Vereischten waaraan dit meet voldoen. Verzorging der Geit. Zweden wil zijn Veestapel handhaven. 'L Arbeid adelt* Landbouwweekblad Voor eis door de Landbouwers Naar een teeltplan voor 1942 Orgaan der Laodbowwersverccalgieg Redt 11 Zelver- Klein veeteelt* ZONDAG 21 [SEPT. i94i iPtfl» 50 *cafi*m 23it« JAAfteAM« Mi 1177 Abonnementsprijs 20 £r. 's jaars. Men schrjjft in op ons Bureel cn op alle postkantoren. Het overnemen van artikelen sonder wandal ding der bron is streng verboden. Bestaardcr en verantwoorddUjhe Opsteller i O. CAUDBOM Bareel en Bedaetie s Zeebergkaai» Aalst. Da medewerkers sfn Aankondigingen volgens verantwoordelijk voor hanne b(jdregen. akkoord. De voortdurende oorlog, de afschu welijke Engdsche hongerblokkade met afwijzing van het plan Hoover tot be voorrading van onze bevolking door Amerika, heeft onzen landbouw de zwa re taak en plicht opgelegd bijna uitslui tend in te staan voar de bevoorrading der dichtste bevolking der wereld. Een reuzentaak welke al de krachtinspan ning en goeden wil vergt van de voort brengers en van de verantwoordelijke overheden. Op aanvulling van eigen productie uit het buitenland mogen wij enkel op zeer bescheiden wijze rekenen, daar al de landen van Europa zich zelf grootendeels moeten behelpen en slechts bereid gevonden worden hun overschot asn bepaalde voortbrengselen te ruilen tegen voortbrengselen van eerste nood wendigheid waaraan zij behoefte heb ben. Belg'ë nu leefde in normale tijden hoofdzakelijk van de bewerking van grondstoffen betrokken uit het buiten land en vindt op zijn grondgebied als grondstof enkel steenkolen welke het, dan nog op beperkte schaal, in ruil voor andere noodzakelijke voortbrengselen kan aanbieden aan het buitenland. De bijzonderste bestanddeel?» onzer volksvsadïeg zijn broodgranen, aard appelen, vetstoffen betzij van p'antaar- difsa. ketz^j van dierlijken aard. Vóór den oorlog heeft onze landbouw deze drie teelten geleidelijk ingekrompen on der dwang van oorzaken ganssh onaf hankelijk van zijn wil. De Btlgische economie was onder worpen aan het liberalistisch stelsel van vraag en aanbod en vooral gericht op den bloti der nijverheid. De landbouw had hierbij sleehts den ondergeschikte rol te vervullen: het verstrekken van levensmiddelen tegen de goedkoopste prijzen om den kostprijs in de nijverheid zoo laag mogelijk ie houden, bovendien werd hij veelal gebruikt els ruil of wis selmunt bij de afsluiting van economische en handelsovereenkomsten met het bui tenland. Onze lezers zullen zich herin neren met welke hardnekkigheid wij in ons blad strijd hebben gevoerd tegen het ongelijk dat op die wijze onzen land bouw werd aangedaan. Schier zonder bescherming was onze landbouw niet bestand tegen de dooden- de concurrentie welke de inlandsche voortbrengst werd aangedaan door den invoer van broodgranen, oliën en vetten uit overzeesche landen met enteosieve cultuur. Deze producten werden ons dcor bedoelde landen geleverd tegen goedkooper prijzen dan wij zelf ze kon den voortbrengen. Ook de inlandsche aardappelteelt zag zich om zelfde reden terug gedrongen door den invoer uit ïjuropeesche landen welke konden leveren tegen prijzen onJ| derden binnenlandschrn kostprijs, hetzij door den steun welke bij den uitvoer door de regeering der voortbrengende landen werd verschaft bvb. in Neder land, hetzij wegens het entensief karak ter der teelt, bvb. in Polen. Onze land bouwbedrijven moesten diensvolgens, wegens hunne beperkte oppervlakte en de dichte bevolking waarvan zij het be staan moesten verzekeren, andere uit wegen zoeken. Zij deden zulks in de opvoering van hunnen veestapel en de uitbreiding van gespecialiseerde of intensieve teelten, groenten, fruit enz. De weideoppervlak- te