Het Landbouwvraagstuk
i
Arbeid ac
lelta.
Landbouwweekblad
Voor en door de Landbouwers
1
ZITDAG
gen bij de ministerieele combinaties.
SPANJE.
nog steeds niet opgelost.
Het kweeken en
verzorgen
der Huisdieren
Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven
Kielcenkweek.
ZONDAG 5 MAART 1939.
Prijs 35 ceticm
21ste JAARGANG Nt 1052
Abonnementsprijs 15 ft. 's jaars.
Men schrjjft in op ons
Bureel en op alle postkantoren.
Het overnemen van artikelen
zonder aanduiding der bron
is streng verboden.
Bestnnrder en verantwoordelijke Opstelier
O. CAUDRON
Bareel en Redactie Zeebergkaai, 4j Aalst,
De medewerkers styn
verantwoordelijk voor hunne
bjjdragen.
Aankondigingen volgens
akkoord.
Bij gelegenheid, als het niet anders
kan, wordt /ioor ministers en politiekers
de landbouw betiteld als 's lands eerste
nijverheid, wordt door hen gewezen op
zijn overwegend economisch en maat
schappelijk belang voor de natie. Er
wordt dan gereedelijk toegegeven dat
het kapitaal belegd in den landbouw 50
milliard frank bedraagt, dat de land-
bouwvoortbrengst van 8 tot 10 milliard
frank per jaar bereikt, dat onze land- en
tuinbouw voor 85 °/0 voorzien in de
bevoorrading der Belgische bevolking
en nog meerdere dergelijke citaten.
Deze belangstelling, deze waardee
ring voor den landbouw beperken zich,
jammer genoeg, bij woorden, vermoede
lijk omdat deze niets kosten. Wanneer
het er echter om gaat deze belangstel
ling in daden om te zetten, dan wordt
het een andere historie. Nochtans aan
daden alleen heeft onze landbouw iets,
al de woorden hoe sierlijk ook uitge
drukt zijn slechts ijdel gezwets, indien
niet gewilde zinsbegoocheling.
Van wat wij zooeven betoogden
wordt ons een herhaald terugkomend
bewijs geleverd door het geval waar
van het ministerie van landbouw het
voorwerp is, bij de veelvuldige regee-
ringswijzigingen en wisselingen die het
treurig kenmerk zijn der Belgische par
tijpolitieke democratie.
De landbouw, niettegenstaande zijn
door de ministers erkend overwegend
economisch en sociaal belang, heeft het
steeds kunnen stellen met veruit de ma
gerste begrooting. Er zijn jaren geweest
dat het krediet door den staat ter be
schikking gesteld van het ministerie van
Landbouw nog niet het derde bedroeg
van de begrooting der Rijkswacht, on
derdeel van de Belgische weermacht,
wier begrooting normaal verre boven
het miljard frank gaat.
België is een nijverheidsland, dat
hoofdzakelijk moet leven van den uit
voer zijner nijverheidsproducten, dat is
het princiep dat bij onze regeerders vast
staat. De gelden der gemeenschap, zelfs
deze die onder vorm van belastingen, of
onder vorm van leeningen ook door on
ze landbouwers aan den Staat worden
verstrekt, moeten vooreerst aangewend
tot bevordering der nijverheid of tot
maatschappelijken steun aan de indus
triearbeiders. De landbouw moet het
maar stellen met het overschotje, met
de kruimeltjes die van de regeeringstafel
vallen.
Ook wat betreft het toevertrouwen
van het departement van landbouw aan
den een of anderen politieker met mi
nisterieele ambities, steekt het niet nauw
bij de vorming van eene regeering. Men
mag advokaat, groot-nijveraar, inge
nieur, kasteelheer of ik weet niet wat al
zijn om minister van Landbouw te wor
den. Kennis der landbouwtoestanden,
begrippen van landbouweconomie, aan
raking met de landbouwbevolking, dit
alles is overbodig, ja zelfs hinderend om
minister van landbouw te worden. Zoo
komt het dat het beheer der belangen
van onze landbouwbevolking dikwijls
wordt toevertrouwd aan ministers met
steedsche mentaliteit en opvattingen,
zonder genoegzaam begrip voor de be
trachtingen en nooden onzer landbouw
bevolking.
