's Lands Bevoorrading en de Landbouw. Een belangwekkende Verklaring In Zuid-Afrika woedt de Partijstrijd. i Arbeid adelt, Landbouwweekblad Voor en door de Landbouwers Keukenzout Landbouwers, Orgaan der Landbouwersvereeniglng Redt U Zei ven i ZONDAG 25 FEBRUARI 1940, Prijs 35 centiem i2st« JAaKÖANG N* 1103 Abonnementsprijs 15 £r. 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is streng verboden. Bestuurder en verantwoordelijke Opsteller i O. CAUDRON Bureel en Redactie Zeebergkaai, 4) Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen. Aankondigingen volgens akkoord. II. In ons nummer van 11 Frbruarj 11. hebben wij een onderzoek gewijd aan de landbouwpolitiek der Regeering ten overstaan der bevoorrading van 's lands bevolking in de benarde tijden welke wij doormaken. Wij moeten vaststellen dat de Re- geering tot heden geen doeltreffende maatregelen heeft getroffen om de voortbrengst der inla*d3che landbouw producten te verhoogen, ja zelfs, dat ingevolge de scherpe crisis welke blijft voortduren in de bijzonderste takken van het landbouwbedrijf zooals de vleesch- en zuivelprpductie, de voort brengst in de toekomst zal verminderen zoodat de bevoorrading der bevolking bedreigd wordt. Wil men de inlandsche landbouwpro ductie tot haar maximum opvoeren dan is er maar een middelden boer in staat stellen door zijn zwaren arbeid zijn kost te verdienen. Anders gaat het beslist niet. Ministerieele besluiten, verorde ningen betreffende de uitbreiding van bepaalde teelten, het is alles van weinig beteekenis zonder vervulling dezer eer ste vereischte. In oorlogs- zoowel als in vredestijd staan wij dus voor het vraagstuk eener redelijke winstmarge voor onze land bouwers. Deze zullen er niet tegen opzien ge volg te geven aan de wenken der open bare besturen nopens de richting te geven aan de voortbrengst, op voor waarde dat zij er geen nadeel door lijden en dat deze wenken practisch uitvoer baar zijn. Dit vraagstuk wordt beheerscht door twee factoren 1) Loonende verkoopprijzen. 2) Normale voortbrengstkosten. Welke is de taak der Regeering op dit tweevoudig gebied I. - Loonende verkoopprijzen. Hier geldt het hoofdpriociep de bin- nenlandsche markt moet bij voorkeur voorbehouden zijn aan onzen landbouw. Het leger met zijn meer dan 6CC.000 manschappen speelt voorzeker thans een gewichtigen rol tot regularisatie der prijzen. Wij eischen dat het leger streng en voortdurend den vcorkeur geve voor zijne bevoorrading aan de inlandsche landbouwproducten welke in voldoende of te groote hoevee heid aanwezig zijn op de binnenlandsche markt. Zulks is inzonderiijk het geval op bepaalde tijd stippen van 't jaar voor boter welke dan de margarine zou moeten vervangen, voor vleesch. reuzel, eieren en nog andere hoeveproducten. Daar onze groote boerengezinnen meer dan hun aandeel opleveren van het legereffectief en haandeel ruimschoots bijdragen in de onderhoudskosten van 't leger, is het totaal onaanvaardbaar dat dit laatste vreemde producten aan koopt wanneer onze landbouwers tegen verliesprijzen hunne voortbrengst van de hand moeten doen. Voor bepaalde pro ducten zooals vleesch, boter, eieren, kan de Regeering insgelijks de prijzen steu nen op tijdstippen van overdreven aan voer op de markten, door bepaalde hoeveelheden op te koopen en door be- waringsprocédés (inblikken, bevriezen, inkoelen enz.) voor te behouden ten be hoeve der bevolking in perioden van schaarschte of minderen aanvoer. Verder heeft onze regeering als plicht, juist 7.coals in normale tijden,eiken over dreven invoer uit het buitenland te ver hinderen en voor sommige producten, waarvoor wij op den uitvoer zijn aange wezen b.v.b. bepaalde tuinbouwartike- len, den Bfzet in het buitenland zooveel mogelijk te vrijwaren en desgevallend uit te breiden. II. - Normale voor'brengst- kosten. Onze landbouwers moeten over de aoodige middelen beschikken om hun bedrijf zoo intensief mogelijk te kunnen voortzetten en de maxima-voortbreng- sten te bekomen met normale productie kosten. Ook op dit gebied kan de regeering heel wat presteeren. 