Dc Nieuwe Pastoor B Ziekten van Kiekens Veurne- Ambacht LANDBOUWERS! Veel Wintertarwe is bevroren EZOEKT Heden willen we een aanvang maken met enkele beschouwingen over de ziekten waaraan onze kippen blootge steld zijn. Volgaarne bekennen we, dat we geen dierenartsen zijn, en dat wij op hun ter rein weinig vast in den zadel zitten. Benevens dus enkele practische wec- schen onzerzijds, willen we de heer Lé- naux, Professor aan de Rijksveeartsenij school te Kuregem, volgen en wel in het werkje dat hij destijds speciaal schrerf voor de landbouwers en dat gepubliceerd werd door het Ministerie van Land bouw. Vooreerst een paar woorden ter in leiding nadien volgt dan een uiteen zetting over de voornaamste ziekten. De kippen zijn natuurlijk, evenals wij zelf, blootges'eld aan individueele on passelijkheden, gelijk aan die der andere dieren maar daar deze soort van ziek ten weinig schade veroorzaakt aan de kweekers, zullen wij er niet over spre ken. We zullen enkel een overzicht houden van de veel belangrijkere groep der microbische en parasitaire ziekten, om dat deze alle besmettelijk zijn en bij qe- legenheid een groot getal slachtoffers maken op het neerhof. Uit het feit dat de ergste ziekten van het pluimgedierte besmettelijk zijn, vloeit een maatregel tot voorkoming voort waarop niet genoeg acht wordt gegeven. En nu een goeden raad wanneer men hennen aankoopt moet men ze gedurende tenminste een tiental dagen in observatie houden vooraleer ze in aanraking te brengen met de oude kudde. Wij hebben verschillende gevallen van snot. diphterie en cholera gekend, die ontstaan waren tengevolge van den aankoop van hoenders, waarvoor een dergelijke afzondering niet werd in acht genomen. Een andere voorzorg bestaat in on middellijk iedere hen, die ziek is, afzon derlijk te zetten en tenminste zoolang totdat men bespeurt of men al of niet met een besmettelijke ziekte te doen heeft. Gaan we nu over tot de verschillende ziekten. De Cholera is een ziekte die uiterst veel slachtoffers maakt en al de vogels van het hoender hok aantast. Zij is heel gemakkelijk te herkennen de aangetaste dieren verlie zen hunne kracht, blijven meestentijds liggen of loopen lusteloos. Ze zijn "kouwelijk,,, zorken [de zon. Hun gevederte staat recht, zoodat ze den vorm aannemen van een bol. De kam wordt paars, blauwachtig en zelfs zwart. De eetlust verdwijnt sneleen over vloedige buikloop doet zich voor met afgang van slijmige stoffen men ziet soms het uitstorten van een kleverige stof langs den bek. De dood volgt na enkele dagen, soms na stuiptrekkingen. De ziekte komt zeer dikwijls plotseling op en men ziet de hennen sterven terwijl ze[leggen. De cholera kan ook verschillende weken duren de hoenders vermageren dan langzaam, soms gaan ze kreupel en krijgen gezwellen aan de gewrichten maar in dit geval nog heeft de ziekte gewoonlijk een doodelijken afloop. Het verlies door de cholera veroor zaakt is zeer groothonderden hennen kunnen op[enkele dagen of op enkele Novelle, door Ben. PUTTEMAN. 46 - Dan was uit de schemering van 't deurgat Mijnheer Pastoor weer naar hem toegekomen. In de eene hand een bel en een koperen lantaarn in de an dere 'n blinkend zakje. Nu begreep de wittekop. 