Een groote Plicht voor
onze Leden 1
Ons Sint Elooifeest
1
Arbeid adelt*
Landbouwweekblad
Voor eo d
oor de Landbouwers
Hernieuwing der Abonnementen*
De Koornbloem
"De Koornbloem»
"De Koornbloem»
DE KOORNBLOEM
Van ons Jeugdiront Qg EcOnOITliSche OoHog
Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt l
Zeiven
DAAROM I
.^AOIODEC, 1939.
Prfls 33 centiem
22*te JAARGANG Nr 1092
Abonnementsprijs 15 fr. 's jaars.
Men schrijft iu op ons
Bureel en op alle postkantoren.
Het overnemen van artikelen
zonder aanduiding der bron
is streng verboden.
Bestuurder en verantwoordelijke Opsteller
O. CAUDRON
Bareel en Redactie t Zeebergkaai» 4j Aalst.
De medewerkers xijr.
verantwoordelijk voor hunne
bijdragen.
Aankondigingen volgens
akkoord.
Het jaar 1939 loopt ten einde, het gaat onder in een dwaalkolk van men-
schelijken waanzin en verdwazing en het nieuwe jaar zal vanaf zijn geboorte
een wereld zien van haat en dood onder de menschen.
Het wordt ook stilaan de tijd van de
En zooals alle bladen zal ook DE KOORNBLOEM weldra zijn kwijt
brief komen aanbieden voor den jaargang 1940.
WÉü^': Hebt ge U reeds afgevraagd wat ge te dezer gelegenheid doen zult
Zijt ge in voldoende mate doordrongen van den plicht dien al onze
leden, gezamenlijk en persoonlijk, te vervullen hebben?
Het gaat er in de eerste plaats om dat ook geen enkel onzer lezers, t zij
uit vergetelheid, 't zij uit misplaatste zuinigheid, nalaten mag zijn abonnement te
hernieuwen.
Maar zulks mag niet volstaan 1 Er is meer
Van heden af moeten onze leden, als ééa man, op de bres staan om ons
blad binnen te brengen in de gezinnen van landbouwers die tot hiertoe nog af
zijdig of onwetend stonden van ons blad.
Men hoeft niet komen aangedraafd met de bewering dat dit onmogelijk is.
Dat gaat niet op. Kijken we maar eens rondom ons, elk in zijn eigen kring, en
zien we dan even hoe oneindig veel er nog te doen is.
Want talrijk zijn de landbouwersgezinnen waar
nog geen burgerrecht verkregen heeft.
Ook de gemakzucht mag hier niet het hoogste woord spreken, vaak ge
noeg geschiedt het. dat men al het werk op den rug van anderen wil laden, dat
men wel goedkeurend toeziet hoe anderen slaven, wroeten en strijden voor het
algemeen boerenbelang. maar er zelf niet aan denken een handje te helpen.
Er dient een einde gesteld, eens en voorgoed, aan die lamzakkigheid. De
handen dienen uit de mouwen gestoken, er hoeft over gansch de lijn aan het-
zelfde touw getrokken» want de belangen die voofral in deze benarde tijden én
van oorlog, én van economische ontreddering op het spel staan, zijn het
overwaard.
In den loop der tijden heeft de pers steeds een voornamen rol gespeeld bij
al de belangrijke wereldgebeurtenissen.
Nu eens staat ze in dienst van het goede, dan weer is ze de trawante van
het kwaad, maar steeds was en blijft ze een machtig wapen.
Met de pers predikt men de rechtvaardigheid, de liefde, de broederlijkheid
onder de menschen met de pers zaait men ook den haat en de afgunst, hitst
men de volken tegen elkaar op en leidt ze in den maalstroom van den dood.
We hebben ook gezien hoe de beweging der arbeiders hier te lande als
elders dan eerst een groote vlucht nam wanneer ze in het bezit kwam van een
invloedrijke en verspreide pers, en dat ze daardoor thans haar macht handhaaft.