1) De eerste maatregel welke te dien einde in aanmerking komt is de spoe dige demobilisatie van de landbouwers- bed rij fshoof den die onmisbaar zijn voor de uitbating van hun bedrijf Zoolang de oorlog uitblijft zullen deze landbou wers ten bate van de volksgemeenschap op hunne akkers heel wat nuttiger ar beid verrichten dan door het optrekken van wachten of het verrichten van kar weien in een of ander kantonnement. Voor onze boerenzoons vragen wij rui me dienstverloven op de tijdstippen wel ke het best passen voor den landarbeid. Deze verloven zouden moeten verleend worden zonder ingewikkelde formali teiten. 2) De tweede maatregel is ter be schikking der landbouwers de onmisbare hoeveelheden veevoeders en meststoffen te stellen tegen behoorlijke prijzen. Hier dient natuurlijk onderscheid ge maakt tusschen de veevoeders en mest stoffen betrokken uit het buitenland en deze voortgebracht in het binnenland. Wat de eersten betreft zijn er elemen ten in 't spel die grootelijks ontsnappen aan de actie onzer regeering. Vernoe men wij enkel de vervoermogelijkheden ter zee ingevolge de doorzetting van den blocus Wat betreft de veevoeders en meststoff n gefabrikeerd of voortge bracht in het binnenland, heeft de regee ring de plicht er naar te streven de hoogst mogelijke hoeveelheden ter be schikking te stellen van onzen landbouw tegen matige prijzen. Wat den minderen invoer van kracht- vo'ders betreft veroorzaakt door den oorlog, deze zal noodzakelijk moeten vergoed worden door een verhoogde voortbrengst van inlandsche veevoe ders Dit beteekent een meer intensieve teelt van groenvoeders, een zoover mo gelijk doorgedreven uitbreiding der teelt van navruchten en een veralgemeening der itikuiling en bewaring der voeders. De instandhouding van onzen veestapel is hiervan afhankelijk. De regeering zal op dit gebied haren breedsten steun en medewerking moeten verleenen aan on ze landbouwers. Ten slotte vragen onze landbouwers met aandrang de spoedige betaling der vergoedingen wegens opeischingen en schade aangericht aan hunne eigendom men door de mobilisatiemaatregelen. Er is vooreerst de betaling der opge- eischte paarden en andere goederen. Er is de vergoeding der enorme schade aangericht aan hunne eigendommen we gens het onder water zetten in sommige streken, wegens de bezetting hunner gronden voor het aanleggen van prik keldraadversperringen, loopgraven en andere verdedigingswerken. Het stoot vooral tegen de borst dat personen die wegens de onderwaterzet ting hunne have en goed hebben moe ten verlaten, nog geen cent vergoeding hebben ontvangen bij gebreke aan een wet welke voor dergelijke gevallen de vergoeding regelt, thans beroep moeten doen op de openbare liefdadigheid. Aan zulke schreeuwende wantoestan den. zouden de openbare besturen ten minste tijdelijk moeten verhelpen door de uitkeering van ernstiae voorschotten op de toe te kennen d< fi aitieve vergoe dingen welke door den wetgever nog dienen bepaald. We kregen een prachtige partij keu kenzout binnen in witte lijnwaden zakjes van 