Hoe onder dergelijk beheer de belan
gen van onzen land- en tuinbouw door
het staatsbestuur worden behandeld,
laat zich zonder veel inspanning be
grijpen.
De traditionneele aanvang is enkele
banaliteiten, enkele zeer rekbare zinnen
betreffende het landbouwprogramma
onderaan in de regeeringsverklaring van
het nieuw ministerie en klaar is kees.
Wat er bij de uitvoering van dit pro
gramma terecht komt heeft het verleden
ons afdoende geleerd enkele meestal
laattijdige en vaak tegenstrijdige maat
regelen ten voordeele van land- en tuin
bouw en het prijsgeven van de land
bouwbelangen ten prof)jte van de nijver
heidsbelangen in de handelsovereen
komsten met het buitenland.
Dezen laatsten tijd is men nog verder
gegaan in de onverschilligheid ten op
zichte van den landbouw. Men heeft het
Ministerie van Landbouw totaal over-
bodig gevonden, en heeft het doodeen
voudig samengekoppeld met dit van
Economische Zaken.
Tijdens de vorige eeuw richtte men
een zelfstandig Ministerie van Land
bouw op om de landbouwbevolking
hulp te bieden in den benarden toestand
waarin een zware crisis ze had gedom
peld. En nu, o heilige logika, schaft men
het Ministerie van Landbouw af als
zelfstandig departement, op een tijdstip
dat de landbouwbevolking met bijna
even zware moeilijkheden te kampen
heeft 1
Men wijze niet op het voorbeeld van
Nederland waar economische zaken en
landbouw insgelijks door één zelfden
Minister worden beheerd. De landbouw
mag vanwege de Nederlandsche regee
ring op een voortdurende bezorgdheid
rekenen, hij is zelfs de hoofdfactor bij de
richting der economische politiek in
Nederland, zoodat, met het oog op een
rationneele algemeene economische or
dening, de samenkoppeling van land
bouw met economische zaken verklaar
baar is en niet leidt tot een verwaar-
loozing der specifieke landbouwbelan
gen.
In België integendeel, met de heer-
schende steedsche en nijverheidsmenta
liteit, komt bedoelde samenkoppeling
fataal uit op een totale opoffering der
landbouwbelangen aan de nijverheids
belangen. Het is immers de nijverheid
welke toonaangevend is in de economi
sche politiek van het land.
Ministerie van Economische Zaken
beteekent dan ook in feite Ministerie
van de groot-nijverheid.
Het is ook daarom dat steeds als
titularis van het Ministerie van Econo
mische Zaken een personaliteit uit de
nijverheid wordt aangeduid. Men kan
dan ook zonder moeite gissen op welke
wijze de specifieke landbouwbelangen
door dergelijken Minister worden ver
dedigd in den kabinetsraad.
Onder de eerste Regeering Spaak
werd als Minister van Economische
Zaken en van Landbouw een Vlaamsch
nijveraar aangesteld die nog oog had
voor de landbouwbelangen. Onder de
tweede kortstondige regeering Spaak
werd opnieuw een Minister van Land
bouw benoemd, namelijk een graaf, heer
d'Aspremont- Lynden.
Onder de Regeering Pierlot, ver
dween opnieuw het zelfstandig Minis
terie van Landbouw en werd aanvanke
lijk gevoegd bij Economische Zaken
aan wier hoofd zou gestaan hebben de
heer Richard, groot-nijveraar, bestuur
der van de Sofina, een der groote trusts
van de wereld.
Het was werkelijk het toppunt der
veronachtzaming van de landbouwbe
langen.
De katholieke rechterzijde, wie de
motie uitgebracht door het laatste
congres van het katholieke blok inzake
het behoud van een zelfstandig ministerie
van Landbouw zwaar op de maag lag,
kon thans niet verder lijdzaam toezien.
Op haar aandringen nam dan de heer
Pierlot, Eerste-Minister, zelf het Minis
terie van Landbouw voor zich, evenwel
deze verklaring afleggende dat het
hem moeilijk zou vallen er zich persoon
lijk zeer nabij mee bezig te houden en
dat hij de leiding ervan zou moeten
overlaten aan den secretaris-generaal.