En wie zal ons durven tegenspreken als we beweren, dat juist door het ge
mis aan een verspreide en onvervaarde pers, de strijd der landbouwers voor
betere bestaansvoorwaarden niet vooruit gaat zooals het te wenschen is.
Men zal nu misschien opwerpen er bestaat toch in België een gekend
landbouwblad dat door de verspreidheid aangewezen is om toonaangevend
te zijn.
Maar is dat in werkelijkheid wel zoo We weten allen genoeg wat voor
vleesch we daar in de kuip hebben Verder kommentaar lijkt ons overbodig
We weten het, ons blad kan zich niet beroemen op tienduizenden lezers,
maar toch mogen we met rechtmatige fierheid zeggen dat
het orgaan is van, laat het ons maar zeggen, de élite der boerenstrijders.
Wij beweren er is pers én pers.
En daar waar zij, die door hun positie en gezag de vooruitstrevers, de
jampers zouden moeten zijn, in gebreke blijven, neemt de kleine, maar goed-
me enende landbouwpers het werk over.
Het zal dan ook geen betoog behoeven, dat de vooruitgang van die dap
pere k.*mPers' dat fae£ voortdringen van hun stoute en fiere taal, een algemeen
belang i_,aarste^
Vanaf Tijn stichting heeft ons blad steeds op de bres gestaan wanneer het
er op aankwaht de stoffelijke en zedelijke belangen der Vlaamsche landbouwers
met hand en tand te verdedigen. Op elk oogenblik en tegen wie ook hebben we
het goede recht oazei boeren doen eerbiedigen.
Wijzen we op de degelijkheid onzer technische artikelen, die onze land
en tuinbouwers en kweekers steeds kostbare inlichtingen verstrekten op onze
economische artikelenreeksen op onze anti-oorlogsartikelen en meer andere.
In alle aangelegenheden dus hebben we onze stem laten hooren en het ge
wicht van onzen invloed in de weegschaal geworpen.
Evenals in her verleden, wil
ook in de toekomst, het blad zijn dat, buiten en boven alle partijpolitiek, steeds
Vlaamich en kristelijk. dd belangen der landbouwers dienen zal, zonder
ooit een blad voor den mond te nemen, immer voortvechtend tegen hen
die ons belagen, tot eindelijk, ook voor den boerenstand, de zonne van een
nieuwen en schoonen dageraad gloren zal.
Mag het niet bestaan dat er oolc maar één lid ontrouw
worde.
Moet al ons pogen tijdens deze maand gericht zijn op
het aanwerven van nieuwe lezers, die ons kamp zullen
komen vergrooten
Allen voor één en één voor allen I
Vooruit, ten strijde, ten werftocht voor ons blad
het orgaan der vrije Vlaamsche landbouwers I
Dat iedereen zijn plicht begrijpe I
Enkele beschouwingen over
van 3 December.
Alhoewel met een uitstekend mooi
weertje gezegend, alsof St Elooi er zelf
voor gezorgd had, togen we naar De
Koornbloem in bange afwachting of
ons feest wel gelukken zou in deze droe
ve tijden van mobilisatie en oorlogswee.
Eo nochtans waarom niet
Leeft de Jeugd dan immers niet meer?
Zou ze er den levenslust bil inschieten,
zooals de ouden van dagen
O neen Het was waarlijk een laffe ge
dachte die in onze hersenen huisde. Wat
zou het wel 1 Onze Vlaamsche boeren-
jeugd. die anders zooveel van feest en
vermaak houdt, nu thuis blijven, nu het
toch al zoolang geleden was, dat we een
gezellig samenzijn en een lustig danspar
tijtje beleefd hebben. Onze jonge Redt
U Zeivers verzaken niet aan het samen-
hoorigheidsgevoel of vereenigingsleven,
wat een eerste bewijs is van de levens
lust en de macht van een volksgemeen
schap.