'n Berechting 1 Hij had ge knield, lijk hem dat was geleerd. Even maar, want de priester had hem de bel voorgehouden en het licht, en sober ge zegd Naar Lowie van Pezefkens En de fratsenduivel had lantaarn en bel aangenomen, en hij was gegaan, onmid dellijk, met vlugge stappen, de kerk uit. Hij keek vóór zich, geen menschen of kinderen aan. Het dorp over, en dan recht door. Vlug, Bellend met tusschen- poozen, lijk hij dat van den koster al meer dan eens had zien doen. Achter hem wist hij den pastoor komen, met lange stappen en gebogen hoofd. Dra gend zijn Heer. Hij voelde zich lijk nooit te voren, met een gewichtige taak bela den. In zijn binnenste was het warm. Zijn armen waren toch licht, wijl hij de zware koperen lantaarn droeg zonder schudden en de bel bewoog met regel- matigen slag. En het greep hem wonder lijk aan, dat hij het was, die met zijn bel de menschen uit hun huizen riep, en de voorbijgangers deed knielen langs de baan dat hij den Heer voorafging waar auto's even voor stilhielden, wijl voer der en inzittenden het hoofd bogen of een kruis sloegen. Hij voelde zichzelf weken als weggemaaid worden I En wie dat tegenkomt in ééa bedrijf, die schuwt met recht en reden deze plaag. Deze kwaal is zeer besmettelijk, niet enkel voor de hennen, maar ook voor de eenden, de ganzen, de duiven, de kal koenen en zelfs de konijnen. De cholera wordt veroorzaakt door een mikroob. die op den grond verspreid wordt met de uitwerpselen, het slijm en het snot der zieke dieren en die het re genwater meevoert in de poelen, de waterplasser, vijvers en beken. Deze mikroob blijft lang leven in het water en de vochtige gronden, maar wordt echter spoedig vernietigd door de droogte. De kiemen van de hoendercholera kunnen ver verspreid worden van het eene neerhof naar het andere, door de hoenders zelf (handelsrullingen), door de personen, door de paarden, de honden, enz waarvan de voeten worden bezoe deld bij de aanraking van den besmet ten grond, door de vogels, die van de eene hoeve naar de andere vliegen, door het water van de beken of grachten die in de nabijheid van een besmet bedrijf loopen. Het is bijna niet mogelijk de dieren te genezen die door de cholera aangetast zijn, de ziekte is gewoonlijk te snel in haar verloop om ze bij de aangetaste dieren tegen te houden. Al de pogingen moeten aangewend worden om de uitbreiding der ziekte tot de nog gezonde dieren te voorkomen. Om dit doel te bereiken raden wij sedert verschillende jaren *de volgende maat regelen aan, die in bepaalde omstandig heden ten volle doelmatig waren 1. Geen hoenders aankoopen in tijd van besmettelijke ziekte of tenminste de aangekochte boenders een tiental dagen afgezonderd houden vooraleer ze vrijen loop te geven of bij de andere te laten. 2. In een bijzonder lokaal afzonderen al de dieren die lijdend schijnen, die een dikken rug makenen er bolvormig uitzien. 3. Zorgvuldig het hoenderhok ont smetten door het vooreerst goed te kuischen en daarna alles (vloer, muren, nesten, zitstokken enz.) flink te borstelen met kokend water waarin 50 gr. zwa velzuur, kopersulfaat, pheniekzuur of creoline opgelost zijn. 4 De hoenders die sterven, verbran den of ze diep in den grond steken met onlangs gebluschte kalk. 5. De grond waar de hoenders loo pen zoo droog mogelijk houden door assche, zand enz uit te strooien. 6. Het voedsel geven in bakken, die alle dagen in kokend water gedompeld worden, inplaats van het op den grond uit te werpen. 7. Bij het drinkwater 5 gr. ijzersulfaat of salicylzuur per liter voegen. 