Hoe men in ons land de
Vlaamsche Boeren uitzuigt
Minimaprijzen voor de
Landbouwprodukten.
De Landbouwpoliti
nieuwe wegen
op
Arbeid ac
lel t*
Landbouwweekblad
Voor en door de Landbouwers
Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt II Zeiven
ZONDAG 26 MAART 1939.
Prijs 35 cetiem
21ste jAARGANG Ni 1055
Abonnementsprijs 15 fr. 's jaars.
Men schrijft in op ons
Bureel en op alle postkantoren.
Het overnemen van artikelen
sonder aanduiding der bron
is streng verboden.
Bestuurder en verantwoordelijke Opstelier
O. CAUDRON
Bareel en Redactie i Zeebergkaai, 4» Aalst.
De medewerkers zijn
verantwoordelfik voor hunne
bjjdragen.
Aankondigingen volgens
akkoord.
We zijn bezig eene studie te maken over de beroepsbelasting
voor de landbouwers.
We kunnen reeds meedeelen dat in vele gevallen de Vlaamsche
boeren DUBBEL BELASTING betalen van wat aan de Waalsche
boeren wordt gevraagd op dezelfde gronden en in dezelfde voor
waarden.
We halen drie voorbeelden aan die een schril licht zullen
werpen op de bestaande toestanden
I.
Een bedrijf op lichte klei in de streek van Thienen, groot
40 hectaren moest betalen voor 1937 3.6 50 frank.
Hetzelfde bedrijf op denzelfden grond in Walenland op enkele
kilometer afstand voor 1937 1.821 frank.
(De bewijsstukken zijn in ons handen).
Voor den Vlaamschen boer werd de bedrijfswinst voor 40 ha.
berekend aan 810 fr.
Voor den Waalschen boer van 't zelfde bedrijf 485 fr.
II.
Voor 20 hectaren in de zandgronden van Vlaanderen
wordt de bedrijfswinst door den fiscus vastgesteld per ha. op 610 fr.
Voor de betere gronden van Clabecg. Kasteelbrakel en omtrek
wordt de bedrijfswinst door hetzelfde Ministerie van Geldwezen
vastgesteld op 350 fr.
Wanneer men daar de bijkomende lasten bijtelt, zal de Vlaam
sche zandboer meer ALS HET DUBBELE BETALEN I
lil.
Door regelingen en maatregelen van de regeering wordt de
tarwe heden aan goede prijzen betaald. Deze schommelen rond de
125 frank aan den boer.
De rogge is heden te verkoopen aan 50 tot 55 fr.
De zandboer van Vlaanderen kan van een hectare rogge bij
verkoop der granen hoogstens 1900 frank bekomen.
De Walenboer met zijn tarwe bekomt per ha. minstens 4300 fr.
De Vlaming betaalt per hectaar het dubbel aan bedrijfswinst
Wij klagen deze uitbuiting aan en gaan verder met ons onder
zoek over de ongehoorde uitpersing der Vlaam
sche boeren.
Intusschentijd kunnen we aan onze boeren den raad geven niet
meer te betalen aan de tegenwoordige berekeningen. Binnen een of
twee weken zullen we de tarieven afkondigen waarop de Waalsche
boeren worden belast. Dit zal voor ons een richtslijn wezen.
De meest dringende maatregel
Het landbouwindtx der maand Janu
ari 1.1. toont aan dat de toestand van
onzen landbouw met den dag slechter
wordt. Het gemiddeld indexcijfer der
ontvangsten voortkomende van de
akkerbouw- en veeteeltprodukten, was
in Januari 1939 629 tegen 646 in De
cember 1938 en 661 in Januari 1938.
Zulks beteekent een daling der ont
vangsten van 17 punten ten opzichte
van het index in December 1.1. en van
32 punten ten opzichte van het index
der maand Januari 1938.
Hoe staat het nu met de voortbrengst-
kosten, de tweede factor om de gelde
lijke opbrengst van het landbouwbedrijf
te beoordeelen
Het index der productiekosten is ge
stegen met 8 punten ten opzichte van
December 1.1., doch blijft evenwel nog
met 5 punten onder dit van Januari 1.1.
Het bedraagt aldus voor Januari 1939
759 punten.
Het besluit is, dat de productiekosten
op het huidig oogenblik in het land
bouwbedrijf de ontvangsten overtreffen
met 130 punten (759629). Deze ver
houding wijst op den uiterst kritieken,
ja tragischen toestand van onzen land
bouw.
O, we weten het, allerwege worden
middelen vooruitgezet om den landbouw
te helpen.
