Woeker, Smokkelhandel,
Huiszoekingen en Theorie.
De Landbouw in de
Sowjet-Unie.
Arbeid adelt*
Landbouwweekblad
Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt U Zeiven
Voor en door de Landbouwers
Verkoop van Meststoffen,
Het is maar treurig gesteld met
onze Pluimveestapel.
ZONDAG 16 FEB. 1941
Prflfe 50 «cntlca
23 a» fAA/L&AMl- 1146
Abonnementsprijs 20 £r. 's jaars.
Men schrjjft in op ons
Bareel en op alle postkantoren.
Het overnemen van artikelen
zonder aanduiding der bron
is streng verboden.
Bestuurder en verantwoordelijke Opsteller i
O. CAUDRON.
Bureel en Redactie Zeebergkaai» 4» Aalst.
Da medewerkers sijn
verantwoordelijk voor hunne
bijdragen.
Aankondigingen volgens
akkoord.
We willen vandaag genoemde onder
werpen belichten, doch enkel voor zoo
ver het de landbouwers aanbelangt We
weten dat op andere terreinen woeker
en smokkelhandel op groote schaal
wordt gedreven, en dikwijls ten koste
van onze boeren. Men neme maar de
prijzen van kolen, glas, schoenen, klee-
ren, enz.
De openbare besturen echter schijnen
hun voornaamste aandacht te vestigen
op de eetwaren, voor zoover het de zui
ver inlandschen landbouwartikelen geldt.
Wat in de grootnijverheid en in den
handel gebeurt weten enkel deze die er
het slachtoffer van zijn. Nieuwe voe-
dingsprodukten onder speciale vormen
mogen gerust aan woekerprijzen wor
den verkocht. Zoo kan men b.v. ge
droogde gist koopen aan ruim tienmaal
de prijs van 10 Mei. Brouwers en sto
kers mochten metofficieele machtiging
millioenen kilos rogge, tarwe, rijst enz.
aan de bevoorrading onttrekken. In
onze dagbladpers is hier over weinig te
bespeuren en huiszoekingen bij groote
firmas zijn eerder een raar verschijnsel.
Men acht het nuttiger de nederige
hofsteden onzer landelijke vroeters 't on
derste boven te keeren, met of zonder
reden, en dit met een minachting en uit
daging die alle gedacht te boven gaat.
Huiszoeking is door den aard zelf een
zeer laag en vernederend iets, maar in
deze tijden geeft het blijk van een onge
wone zwakheid en stuurloosheid vanwe
ge de overheden, een middel welke en
kel wordt gebruikt door deze die noch
de kennis bezitten om te bevelen noch
de macht om hun bevelen te doen eer
biedigen.
De huiszoekingen bij onze boeren be
rusten daarenboven op geen enkel ge
geven. Men weet niet of de boer ja of
niet heeft geleverd, men schijnt er zich
zelfs niet om te bekommeren. Voor na
zicht van opgegeven oppervlakten, ncch
van gedane leveringen schijnen de hee-
ren der bevoorrading geen tijd te hebben.
Men springt met een zestigtal heeren
in een paar autobussen en vliegt de ge
huchten en dorpen af om ergens, als
ten tijde der Spaansche furie of de
Fransche omwenteling, de misdadigers
op te sporen.
En zoo komt het dat men vaak terecht
komt bij iemand die zijn volle plicht deed
terwijl andere die het niet deden niet
verontrust worden.
Een aardige opvatting van de nieuwe
orde zal men zeggen. Het is nu eenmaal
zoo dat de meest onbegrijpelijke dingen
gebeuren, en dat men op de meest onbe
hendige wijze de zaken aanpakt.
We kennen voor dit jaar gevallen met
de vleet partijen die amper 700 tot
1000 kg. per hectare hebben gegeven,
terwijl andere op dezelfde gemeente
30C0 kg. en meer opbrachten 1
Het gevolg is zeer klaar deze die een
mislukte oogst heeft kan of zal niet le
veren, terwijl de tweede kans heeft om
de helft van zijn opbrengsten in den
smokkelhandel te verkoopen.