en tuinbouwoppervlakte werden aldus geleidelijk en in sterke mate uitgebreid ten koste van broodgraan, aardappelen en oliehoudende zaden. Wij hebben hier meermaals en met nadruk gewezen op het ernstige gevaar dat deze ontwikkeling onzer landbouw- voortbrengst, veroorzaakt door een ver keerde landbouwpolitiek zou opleveren voor de volksvoeding, bij stoornis en onderbreking van het internationaal handelsverkeer. Onze waarschuwingen vonden geen gehoor bij de toenmalige Belgische regeerders. De gebeurtenissen hebben ons helaas al te vroeg in het gelijk gesteld. Nu sfaan wij voor de noodwendigheid onze landbouwvoort'brengst aan te pas- aan de dwingende behoeften der sen om- volksvoeding in veel ongunstiger standigheden dan in normalen tijd l In een uitgebreide propaganda langs radio, pers en voordrachten, heeft de regeering de landbouwers aangezet de teelt van broodgranen en aardappelen uit te breiden, door het scheuren van weiland en het beperken van groen- voederwinning zooveel mogelijk tot na- en tusschenteelten. Deze oproep werd eenigszins beant woord. Ongeveer 30 000 ha aardappe len en 40 000 ha broodgraan werden voor den jongsten oogst meer ver bouwd, Toch bleef de uitslag onvol doende en wordt naar wij vernamen overheden gedacht teeltplan voor den door de bevoegde aan een verplicht volgenden oogst. Vereischten waaraan dit Teeltplan moet voldoen. Hieronder enkele algemeene princie pen waaraan dit teeltplan moet voldoen: 1. Dit teeltplan moet gegrondvest zijn op nauwkeurige gegevens nopens de huidige structuur van ons landbouwbe drijf. Hierdoor bedoelen wij onder meer juiste gegevens nopens de oppervlakte der landbouwbedrijven, indeeliog en oppervlakte der verschillende teelten, de juiste samenstelling van onzen veesta pel. Zijn deze nauwkeurige gegevens thans reeds voorhanden Het is immers geweten dat onze vroegere landbouw- statistieken alles behalve betrouwbaar waren. Is de jongste landbouwtelling derwij ze uitgevoerd en gecontroleerd dat de bevoegde overheden nu bepaald weten hoe het thans met onze landbouwstruc tuur gesteld is. 2. De bevoegde overheden moeten ook nauwkeurige gegevens hebben no pens de behoeften der bevolking aan de verschillende landbouwvoortbrengselen. Zoo schijnt de beperking van onzen veestapel volgens zekere bevoegde per sonen opgedrongen door de huidige omstandigheden. Als reden wordt opge geven dat de voortbrengst van produk- ten voor menschenvoeding den voor rang moet hebben op de voortbrengst van produkten voor dierenvoeding, wegens het tekort aan vreemde kracht voeders, en omdat het omzetten van plantaardige tot dierlijke produkten voor de menschenvoeding steeds een verlies aan voedende bestanddeelen ver oorzaakt. Doch anderzijds dient onze veestapel op het minimumpeil behouden dat vereischt is om ten minste aan onze kinderen, ouderlingen en zieke menschen een voldoende melkrantsoen te verzeke ren en aan de gansche bevolking een voldoende rantsoen vetstoffen (boter) en vleesch. De bevoegde overheden moeten dus nauwkeurig weten welke de behoeften zijn der bevolking aan melk, vetstoffen en vleesch en welke veestapel dient be houden om aan deze behoeften te vol doen. Hier moeten we wijzen op het groote gevaar der verdeeling per hectare door de leiding in Brussel voorgesteld. Wanneer het getal hoornbeesten per hectare wordt verdeeld dan zullen de stallen der kleine boeren, en in eerste plaats der Vlaamsche boeren, worden ontvolkt in 't voordeel der bedrijven van 30 hectaren en meer. Zoo de beperking van den vee stapel eene noodzakelijkheid is wat ons inziens niet is bewezen moet men dit procentsgewijze doen op basis der dieren wel ke op ieder bedrijf in 1939- 1940 werden gehouden. 