Kindervergoedingen voor onze Landbouwers. Arbeid adelt* Landbouwweekblad Voor en i oor de Landbouwers Tuberculose en Snot bij Kiekens. De Leider van een Landbouwers- vereeniging wordt Landbouwminister. Kieken kweekerSi Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven r ZONDAG 19 FEBRUARI®1939. Prijs 35 ceticm 21ste JAARGANG Ni 1050 Abonnementsprijs 15 fr. 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op «11e postkantoren. Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is streng verboden. Bestuurder en verantwoordelijke Opstelier O. CAUDRON. Bureel en Redactie i Zeebergkaai, 4# Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen. Aankondigingen volgens akkoord. Zooala wij meedeelden in ons vorig nummer, geven wij in deze bijdrage een beknopte toelichting der bepalingen van het koninklijk besluit van 22 December 1938 (Staatsblad van 4 Februari 11.) tot uitvoering der wet van 10 Juni 1937, waardoor de kindertoeslag ook wordt verleend aan de werkgevers en aan de niet- loontrekkenden. Van de 360 artikelen van dit konink lijk besluit behandelen wij natuurlijk en kel deze welke onze leden rechtstreeks interesseeren. Sommige bepalingen van het besluit zijn voorzeker vatbaar voor kritiek, wanneer wij den toestand der landbou wers in aanmerking nemen, niettemin biedt de nieuwe wet merkelijke voor deden voor onze landbouwers, die het, met hunnen talrijken kroost, in deze benarde economische tijden zeer moei lijk hebben. Onze opmerkingen over bedoelde bepalingen zullen wij hier op tijri en stond uiteenzetten. Thans beper ken wij ons bij een beknopte objectieve toelichting van de bijzonderste bepalin gen der nieuwe wet. Wanneer wordt de nieuwe wet van kracht Ingevolge art. 331 treedt het konink lijk besluit in werking 1Op 1 Januari 1938. wat de werk gevers betreft. 2) Op 1 Januari 1939, wat de andere personen betreft, waartusschen onze landbouwers, vallende onder toepassing der wet. Uitzondering hierop wordt enkel gemaakt voor sommige categoriën van personen die minder talrijk zijn en voor wie de wet in toepassing treedt op 1 Januari 1940. De vergoedingen wor den tegen de maand Juli van dit jaar beloofd. Wie is onderworpen aan de nieuwe wet I. De werkgevers. Als dusdanig beschouwt het koninklijk besluit de personen, die krachtens de wet van 4 Augustus 1930, verplicht zijn deel te maken van een compensatiekas voor gezinsvergoedingen omdat zij gewoon lijk in hun bedrijf, gedurende 150 dagen per jaar, een of meerdere arbeiders ge durende minstens vier uren per dag. te werk stellen. De werkgevers zullen dus de wette lijke stortingen moeten doen vanaf 1 Ja nuari 1938 en zullen vanaf zelfden da tum den kindertoeslag ontvangen. Wanneer en op welke wijze de stor tingen moeten geschieden en de vergoe dingen worden betaald, dient nader ge regeld bij ministerieel besluit. II. De buiten dienstverband staande arbeiders. Dit is alwie uitsluitend, hoofdzakelijk of op bijko mende wijze, een beroep of bedrijf voor eigen rekening uitoefent en hierbij nie mand krachtens een dienstcontract te werk stelt. Onder buiten dienstverband staande arbeiders zijn dus te rangschikken a) De landbouwers, tuiniers, fruit- kweekers, veefokkers enz. b) De neringdoeners, handelaars, am bachtslieden en nijveraars. c) De vrije beroepen zooals dokters, veeartsen, advokaten, apothekers enz. d) De werklieden en bedienden, die alhoewel door een dienstcontract met een werkgever verbonden, thuis nog een handel of bedrijf uitoefenen. De depot houders die ook voor eigen rekening zaken doen. d) De in België of