De teelt en de handel van Van ons Jeugdfront
den Aardappel in België
Eenzijdige structuur van den
Landbouw.
Arbeid adelt*
Landbouwweekblad
Voor en door de Landbouwers
Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven
m
ZONDAG 16 APRIL 1939.
Prijs 35 cetiem
21ste JAARGANG Nt 1058
Abonnementsprijs 15 fr. 's jaars.
Men schrijft in op ons
Bareel en op alle postkantoren.
Het overnemen van artikelen
zonder aanduiding der bron
is streng verboden.
Bestuurder en verantwoordelijke Opstelier
O. CAUDRON.
Bureel en Redactie t Zeebergkaai, 4, Aalst.
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hunne
bijdragen.
Aankondigingen volgens
akkoord.
DE OEKRAÏNE
Ia ons vorig nummer gaven wij een
beknopte samenvatting van een gedeelte
der brochuur over dit onderwerp, uitge
geven door den heer Henry, gewezen
directeur-generaal bij het Ministerie van
Landbouw, voor rekening van het Cen
traal Nijverheidscomité van België.
Kwamen achtereenvolgens aan de
beurthet belang en de verdeeling van
de aardappelteelt, de voortbrengst en de
in- en uitvoer van aardappelen. In dit
laatste hoofdstuk komt een interessante
tabel voor betreffende den uitvoer door
ons land van aardappelen tijdens de
maanden Juni, Juli en Augustus, dus van
vroege aardappelen, alsmede het pro
cent op den totalen uitvoer van aard
appelen.
Ziehier volgens deze tabel de totale
uitvoer over voormelde drie maanden en
bedoeld percent
1925
418983
40,75
1926
620.707
24,26
1927
638 446
33,74
1928
1.283.545
33,62
1929
882.465
27.75
1930
949.436
35.86
1931
832 013
30,07
1932
619.907
22.79
1933
82.043
28,85
1934
191.784
52,38
1935
91.664
25.03
1936
160.481
20,75
1937
122.071
14,16
1938
15.870
De heer Henry, knoopt hieraan be
nevens andere, volgende vaststelling
de uitvoer van vroege aardappelen die,
van 1925 tot 1932, bijna onafgebroken
vooruitging, verminderde aanzienlijk
vanaf 1933. Buiten kijf breidde de toe
name van den uitvoer de teelt aanzienlijk
uit. De scherpe beperkingen van den
handel hebben nadien een noodlottigen
terugslag gehad op de teelt van vroege
aardappelen.
Twee redmiddelen werden vooruit
gezet, zoo betoogt de heer Henry, om
aan dien toestand te verhelpen ofwel
de opslorping der vroege aardappelen
door het binnenland, ofwel nieuwe afzet
gebieden in het buitenland vinden ter
vervanging van de verlorene.
Tegenover de doelmatigheid van het
eerste middel staat de heer Henry scep
tisch, omdat de stedelijke en industrie
centra, zijnde de groote verbruikcentra.
niet meer kunnen opnemen als wat zij tot
heden aan vroege aardappelen verbruik
ten en omdat op den buiten elke bezitter
van een hoekje grond zelf zijae vroege
aardappelen opdoet.
Wat het tweede middel betreft, is de
Heer Henry al niet veel optimister. Met
de huidige negatie van de handelsvrijheid
en hare vervanging door het stelsel
waarbij de Staatsbesturen de internatio
nale handelsbetrekkingen regelen, is de
mogelijkheid om aan nieuwe afzetgebie
den te geraken bijna overal onderworpen
aan contingenteerlngen die afhankelijk
zijn van periodische en wisselvallige on
derhandelingen.
Bovendien doorstaan vroege aardap
pelen zeer moeilijk een langdurig ver
voer, vooral als het weder warm is.
Hierna volgt dan een uitvoerstatlstiek
betreffende den uitvoer van vroege
aardappelen naar onze bijzonderste af
nemers. Ziehier hieruit enkele gegevens
in metrische centenaar (ICO kg
Andere niet naburige landen waar
heen in geringe hoeveelheden onze aard
appelen werden gezonden zijn Argen
tinië. de Kanarische Eilanden, Congo,
Egypte, Spanje, Gibraltar, Griekenland,
Marokko, Portugal en Zwitserland.