Nochtans is er thans maar een maat
regel die uitkomst kan bieden en deze
isaan de landbouwproducten prijzen
waarborgen welke niet alleen de voort-
brengstkosten dekken, doch tevens aan
onze boeren en tuiniers een redelijke
winstmarge verschaffen welke volstaat
om te voorzien in hun onderhoud en in
dit van hun gezin.
Iedereen neemt aan dat de arbeider
recht heeft op een bestaansminimum.
Wij boeren zijn het hiermede volkomen
eens. Doch wij eischen ook dit zelfde
bestaansminimum dat ons slechts kan
worden verstrekt door behoorlijke ver
koopprijzen voor onze producten. In
andere woorden gezegd wij eischen
redelijke minima-prijzen voor onze pro
ducten. Onze vereeniging Redt U Zeiven
gaat er fier op sedert ruimen tijd het
stelsel der minima- prijzen te hebben ver
dedigd op beredeneerde, doch tevens
hardnekkige wijze.
Welke ons standpunt desaangaande is
en hoe wij het uitbouwen kunnen onze
leden lezen onder meerin de twee
hoofdartikels verschenen in de nummers
van 27 Februari 1938 en 4 December
1938, onder hoofding onderscheidenlijk
van De verdeeling der landbouwpro
ducten en Wanneer komt er een
doeltreffende regeling bij de verdeeling
der landbouwproducten
In ons nummer van 27 Februari
schreven wij letterlijk wat volgt
"Om aan het vraagstuk dat ons bezig
houdt (n.l. de verdeeling der landbouw
producten) een rechtvaardige oplossing
te geven, dient de prijzenregeling te ge
schieden door het Departement van
Landbouw op advies van paritaire com
missies samengesteld uit een gelijk aan
tal vertegenwoordigers der voortbren
gers eenerzijds, van de tusschenhande-
laars en der verbruikers anderzijds, onder
voorzitterschap van een bevoegd en
degelijk onderlegd hooger ambtenaar
van het Ministerie van Landbouw.
De paritaire commissie zou het land
kunnen indeelen in verbruikscentra en
aan deze de meest passende bevoorra
dingsstreken kunnen aanwijzen, hierbij
in aanmerking nemende de meest voor-
deelige wijze van verdeeling der pro
ducten op gebied van vervoerkosten en
andere Zij zou periodisch de voort-
brengstkosten berekenen en de verdee-
lingskosten, om aldus te komen tot een
vaststelling van billijke minima-prijzen
ten bate der voortbrengers en maxima-
prijzen welke mogen gevraagd worden
aan de verbruikers.
Tevens zou aldus de winstmarge der
tusschenpersonen op normale wijze
worden vastgesteld.
De paritaire commissie zou, met het
oog op de vaststelling der minima- en
maximaprijzen, gewestelijke commissies
of secties kunnen aanstellen met op
dracht in bepaalde streken den toestand
te onderzoeken en de paritaire commis
sie voor te lichten.
Het spreekt vanzelf dat de Regeering
streng de hand zal houden aan de prij
zenregeling welke op advies der pari
taire commissie werd afgekondigd.
Hiervoor zou zij beroep kunnen doen
op de medewerking der beroepsorgani
saties van voortbrengers, verbruikers en
handelaars vertegenwoordigd in de
paritaire commissie.
Men werpe niet op dat dergelijk
stelsel den handel in landbouwproducten
stelt onder voogdij van den Staat, dat
het staatsinmenging is of wat weet ik al.
Hierop antwoorden wij
Is staatsinmenging alleen uit den
booze wanneer zij dienstig is aan den
landbouw, en is zij integendeel een uit
stekend iets wanneer zij voordeel op
levert aan de nijverheid
Of is de sedert jaren door de Regee
ring gevoerde kolenpolitiek misschien
geen staatsinmenging in het economisch
leven Bij de minste bedreiging der
prijzen of verhooging der stocks, is er
sedert jaren dadelijk overeenkomst tus-
schen de Regeering en het kolenkartel
om beschermingsmaatregelen te treffen
tot verhooging der kolenprijzen op kos
ten der gemeenschap, of tot het steunen
van den uitvoer door exportpremiën.
Of is de politiek van aanmoediging
der concentratie en verstandhouding
tusschen bepaalde nijverheden welke
door de Regeering voortdurend wordt
gevolgd, dan geen staatsinmenging
Is er soms nog vrijhandel of commer-
cleele mededinging te bespeuren in de
oprichting van nijverheidskartels en
trusts die de binnenlandsche en buiten-
landsche markten beheerschen en door
de Regeering worden geduld
Wat zien wij trouwens in de naburige
landen
Nederland waarborgt aan zijn boeren
en tuiniers voor de meeste producten
minima- of richtingsprijzen. Hetzelfde
geschiedt in Engeland, een bij uitstek
nijverheidsland, voor de melk, de suiker-
beeten en de granen, in het Groot-Her
togdom Luxemburg en Zwitserland
voor de boter, in Duitschland voor de
meeste landbouwproducten. Zelfs in
ons land werden voor tarwe en suiker-
beeten toch alreeds richtingsprijzen
vastgesteld ten voordeele van de groote
Walenboeren.