gewoonlijk tusschen Belgie en de naburige landen varende visschers. f) De foorreizigers die handel drijven of een beroep uitoefenen. Bij toepassing van hooger staande bepaling worden niet beschouwd als te werk gesteld ingevolge een dienstcon tract de bloed- of aanverwanten tot den derden graad inbegrepen, die sa men werken, wanneer zij op bestendige wijze onder een zelfde dak wonen en één huishouden uitmaken. Dit is ook het geval, bij gebreke aan samenwo nen en aan gemeenschappelijk huis houden a) ^^anneer bloed- of aanverwanten, tot den derden graad inbegrepen, sa men werken in de uitbating van een bedrijf dat hun in onverdeeldheid toe behoort. b) Wanneer de uitbater van een be drijf geholpen wordt, hetzij door zijn eenigen zoon of dochter, hetzij door de(n) echtgenoot van zijn eenigen zoon of eenige dochter, Er wordt ook verondersteld dat geen dienstcontract werd afgesloten a) Wanneer landbouwers zich bijwij len onderlingen dienst bewijzen, hetzij door persoonlijk werk, hetzij door een hunner zonen of dochters hulp te laten bieden aan een ander. b) Wanneer zij aan een derde de uit bating afstaan welke hun toebehoort en zich anderzijds in dienst stellen van een persoon welke éénzelfde of gelijkaardige uitbating heeft. Al wie in den landbouw bouwland, afgemaaide of afgegraasde weiden een oppervlakte van minstens één Ha. uitbaat wordt in elk geval beschouwd als een bedrijf uit te oefenen. Worden insgelijks beschouwd een be drijf uit te oefenende personen die besteden a) aan groententeelteen oppervlakte van minstens 30 aren b) aan witloofteelt (wortelteelt en beddingen voor snelteelt)een opper vlakte van minstens 20 aren c) aan tabakteelteen oppervlakte van minstens 30 aren d) aan hopteelteen oppervlakte van minstens 30 aren e) aan de teelt van geneeskrachtige planteneen oppervlakte van minstens 30 aren f) aan bloemen- en sierplantenteelt, al dan niet in open luchteen oppervlakte van minstens 6 aren g) aan de uitbating van een-gewonen boomgaard een oppervlakte van min stens 70 aren; h; Aan de uitbating van een inten- sieven boomgaard minstens 30 aren. i) Aan de uitbating van een boom- kweekerij of van een rozengaard, een oppervlakte van minstens 25 aren. j) Aan de uitbating van een of meer dere serres, een oppervlakte van min stens 35 aren. k) Aan verschillende uitbatingen te samen van deze hooger opgesomd (ge mengde bedrijven) een totale opper vlakte van minstens 35 aren, hierbij ver staan zij ode nochtans, dat enkel 50 t. h. in aanmerking komt van de oppervlakte ingenomen door een gewonen boom gaard. Door gewonen boomgaard dient ver staan een al of niet met gras bezaaiden grond, waarop een normaal aantal nor maal rendeerende fruitboomen staan. Door intensieven boomgaard wordt be doeld een boomgaard waar tusschen de rijen boomen vruchten, bloemen, groenten of vroege aardappelen worden geteeld. Wanneer de globale oppervlakte be steed aan de uitbatingen waarvan hoo ger sprake blijft onder de hierboven vastgestelde minima, wordt de belang hebbende slechts beschouwd als een bedrijf uit te oefenen wanneer hij de volgende voorwaarden vervult 1) Dat minstens de helft van hooger- vermelde minima- oppervlakte bereikt zij. 2) Dat belanghebbende uitsluitend of hoofdzakelijk zijn bestaansmiddelen vin- de in de gronden welke hij uitbaat. 