Een macht die ook wel eens tot uiting
kan komen niet alleen voor het vermaak,
doch ook wanneer het geldt om ons
levensbestaan, om onze rechten als land
bouwers tegenover anderen te verde
digen, om tegenover sommigen, die
ons zouden willen verknechten of "s lands
neutraliteit in gevaar brengen, kracht
dadig en eensgezind te protesteeren.
Zóó bestaan de jonge boeren en boe
rinnen onzer Jeugdvereeniging.
Het was dan ook met een blij gemoed
en een zekere fierheid, dat we ons in
zoo'n talrijke opkomst mochten verheu
gen, want weldra was het volle gas in
de feestzaal van een blij lachende heen
en weer golvende menigte, bij de vreug
devolle tonen eener opwekkende mu
ziek. Voor den toeschouwer was het
een lust de bonte schakeering van de
dooreenwarrelende en vroolijk dansen
de paren, de deinende beweging van
gelukkige dansers te bewonderen. Het
was mooi te zien hoe ze met hun ver
loofde of vriend, na wekenlange afwe
zigheid, nu bijeen waren om te vertel-
len over hun wedervaren sinds het laat
ste samenzijn.
Wat is het voor ons, gemobiliseerden,
een heel andere sfeer van gezonde leute
en vermaak, dan ergens in België, waar
men zoo dikwijls getuige is van die
beestige braspartijen, en het hooren en
zien verkrachten van al wat edel en
mooi is. Wat doet het deugd eens een
avond terug te zijn bij vrienden en ken
nissen uit den tijd toen Mars, de oor
logsgod, nog sluimerde. Hier kunnen we
nog eens grappige herinneringen op
diepen van weleer meegemaakte uit
stappen en feesten.
En wat een verrassing was het niet,
toen die overvolle mand pakjes te voor
schijn kwam, een gift van allerlei nuttige
geschenken voor de gemobiliseerde
leden.
En hier mogen wel de namen vermeld
worden van deze milde schenkers en de
bezielers en uitwerkers van dit edel ini
tiatief, om hun een oprecht dankwoord
toe te sturen.
Vooreerst vermelden we Mr en Mev.
O. Caudron, die door hunne genegen
heid en milddadigheid veel hebben bij
gedragen tot' de verrijking der pak
ketten.
Vervolgens vermelden we MM. A.
Van den Berghe, ondervoorzitter, en
Fr. Scheerlinck, secretaris onzer Jeugd
vereeniging, die, na hunne dagtaak,
geen moeite gespaard hebben, om alles
bijeen te halen en elk zoo te gerieven,
dat de ontvangers van een pakje ten
zeerste verheugd zullen wezen.
Hiervoor betuigen we onzen besten
dank aan allen, onze verkleefdheid en
getrouwheid, eender in welke omstan
digheden aan ieder van hen en aan onze
Vereeniging.
En ten derde stuur ik nog een dank
woord aan al de aanwezigen, voor hun
ne talrijke opkomst door het feit dat
ze allen lid zijn van de Jeugdvereeniging
II. - Duitschland tracht een kontinentaal
blok te vormen.
(Zie vervolg op de 2de bladzijde)
Na drie maanden oorlog is Engeland
er in gelukt den Duitschen overzeeschen
handel lam te leggen, althans voor wat
de invoer betreft. In den nacht van 4
December werd ook het embargo op
den Duitschen uitvoer in toepassing ge
bracht en, indien de voorteekenen niet
bedriegen, zal Engeland ook op dat ter
rein zijn slag thuishalen. Verwikkelin
gen zijn hier echter niet uitgesloten, j
vooral van de zijde van Italië en Japan. 1
Voor Engeland beteekent dit zeker
een groot succes dat op rekening van
Winston Churchill moet geschreven
worden.