50 kilo. IWe moeten de leden ten zeerste aan zetten zich te voorzien van zout, nu er gelegenheid bestaat. Het is onnoodig ons te bestormen, wanneer er gebrek is. Nu is het de om U te voorzien. Het gebeurt dagelijks dat landbouwers hun lof betuigen voor onze Samenge stelde Voeders of Meststoffen. Weinigen hebben echter den moed hetzelve op papier te zetten en te zenden aan het Bestuur van Redt U Zeiven. Dit is nochtans voor de leiders van groot belang en het doet ons ook het meeste genoegen. Af en toe zijn er gelukkigiijk toch nog uitzonderingen. En zoo ontvingen we dees week een schrijven van een gekend landbouwer uit Lebbeke, met name Ai mé Coppens. Voorzitter onzer plaat- j selijke afdeeling. Ónze vriend Coppens heeftï ons veel genoegen gedaan met de inzending van volgend schrijven. Het zal ook wel een aanduiding wezen voor vele land- bouwers. Hier volgt de brief in kwestie Lebbeke, den 12 Februari 1940. Geachte Heer Bestuurder, Gezien het tijdstip van bemesting aanbreekt meen ik goed te doen mijne ondervindingen nopens onze Samenge stelde Vetten te laten kennen. Ik ondervind jaarlijks dat vele land bouwers, wanneer het op bemesten aan komt in het voorjaar, nog steeds denken goed te doen met veel mest en beir toe te dienen en daarbij wat stikstof te voegen. Ik heb nu verscheidene jaren de proeven gedaan met de Samengestelde Vetten R U Z. en ben er van overtuigd dat men hiermede met de minste uitga ven de beste vruchten bekomt. Zoo heb ik verleden jaar twee proe ven aangelegd. De eene op beeten, de andere cp aardappelen. Voor de beeten was de uitslag buiten gewoon en ver in het voordeel van onze Samengestelde Vetten. Voor aardappelen (Muizen) had ik een speciaal geval. Ik had verleden jaar een dagwand land aangepakt en de af gaande pachter zegde mij dat men op dat stuk geen aardappelen kon winnen voor den verkoop. Ik besloot dan dit land de helft met aardappelen en de helft met beeten te beplanten na gansch de partij eerst ge mest te hebben met 35.000 kg. beste stalmest en 30.000 liter goede beir. Mijn aardappelen besloot ik te planten zonder kunstmest. Bij mijn beetland smeet ik 200 kg Beetvette. Maar ik had te veel plantgoed en was verplicht onge veer een are van het beetland af te ne men en te beplanten met aardappelen, en ziehier de uitslag Ik plant ongeveer 240 kuilen per are. De opbrengst van mijn aardappelveld was 270 kg. leelijke en misvormde aard appelen per are Op het beetenland met hetzelfde mest en beir, maar met 4 kg. Beetvette per roede had ik een opbrengst van 405 kg. per are en dit waren schoone en gelijkvormige patatten. Ziedaar, heer Bestuurder, een prach tig verschil. Ik wil het in "De Koorn- bloem„ vermelden om de boeren tot na denken te brengen en hen te doen zien dat ik op een slecht patattenland de schoonste aardappelen heb gewonnen met bijvoeging van de Volledige Vetten R II Z Met beir en mest alleen kreeg ik enkel varkenspatatten en in veel mindere hoeveelheid. Het verschil aan stand en kleur tus schen de enkele rijen aardappelen, ge plant op het beetenland, en deze die er neven stonden op het land zonder Beet vette, was zoo groot dat vele voorbij gaande landbouwers dachten dat het twee verschillende soorten waren. Het was enkel te wijten aan de bemesting. Hopende hiermede een dienst te heb ben bewezen aan de vele landbouwers die nog miswerken en verkeerd bemes ten, bied ik U mijn achtingsvolle groeten. De Voorzitter der Afdeeling Lebbeke, Coppens Aimé. Het Brltsche Imperium en de oorlog. leest en verspreidt UW B L AD I De hulp welke Indië aan