IV. - De prijzen der
aardappelen.
Hierover zegt de heer Henry onder
meer wat volgt Talrijke faktoren doen
de prijzen der aardappelen veranderen
de overvloed der productie, de hoeda
nigheid der knollen, de tijd van het jaar.
Er bestaat geen juiste methode tot vast
stelling van den gemiddelden prijs van
den aarcTappel over gansch het jaar
welke op nauwkeurige wijze rekening
houdt met deze drie faktoren. De mid-
denprijzen der officieele markten zijn
dus enkel aanduidingen nopens den al-
gemeenen loop der prijzen.
Volgt dan een tabel der middenprij-
zen van de aardappelen sedert 1925 met
hun overzetting in percentage tegenover
den gemiddelden prijs van 1925, uitge
drukt door het cijfer 100.
Hieruit nemen wij volgende cijfers
Jaren
Prijzen in fr.
Percentage
1925
54,77
100—
1930
47,73
87,14
1931
70,82
129,30
1932
45,20
82,50
1933
19,28
35.20
1934
36,-
65,72
1935
41,18
75,18
1936
51,18
93,44
1937
48,22
88.04
V.- Verbruik der aardappelen.
Benevens de 2.500.000 metrische cen
tenaar die volgens raming noodig zijn
voor het pooten (plantaardappeleo)
wijst een tabel voorkomende in de bro
chuur de hoeveelheden aan dienende
voor menschelijk verbruik en deze be
schikbaar voor veevoeding, in hoofd
zaak zwijnen.
Uit deze tabel nemen wij volgende
gegevens.
1930 16.184 000 10 895.000
1931 16.318 000 17.201.000
1932 16.426 000 24.492.000
1933 16 494.0C0 18.774.000
1934 16.550.000 12.103.000
1935 16 598.000 11.424.000
1936 16 663.C00 13.091.000
1937 16.722.000 11.685.000
In een verdere tabel toont de heer
Henry aan dat er een zekere gelijkloo-
pende lijn of parallelisme bestaat tus-
schen de voortbrengst van varkens-
vleesch en de beschikbare hoeveelheden
aardappelen voor veevoeding.
Dit parallelisme is echter niet volle
dig, zooals hij zelf zegt, daar de aardap
pel niet alleen tot de voeding der var
kens dient, maar ook van het hoornvee.
Overigens worden de varkens niet
uitsluitend met aardappelen gemest.
Daartoe gebruikt men ook handelsvoe
ders. Er zijn trouwens ook andere fak
toren die de voortbrengst van het var-
kensvleesch beïnvloeden, namelijk de
varkensprijzen die aan regelmatige
schommelingen onderworpen zijn.
In een laatste hoofdstuk behandelt de
Heer Henry den handel in aardappelen.
Daar dit wellicht het bijzonderste vraag
stuk is, zullen wij zijn beschouwingen
desaangaande commenteeren in ons vol
gend nummer.
Jaren
Duitschland
Frankrijk
Gr.Brittaniè Nederland
1926
372.220
129.191
29.682
80.905
1928
905.224
218.130
11.613
17.850
1929
623.059
134 023
1930
794.700
73.618
1931
474501
76.623
1932
297.699
5.154
270.608
1933
46.215
176
15.642
1934
161.020
676
14.740
1935
67.579
837
3.490
1936
95.999
794
472
1937
J 02.050
163
Landbouwleergang.
4. BEMESTING.
De Fosfoorzuurmesten.
C) Speciaal bereide fosfaten.
Superfosfaat.
Wanneer men ruwe fosfaten bewerkt
met zwavelzuur (vitriool) vervormt er
zich een deel tot kalksulfaat (plaaster).
Daardoor wordt het driekalkig fosfaat
veranderd tot ééokalklg, waardoor het
oplosbaar wordt in water. Daar dit
mengen echter ciet op volmaakte wijze
kan gebeuren, zullen steeds ruwe fosfa
ten overb'ijven, terwijl ook andere niet
voldoende worden omgezet en als twee-
kalkig fosfaat blijven. Van den anderen
kant kan er ook zwavelzuur werkeloos
blijven en als vrij zwavelzuur in het
mengsel voorkomen.
