding der hopteelt zou 1) Op economisch gebied onze han delsbalans verbeteren door vermindering van den invoer van vreemde hop, bij dragen tot inkrimping der teelten waar aan thans overproductie is, werk ver schaffen aan de nijverheden die de grondstoff'n en benoodigheden leveren voor de hopteelt en - handel, een dege lijke kapitaaibelegging scheppen. 2) Op sociaal gebied ruime arbeids gelegenheid verschaffen aan onze kroostrijke landbouwersgezinnen, wat voor een land als België van gewichtig belang is. Welke maatregelen dringen zich op om onzeinlandsche hopteelt nieuw leven in te blazen en uitbreiding te geven Deze zijn van dritërlei aard a) Verdediging tegen buitensporige vreemde concurrentie, door het toepas sen van gelijke rechten met de buur staten. b) Verbetering der kwaliteit. c) Doeltreffende organisatie van den verkoop. Wat betreft de verbetering der hoe danigheid dient er 1) Gestreefd naar het voortbrengen van die hopsoorten die gevraagd wor den door de moderne brouwerij, name lijk hop rijk aan zachte lupuline en arm aan schadelijke producten. De toelagen begin 1938 verstrekt door het Departe ment van Landbouw voor het aanschaf fen van veredelde hopplanten waarvan wij het reglement meedeelden in "De Koornbloem van 20 Maart 1.1., zijn een gewichtige stap in de goede richting welke wij hier gaarne onderlijnen. 2) Verder moeten onze hopkweekers zorgvuldig onderricht ontvangen nopens de meest doeltreffende bemesting der hop, de wetenschappelijke methoden tot bestrijding der ziekten, het rationneel drogen der hop. De Regeering mag zich geen moeite ontzien en moet ruime geldmiddelen be schikbaar stellen voor deze hoogst nuttige voorlichting. Tevens moet zij aan onze hopkweekers ruimen geldelij- ken steun verstrekken voor het aan schaffen van het materiaal in de instal latie welke zij te dien einde noodig hebben. Hier ook kunnen wij met voldoening wijzen naar de toelagen welke het De partement van Landbouw in 't begin van dit jaar heeft toegezegd voor het verbeteren der hopasten. Het reglement daaromtrent werd insgelijks meegedeeld in "De Koornbloem» van 20 Maart 1.1. Wij raden onze hopkweekers ten zeerste aan er hun voordeel uit te trekken. Inzake de reorganisatie van den ver koop. zou een reglementeering tot stand moeten komen waarbij de hopkweekers van een streek op bepaalden dag hun producten aan de koopers aanbieden in een geschikt lokaal, na een rangschik king door een paritaire jury bestaande uit vertegenwoordigers van de* hop kweekers en brouwers en werkende onder de controle van het Departement van Landbouw. Die hopmarkten zouden aldus het karakter hebben van een verkoopmarkt en van prijskamptentoonstelling, daar aan de beste partijen premiën zouden worden verleend. Op die wijze zou de j handel op eerlijke grondslagen kunnen worden ingericht en zouden zoowel verkooper als kooper in veiligheid kunnen handelen. Het Departement van Landbouw zou natuurlijk bij de Vereeniging van Brou wers het noodige moeten doen opdat zij deze markten door hare leden doe bijwonen en deze er prijzen zouden be steden die beantwoorden aan de aange boden kwaliteit der inlandsche hop soorten. Het is immers noodig dat sommige brouwers het vooroordeel afleggen dat zij koesteren tegen de veredelde inland sche hop, omdat zij gewoon zijn be paalde vreemde hopsoorten ie koopen. Bij gelijke hoedanigheid is het hunne plicht tegen denzelfden prijs de voor keur te geven aan onze inlandsche pro ducten. Ter Senaatszitting van 1 Februari 1938. heeft de heer Pierlot, toenmalig Minister van Landbouw, een organisatie (Zie vervolg op de 2de bladzijde) De Italiaansche Kolonisatie. IV. Als inleiding willen we hier slechts herinneren aan de verovering van Ethiopië Dit feit. doorgedreven tegen den wil in van de meeste landen van Europa, bijzonder van Frankrijk