Engeland in dezen oorlog zal leveren, moet na de b- schouwingen welke wij verleden week aan het Indisch vraagstuk hebben ge wijd, als negatief worden beschouwd. Weliswaar zijn er in Frankrijk Indische troepen aangekomen en ook in Egypte schijnen er enkele Indische troepenafdee- lingen te zijn. Dit werd slechts gedaan om voor de oogen van het buitenland de eenheid van het Britsche Imperium te willen onderstrepen. Doch voor de enkele Indische troepen die hun land hebben verlaten, moet Engeland talrijke eigen manschappen en officieren in Indië laten. Indië is echter slechts een kroonkolo nie. Wellicht gaat het beter met de Dominiocs Hoeveel en wat steun kan Eng. land in dezen oorlog van de Do minions verwachten Het antwoord op deze vraag hangt geheel af van de Do minion-regeeringen zelf Als de regee ringen van souvereine staten, gelijke partners in het gemeenebest, is het aan hen alleen om te beslissen op welke wijze zij het moederland ter hulp zullen komen. Engeland kan raad geven, het kan bepaalde wenschen kenbaar maken, maar het kan nooit eischen, het laatste woord is steeds aan de onafhankelijke Dominions zelf. De Engelsche Regeering heeft dat in 't begin van October, dus kort na het uitbreken van den oorlog, nog duidelijk erkend, toen zij meedeelde, dat Zuid- Afrika om verschillende redenen ge weigerd had deel te nemen aan het tus schen de Engelsche, Canadeesche, Aus tralsche en Nieuw-Zeelandsche plan voor de oprichting van groote lucht- vaartscholen in de betrokken Dominions. Zooals onze lezers het zich wellicht zullen herinneren is de Vereenigde Partij van Hertzog en Smuts bij het uit breken van den oorlog uiteengevallen, omdat Hertzog zonder zijn medeminis- te s te raadplegen brsloten had, dat de Zuid-Afrikaansche Unie in dezen nieu wen oorlog neutraal zou blijven. Smuts en anderen konden zich bij dit besluit niet neerleggen, zoodat zjj een motie indienden om de zijde van Eagelaod te kiezen, motie welke met amper 80 tegen 67 stemmen werd aangenomen. Hertzog en 40 anderen meestal Boeren scheidden zich af van de Vereenigde Partij, welke met de kleine pro- Eogel- sche domiaioopartij en de nog kleinere arbeiderspartij een coalirie vormde, die de Regeering op zich nam. Met een kleine parlementaire meer derheid heeft Zuid-Afrika dus besloten Engeland in den oorlog te volgen. Te volgen is zeker te sterk, want totnogtoe is er geen enkele soldaat van de Unie naar Engeland vertrokken. Alleen wordt er gewerkt aan de eigen verdediging. De staande macht wordt tot 50.000 man uitgebreid met op tal van plaatsen groote oefenkampen Voortrekkers hoogte en Premiemijn (beide bij Preto ria), Kaapstad, Kimberlay, Potchef- stroom enz. Het einddoel schijnt te zijn, 100.000 man op de been te brengen, niet om naar de fronten in Frankrijk of waar ook te zenden, maar om de eigen gren zen in geval van een nazi-aanval, te verdedigen. Want in zekere kringen wordt nog altijd geloof gehecht aan nazi bedrijvigheid in het vroeger Z W. Afrika, thans mandaatgebied. Volgens een besluit van de Regeering van de Unie mag er geen Duitscher meer in de Regeering zitten en worden dagelijks Duitschers geïnterneerd. De eene zuivere oorlogsdaad van de strijdkrachten van de Uaie beperkt zich echter bij het ontdek ken, op 2 December van verleden jaar, door twee vliegtuigen der Zuid Afri- kaansche luchtmacht, van het Duiische stoomscbip Watussi„, dat naar een ha ven werd opgeleid. In vergelijking met hetgeen Zuid- Afrika in den grooten wereldoorlog presteerde, is dat alleszins zeer weinig. Toen dienden niet mitider dan 