Bij een redelijke schatting zou iedereen
normale hoeveelheden leveren in even
redigheid der opbrengst, en zouden de
zen die hun plicht deden niet alleen met
rust worden gelaten maar een welver
diende huldeblijk ontvangen. De boer
zou weer een vrij man wezen en gerust
aan den arbeid blijven.
De wraakroepende en tergende huis
zoekingen zouden tot het verleden be-
hooren en het gansche leger van toezie
ners en speurders kon op den handel
en de nijverheid worden afgestuurd.
Alleen deze die niet levert wat rede
lijk van hem wordt gevraagd, zou dood
eenvoudig de gevolgen moeten dragen,
in de veronderstelling dat de regelingen
en ook de bestraffing der misbruiken
door personen met macht en gezag zou
den nagegaan worden, door menschen
met klaren kijk en ijzeren hand, zooals
we er velen missen in ons gezegend lan-
deken 1
Er bestaat dus naar ons bescheiden
meening wel een zeer probaat middel
om smokkelhandel, woeker en huiszoe
kingen te doen ophouden en veel ten
goede brengen voor het heil van boeren
en stadsmenschen.
Het middel is zeker van welslagen
wanneer de leiding in handen komt van
practische en klaarziende menschen die
niet alleen de goede gedachten, maar
ook de macht hebben om hun wil door
te drijven.
Alleen zwakkelingen en personen
zonder gezag moeten zich leenen tot la
ge middelen om te bekomen wat ze met
in een pennetrek kunnen verkrijgen.
Veel kwaad werd er gesticht en vele
brave en eerlijke landbouwers zijn ver
ontwaardigd en verbitterd door de mis
dadige en vernederende handelingen die
hen de laatste weken ten deel vielen.
De beste onzer boeren zijn waarlijk
ontmoedigd en zullen het vertikken nog
langer de speelbal te blijven van een re
giem dat hen gedurig naar de keel
springt.
Het is misschien nog niet te laat, maar
hoog tijd, om goed te maken wat heden
verkorven werd, maar dan ook moe
ten in de toekomst andere methoden
worden gebruikt en moet men de zaken
ernstig aanpakken. Het is noodig dat
men de theorie laat varen om naar de
gezonde praktijk over te gaan.
Indien men echter voortgaat om hals
over kop iederen boer te aanzien voor
woekeraar en dief, zonder zich de moeite
te getroosten te onderzoeken of de man
ja of niet zijn plicht deed dan zouden de
gevolgen erg kunnen zijn voor de ge
meenschap.
De tijd is gekomen dat de landbou
wer als een mensch wordt aanzien. Als
men de dagbladen moet gelooven
wordt den boer op een troon gezet
maar in werkelijkheid werd hij bij
menschen geheugen nooit meer gesold
als op onze dagen.
In plaats van hem de eereplaats te
geven die hem vooral in deze tijden
toekomt, heeft men nog niets anders
gedaan als hem het leven onmogelijk
en ondragelijk gemaakt.
Het is dringend dat hieraan een einde
wordt gesteld 1
O. CAUDRON.
II.
Leest op de 2de bladzijde de speciale regelingen voor
den verkoop van meststoffen.
In gewone tijden en bij normale en
verstandige menschen, zou men alsvolgt
tewerk gaan
De velden beplant met granen en
aardappelen zouden ter plaats opgeme
ten worden en de opbrengsten geschat
Volgens deze gegevens zou den land
bouwer verplicht worden zijn redelijk
deel aan de gemeenschap af te staan.
Het overschot zou hij voor zich houden,
voor eigen gebruik, en eventueel in den
vrijen handel verkoopen, dit als aanmoe
digingspremie.
De boer zou weten waaraan hij ver
plicht is en zou op tijd en stond alles
leveren. De handel van de kleine over
schotten zou vrij zijn en normaal en door
dit feit ook de prijzen. Smokkelhandel
ware op deze manier totaal uitgesloten,
gezien iedereen de gelegenheid zou heb
ben in gewone voorwaarden alles te
koopen, wat nu toch gebeurt, maar aan
echte woekerprijzen en in den smok
kelhandel.