Toen ter Kamerzitting van 13 Decem
ber 1.1. het wetsontwerp houdende op
richting van den Nationalen Dienst voor
afzet van land- en tuinbouwprodukten
werd besproken, hoopten onze landbou
wers dat het stelsel der minima-prijzen
eindelijk zijn kans zou krijgen. Het
Vervolg op de 2de bladz.)
FRANKRIJK.
Het is voor Frankrijk een kwes
tie van leven of doodde landbouw
moet gemecaniseerd worden. In de
Vereenigde- Staten doet slechts
25 "Ie der bevolking aan landbouw
en gelukt er in niet alleen de heele
bevolking van levensmiddelen te
voorzien, doch ook nog een gewel
dig uitvoeroi'erschot klaar te heb
ben. In de Vereenigde-Staten be
steden de landbouwers echter
5,8 °/o van hun inkomen voor den
aankoop van landbouwmachines
in Frankrijk amper 1 °/0 Welke
groote mogelijkheden liggen er
voor den Franschen landbouw
niet open indien de landbouwpo
litiek op juistere wegen zou wor
den gevoerd
Zoo sprak onlangs heer Taudière, de
voorzitter van de tentoonstellingen van
landbouwmachines. En met deze woor
den nam hij stelling voor een politiek die
in Frankrijk geheel nieuw is. Door het
uitgebreider aanwenden van machines
hoopt heer Taudière het tekort aan
arbeidskracht goed te maken en de
vlucht van het land tegen te gaan.
Want, zoo zegde nog heer Tau
dière, indien de landbouwers meer ma
chines gebruiken, vermeerderen zij hun
inkomen en kunnen ze hun landarbeiders
beter betalen. Het beteekent dus een
stopzetten van de uitwijking der jonge
krachten naar de stad.
Met deze opvatting staat heer Tau
dière alleen. De Franschman wil niet
weten van de mecaniseering van den
landbouw hij houdt vast aan de hof
steden, omdat deze de grondvesten zijn
van de sociale structuur van het land.
Velen in het land beginnen echter klaar
te zien indien de boerenhofsteden en de
sociale structuur gehandhaafd moeten
blijven, dan dringt zich een gansch
andere landbouwpolitiek op. In heel
Europa is er wellicht geen tweede land
dat zoo vruchtbaar is als Frankrijk en
nochtans sluit de landbouwbalans regel
matig deficitair. Inplaats van landbouw
producten invoeren zou Frankrijk een
groot uitvoerland van landbouwproduc
ten moeten zijn. In 1936 was het invoer-
overschot van landbouwproducten groo-
ter dan dit van nijverheidsproducten
10,4 milliard tegen 9,9 milliard. In 1937
bedroeg het invoeroverschot 14,8 mil
liard en voor het eerste halfjaar van
1938, het laatste cijfer dat we in ons
bezit hebben, 8,6 milliard. Deze gewel
dige verhooging komt gedeeltelijk voor
uit de waardevermindering van den
frank, doch ook uit het feit dat er niets
gedaan werd in den zin van een nationale
landbouwpolitiek. Weliswaar werden er
talrijke maatregelen ten gunste van de
landbouwers getroffen, doch steeds in
verband met den tijdelijken nood waarin
deze of gene tak van den landbouw zich
bevond. Nooit werd er in Frankrijk aan
een breede landbouwpolitiek gedaan.
Wanneer men de tabellen van de
brochures uitgegeven door het Fransche
Ministerie van Landbouw slechts even
doorloopt, dan staat men voor onbe
grijpelijke cijfers. Zoo voert Frankrijk
suiker in, graan, rijst, vruchten, groen
ten, en zelfs wijn. De wijn en het graan
komen bijna uitsluitend uit de koloniën.
Om Algerië uit de "pinarie» te helpen
koopt Frankrijk er wijn.
In slechts zeer weinige gevallen heeft
Frankrijk een uitvoeroverschotwijn,
alcohol, kaas, huiden.