3) Het teeltplan moet tijdig bekend gemaakt worden. Hierdoor verstaan w(j dat de landbouwer over den vereischten tijd moet beschikken voor het aankoo- pen der noodige zaaigranen, plantgoed en meststc fFrn Iedereen nu weet dat de ze thars niet vandaag tot morgen be schikbaar zijn. 4) Bij de vaststelling van het verplicht teeltplan dient er rekening gehouden met de krachtinspanning welke de plicht bewuste landbouwers z'ch hebben ge troost verleden jaar voor de bevoor rading der bevolking, ingevolge den oproep der regeering. 5) Aan de landbouwers dienen loo- nende prijzen verzekerd voor de pioduk- tcn waarvan de teelt wordt voorgeschre ven en deze prijzen dienen vóór den uit zaai kenbaar gemaakt. Bovendien dient een juist evenwicht vastgesteld tusschen de prijzen der voorgeschrevep teelten en deze der andere. Het is immers logisch en billijk dat de produkten welke het noodzakelijkst zijn voor de bevolking ook de meest loonende prijzen bekomen. Anderzijds dient voorkomen dat zekere voortbrengers uit speculatiegeest uit breiding geven aan bepaalde c(jver heidsteelten welke thans van minder belang zijn voor de volksvoeding. 6) Onze landbouwers dienen vergoed voor de extrauitgaven welke het teelt plan hun oplegt, verder dienen maatre gelen getroffen opdat deze bijzondere bedrijfsuitgavea hun uitsluitend ten goe de komen. Zoo bvb. vragen wij, zooals in Ne derland geschiedt, dat aan de landbou wers een behoorlijke premie wordt ge schonken voor het scheuren van weilan den alsook dat een gedeelte der produk ten geoogst op gescheurde weiden wordt vrijgegeven, zulks als vergelding voor de buitengewone feaeb^feuitgaven veroor zaakt daor het scheuren en voor deze welke later zulle® vereischt zijn om na den oorlog het bouwland terug in weide om te zetten. 7) Ten slotte moeten de bevoegde in stanties al hunne krachten inspannen om ter beschikking van de landbouwers te gen behoorlijke prijzen de vereischte hoeveelheden gezond zaai en plantgoed en scheikundige meststoffen te stellen om het voorgeschreven teeltplan ten uitvoer te brengen. Meest al de kweekers geven hun voor keur aan de kortharige geit, omdat deze gemakkelijker te verzorgen is dan de langharige. Het is immers zeer lastig de huid dezer laatste grondig te reinigen terwijl deze der kortharige op enkele minuten van alle vuil gezuiverd is. Slaan wij in onze omgeving de lang harige geiten gade. dan zal hun slordig uitzicht al dadelijk opvallen. Vraag aan hun eigenaar hoe de melk smaakt, en hij zal U antwoorden, indien hij rechtzinnig wil zijn, dat ze "naar den bok smaakt,,. Maar daar is niets van aan. Dezen smaak komt alléén door slechte huidverzorging zijner langharige geit, ofwel ook door een slechte stalling, zooals we later zul len zien. Onze voorkeur zal dus altijd gaan naar kortharige geiten. Met behulp van een stevigen handborstel zijn ze op een oogwenk zuiver gemaakt indien wij zulks eiken dag doen. Wil men de verzorging der huid tot in de puntjes doordrijven, dan schaffen we ons een klein model roskam aan welke gemakkelijk tot op de huid doordringt. Op sommige plaatsen der geit zullen we lange haren bemerken, en wel na melijk op het achterlijf: die knippen we regelmatig met een schaar af. Sommige dieren en wel bijzonderlijk deze welke bestendig op stal staan, heb ben dikwijls last van een moeilijken stand. Deze is te wijten aan nagelver groeiing ofwel vervorming der hoeven. We zullen dus daaraan ook onze aan dacht besteden, en tijdig de te lange tee. nen met een scherp mes inkorten, en de hoeve goed plat snijden zoodat de stand der pooten vaster wordt. De drachtige geiten vergen onze bij zondere aandacht. Hoe verder de dracht vordert zullen we ook hunne voeding aan hun toestand aanpassen en wel door hen het beste te geven