8. Vooraleer de gezonde hennen in het ontsmet lokaal terug te brengen dient men ze te laten gaan door een bad van kalkmelk (5 kg. ongebluschte kalk op 100 1. water) om de kiemen te vernieti gen die aan de pooten kunnen kleven. Ingeval dat groote oppervlakten grond besmet zijn en niet degelijk kun nen ontsmet worden, is het dikwijls beter alle pluimveeteelt gr durende een maand te schorsen en de bovenvermelde ontsmettingsmaatregelen toe te passen. Dat is dikwijls het geval voor de groote hoeven men kan nochtans altijd den mesthoop met kalkmelk overgieten en zelfs de kippen beletten er op te loopen. Voor de herbevolking zal men begin nen met een klein aantal dieren. De hoenderpest gelijkt zoozeer op de cholera dat de deskundige alléén in staat is, ze van elkander te onderschei den. De middelen zijn dan ook dezelfde als deze hierboven aangeduid. opeens heel christelijk worden. Zijn ge dachten gingen naar Lowie van Pezef- t kens, dien ouden grijzen Lowie met zijn mispelaren stok en zijn grooten schepers- hond, die nog vóór een paar maanden aan zijn broek had gehangen. Het was zoo vreemd, dat hij dien zelfden mensch moest helpen berechten, dien hij verle den winter met sneeuwballen bekogeld had, van achter de haag van den poel- denier, en waar hij met Sinksen een heel handvol rijpe kersen van gekregen had, omdat hij na schooltijd een pak korrel voeder had gehaald voor zijn kiekens. Reinske peinsde voor 't eerst van zijn leven aan de vergankelijkheid van het leven, aan den dood en aan 't laatste oordeel. En hij maakte voor zichzelf het vaste voornemen, nooit meer menschen te plagen en een braven jongen te worden. Zoo kwamen ze eindelijk aan Pezef kens' huis. 't Was al avond. Over de meerschen van 't laagland hingen witte slierten mist. De boomkruinen langs den beekkant smolten ineen tot een donkeren band. Er kraste een uil door de lucht. Tot op de straat hoorde Reinske de bedroefde familieleden van den stervende klagen en weenen. Als hij vlak vóór de deur zijn laatsten belleslag gaf, zag hij rosse Julie en Doka van Minus haastig buitenkomen, knielen neven het deurgat, in d^ vlucht een groot kruis slaan en hun hoofd schudden op de maat van luide snikken. Mijnheer Pas toor ging binnen, en gaf Reinske een teeken om buiten te blijven wachten. Wat de kleine deed. De twee vrouwen gleden na den priester weer het huis in. if We lezen in het Chilinitraat blad de volgende belangrijke studie over Veurne- Ambachtdoor Mr Hector Schelstraete, Ingenieur-agronoom. Van op de schoolbanken hoorden we spreken van Veurne-Ambacht met zijn vruchtbare velden, vette weiden en rij- ken veestapel, streek geroemd om hare fijne boter en de hoedanigheid van haar slachtvee. Deze befaamdheid dagteekent overigens van over lang. Sprekende over de streek van Veurne, zegt Sanderus in zijn vermaard gebleven Flandria illustrateMet recht mag men deze Kasselrije de bloem en merg van Vlaanderen noemen, en indien het ge- - heele gewest haar in vruchtbaarheid der weiden en andere gaven der natuur evenaarde, zoude men. volgens het oor deel van Keizer Karei V, het met de rijke goudmijnen van Indië kunnen verge lijken Deze ietwat uitbundige lof betuiging laat zich beter begrijpen als men een viertal eeuwen achteruitgaat en de na tuurlijke vruchtbaarheid van de aange slibde poldergronden, in vergelijking zou stellen met de nabijgelegen Vlaan- dersche zandstreek, op gebied van vruchtbaarheid eerder karig bedeeld, in den tijd toen gebruik van hulpmeststoffen nog onbekend was. Veurne-Ambacht onder landbouw kundig oogpunt beschouwd, omvat de streek begrensd ten Noorden door de Duinen, en zich uitstrekkende van den Yzer tusschen Nieuwpoort en Diksmuide tot aan de Franse he grens. Ten Zuiden is de grenslijn minder duidelijk afgetee- kendmen neemt aan dat ze gevormd wordt door een kromme lijn, loopende over de plaatsen waar de verhevenheid van den grond 5 m. bereikt boven het