Duitschland echter geeft zich niet voor
gewonnen. Onder leiding van Alfred
Rosenberg is een vierjarenplan ontwor
pen, dat niets minder beoogt dan het
vormen van een kontinentaal blok, dat
buiten Duitschland, Sowjet-Rusland en
Italië, ook de landen van Zuid-Oost en
Noord-Europa zou omsluiten. Als basis
van dit Kontinentaal systeem werden de
onbeperkte mogelijkheden van Sowjet-
Rusland genomen, en een groot-
scheepsch programma van internatio-
nale handelsruilingen werd ontworpen
met het doel, in de eerste plaats, alle
handel met Engeland en, in de tweede
plaats, met de overzeesche gebieden,
overbodig te maken.
In de Dultsche kringen verklaarde
men, dat de uitwerking van dit plan de
wereld met verbazing zou slaan. Deze
vorm van oorlogvoeren wordt vergele
ken met de kontinentale blokkade door
niemand minder dan Napoleon tegen
Engeland toegepast. In tegenstelling
met Napoleons plan, dat louter negatief
was, daar het opgetrokken was op het
verbod handel met Engeland te drijven,
zal het Duitsche antwoord op de En-
gelsche blokkade positief zijn. Het be
oogt immers het tot stand brengen van
een blok met het doel, eenerzijds, de
handel tusschen Duitschland en de neu
trale landen en, anderzijds, tusschen de
neutrale landen onderling, uitte breiden.
Wat we op dit oogenblik zien gebeu
ren is het trage uitwerken van dit groot-
sche plan.
In het Noorden
Het feit dat Duitschland de Russische
overrompeling van Finland toestaat,
moet gezien worden tegen den achter
grond van Duitschlands strijd tegen
Engeland. Zooals Duitschland heeft
toegelaten dat Sow jet-Rusland vloot-
steunpunten langs de kusten van de
Baltische landen aanlegde, zoo laat het
ook toe dat Rusland dezelfde politiek
volgt ten opzichte van Finland. In het
Noorden wordt een dapper volk afge-
slacht en Duitschland, dat geholpen
heeft aan den opbouw van de onafhan
kelijkheid van dit land, laat begaan.
Waarom? Omdat de andere Scandi-
naafsche landen, zoodra Finland onder
den voet zal zijn geloopen, uit schrik
voor eenzelfde lot, bereid zullen gevon
den worden om te luisteren naar de
Duitsche eischen. Sedertlang zijn er eco
nomische onderhandelingen aan gang
tusschen Duitschland, eenerzijds, en
Zweden, Noorwegen en Denemarken,
anderzijds. In de laatste dagen is de
Duitsche druk op Zweden sterk toege
nomen. In het Kontinentaalblok, waar
van Duitschland droomt, is Zweden
onmisbaar. Het Zweedsch ijzererts is
voor Duitschland van levensbelang. En
eens dat Zweden voor de economische
eischen van Duitschland het hoofd heeft
gebogen, zullen Noorwegen en Dene
marken gemakkelijk volgen.
In het Zuid-Oosten
De werkelijke as van het IVe Reich
dat volgens een droom van Goering
Weenen tot hoofdstad zal hebben
wordt gevormd door den Rijn, den
Donau en het kanaal dat deze beide
stroomen verbindt. Daaruit spruit voort
dat Duitschland den Donau moet be-
heerschen. Slowakije, Hongarije en
Joego-Slavië zijn thans reeds grooten-
deels in het economisch leven van
Duitschland ingeschakeld. Vóór den
14% van
Balkan in
productie
oorlog voerde Duitschland
zijn benoodigdheden uit den
en voerde 14% van zijn
naar deze landen uit.