3) Dat hij een of meer kinderen te zijnen laste hebbe, die in aanmerking komen voor het genot der gezi os toelage. Hier dient opgemerkt dat alwie ge woonlijk krachtens een dienstcontract tijdens minstens 150 dagen per jaar, naar rato van minstens vier uren per dag, tezelvertijd werkzaam is voor rekening van derden, in geen geval wordt aange zien als iemand die hoofdzakelijk zijn bestaan vindt in de gronden welke hij uitbaat. Worden eindelijk gelijkgesteld met buiten dienstverband staande arbeiders: a) Deze welke enkel een of twee jon gelingen onder de 18 jaar te werk stellen. b) Deze welke enkel een werkman, die kost en inwoon geniet, te werk stellen. c) De leden der geestelijkheid en der kloostergemeenten, welke bezoldigden J arbeid verrichten. III. De helpers worden als dusdanig beschouwd de personen die een werk gever of een buiten dienstverband staan de arbeider bijstaan of vervangen, zon der tegenover hen door een dienstcon tract te zijn verbonden. Deze prestaties van den helper moeten normaal loopen over ten minste tachtig dagen per jaar van ten minste twee uren per dag. Deze bepaling is echter niet toepasselijk a) Op de helpers van minder dan 21 jaar. b) Op de vrouw die haar man bijstaat of vervangt, noch op den man die zijn vrouw bijstaat of vervangt. c) Op den helper gewoonlijk te werk gesteld door een of meerdere werkgevers onderworpen aan de wet van 4 Augus tus 1930 op de gezinsvergoedingen voor loontrekkenden, gedurende 200 dagen minstens per jaar, naar rato van minstens 6 uren per dag, op voorwaarde dat hij geen enkel kind ten laste heeft dat de vereischte voorwaarden vervult, om van het koninklijk besluit te genieten. IV. De gewezen werkgevers. Worden als dusdanig beschouwd, de personen die op gelijk welk tijdstip, op bestendige wijze of niet, in België, in de hoedanigheid van patroon een bedrijf hebben uitgeoefend gedurende ten min ste tien jaar. naar rato van ten minste achttien dagen per jaar. V. De gewezen buiten dienst verband staande arbeiders. Wor den als dusdanig beschouwd de personen welke op gelijk welk tijdstip, op besten dige wijze of niet, in België, een beroep of bedrijf hebben uitgeoefend als niet- loontrekkende arbeider, gedurende ten minste 10 jaar, naar rato van ten minste 18 dagen per jaar. We willen hier een woordje zeggen over de tuberculose, ook tering genaamd. Deze alhoewel minder verspreid dan de cholera, wordt toch nogal aangetroffen en kan talrijke slachtoffers maken bij de verschillende pluimveesoorten, vooral bij de kippen. We mogen zeggen dat we hier te doen hebben met de twee uiteinden. Waar de cholera heerscht worden de vogels als het ware weggemaaid de dood volgt op korten tijd, De tuberculose is het tegenovergestelde zij doet lang zamerhand de hoenderbevolking uit sterven. Het is een ziekte met traag verloop de vermagering is dikwijls het eenige uitwendig kenteeken en dan nog, want ook andere oorzaken kunnen vermage ring voor gevolg hebben. Het is de lijkschouwing van gestorven vogels die ons op den rechten weg zal brengen. Bij het opensnijden van het dier vindt men in den lever en de milt, witte of geelachtige ronde kernen, ter grootte van een witzaad, een hennep korrel, een erwt en dikwijls dikker, welke hard, droog en van binnen krijt achtig zijn ofwel er uitzien als witte harde kaas. Dezelfde kernen worden dikwijls aangetroffen op de ingewanden. De hoenders aangetast door tubercu lose worden nog dikwijls kreupelig of waterzuchtig. Deze ziekte heeft den dood voor ge volg na een min of meer langen tijd ge durende dewelke ze niet meer leggen. Zij is zeer besmettelijk voor de andere hoenders en men moet spoedig de zieke dieren dooden en ontsmetten zooals voorgeschreven werd voor de cholera. Daar het zeer moeilijk is de hennen die reeds aangetast zijn te onderscheiden van deze die het nog