Sedertlang werd aangetoond dat deze
toestand niet langer kon duren. Sedert
jaren wordt gezegd en herhaald dat de
invoer van landbouwproducten tot een
minimum moet worden herleid en
zooveel mogelijk dan nog uit de kolo
niën betrokken. Onze lezers zullen zich
wellicht nog herinneren dat dit stand
punt hardnekkig werd vooropgezet in
den loop van de groote economische
conferentie die in 't begin van 1935 te
Parijs werd gehouden en waarvoor al
de gouverneurs van al de Fransche be
zittingen naar de hoofdstad werden ge
roepen. Het bleef echter bij de uiteen
zetting de aangenomen besluiten en
I ze waren talrijk bleven in de cartons
zitten.
Onlangs toen Daladier en Reynaud
met vaste hand de teugels van het be
wind overnamen, vorderden zij aller
hande noodverordeningen uit die ten
doel hadden den invoer van landbouw
producten te beperken. Van alle kanten
steeg echter dusdanig sterk protest op.
dat de verordeningen werden ingetrok
ken. Dit wil niet zeggen dat Reynaud
van zijn plan afzag. Integendeel. Sedert
maanden worden er besprekingen ge
voerd alle partijen werden gehoord
een verslag werd opgemaakt en daar
alle belanghebbende groepen er de be-
s'uiten hebben van aanvaard, schijnt het
thans zeker dat de zoo lang geëischte
breede, in Frankrijk zegt men: imperiale,
landbouwpolitiek eindelijk werkelijkheid
zal worden.
We hebben een exemplaar van het
verslag waarover enkele regels hooger
spraak is, onder oogen. In 't kort samen
gevat leest men er enkele takken van
den landbouw zijn zoo sterk ontwikkeld,
dat zij niet alleen de behoeften van
Frankrijk kunnen dekken, doch dat
groote voorraden op de markt drukken.
Dit is het geval voor tarwe, wijn en
suiker. Andere takken lijden onder de
mededinging van ingevoerde producten,
zoodat de landbouwers dikwijls met ver
lies moeten arbeiden. Dit is het geval
voor groenten, vruchten. In de meeste
gevallen is de productie zoowel in
Frankrijk als in de koloniën te klein,
zoodat Frankrijk aangewezen is op den
invoer uit andere landen, als wanneer er
in de koloniale bezittingen mogelijkheden
te over zijn om dit tekort aan te vullen.
Dit geldt vooral voor hout en grond
stoffen voor de textielnijverheid.
Na deze vaststellingen wordt het vol
gend plan geopperd
1) Bescherming van den Franschen
landbouw, omdat er van buitenuit geen
druk kan uitgeoefend worden en omdat
de landbouwer zijn brood zou kunnen
verdienen en er niet langer 5,5 millioen
hectaar grond braak zou blijven liggen.
Deze politiek heeft ongetwijfeld een
verhooging van den levensstandaard
voor gevolg, doch na rijp overwegen is
het zeker dat de voordeelen ruimschoots
tegen de nadeelen opwegen.
2) Wat Frankrijk aan landbouwpro
ducten en grondstoffen te kort heeft,
moet het in zijn koloniën zoeken. De
productie in de koloniale gebieden moet
aangepast worden aan den Franschen
landbouw opdat de Fransche landbou
wer geen mededinging uit de koloniën
meer te duchten zou hebben en opdat de
invoer uit andere landen zou kunnen ge
staakt worden. De Fransche koloniën
zijn rijk genoeg. Frankrijk kan er uit be
trekken wat het noodig heeftgrond
stoffen voor de textielnijverheid, voor de
vet- en olieproductie, koffie, tee, appel
sienen, citroenen, hout, enz., enz.
3) In geval er een productieoverschot
in een bepaald product bestaat, hetzij in
Frankrijk, hetzij in een bezitting, moet
alles in het werk worden gesteld om er
de uitvoer van te bevorderen. Vele pro
ducten van den landbouw worden in
andere landen zeer hoog geprezen i
wijnen, vruchten, kaas, gevogelte,
groente enz., doch thans worden zij
sterk verdrongen. De verloren markten
moetea teruggewonnen worden, hetgeen
niet alleen een kwestie van prijs is, doch
ook een kwestie van kwaliteit.
De grootste moeilijkheid voor de ver
wezenlijking van dit grootsche plan, ligt,
altijd volgens het verslag, in de financie
ring van de door te voeren werken.
Of er ditmaal wat uit deze voorstellen
zal groeien, kan niemand met zekerheid
zeggen. Wanneer men werkelijk wil. ja,
dan moet het rijke Frankrijk en de rijke
koloniale bezittingen kunnen voorzien in
het onderhoud van de eigen bevolking.
Er is echter te vreezen dat thans de
hoofdaandacht zal geschonken worden
aan militaire vraagstukken en dat de
landbouw, zooals dit gewoonte is ge
worden, weer op de derde of de vierde
plaats zal komen.
i BS
i
TELEFOON i 267.