Met den oorlog zijn deze cijfers mer
kelijk gestegen. In October van dit jaar
sloot Duitschland een nieuw handels
verdrag met Hongarije af waardoor de
invoer van landbouwproducten werd
verhoogd terwijl de uitvoer van kokes
en kolen naar Hongarije toenam. Lasti
ger loopen de onderhandelingen met
Roemenië van stapel. Enkele maanden
voor den oorlog wist Dr Wohltat een
handelsverdrag met de Roemeensche
Regeering af te sluiten, waardoor dit
land zich sterk bij Duitschland aan
leunde. Kenschetsend daarvoor was
zeker het feit, dat Roemenië zich begon
toe te leggen op de productie van soja-
boonen, zooals we het vroeger op deze
plaats hebben aangetoond.
Dit verdrag wierp echter niet de ver
hoopte resultaten af, niet zoozeer omdat
Roemenië in gebreke bleef, doch door
tekort aan schepen, ondoeltreffend be
heer van het stelsel der riviertransporten.
Het belangrijkste product dat over
den Donau wordt vervoerd, is petroleum.
Vóór den oorlog betrok Duitschland uit
Roemenië 110.000 ton per maand. Het
grootste deel ervan ging over zee naar
Hamburg. Toen de oorlog uitbrak,
moest het vervoer over den Donau ge
schieden. Ju'ste cijfers bezitten wij niet,
doch, naar het schijnt, zouden langs
dien weg slechts 52.000 ton in Septem
ber en 82.000 ton in October zijn ver
voerd geworden.
De Duitsche handelszending eischte,
dat Roemenië een nieuwe petroleum
haven zou aanleggen te Orova, aan de
grens van Joego-Slavië, een verbetering
van de officieele omrekeningskoers van
mark en lei, enz. De regeering Argetoi-
anu, die op de Duitsche eischen wilde
ingaan, ontmoette een sterke oppositie
en trad af. Het feit dat Tataresco een
nieuwe regeering kon vormen, bewijst
echter geenszins dat de politiek van
Argetoianu het onderspit heeft gedolven.
Rusland heeft met Roemenië nog een
oude rekening te vereffenen. En talrijke
invloedrijke Roemeensche politici zijn
van meening dat alleen druk van
Duitschland op Moscou een gewapend
conflict kan vermijden en Roemenië van
den ondergang redden.
Engeland en Frankrijk ontwikkelen
eveneens een groote bedrijvigheid op
den Balkan. Zjj koopen in Joego-Slavië
ertsen, in Bulgarije tabak, in Turkije
tabak en al het overschot van Grieken
land... en betalen in baar geld. Deze
aankoopen worden echter om zuiver
politieke redenen gedaan. Engeland wil
al de goederen die Duitschland kan ge
bruiken, opkoopen. Dit legt uit, waarom
in vele economische takken een ware
"boom-periode» heerscht. Het lijdt ech
ter geen twijfel, dat daar waar het voor
Duitschland levensbelangrijke goederen
betreft, het Reich sterk genoeg is om de
levering af te dwingen.
En zoo wordt een blok gevormd, dat,
indien noodig, op zichzelf kan bestaan.
Dit blok tegen Engeland aanwenden,
zooals men het te Berlijn droomt, zal
zeker niet gaan. Voor den afzet van
zekere producten zijn deze landen op
Engeland aangewezen en zij moeten zich
ook deviezen kunnen aanschaffen. An
derzijds echter vindt Duitschland in
deze landen vele van de noodige grond
stoffen ertsen, wol, vetten, petroleum,
sojaboonen, enz. enz.
Duitschlands economische toestand is
derhalve niet te vergelijken met deze van
1914, toen het geheel was ingesloten en
toch nog vier jaar wist stand te houden.'
In het Noorden en het Zuid-Oosten
vindt het thans vele landen, die als het
ware in de Duitsche invloedsfeer zitten
verankerd en die op Duitschlands eischen
'goedschiks kwaadschiks moeten ingaan.
In een verder artikel zullen wij han
delen over Sowjet-Rusland en wat
Duitschland er mag van verwachten.
TELEFOON i 267.