gemiddeld peil van hoog en laag getij der zee. Deze kromme lijn zou de grens van den vroegeren zeeoever aanwijzen zij loopt ten Zuiden van Bulskamp over Fortem en Loo in de richting van Diks muide. De totale oppervlakte bedraagt ongeveer 350 Km2. Veurne Ambacht behoort tot het Poldergebied en heeft zijn ontstaan te danken aan de aanslibbingen bij het terugtrekken der zee in het quartaire en moderne tijdperk gevormd. De boven laag is van kleiachtigen aard en heeft een dikte van 0 40 m. tot 2 m.onmid dellijk hieronder bevindt zich een zand achtige laag waaronder men een tweede kleilaag (onderpolderklei) met een twee de zandachtige onderlaag aantreft. In deze laatste laag vindt men beddingen van turf. in de kuststreek derrik of dar ring genoemd. Eertijds werd hier turf uit den grond gehaald om als brandstof te dienen. Sommige oneffenheden van den bodem, die men nog in de weiden aan treft, zijn overblijfsels van vroegere turf- putten. De ontginning der aangeslibde gron den schijnt reeds vanaf de 8' of 9' eeuw op stelselmatige wijze een aanvang te hebben genomen. Om den terugkeer der overstroomingen te voorkomen, moesten dammen of dijken opgeworpen worden grachten, sloten en afwateringskanalen werden gedolven, om den afloop van het water te verzekeren, dat bij middel van sluizen bij lage tij naar de zee kon af vloeien. Grachten, kanaaltjes en sluizen voor een zelfde gebied verbonden in een onderling samenhangend stelsel, maakten een watering uit. De watering staat on der een zelfstandig beheer, aan wie de macht is gegeven ten laste der belang hebbende eigenaars taksen te heffen, om de onderhoudskosten der watering te dekken. De watering Noorden van 't Werd nu stiller daar binnen. Nog enkel dof gezucht. Een goede poos daar na, gebeden die door verschillende mannen- en vrouwenstemmen in koor werden afgehommeld. Reinske bad mee. Hij was geen slechte jongen. Er kwam een auto aangeronkt met volle lichten. Snel schoot hij nader. Vertraagde plots zijn vBartkortte met een floep zijn lange lichtbundels en stopte. Vlak vóór de hofpoort. Het portier sloeg open. Rokus de Puit, een neef van Lowie van Pezefkens, kwam eerst naar buiten gekropen. Hij stootte erbij zijn hoofd vrij onzacht tegen den bovenkant van den wagen en vloekte ver van fraai. Na hem staken twee vreemde heeren hun beenen naar buiten. De eerste had er een paar lange magere, gespannen in een nauwe zwarte afge- blonken broek. Hij droeg een akten- tasch een vettig ding dat blijkbaar veel jaren dienst achter den rug had. In het beenig spichtig gezicht van den vent, loerden van onder de borstelige vuile wenkbrauwen, een paar grijze onrustige oogjes. Met zijn kin die zenuwachtig op en neer bewoog, wipte een dun geiten baardje mee. De dorre dienaar. Als deze goed en veilig onder den hemel stond, kwam nummer twee naar buiten gezwoegd. Korte beentjes in een fijn in-de-plooitjes-gestreken broek, een dikke buik waarop een gouden ketting, een hoogrood bol gelaat, niet al te snugger van uitdrukking. De welgedane meester. Wat staat gij hier te spionneeren, snotaap, gromde Rokus tusschen zijn tanden, en duwde zijn ongeschoren ge- van 12 tot 19 Februari 1939, in de EEUW FEESTPALEIZEN, BRUSSEL (HEYSEL). de XXVI' Tentoonstelling van Landbouwmachines De grootste Landbouwtentoonstelling gehouden in België 1 Woont de voordrachten bij der GROOTE BELGISCHE LANDBOUWWEEK Secretariaat t 29, Spastraat* Brussel. Veurne is waarschijnlijk de grootste van het land; zij omvat 23 437 hectaren verdeeld over het grondgebied van 29 gemeenten. De Cisterciensermonikken