waarover we be schikken, ze meer maaltijden geven doch dan ook telkens in mindere hoe veelheden. Waar we bijzonder dienen op te let ten is op den toestand van den uier (Zie vervolg onderaan 4e kolom). Wat in andere l*nden wordt gedaan. In geheel het land wordt loof en riet geoogst. In Zweden, waar de boer ook onder de oorlogsomstandigheden zwaar te lij den heeft, wordt thans een eigenaardige campagne gevoerd iedereen wordt er aangezet riet, boonenbladeren en groene takken te oogsten ter aanvulling van den hooivoorraad voor den komenden win ter, die tengevolge van den zeer drogen zomer nog kleiner schijnt te zullen zijn dan verleden jaar het geval was. De staat heeft minimumprijzen gewaarborgd en van na den 15a September hebben de overheden ook het volle beschikkings recht over al het riet in den lande, dat nog niet geoogst is, gekregen. De plaat selijke militaire commandanten hebben bevel ontvangen, dat de soldaten, voor zoover dat noodig is en de dienst het toelaat, de boeren behulpzaam moeten zijn bij het oogsten van hulpvoer en ar beidsbeurzen en vrijwillige hulporgani saties zijn ingeschakeld om het gebrek aan de ncodige arbeidskrf chten te voor komen. In de rietlanden vanhetTakern- meer bijvoorbeeld die een paar hon derd vierkante kilometer beslaan zijn weken lang een paar bataljons infante rie in de weer geweest en hebben naar schatting een paar millioen kilo riet ge sneden. En doorheen het land werd in de weken tusschen het hooien en den graanoogst, loofhout langs akkers en welke dan bijzonder uiterst rein dient te worden gehouden. Daarom zullen we hem, en in het bijzonder de tepels, drie- maal daags met proper lauw water af drogen. Men geve veel vrijheid aan het dier dat men in een afgesloten stuk hof of weide vrij laat rondloopen wanneer het weder er zich eenigzins toe leent. Be schikt men daar niet over, dan gaan de kinderen op hun beurt met de geit wan delen, zulks zal haar alleszins ten goede komen. Omtrent twee maand voor het lam meren zullen we het melken stilaan ver minderen om het volledig stop te zetten na eene maand. In sommige plaatsen der Vlaanderen is het de gewoonte dat eene geit welke eene misdracht had, onmiddellijk terug gedekt wordt. Dit is verkeerd, ten eerste omdat de kans van bevruchting zeer gering is, ten tweede loopt de bok ge vaar letsel te bekomen. Men zal liever enkele dagen wachten totdat de geit gansch hersteld weze van de misdracht. De dracht der geit beloopt op onge veer 150 dagen. Bij het naderen van het lammeren wordt ze onrustig, koppig, en weigert soms alle eten. Ze is zeer onge durig, en de verschijnselen der geboorte volgen zich snel op. Het is aangeraden het dier niet te helpen en de natuur haar gang te laten gaan, bijzonder in het begin. Het licht in den stal zal men eenigzins dempen. Het eerste verschijnsel der geboorte is de waterblaas welke wordt uitgedre ven, alsmede de slijmblaas, waarop de pootjes van het lam alras volgen, waar na den kop. Dan eerst zal men tusschen- komen door het lam bij de pooten te nemen en verder, zonder hevige trek ken, uit de geboorte hf lpt. De navel wordt op 5 cm. afgesneden, en het lam op een properen doek ge legd, waarna het met een handsvol stroo grondig droog wordt gewreven. De proper gemaakte navel wordt met een ontsmettende stof (iode-tinktuur) in gewreven. Men ga dan voort met het lam te drogen in een goed verwarmde plaats, best onder de keukenstoof in eene mand, van waaruit het weldra zal trachten te kruipen. Intusschen hebben we de geit ook droog gewreven en gedekt met een stuk zeildoek of wollen doek om haar voor kouvatten te behoeden. Een goede drank van Ujnmeel zal haar dan verstrekt worden. Kort daarop heeft reeds de eerste melking plaats. boschranden