Superfosfaat mag men dus aanzien als
een eenkalkig fosfaat, gemengd met
plaaster, vrij zwavelzuur, twee- en drie-
kalkige fosfaten en onzuiverheden.
Wanneer er veel vrij zwavelzuur in
superfosfaat gebleven is, iets wat tegen
woordig slechts zelden voorkomt, wor
den de zakken er door aangetast, even
als bij het gewone ammoniaksulfaat.
Wanneer we superfosfaat in aanra
king brengen met kalk of kalkhoudende
meststoffen en ook als ze lang bewaard
worden, zal het minder oplosbaar wor
den. Dit gebeurt door het opnemen van
kalk, waardoor twee- en driekalkige
fosfaten gevormd worden. Dit noemt
men het teruggaan of retrogradeeren
van fosfaten.
Inhoud: Van 12 tot 18°/o inwater
oplosbaar fosfoorzuur. 4 °/o kalksulfaat.
Eigenschappen Werkt snel en spoelt
niet uit. Te veel van toedienen ineens is
gevaarlijk voor retrogradatie of terug
gaan.
Reageert zuur.
Vervroegt de rijping van vlas en
aardappelen en geeft deze laatste een
goeden smaak. Te veel fosfoorzuur geeft
aan vlas korte, grove vezels.
Heeft een goeden invloed op de wor-
telontwikkelinq.
Gebruik Is de fosfoormest voor
zware gronden en gewassen met korte
groeitijd. Kort voor 't zaaien toedienen
en inwerken.
P.S. Daar superfosfaat bij lange
bewaring minder oplosbaar wordt (re-
togradeert) zal men deze meststof alleen
koopen in firma's met grooten afzet.
Fertiphos.
Deze meststof zagen we de laatst ver-
loopen jaren verschijnen en een flink
gebruik toekennen. Het is een neerge
slagen, tweekalkig fosfaat, voortkomend
van beenderen en ruwe fosfaten, bewerkt
met een mineraal zuur.
Bevat38-39 °/o tweekalkig fosfoor
zuur.
32,55 'Io kalk.
Gebruik Daar dit een tweebasisch
fosfaat is, dus oplosbaar in zwakke
zuren of langzaam oplosbaar in water,
zal men het vroeger moeten toedienen
als superphoshaat. Door zijn groote
fijnheid echter zal het nogal rap werken.
In de lente op weiden hoeft het alleszins
vóór einde Maart uitgestrooid. Voor
andere kuituren is het best ingeploegd of
ingeëgd.
Dit produkt strooit nogal moeilijk uit,
zoodat het best geschikt is voor menge
lingen. Het wordt nooit hard en blijft
steeds droog. Daar deze meststof nog
van jongen datum is, kunnen de eigen
schappen ervan nog niet met alle zeker
heid omlijnd worden.
Graag zouden we hieromtrent de uit
slagen van vergelijkende proeven mee
deden.
Voederfosfaat wordt nog wel eens als
meststof gebruikt, doch dit is alleen te
verrechtvaardigen in lichte gronden.
Is eveneens tweebasisch fosfaat, bevat
36-45 °/o fosf.
Beendermesten worden minder ge
bruikt ook geven ze minderwaardige
uitslagen en werken zeer traag. Er be
staan een vijftal verschillende soorten
van beendermesten, met alle verschillen
den inhoud. Alle bevatten tweebasisch
fosfoorzuur.
(Zie vervolg op de 2de bladzijde)
De Oekraïne moet alleen graan voortbrengen.
Ook de ontwikkeling van de nijverheid wordt tegengehouden.
II.
Het gedeelte van de Oekraïne dat
onder de heerschappij van Moscow
zucht, beslaat een oppervlakte van
450.000 km2 en telt een bevolking van
nagenoeg 32 millioen zielen. Dit gebied
vormt een licht heuvelende vlakte,waar
van het peil bijna nooit meer dan 200
meter boven den zeespiegel is gelegen.