Tegen dezen stand van zaken hebben
de tamme zoogezegde landbouwverte-
genwoordigers niet verder gereageerd.
Ten opzichte hunner kiezers hadden zij
immers den schijn gereden konden zij
beweren dat, dank aan hunne tusschen-
komst, het ministerie van Landbouw
werd gered.
Zal senor Cuesta de plaats ruimen voor een specialist
Zooals we hebben gemeld beginnen
we dees week een reeks artikelen ge
schreven door onzen Hollandschen
deskundige. We hopen dat de belang
hebbenden met genoegen zullen kennis
maken met de laatste vindingen inzake
dierenkweek.
VOORWOORD.
Het is lang niet zoo eenvoudig om
met welslagen Pluimvee te houden, als
velen denken, en veel moeilijker, dan het
er zoo oppervlakkig uitziet.
Hierdoor zijn en worden steeds veel
beginnelingen in dit bedrijf teleurgesteld
vaak voor altijd ontmoedigd. Zij bewe
ren dan al spoedig, dat er geen voordeel
mede te behalen is. Zij kwamen echter
niet over de beginperiode heen en leer
den daardoor niet, dat de oorzaak van de
slechte uitslagen meestal bij henzelf lag.
Ze maakten de groote en kleine fou
ten, die tot mislukking voeren. Het is
een vak, dat men moet kennen of willen
leeren. Men moet er goed van door
drongen zijn. dat het succes als pluim
veehouder afhangt van vele factoren en
dat het verwaarloozen van schijnbare
kleinigheden veel nadeel en zelfs alge-
heele mislukking kan opleveren.
Allereerst moeten deze grondstellin
gen aanvaard worden
a) De huisvesting moet goed en doel
matig zijn.
b) De luchtverversching moet in orde
zijn.
c) De verzorging moet uitstekend zijn. Toen de burgeroorlog uitbrak, kon
d) De voeding moet aan de hoogste Catalonië er zich zoo goed en kwaad
eischen voldoen. j a]s 't ging, doorslaan, door den aanvoer
Er blijven verder nog genoeg factoren van de ontbrekende levensmiddelen uit
over, die de opbrengstmogelijkheden be- andere roode provincies. Doch zoodra
invloeden, zoodat het een gebiedende de nationalisten de Middellandsche Zee
eisch moet zijn, zelf alles te doen wat bereikten dit gebeurde in den Zomer
nuttig is en na te laten, wat schadelijk is. van 1938 en het roode gebied in twee
De pluimveehouders in hun bedrijf te deelen sneden, was Catalonië op eigen
helpen is het doel van deze handleiding, voorziening aangewezen. Aan textiel-
Te beginnen met de opfok van kleine goederen was er geen tekort, wel
kiekens, zullen wij verder de verzorging
van poeljen, leg- en fokhennen, alsook
van mestkiekens behandelen.
Wij hopen, dat het van algemeen nut
zal zijn en dat het aanwijzigingen zal
geven, betreffende gemaakte fouten en
de middelen zal aanduiden om hier ver
betering te brengen.
Het is nu bijna een jaar geleden, dat
we in deze kolommen nog iets over
I Spanje schreven. We keerden toen weer
i van een wekenlange omreis door Wit-
i Spanje, met de vrees dat generaal
Franco, bij den heropbouw, voor ge
weldige problemen, zoo politieke als
economische, zou staan. Deze vrees is
zekerheid geworden. Moeilijker dan het
bevechten van de overwinning zal de
heropbouw van nijverheid en landbouw
zijn.
In een snel tempo hebben de nationa
listen de vier Catalaansche provincies
veroverd. De Catalaan is een slecht
soldaat, dat geven zelfs de Catalanen
grif toe. Ik ken jonge Catalanen, aan de
zijde van Franco, die voor niets ter
wereld naar het front wilden en er
ook nooit geweest zijn. Een Spanjaard
is niet opgewassen tegen een Catalaan.
De Catalanen werden echter niet
alleen door de macht der wapenen over
wonnen. De hongersnood heeft veel tot
deze snelle nederlaag bijgedragen. En
dit is het gevolg geweest van een eco
nomische fout. In het Catalonië van voor
den burgeroorlog floreerde handel en
nijverheid, doch de landbouw kwijnde
weg. De njjverheid werd langs alle
kanten geholpen voor den boer was
het slechtste goed genoeg.