en Engeland, is van te recenten datum om er talrijke regels aan te verspillen. Wat minder gekend is. zijn de huidige toestanden in het oude rijk van den Negus. Nergens Is het zoo moeilijk om de werkelijkheid uit de fictie te onderschei den als in Italiaansch Oost Afrika. Niet tegenstaande de enkele Italiaansche bladen, die in Ethiopië worden uitgege ven, vol staan van de kleinste gebeurte nissen in Palestina en Britsch Indië, bij voorbeeld, reppen zij met geen enkel woord over de schermutselingen in eigen land. Iedere maand publiceeren deze bladen, weliswaar, een lijst van officieren en soldaten die gevallen zijn in de zuiveringsactie doch zonder eenig commentaar over de plaats waar ze ge vallen zijn. Het is dan ook niet te ver wonderen dat de onzinnigste geruchten te Addis Abeba de ronde doen, en zoo zij af en toe een weg vinden naar de buitenlandsche pers dan ligt daarvan de schuld aan het gebrek aan officieele ge gevens. Een zaak staat echter vastde rust is nog niet geheel weergekeerd in Ethiopië. Tusschen het regenseizoen van 1937 en dit van 1938 zijn er ernstige troebelen uitgebroken in Goggiam, het uitgestrekt gebied tusschen Addis Abeba en Gondar. De Italianen herhaalden de fout die de Engelschen zoo dikwijls in Britsch-Indië hebben bedreven hier en daar lieten ze kleine posten achter bestaande uit een luitenant en een handvol soldaten, meest al inlandsche. Hoe goed deze posten zich ook verschansten, ze waren niet opge wassen tegen de aanvallen der opstan dige volksstammen. Deze incidenten», zooals ze in officieele taal heeten, maak ten het noodig dat er andere troepen werden gezonden om de rust te herstel len. Doch zoo groot is het verschil dat men officieren kan ontmoeten die deel hebben genomen aan talrijke schermut selingen naast anderen die in maanden geen schot hebben moeten lossen. Of men voor een georganiseerde rebellie staat of voor afzonderlijke gevechten, is niet met zekerheid uit te maken. De Italiaansche overheden beweren dat de onrust voortkomt uit twisten tusschen lokale opperhoofden en dat de Italiaan sche troepen moeten ingrijpen om de rust te herstellen. Ernstiger is het bandietenwezen in zekere deelen van het land. Men mag niet vergeten dat zekere stammen van niets anders leven dan van roof. Ze haten regelmatigen arbeid en nemen wat ze noodig hebben van een zwakkeren gebuur. En ze willen deze levenswijze thans ook niet veranderen. Er zijn nog distrikten waar een meisje niet wil trou wen alvorens haar toekomstig echtge noot het bewijs geleverd heeft dat hij ten minste één man heeft gedood. Een resi dent, die de vrouwen als de oorzaak van zijn last aanziet, vraagt zich wanhopig af, wat hij er moet mee aanvangen. De kwestie is des te moeilijker omdat de Italianen er hebben toe bijgedragen om het bandieten wezen uit te breiden. Toen de legers van den Negus nog niet geslagen waren, dan wapenden de Ita lianen de stammen met moderne gewe< ren om de krijgers van den Negus in den flank aan te vallen. Deze lieden bezitten nog altijd hun wapens en willen ze niet afgeven. In ieder geval, wanneer men de uitge strektheid van het gebied in aanmerking neemt, hebben de Italianen groote re< sultaten bereikt. Een korrespondent van een groot Engelsch dagblad legde 4000 mijlen af, dwars doorheen Ethiopië, en slechts eenmaal moest hij zich onder de bescherming stellen van een Italiaan sche kolonne. De officier die het bevel voerde over deze kolonne, vertelde dat hij in den loop van acht maanden geen enkele maal had moeten ingrijpen. De Britsche overheden aan de grenzen van Soedan en Kenya bevestigden dat de diefstallen van vee en slaven fel vermin derden. Dat kan zijn omdat de opstan dige stamhoofden en hun krijgers het Ethiopisch gebied zijn ontvlucht on der het welwillend oog der Italianen. Want de residenten weten