niet zijn, is het dik wijls beter, indien men geen te talrijk hoenderhof heeft, ze allen weg te doen de gezonde dieren te verkoopen voor het verbruik en de aangetaste door het vuur of anderzins te vernietigen. De microben der tuberculose hebben veel meer weerstandskracht dan die der cholera. Vervolg op de 2de bladz.) Engeland. Sir Dorman-Smith, president van de N. F. U., volgt Morrison op. Sedert meer dan twee jaren staat de Engelsche landbouwpolitiek in het tee- ken van de landsverdediging. Buiten Duitschland is er wellicht geen ander land als Engeland dat zoo actief en doel bewust aan zijn verdediging heeft ge bouwd. Steeds weer wordt in de Engel sche bladen de aandacht getrokken op het feit dat de bevolking grooter is dan in 1914, terwijl de opbrengst van den landbouw kleiner is, en ook de beschik bare scheepsruimte gestadig vermin derde. Voor wat de opbrengst van den land bouw betreft, is de vermindering zeker niette loochenen Door de slechte prijzen die voor de landbouwproducten worden geboden, moesten de landbouwers aan ieder verzoek van een intensievere pro ductie verzaken. Daarbij komt nog dat in Engeland zoowel als in andere landen het landarbeidersschap als het ware wegsmelt. Ook het aantal der landbouw- paarden vermindert gestadig en de schu ren en opslagplaatsen werden zoo ver- nalatigd dat men, in geval de landbouw op oorlogsvoet zou worden gebracht, niet zou weten waar de oogst onder te brengen. De bescherming van enkele landbouwproducten heeft nergens een gezonde voortbrengst in het leven ge roepen, zij heeft alleen maar het aantal gespecialiseerde boerderijen vermeer derd. Al wat de opeenvolgende regee ringen ten gunste van den landbouw hebben gedaan, is zonder tastbaar resul taat gebleven. Thans zooals voorheen brengt Engeland slechts 30 °/0 van de eigen levensmiddelenvoorziening voort. Hoe men de Engelsche bevolking, in tijd van oorlog, van levensmiddelen zal voorzien, is een probleem waaraan de regeering Chamberlain sedert lang al hare aandacht schenkt. Het schijnt ech ter dat de practische arbeid die met dit doel in 1938 werd geleverd, meer ont goochelingen dan werkelijke resultaten heeft afgeworpen. Weliswaar heeft de regeering groote voorraden aangelegd, doch voortgaande op de laatste invoer- statistieken mag men aannemen dat men deze voorraden reeds duchtig heeft aan gesproken. En de eigen landbouwpro ductie laat nog te veel te wenschen over. Sedert twee jaren is het Morrison-bill wet geworden. Deze heeft voor doel door middel van goedkoope meststoffen en verbetering van den bodem, de land bouwproductie te verhoogen. We kun nen hier niet in bijzonderheden treden over al de maatregelen door de regeering getroffen. De algemeene ontevredenheid die thans in de Engelsche landbouwers kringen heerscht, bewijst voldoende dat deze maatregelen in de praktijk niet veel hebben uitgehaald. Ter gedeeltelijke verontschuldiging moeten we aanvoeren dat de prijsvermindering der bijzonder ste landbouwproducten op de wereld markt, zich ook in Engeland heeft laten gevoelen. De schapenteelt heeft er wellicht wel het ergst onder te lijden, lammeren moesten met verlies worden afgezet. Dan kwam de gerst aan de beurt. In werke lijkheid was hier niet de vermindering van den prijs der ingevoerde gersten de oorzaak, doch een speculatieve over dreven uitbreiding van de met gerst be bouwde oppervlakte. De landbouwer echter, stelt eokel vast, dat de bestaande beschermingsmaatregelen hem niet kun nen redden van verliezen, ook niet als een minimum-prijs voor gerst bij wet is vastgelegd. In