Het is een feit dat bij een opmeting
en schatting als hierboven aangehaald
minstens 50 meer zou terecht komen
voor de offlcieele verdeeling der eetwa
ren, en dit zonder moeilijkheden.
Hoe kan nu toch iemand, die iets van
landbouw kent, aannemen dat per ge
meente een gemiddelde opbrengst van
b.v. 2000 kg. tarwe per hectare wordt
vastgesteld
Het Rijksstation voor Landbouweco
nomie. 80, St Amandstraat, Gent, heeft
een interessante statistiek opgemaakt no
pens de samenstelling van onzen pluim-
veestaael. Deze statistiek steunt op ge
gevens opgenomen en gekontroleerd in
82 landbouwbedrijven gelegen in Oost
en West- Vlaanderen en geeft diensvol
gens een benaderend beeld van den toe
stand over gansch het land.
Het betreft een vergelijkende statis
tiek, in dezen zin dat zij ons inlicht over
de samenstelling van onzen pluimvee
stapel op verschillende tijdstippen van
1939 en 1940.
Ziehier deze gegevens
A) West-Vlaanderen (39 bedrijven)
Op 1 Mei 1939 4150 hennen.
Op 1 Mei 1940 5878 hennen.
Op 1 Oogst 1940 3345 hennen.
Op 1 Oktober 1940 2799 hennen en
poeljen.
Op 1 December 1940 1973 hennen
en poeljen.
B) Oost-Vlaanderen (43 bedrijven)
Op 1 Mei 1939 3446 hennen.
Op 1 Mei 1940 2783 hennen.
Op 1 Oogst 1940 1790 hennen.
Op 1 October 1940: 1581 hennen en
poeljen.
Op 1 December 1940: 1283 hennen
en poeljen.
C) Voor de twee provinciën.
Hebben wij de volgende totalen
1 Mei 1939 7596 hennen.
1 Mei 1940 8666 hennen.
1 Oogst 1940 5 35 hennen.
1 Oct. 1940 4380 hennen en poeljen.
1 Dec. 1940 3256 hennen en poeljen.
Zelfde statistiek geeft verder de ver
mindering van onzen pluimveestapel op
1 December 1940, ten overstaan van de
verschillende hierboven vermelde data.
Ziehier deze gegevens welke aantoo-
nen op welke ontzettende wijze onze
pluimveestapel is geslonken sedert den
oorlog.
Ten opzichte van 1 Mei 1939 be
draagt deze vermindering in de twee
provinciën 4340 stuks of 57 °/o.
Tegenover 1 Mei 1940: 5410 stuks
a of 62 °/o
1 Oogst 1940: 1879 stuks
of 36 °/o
1 Oct. 1940: 1124 stuks
of 26°/o.
Zelfde rijkstatton heeft ook voor de
provinciën Oost- en West-Vlaanderen
een schatting opgemaakt van het aantal
hoenders en van de eierproductie. welke
deels gebaseerd is op de gegevens door
hem verzameld in de 82 bedrijven waar
van hooger sprake. Wij deelen hier
onder deze raming mede
Schatting van het aantal
hoenders en van de eierpro
ductie in Oost- en West-,
Vlaanderen.
Aantal
hoenders
A) Op 1 Mei 1939.
Zelfstandige boeren zijn er in Sowjet-
Rusland niet veel meer, zooals we in het
vorige artikel hebben gezien. Ze zijn
bijna allen ingeschakeld geworden in de
kolchos brigaden. Het sp'eekt echter
van zelfs, dat er binnen deze brigaden
zijn die goed werken en anderen die
s'echt werken. Zoo wisselt de oogst van
den eenen en den anderen grond bij ge
lijke oppervlakte dikwerf aanmerkelijk.
Op 1 Januari 1.1. is een hervorming
bekend gemaakt, welke aan de boeren
de mogelijkheid biedt in kleinere ar
beidsgemeenschappen (groepen van 10
tot 20 personen) bijzondere winsten te
behalen door het verrichten van meer
arbeid. Men heeft zulks gedaan, daar de
belangstelling voor den arbeid in de
reusachtige gemeenschap der Kolchos te
gemakkelijk verloren gaat. Deze groepen
("kettingen,, of "brigaden- genaamd)
moeten meer produceeren dan van offl
cieele zijde vastgesteld werd om hoogere
vergoedingen in natura of baar geld te
kunnen verkrijgen.