niet wat ze moeten aanvangen met de veedieven. De harde straffen van vroeger zijn afge schaft en de inboorlingen aanzien ge vangenisstraffen als verlofdagenregel matig voedsel zonder werken Sommige residenten hebben er een middel op ge vonden Ze zetten de dieven aan het werk zonder dat ze daarvoor loon be komen. De grootste moeilijkheid der Italianen lag in het vinden van de noodige men- schen om het reusachtig gebied te be- heeren. Weliswaar bezat men enkele tientallen menschen die hun proeven hadden geleverd in Erytrea en Somali- land. Doch dit was onvoldoende. Het feit dat de gouverneurs van de vijf pro vincies, met uitzondering van deze in Somaliland en Addis Abeba, generaals zijn die in Libyë hebben gediend, spreekt boekdeelen. Hun bijzonderste taak be staat er natuurlijk in de rust te handha ven, doch ook in het aanleggen van we gen en het zekerstellen van land dat ge schikt is voor de kolonisatie. Voor wat de orde betreft hebben we hierboven, in 't kort, de huidige toestan den op dit gebied geschetst. De twee an dere punten verdienen ook naderen uitleg. De helft der gesprekken-draaien thans rond de kwestie van den wegenaanleg. En terecht, want de gebieden waar doorheen de wegen moeten aangelegd worden, vertoonen alle mogelijke hin dernissen bergen van duizend meter hoog tot dalen die regelmatig met het regenseizoen blank worden gezet. De zen die de wegen van voor den oorlog kennen, staan in bewondering voor het geen de Italianen in zulken korten tijd hebben gepresteerd. Nochtans, men moet de nieuwe landkaarten uitgegeven door het Italiaansch ministerie van Pro paganda met een kritisch oog beschou wen. Duizenden en duizenden mijlen bestaan enkel op papier. De groote auto baan van Massaoea, in Erythrea, naar Addis Abeba is zoo goed als klaar. De baan van Massaoea naar Gondar via Asmara is eveneens gereed. Van daar is er een goede baan naar Oealchefit. Men tracht ook Mogadisco, in Somaliland, met Addis Abeba te verbinden. Van de haven uit loopt een spoorbaan naar Villaggio del Duca degli Abruzzi (120 mijlen) en een baan van 500 mijlen ver bindt deze laatste plaats met Mustahil. Men zal trachten over Harrar Addis Abeba te bereiken. Ook van Gimma wordt een weg aangelegd naar Addis Abeba. Deze provincie is rijk aan hout en men wil de invoer van meubel- en bouwhout uit Europa stopzetten. Ook de producten van de rijke provincies van Galla en Sidamo moeten een uitweg vinden naar Addis Abeba, en de aanleg der noodige wegen wordt ijverig voort gezet. Nochtans buiten Massaoea, ongeveer 1000 mijlen van Addis Abeba verwij derd, is er geen enkele haven geschikt voor den in- en uitvoer van de produc ten. De afstand is echter te groot om als definitieve doorvoerhaven in aanmer king te kunnen komen. Assab, schier op de grens van Erythrea en Fransch- Somaliland. is veel dichter gelegen. Op dit oogenblik bouwt men er dokken voor schepen van 10.000 ton, die in 1940 zul len klaar zijn. Doch deze haven is uit gesloten voor den doorvoer van beder felijke goederen. De baan naar Addis Abeba doorkruist de Danakil woestijnen. Mogadisco kan evenmin in aanmerking komen zooals we het in een vorig artikel hebben gezien. Chisimayo, op de grens van Kenya en Italiaansch Somaliland, waar de Duitschers thans grootsche werken aanleggen, is eveneens te ver van Addis Abeba. De eenige uitweg is de spoorweglijn Addis Abeba-Djiboeti, doch deze is, zooals men weet, in Fran- sche handen. Onder al de eischen die Italië thans aan Frankrijk stelt, zijn deze voor de verlaging van de tarieven voor den doorvoer door het Suez-kanaal en op de spoorweglijn Addis-Abeba-Djiboeti de belangrijkste omdat zij rechtstreeks in verband staan met de uitbating van het nieuwe keizerrijk. TELEFOON i 267. KOM {ggi

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1938 | | pagina 1