de gebieden met lichten bodem waar vooral aan schaapteelt en gerstaanbouw wordt gedaan, zitten al de landbouwers in de pinarie. Eerst in November 1938 merkte Mi nister Morrisson er de psychologische gevolgen van. Hij legde toen zijn melk- bill voor. Reeds in den aanvang van 1937 was aangekondigd geworden dat de melkvoorziening op een nieuwe basis zou georganiseerd worden. De eisch der landbouwers dat de melkproducten beter zouden beschermd worden, zou slechts ingewilligd worden indien de landbou wers ermede instemden hetmelkverbruik rationneel te verdeelen. Van een ver hooging van den prijs van de melk kon geen spraak zijn. Wanneer Morrison dan eindelijk met zijn wetsvoorstel voor het Lagerhuis verscheen, vond h(j daar een verzet als nooit te voren. Hij was verplicht zijn ontwerp in te trekken. In December sprak de Minister voor een vergadering van landbouwers te Lincoln, een typisch gewest waar alleen aan schapenteelt en gerstaanbouw wordt ge daan. Wanneer de Minister aankondig de, dat de subsidies voor gerst zouden verhoogd worden,kreeg hij tot antwoord dat de landbouwers geen "aalmoezen,, van de Regeering begeerden. In Januari dreigden de landbouwers de Conserva tieve partij vaarwel te zeggen. Bij een gedeeltelijke verkiezing voor het Lager huis in Norfolk stelden de landbouwers tegen den kandidaat van de Regeerings- partij den secretaris van de "National Farmers' Union,,. Alleen de belofte van den Eersten- Minister om in zeer korten tijd beslissende maatregelen te treffen, kon den landbouwers overhalen hun kandidaat in te trekken. De landbouwers van Suffolk organi seerden een Mboerenmarsch„ op Londen voor 1 Februari. De heromvorming der Regeering op 28 Januari maakte aan deze bedreiging een einde. Immers, de vroegere president van de N.F.U. Sir Reginald Dorman-Smith werd tot land bouwminister in de omvormde Regee ring benoemd. Een leider vaneen groote landbouwersvereeniging, die de nooden kent van zijn landbouwers, werd Mi nister 1 Sir Dorman-Smith is niet in het Lager huis getreden met een uitgewerkt plan. De landbouwers uit alle deelen van het land hebben hem verklaard, dat zij geen wonder verwachten, alleen de mogelijk heid eischen om hun land zoo te bewer ken als het naar hun beste weten noodig is. En dit heeft Sir Dorman-Smith on middellijk toegestaan, omdat, zoo zegde hij, de bodem het eenig eeuwig actief van het land is. Hij weet dat de Engel sche landbouwer zijn land niet als een bron van persoonlijken welstand be schouwt, doch als een erfenis welke voor de komende geslachten moet be houden. Voor het overige wees sir Dorman-Smith op de bijzonderste pun ten van de N.F.U. Dit programma eischt een minimumprijs voor al de pro ducten van den landbouw, die onder eenen "unduly low price level» (een overdreven laag peil) staan. Al de landbouwers in Engeland zien met verwachting de actie van hun "lei der» tegemoet. Overal vraagt men zich af of Sir Dorman-Smith betere resultaten zal bereiken dan zijn voorgangers Elliot en Morrison, die beiden doorgingen voor specialisten in landbouwaangele- genheden, en dat ook werkelijk waren. Morrison's loopbaan werd niet gebro ken. Hij blijft in de Regeering als woord voerder in het Lagerhuis, van Lord Chatfield, den nieuwen coördinatie minister, de sterke hand van Engeland. Volgende week zal onze deskundige een reeks artike len beginnen over den kweek van kiekens. Leest dit met aandacht Probeert het Opfokvoeder R.U.Z. De uitslagen zijn verrassend goed TELEFOON 267.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1939 | | pagina 1