In de meest-zuidelijke provincie van
Catalonië, Tarragona, deed men alleen
aan wijn- en olijvenbouw. De Catalaan
sche wijn is de goedkoopste welke men
in Spanje kan verkrijgen. In de provincie
Barcelona was de landbouwvoort-
brengst onbeduidend. Alleen in de pro
vincies Gerona en Lerida deed men aan
tarwecultuur en aan veeteelt. Ieder jaar
moest Catalonië voor 180millioen goud
peseta aan landbouwproducten in
voeren.
1. Huisvesting van kuikens
of kleine kiekskens
Als kuikenhok kan een gewoon model
kippenhok het beste dienen. Gebruikt
men een opfokhuis, dan kan dit even
eens het model hebben van een kippen
hok, maar moet door houten schotten,
van vloer tot zolder, in afdeelingen zijn
verdeeld.
In een kuikenhok mogen niet meer
dan 15 kuikens op 1 m2 hok-oppervlakte
gehouden worden voor 250 kuikens
moet de oppervlakte dus 16 m2, voor
300 kuikens moet de oppervlakte 20 m2
zijn enz.
In het algemeen is het gewenscht niet
meer dan 300 kuikens bij een kunstmoe
der te plaatsen.
De luchtverversching moet in een
kuikenhok gemakkelijk te regelen zijn,
frissche lucht is naast een goede kunst
moeder en goede voeding de voornaam
ste levensbehoefte van kuikens. Het
front van het kuikenhok moet voor niet
meer dan 1/3 uit ramen bestaan, deze
ramen moeten openslaande zijn, daar
boven moeten zg. uitzetramen worden
aangebracht voor de verluchting bij
nacht. Bij zonnig weer moeten alle
Vervolg op de 2de bladz.)
aan
brood.
Men zal zich herinneren dat de natio
nalistische vliegers, in een goede bui,
herhaaldelijk met brood bombardeerden.
Toen wilden de rooden op hunne beurt
bewijzen dat er bij hen geen gebrek was
en ze bombardeerden Burgos, waar de
vrouwen veel moeten ontberen, met
zijden kousen. Deze voorraad kwam van
Barcelona.
In de laatste maanden van het verzet
heeft het Catalaansche volk werkelijk
honger geleden. Er was gebrek aan alle
levensmiddelen. In zulke omstandighe
den kan het niet verwonderen, dat de
Catalanen den moed verloren en naar
Frankrijk de wijk namen.
Indien Catalonië, vroeger, niet alleen
aan zijn nijverheid had gedacht, doch
ook aan zijn landbouw, dan ware het
misschien anders verloopen. In ieder
geval zou de nederlaag niet zoo bliksem
snel voltrokken zijn geweest.
In Catalonië staat generaal Franco
thans voor de oplossing der moeilijkste
vraagstukken die zich sedert zijn be
vrijdingsoorlog hebben gesteld. Met
een pennetrek heeft hij de Catalaansche
autonomie afgeschaft. Het Catalaansch
moet de baan ruimen voor het Castil-
liaansch. Catalonië is weer een deel van
Spanje geworden.
Enkele dagen na de verovering van
Catalonië konden enkele textielfabrieken
terug aan gang gaan. De rooden hadden
een voorraad van 15.000 balen Russi
sche katoen achtergelaten en de electri-
citeitsleidingen waren spoedig hersteld.
Kolen moet Barcelona thans niet langer
uit Engeland invoeren, noch ijzererts.
De rijke mijnen van Baskenland leveren
voldoende hoeveelheden. Doch er is ge
brek aan geld. Catalonië is geruineerd
door een roode heerschappij van drie
jaren. Hoe moeten de nijveraars hun
fabrieken herstellen, nieuwe machines
koopen, voorraden opdoen uit het bui
tenland En hoe zal de verhouding zijn
tusschen de nijverheden die in wit Spanje
zijn ontstaan, vooral in Andalusië, en de
bestaande Catalaansche nijverheden
Men zegt, dat Franco, naar het voor
beeld van Italië en Duitschland, een
autarkistische politiek wil voeren. Hij
wil in eigen behoeften voorzien zich
onafhankelijk maken van het buitenland.