146.000 soldaten van de Uaie overzee en legde de Regeering een bedrag van 26.000.000 pond ten koste van den oorlog. Oorlogstijd is een tijd van onrust, waarin velen den kop opsteken om te krijgen, wat in vredestijd niet te bereiken is. Ónder den Grooten Oorlog 1914 '18 werd in Zuid-Afrika de Nationale Pers geboren, werden talrijke groote inland sche firma's gesticht, drong het Afri- kaansch zich op den voorrang, enz. Thans weer heeft de Regeering veel moei'ijkheden te overwinnen, des te meer daar zij slechts over een geringe meerderheid beschikt. Wat ook gedaan wordt, de mijnwerkers blijven maar hoogere eischen stellen evenals de ande re arbeidersvereenigingen. Vanaf 1 Ja nuari zijn de nieuwe loonregelingen voor winkelbedienden van kracht, die heel wat verhooging van loon voorschrijven. En daarmede zal het niet gedaan zijn. Integendeel. Zuid Afrika is Engelands voornaamste goudleverancier, levert verder nog tal voor Eageland noodzake lijke grondstoffen en de arbeiders eischen hun deel van de winst door loons verhoogingen. Niet alleen op sociaal gebied heeft de Regeering met vele moeilijkheden te kampen. Een belangrijke reactie is het besluit van het curatorium van de groote Theologische School der Hollandsche kerk op Stellenbosch, dat voortaan de proponenten geen proefpreek meer in het Eagelsch zullen te leveren hebben, wat sedert de stichting in 186ü een vereischte geweest is. Verder vielen er nog kleine inciden ten voor stootjes die den wind aan wijzen. Te Nababeed, in het Westen van de Kaapprovincie, werd een En- gelschman gedwongen om zijn vlag, de Union Jack, weg te nemen. Te Pretoria kreeg een Engelsche jongen vier rot tingslagen op last van den Magistraat, omdat hij de "vierkleurvlagM van een auto had weggerukt enz. En intusschen wordt in het Parle ment de strijd met toenemende bitter- heid voortgezet. Er is namelijk een toe- 1 nadering gekomen tusschen deNationale Partij van Hertzog en de Republikein- sche Partij van Dr M dan, een uitge sproken nationalist. Hertzog en Malan zijn het eens geworden over een samen werking in den vorm van een coalitie, die mettertijd tot een volkspartij zou kunnen uitgroeien. De leiders hebben het beginsel van den republikeinschen re- geeringsvorm, gescheiden van de Brit- sche kroon, aanvaard. In een verklaring wordt gezegd, dat dit de eenige doel treffende waarborg is, dat Zuid-Afrika niet meer meegesleept zal worden in de oorlogen van Eageland. Een algemeene verkiezing zou op dit oogenblik, vooral in de oude Boerenge- bieden. Oranje-Vrijstaat en Transvaal, voor Eageland onaangename gevolgen kunnen hebben. De meerderheid van 20 stemmen die Smuts op Hertzog en Milan bezit, schijnt niet overeen te stemmen met het gevoelen van het volk. Een zwak punt voor de republikeinen blijft altijd de landsverdediging. Een Zuid-Afrika. dat de banden met het Britsche gemeenebest zou willen breken, zou eerst moeten zorgen in het bezit te zijn van een sterke kustverdediging en ook van de middelen om de landgren zen behoorlijk te verdedigen, daar het anders gevaar loopt opnieuw ten prooi te vallen aan het imperialisme, vaa wel ken kant ook. Anderzijds, is het echter moeilijk in te denken, dat de Britsche gouverneur de toelating zal geven voor het uitschrijven van algemeene verkie zingen, met het gevaar van een over- TELEFOON 267. Het afbreken der betrekkingen met Duitschland, in het Parlement, slechts met een meerderheid van 1 7 stemmen aangenomen. Hertzog en Malan tegen Smuts. tijd

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1940 | | pagina 1