Ook het klimaat is bijna overal gelijk.
In het Oosten benadert het ons klimaat
in het Zuiden daarentegen is de tempe
ratuur iets hooger.
i De hoofdrijkdom van de Oekraïne is
gelegen in haar zwarte aarde, de vrucht-
1 baarste van geheel Europa. Vroeger,
vóór de revolutie, hoorden de landerijen
toe aan rijke eigenaars en koulaks,
groote boeren. Thans zijn, volgens offi
cieele cijfers uit Moscow, al de land-
bouwuitbatingen gegroepeerd in kolk
hoz, die beschikken over 99,7 van de
totale bewinbare oppervlakte. Oekraïne
is als voorbeschikt voor de cultuur van
granen. Meer dan 75 °/0 van de opper
vlakte der landerijen wordt met graan
bezaaid. Dit is niet in 't voordeel der
bevolking. Integendeel, de Oekraïne zou
meer gebaat zijn met andere meer op-
brengende culturen en het uitbreiden
van de veeteelt. Moscow heeft er echter
anders over beschikt. In de grootscheep-
sche plannen van Stalin staat de Oe
kraïne aangeduid als de verzorgster van
heel Sowjet-Rusland met graan. En der
halve wordt er bijna niets anders ge
wonnen dan graan. De bemoeiïngen van
Moscow zijn er op gericht de opbrengst
ieder jaar te verhoogen. Naar het schijnt
werden deze pogingen niet met succes
bekroond. Volgens officieele cijfers van
Moscow zouden de beste kolkhoz 25
tot 30 centenaar graan per hectare ge
wonnen hebben. In doorsnee echter zou
de opbrengst de 10 centenaar niet over
schrijden dus niet hooger dan in 1913.
En dit ondanks de Oekraïne beschikt
over een groot aantal landbouwmachi
nes. De Oekraïnsche landbouwbevol
king, in kolkhoz gegroepeerd, zou over
90.000 tractors. 28.000 oogstmachines,
66.000 auto's, 42.000 zaaimachines en
ettelijke duizenden andere landbouwma
chines beschikken. In de Oekraïne zijn
er 1016 staties waar de tractors en de
machines ondergebracht zijn. In 1938
werd 82 °/o van de landerijen met ma
chines bewerkt en 51 van den oogst
met machines binnengehaald en ge-
dorscht.
Zoo leert ons het propagandamate
riaal van Moscow. De waarheid is
echter niet zoo schoon. Hoe goed Rus
land ook omsloten is, toch dringen er
af en toe geruchten over het leven in de
rijke Oekraïne tot in het buitenland door.
Uit Roemeensche bron de Dnjestr
scheidt de Roemeensche provincie Bes-
sabarië van de Russische Oekraïne
kan men vernemen hoe erg de Oekraïn-
sche bevolking onder Russisch juk zucht,
hoe een groot deel der bewoners alles in
het werk stelt om den arbeid in de kolk-
hoz te saboteeren en hoe bijna iederen
dag Oekraïners worden gefusilleerd of
naar Siberië gezonden.
Ons overzicht zou niet volledig zijn,
indien we ook niet even bleven stilstaan
bij de vele mogelijkheden die Oekraïne
biedt. Een telegram van het agentschap
Tass, naar al de bladen van de wereld
gezonden, schrijft dat de Sowjet-admi-
nistratie groote successen heeft geboekt
op gebied van veeteelt. In den loop der
vier laatste jaren werd het aantal groote
hoornbeesten verdubbeld, dit der paar
den met 21 °/o vermeerderd, dit der zwij
nen bijna verdrievoudigd en dit der gei
ten meer dan verdubbeld. De kolkhoz
van Oekraïne telt meer dan 60.000
boerderijen waar uitsluitend aan vee
teelt wordt gedaan.