van de be roemde Abdijen Ter Duinen te Koksyde en Ter Doest te Lisseweghe, beide ge sticht in de 12ceeuw, hebben wel het meest bijgedragen tot het droogleggen en ontginnen van uitgestrekte opper vlakten waterland langsheen de Vlaam- sche kust. Vanaf de 12e eeuw, ontstaan in Veurne-Ambacht groote hoeven in de vlakte verspreid en met wallen omringd. Hedendaags dragen nog vele hofsteden dezelfde benamingen als ten tijde der middeleeuwen, zooals de "Groote Cam- bron te Oostkerke, de Bogaerde en de Groote Kwinte te Koksyde, de Groote Hemme en het Groot Noordhof te Ramskapelle. De "Groote Hemm?„ en de "Bogaerde„ waren eer tijds "Grangia,, of kloosterhoeven van de Abdij Ter Duinen. De bouwlaag in de polderstreek van Veurne-Ambacht is kleiachtig over 't algemeen wel voorzien van organische stoffen, van kalkachtige en andere mine rale bestanddeelen. Ziehier de gegevens van de ontleding van een staal grond uit de bouwlaag genomen te Ramskapelle per duizend deelen droge grond organische bestanddeelen 38.21 kalkachtige bestanddeelen 53,77 potasch (oplosbaar) 1.47 potasch, onoplosbaar) 15,42 phosphorzuur 0,75 magnesia 16,25 Uit hoofde van den hoogen vochtig heidsgraad zijn deze gronden killig, waardoor de groei der gewassen na den winter vertraagd wordt; zij zijn lastig om bewerken en het tijdperk gunstig voor de grondbewerkingen is kort. Bij natte winters wordt de grond kleverig en kneedbaar hij krimpt bij droogte en hij vertoont alsdan barsten en scheuren. Te droog of te nat is hij niet te bewer ken. Voor de lentezaaiingen wordt het land vóór den winter gelabeurd, om de grond door inwerking van lucht en vorst losser en meer kruimelig te krijgen. De gronden, die uit hoofde van hun hoog kleigehalte te zwaar of te stijf zijn, wor den bij voorkeur als weiland gebruikt. De nabijheid van de zee doet zich op klimaat en weergesteltenis gevoelen. Het klimaat is ietwat zachter, doch 't regent er minder dan verder in het binnenland. Boerderijen van 20 tot 40 hectaren zijn betrekkelijk talrijk in Veurne- Ambacht zij worden er als middelma tige bedrijven aanzien. Men vindt er zicht tegen dat van Reinske. Met de berechting mee, antwoord de de wittekop fier. Hij week niet bang terug, maar stak zijn lantaarn en zijn bel vóór de oogen van den vlezen kerel. Hij keek daarbij erg brutaal. Zijn los oog draaide, en dat konden weinig kwade menschen van Reinske uitstaan. Reinske wist dat, en deed het hem altijd deugd, daarmee iemand aan 't koken te krijgen, nü had hij er een treiterig plezier in. Want hij voelde het als een zekerheid in hem kloppen, dat de Rokus, die een drinker en een vechter was van gemeefie soort, niet met heilige bedoelingen die twee vreemde seigneurs naar hier had ge haald. De berechting nog altijd De Puit beet een vloek dood, en keer de zich met een ruk naar zijn gezelschap dat den hof opkwam. De dikke spuwde op de woorden van den boer met een wip zijn half-opgerookte sigaar weg, en bromde. De magere stond in een pink terug tot aan den auto, en meteen was de motor al zacht aan 't ronken, Tot straks dan, knikte de vette met half-toegeknepen oogen tot den Puit. Maar met 't laatste woord plooi den zijn oogen breed open. Star. Ze keken naar de struische soliede gestalte van den nieuwen pastoor, op den dorpel van het huis. Rokus de Puit greep in degauwte zijn pet van zijn hoofd en knikte nederig.Als om 't gevaar af te weren. Goeien dag, Mijne Heeren. In de stem van den pastoor woog de zwaarte van stevige kracht en zekerheid. eenige hofsteden van 100 tot 150 hecta ren, de grootste die