Men heeft zich dus gekeerd tegen een
regeling, volgens welke het loon naar
gelang het aantal werkdagen wordt uit
gekeerd zonder daarbij rekening te
houden met de hoedanigheid van den
verrichten arbeid Wel heeft de Oekrain-
sche landbouw, bijvoorbeeld, onder de
heerschende omstandigheden met het
kweeken van graan, zonnebloempitten,
aardappelen en vee belangrijke resulta
ten bereikt, maar afdoende zijn ze niet.
Het vraagstuk van de meerdere produc
tie waarop niet alleen in den land
bouw wordt aangestuwd is er dus een
van opvoeding en betaling.
Natuurlijk is het moeilijk, zoo niet
ondoenlijk voor landbouwwerk normen
te maken, omdat de verschillen in de
bodemgesteldheid en weersinvloeden
zich onder geen wetten laten stellen.
Men moet derhalve de mannen en de
vrouwen nopen zich ten uiterste in te
spannen. Veel hangt van den voorzitter
of leider van de Kolchos af, maar bij de
verdeeling op den drempel van het land-
bouwjaar ontstaan altijd woordenwisse
lingen, die den arbeid remmen en de
nieuwe verordening, welke dit euvel wil
bestrijden, keert zich tegen nivelleering
bij de betaling. Zoo is een bijslag voor
overuren ingevoerd. Met nadruk wordt
de versterking van het stoffelijk belang
als middel tot een verhooging der pro
ductie genoemd.
Op deze theoretische basis is een in
gewikkeld stelsel tot berekening van de
aanvullende betalingen ontworpen, dat
de geleverde inspanning in overweging
neemt. Betrekkelijk gemakkelijk gaat het
in den korenbouw, waarbij op velden
van Amerikaansche uitgestrektheid de
arbeid door tractoren en landbouw
werktuigen verricht wordt. Om het even
of met de hand dan wel met mechanische
middelen gearbeid wordt, krijgen de
menschen een vierde van het boven het
plan verwezenlijkte in natura uitbetaald.
Moeilijker is het in "technische,, cultu
ren, gelijk beetwortels, katoen, vlas,
hennep en veevoeder, die niet terstond
in het dorpshuishouden bruikbaar zijn,
waarbij de belooning van het meer
voortgebrachte in geld wordt uitbetaald.
En bij de veeteelt treden weer andere
bezwaren op. Een rechtvaardige oplos
sing is echter niet uitgesloten.
Dat dit stelsel aan den staat ontzaglijke
sommen kost, is gemakkelijk te begrij
pen. Doch het zijn de boeren zelf welke
deze sommen moeten opbrengen. Zoo
krijgt een boer voor een kilo tarwe
10 kopeken, maar een kilo brood kost
een roebel. Het verschil is voor den
staat.
broodgraan. Verder heeft de wetenschap
haar hulp verleend bij den nieuwen aan
plant van industrieele planten zooals
katoen, zonnebloemen, soya, raapzaad,
ricinus, maanzaad, sesam en rubber. De
aan Duitschland geleverde kwaliteiten
behooren tot de beste soorten, welke op
de wereldmarkt bekend zijn.
Doch vooral gaat de belangstelling
der overheden uit naar een verhooging
van de productie. In de Russische bladen
is met "bolsjewistische zelfcritiek„ veel
commentaar geleverd. De Prawda o. a.
spreekt over onoverzienbare voorraden
aan fruit in vele deelen der Sowjet-Unie,
die men in massa's ter bereiding van
marmelade zou kunnen gebruiken. En
volgens het blad staat hetzelfde gesteld
met het onvoldoende profijt, dat uit den
vischrijkdom van het land getrokken
wordt. De Oekraïne alleen is 11.000
meren rijk, waarin hoopen visch gevan
gen kunnen worden. En de aanmaak
van eenvoudige boerenwagens is tot een
vraagstuk uitgezwollen. In plaats van ze
ter plaatse te maken, worden ze soms
over duizenden km. per trein aange
voerd.