In het Bulletijn van het Oekraïasche
persbureel, dat te Parijs wordt uitgege
ven, wordt daarentegen gezegd dat in
Sowjet- Oekraïne de veeteelt een weinig
belangrijke rol speelt in vergelijking met
de graanculturen. De bestaande voor
waarden, gezien de huidige structuur
van den landbouw, kunnen niet aanzien
worden als gunstig voor de uitbreiding
van de veeteelt. Bijna heel de bebouw
bare oppervlakte wordt bezaaid, er be
staan bijna geen weiden meer. In 1928
telde men in de Oekraïne 5,49 millioen
paarden, 8,6 millioen hoornbeesten,
8,11 millioen schapen en geiten en 6,96
millioen zwijnen. Na de verdeeling van
het land verminderden deze cijfers op
schrikbarende wijze met 50 °/o en
meer. En we weten uit goede bron, dat
er in dezen toestand geen verbetering is
ingetreden.
Ook is de Oekraïne wonderwel ge
schikt voor het voortbrengen van nij-
verheidsplanten soja. arachides, caout
chouc, enz. Tot heden werd aan deze
nieuwe bronnen van inkomsten geen
aandacht gewijd. De Oekraïne moet
graan voortbrengen. Meer niet. Indien
Sowjet-Oekraïne onder den invloed van
Duitschland zou komen te staan, dat
naast graan ook nijverheidsplanten noo
dig heeft, zou de ontwikkeling van den
landbouw in dien rijksten hoek van de
wereld, dan ook geweldige afmetingen
aannemen
De Oekraïne bezit ook een rijken
ondergrond. Men raamt dat de reserve
aan steenkool 71 milliard ton bedraagt,
hetzij 0.9 °/o van de wereldreserve en
ongeveer 14,5 °/0 van deze van Sowjet-
Rusland. De uitbating der mijnen vor
dert snel en in 1934 leverde de Oekraïne
61,7 millioen ton steenkool en kwam op
de vierde plaats in de wereldproductie
achter de Vereenigde Staten, Engeland
en Duitschland.
De Oekraïasche ondergrond is ook
rijk aan ijzerertsen. De reserves zouden
meer dan een milliard ton bedragen. De
mijnbedding van Kryvyï Rih is een der
rijkste der wereld. Ia 1934 leverde de
Oekraïne 13.2 millioen ton ijzererts aan
de Sowjet-Russische nijverheid, hetzij
70 °/o van de totale voortbrengst van
Rusland.
De metaalnijverheid is geconcentreerd
in de streek van Donbas. waar er rijke
steenkoolmijnen zijn en waarheen het
erts van Kryvyï-Rih wordt vervoerd.
Het gietijzer en het staal, dat daar ver
vaardigd wordt, wordt dan naar de fa
brieken buiten de Oekraïne overge
bracht. Dit is wel een eigenaardigheid
van de Oekraïnsche nijverheid zij ver
werkt alleen de grondstoffen tot half
vervaardigde producten. Al wat de
Oekraïne noodig heeft aan afgewerkte
producten moet zij invoeren uit andere
deelen van de Sowjet-republieken. Er
worden in de Oekraïne bijvoorbeeld
geen machines vervaardigd.
De suikernijverheid daarentegen heeft
een snelle ontwikkeling doorgemaakt.
In de suikerproductie van geheel Sowjet-
Rusland neemt de Oekraïne 71,5 °/o
voor haar deel. Ook de alcohol-productie
is in den loop der laatste jaren fel ge
stegen.
We willen dit kort overzicht sluiten
met de vermelding van de electrische
centrale die op den Dnjepr werd ge
bouwd en die onlangs eerst in werking
trad. Zij is een der geweldigste centrales
in heel de wereld, doch zij werkt slechts
op een vierde van haar kracht. De fa
brieken die moesten gebouwd worden
en hun drijfkracht aan deze centrale
ontleenen, bestaan nog niet. Te Moscow
wordt alles in het werk gesteld om de
industrieele ontwikkeling van de Oe
kraïne te remmen. De Oekraïne moet
graan voortbrengen. Meer niet.
- T -
TELEFOON 267.
jaren
Totaal metrische
Procent van
centenaar (100kg.)
totalen uitvoer
jaren Menschelijk Beschikbaar
verbruik voor het vee
in metrische centenaar