men in de Vlaam- sche streek aantreft. Deze bij uitstek vreedzame en rustige landbouwstreek werd buiten alle ver wachting van 1914 tot 1918 door het oorlogsgeweld geteisterd. Een deel werd door overstrooming, beschieting en aan leggen van versterkingswerken aan een bijna volledige verwoesting prijsgegeven. Na den oorlog herleefde Veurne- Ambacht echter weer snel, zoodat we ten huidigen dage weer fier mogen gaan op dat rijk stukje land achter de duinen der Noorderzee. - WAT NU - De koude strenge vorstdagen met de scherpe Noorderwinden hebben in onze streken verschrikkelijke verwoestingen aangericht. Veel winter voer is bevroren en onbruikbaar. Vele stukken winter tarwe zullen te herzaaien zijn. Op de voordrachten wordt nu ook dit vraagstuk bijzonder besproken. Eerst en vooral dient er gezorgd te worden om een vroegrijpe variëteit te gebruiken. Het herzaaien van de wintertarwe moet vóór half Maart gebeuren. Als men nu nog een doelmatige bemesting strooit op die gronden waar de bemesting nog niet goed verzorgd was dan kan het nog in orde komen en zullen wij nog een goed gewas wintertarwe krijgen. Een hoofdzaak is de tarwe rijp krijgen. Wij zullen er dus aandenken een flinke fosfaatbemesting te gebruiken. 300 K.G. Fertiphos per hectare zal men met het inploegen door den grond verwerken. Fertiphos verzuurt den grond niet. Door zijn hoog gehalte aan snelwerkend fos faat zal men een vroegrijpe tarwe be komen. Fertiphos vervroegt het rijpen, geeft stevig stroo en zwaar graan met een hoog gewicht per hectoliter. Gebruikt van eerst af niet te veel stikstof. Als het perceel te flauw staat kan later door overbemesting met nitraat hersteld worden. Dik zaaien is een voor deel en op de landerijen waar nog geen potasch werd gebruikt is het noodig de potaschmesten te strooien. De graanvette R. U. Z. 4 stikstof. 10 phosphoorzuur, 10 potasch, op basis van FERTIPHOS, met hoog gehalte aan phosphoorzuur en potasch en niet overdreven dosis stikstof is wel het ge paste mengsel voor de tarwesoorten die in de lente nog dienen gezaaid. (Ingez.) Ge komt zeker voor het testament? De magere wipte zijn aktentasch d jor 't open portier op de kussens, en maakte aanstalten om zijn lang lijf ook naar binnen in de auto te werken. Enflo, Mijnheer de Abbê, zei de dikke, en hij poogde zijn stem even zwaar te maken als die van den pastoor, ge zijt niet erg kurieus I Ik meende dat de pastoors er maar bijgehaald werden om voor de ziel van de stervenden de rekening te helpen effenen. Lijk de notarissen voor de reke ning van zekere erfgenamen zorgen. Vooral als ze er op 't laatste uur bij te pas komen. Om U te dienen, mijn waar de heer. Ik weet er ook wel wat van af, ziet ge. Als ge al zóóveel jaren priester, en alle soorten menschen hebt helpen sterven... Pardon, Mijnheer de Abbé, schoot de dikke strijdlustig op. Maak geen insi nuaties I Plicht is plicht 1 En wie een man is... Juist wat ik zeggen wou, mijn waarde, zei de pastoor heel diep. Plicht is plicht. En een man gaat stevig recht door om hem te vervullen. Van mijn werk heb ik mij hier derhalve naar plicht gekweten. Ik heb de rekening die Lowie met den Grooten Heer van ginder bo ven had, geëffend. En dan is de goeie man rustig en met den glimlach naar het ander leven gewandeld. Dat is de dank bare voldoening van ons werk, ziet ge, Heerenwij helpen de menschen in vrede sterven. ('t Vervolgt). ÜMtf,dÜlÉiili t iNciKiji air Het program der voordrachten wordt vrachtvrij toegezonden, op aanvraag

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1939 | | pagina 6