Productie
per hen
Totale eier-
voortbrengst
10.000.CC0 125 1.250.000 000
B) Op 1 Augustus 1940.
6.500.000 127 825.500.000
C) Op 1 October 1940.
5.700.000 110 627 000.000
D) Op 1 December 1940.
2.850.000 95 270.750.000
{Zie vervolg 2de bladzijde).
Op wetenschappelijk gebied zijn tot
dusver reeds belangrijke resultaten ge
boekte Zoo is men er, bijvoorbeeld, in
geslaagd een kruising van wikke en
rogge te verkrijgen. Deze plant draagt
dank zij een sterken verzakten wortel-
stam, driemaal per jaar vruchten en be
hoeft slechts te worden afgemaaid, daar
zij als een heestergewas van zelf na-
groeit. De plant levert een zeer goed
En dan is er nog het vraagstuk van
het in gebruik brengen van braakliggen
de gronden en het bestrijden van insec
ten, welke aan den landbouw groote
schade toebrengen. Zoo bonden verle
den jaar vliegtuigen den strijd aan in de
zuidelijke districten van Rusland tegen
de sprinkhanenplaag. Binnen een uur
roeide een vliegtuig door verstuiving
van een giftige stof de over een opper
vlakte van 120 tot 150 hectaren voor
komende sprinkhanen uit. Eeuwenoude
broedplaatsen van Aziatische en Ma-
rokkaansche sprinkhanen werden aldus
vernietigd.
Andere vliegtuigep namen den strijd
op tegen het ongedierte in de katoen
plantages in Midden-Azië, Oekraïne en
Noord-Kaukasus, welke te lijden had
den onder de katoenkevers. Door ver
giftigd lokvoer uit te strooien of door
bestuiving der plantages met giftige stof
fen werd het ongedierte dertigmaal snel
ler vernield dan op den grond door han
denarbeid. Verleden jaar heeft men dit
ongedierte over een oppervlakte van
180.000 hectaren uitgeroeid.
In den loop van 1940 werden ook
verschillende methodes toegepast bij de
bestrijding van een insect, dat schade
toebracht aan de suikerbieten. Met be
hulp van een nieuw soort bestuiver, in
het vliegtuig gemonteerd, heeft men niet
minder dan 96.000 hectaar land van dit
ongedierte gezuiverd.
Zelfs worden met behulp van vlieg
tuigen rijst- en vlasplantages gedund,
wanneer de kiemplantjes een hoogte van
5 tot 7 cm. hebben bereikt.
Speciale vliegtuigen worden gebruikt
om boschbranden, waar zij zich ook
voordoen, te bestrijden. Uit het vliegtuig
worden dan brandweermannen met be
hulp van parachutes neergelaten. Daar
na worden de bluschmiddelen aan pa
rachutes gevestigd neergeworpen. De
pogingen om boschbrand met behulp
van "chemische bommen,, te blusschen.
zijn met succes bekroond geworden. Een
dergelijke uit een vliegtuig neergewor
pen bom, gevuld met chemisch blusch-
middel, is voldoende om het vuur over
een oppervlakte van bijna een hectaar
in te perken.
In den loop van het vorige jaar heeft
men zelfs met goed gevolg bebossching
bij middel van vliegtuigen toegepast. In
Midden-Azië namelijk groeit de Saksaul,
een boom wiens hout als brandstof en
bladeren als veevoeder worden gebruikt.
Bovendien gaan de wortels het verstul-
ven van den zandgrond tegen. Het zaad
van de saksaul, dat in de zandverstuivin
gen terecht komt, verwaait in den wind.
Dit was de oorzaak, dat gedurende vele
jaren het uitzaaien van de saksaul in het
zand van de woestijn Kara-Koemy be
lemmerd werd. De pogingen om sak-
saulzaad na het vooraf met klei te heb
ben ingesmeerd uit een vliegtuig te
strooien, hadden gunstige resultaten tot
gevolg. De met klei bezwaarde zadea
(Zie vervolg 24* bladzijde.)
Ze-
TELEFOON i 267.
Vit. V.ï