gerooid. Vele vrijwillige krachten in heel het land hielpen in hun vacantiedagen mee of gingen Zaterdag en Zondag den boer op om het kapmes ter hand te nemen, loof te oogsten, om aldus vele melkkoeien een vroegtijdigen gang naar de slachtbank te besparen. Dat oogsten van loof en riet vergt, in verhouding tot de waarde, betrekkelijk veel arbeid vooral wanneer de hulp krachten ongeoefend zijn en dit is pok zonder twijfel de voornaamste re den, waarom in de jaren, dat er voer- graan en veekoeken en sojaboonen en maïs ingevoerd moesten worden, de meeste boeren er niet aan dachten, het riet in het veentje achter den koestal of het groen van de elzen en de berken achter het huis binnen te halen en te drogen en aan het vee te voeren. Al is het dan in afgelegen oorden in Zweden, zoo goed als in Noorwegen en Finland, op boerderijen waar men meer op zich zelf was aangewezen, gewoonte geble ven om niet alleen het gras van natuur lijke weitjes te oogsten, maar ook loof ea riet en jpuge hei zelfs. Ii die spreken ziet men herhaaldelijke boschjes vaa kromme, knoestige, jaar na jaar geknot te berken en populieren, elzen en lijster bessen en daar kon het trouwens nog in onzen tfjd voorkomen, dat van de lijster bessen niet alleen het dorre, afgeritste blad aan de koe en de geit en de schapen gevoerd werd, maar ook de moeizaam afgeschilden bast van de droge takken. Maar over het algemeen was dat hulp- voer dan uit de mode geraakt en werd er weinig meer aan gedacht tot het bui- tenlandsche veevoer niet meer in de ha vens aankwam en men, in het sombere vooruitzicht van een zeer gevoelige be perking van den veestapel, zich het oude gezegde herinnerde, dat een bos espen- loof evenveel waard is als een kop ha ver. Hoeveel een kop haver precies is, weet ik niet, maar dat doet er ook wei nig toe. Landbouwkundigen hebben nauwkeurige gegevens gepubliceerd over de waarde en de beteekenis van loof en riet en ander hulpvoer. Zoo nemen we de vrijheid aan de verslagen van twee assistenten van de Noorsche landbouwschool het volgende te ontleenen, dat misschien ook voor onze boeren wel eenige waarde heeft een bos gedroogd espenloof van 6 kilo komt overeen met één voereenheid en het gehalte aan verteerbaar eiwit be draagt 28 gram voor berkenloof moet men 7 kilo hebben voor één voeder eenheid en het verteerbaar eiwitgehalte is daarbij 16 gram. Voor niet-landbouw- kundigen zegt het waarschijnlijk meer, dat volgens een deskundige van het Zweedsche levee s middel encom missie de voederwaarde van gedroogd en afgerist j loof eenigszics hooger is dan die van hooi. Van hem is ook de verklaring af komstig, dat de koeien voor elke kilo loof of riet een liter melk leveren, zoo dat alleen de rietoogst, die globaal op een 200.000 ton gedroogd riet geschat wordt, een 200 millioen liter hoogere melkproductie mogelijk zou maken dan zonder dat riet het geval had kunnen zijn. En vcor Zweden zijn dat riet en dat loof vooral daarom van zulke groote beteekenis, dat men in den komenden winter de vermindering van den vee stapel tot slechts een paar procent hoopt te kunnen beperken voor paarden, run deren, schapen en geiten ten minste 2CO.OOO ton voercellulos voor te scho telen waardoor voor varkens en pluimvee circa 175.000 ton voergraan vrijgemaakt worden, welke hoeveelheid ongeveer overeenkomt met de 175 000 ton mats, die normaal ingevoerd placht te worden. Die voercellulose bevat ech ter geen eiwitloof en riet daarentegen wel en daarom wil de deskundige vaa de levensmiddelencommissie deze beide voederproducten het meest waardevolle hulpvoer noemen, dat Zweden bezit. 'i'l yyyy* v.* .- y/ v.'.v .v.x-;-; yyyy. y, TELEFOON 267.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1941 | | pagina 1