Men zegt, dat hij het aanbod van En-
gelsche banken, die hem groote credieten
voorstelden, heeft afgewezen. Men kan
het niet begrijpen, indien men weet dat
een fabriek van naaigaren een verlies
heeft geboekt van 18 millioen peseta,
dat een spinnerij geen machines meer
heeft, dat alle fabrieken, alle handelaars
hun kapitaal hebben verloren. Welis
waar heeft de Bank van Spanje credieten
geopend... voor het verder uitbetalen der
loonen aan de arbeiders.Deze maatregel,
die eigenlijk op den rug van den staat
en niet op dezen van de nijveraars had
moeten getroffen worden, voorkomt het
geldgebrek. Hij drijft echter de nijveraars
nog dieper in de schulden.
En dan is er nog het vraagstuk van
de verhouding tusschen nijverheid en
landbouw. Onze lezers zullen het zich
wellicht nog herinneren, dat we, tijdens
onze omreis door Spanje, waarover we
hier destijds verslag hebben uitgebracht,
een interview hadden met senor Cuesta,
leider van de Falange en Minister van
Landbouw. Indien men de geruchten, die
thans te Burgos in omloop zijn, mag ge-
looven, dan zou Cuesta spoedig aftreden
als Minister van Landbouw en vervan
gen worden door een specialist. We
zouden dit goedkeuren indien Cuesta
vooreerst het vraagstuk van het groot
grondbezit had geregeld, waarvoor geen
specialist in landbouwvraagstukken noo-
dig is, alleen een sterke hand die de
grootgrondbezitters in bedwang kan
houden. Het valt te betwijfelen, dat ook
Franco dit vraagstuk, dat aan koning
Alfonso zijn troon heeft gekost en de
ondergang geworden is van de repu
bliek, zal oplossen. Het heeft er den
schijn naar, dat het voor de landbouwers
zal blijven zooals het is: ellendig 1 Het
gevolg zal zijn, dat de landarbeiders
verder het land zullen verlaten om in de
steden, bij den heropbouw der fabrieken,
kerken en huizen, te helpen. Daar zullen
handen tekort zijn en het land zal er
weer moeten voor boeten.
Franco echter staat of valt met het
landbouwvraagstuk. Dat leert de ge
schiedenis en het kan niet waar zijn, dat
hij dit zou vergeten. In talrijke aanspra
ken heeft hij trouwens den ernst van dit
vraagstuk erkend. Daarom verwondert
het ons dat er zoo weinig voor de land
bouwers wordt gedaan. Hebben de
grootgrondbezitters dan werkelijk zoo
veel invloed, dat de Falange er machte
loos tegenover staat
In de eerstkomende maanden moet op
deze vraag een antwoord vallen. Wacht
Franco wellicht tot dat heel Spanje in
zijn macht is Waarom wil hij dan
Cuesta, de eenige man die bij machte is
om het landbouwvraagstuk op te lossen,
ontslaan "Cosas de Espana„ Spaansche
zaken die wij niet kunnen begrijpen,
omdat Spanje, als het ware, buiten onze
gezichtskring is geleg en.
van Rechtskundige Dienst
wordt gehouden op Zondag
5 Maart van 8,30 tot 10,30
uur, In ons Lokaal, Groote
Markt, Aalst.
TELEFOON 267.
De les welke wij uit dit alles moeten
trekken is dat de landbouwbelangen bij
de regeering nog steeds op het achter
plan staan en dat zooals wij het in onze
hoofdartikels van 5 en 12 Februari aan
toonden aan deze minderwaardige
behandeling slechts een einde kan
komen door een grondige hervor
ming van het huidige staatsregiem
volgens de princiepen door ons in
zeilde bijdragen uiteengezet name
lijk het toevertrouwen der econo
mische en sociale functies van de
volksgemeenschap aan speciale
lichamen, corporaties of bedrijfs-
raden genoemd strenge verdee
ling der politieke functies tusschen
de regeering en de volksvertegen
woordiging, derwijze dat elk op
zijn eigen terrein van werkzaam
heden blijve I